Je draait niet een-twee-drie 112. Er moet wel wat aan de hand zijn, al zijn er zat mensen die voor elke scheet het alarmnummer bellen en vervolgens beledigd zijn dat de hulpdiensten niet uitrukken. Ook muzikanten alarmeren graag en vaak, al wordt dat niet altijd gewaardeerd. Hieronder een bloemlezing van smekende, tergende en niet of onvoldoende gehoorde roepen om hulp.
Keuze Willem Kamps: Eddie Cochran – Nervous Breakdown (1961)
Was het maar bij een inzinking gebleven
Eddie Cochran kreeg een zenuwinzinking. Vind je het gek!? Ondanks zijn staat van dienst zie je hem al langere tijd niet meer terug in de eindlijsten. Onbestaanbaar. Deze man heeft zoveel muzikanten beïnvloed. Ik noem er één: Paul McCartney. Paul speelde Cochrans Twenty Flight Rock tijdens de kennismaking met ene John Lennon. Wat is daar nog aan toe te voegen? Natuurlijk is Eddie volledig van slag, al dik zestig jaar, helaas postmortaal.
Zenuwinzinkingen komen overigens vaker voor in de muziek. Een vriendinnetje van Mick Jagger had er negentien. Ook de zanger van Black Flag draaide volledig door; dwangbuisniveau. Daarnaast waren onder andere Brian Setzer en Wanda Jackson zo geraakt door de inzinking van Eddie dat zij hem ook kregen. Beter: nadeden, op z’n Eddie’s, op z’n rockabilly’s.
Dan de vervolgvraag: moet je 112 bellen voor een zenuwinzinking? Geen idee. Eddie had ‘m al in 1958. Pas in ’61 werd ruchtbaarheid gegeven aan zijn Nervous Breakdown. Na zijn dood. Hij kwam op 21-jarige leeftijd om het leven na een auto-ongeluk, aan het eind van zijn tournee in Engeland. Een 19-jarige taxichauffeur reed te hard en knalde op een lantaarnpaal. Kompaan Gene Vincent overleefde de crash. De gelanceerde Eddie overleed een dag later in het ziekenhuis. Was het maar bij een inzinking gebleven.
Keuze Annemarie Broek: Napoleon XIV – They’re Coming To Take Me Away Ha Haaa! (1966)
Schurftige hond
In 1966 verscheen een merkwaardig singletje They’re Coming To Take Me Away Ha Haa onder de naam Napoleon XIV met daarop een constante drumpartij en gillende sirenes waar overheen Napoleon keurig inde maat zijn tekst rapte over een meneer die door iemand was verlaten en daardoor opgehaald zou gaanworden door ‘nice young men in their clean white coats’. En daar steeds meer overstuur van raakte. Het publiek dacht aan een overleden partner, vandaar misschien het grote succes. Maar toen men er eindelijk achter kwam, dat het hier ging over een weggelopen schurftige hond (mangy mutt), was de miljoenenverkoop al een feit.
Achter de naam Napoleon XIV verschool zich platenproducer/componist/artiestenmanager Jerry Samuels, die heel veel liedjes had geschreven voor onder andere Sammy Davis Jr. en Doris Day. Hij had zelf als zanger onder zijn eigen naam ook talloze liedjes in het softe genre geschreven en vertolkt, maar dat was geen commercieel succes geworden. Daarom hij had gewoon zin om nu eens iets heel anders op de plaat te zetten.
In de loop der jaren probeerde hij dat succes nog wat verder uit te melken (bij voorbeeld door het lied achterstevoren op te nemen), maar Napoleon XIV bleef een eendagsvlieg. Het nummer werd vaak gecoverd, bij voorbeeld door Amanda Lear en Ray Stevens.
Er is ook een Nederlandse vertaling door Tineke de Nooy. En Bob Bouber maakte er zijn eigen verhaal van met als titel Ik Wil Me Donald Duckie Terug.
Keuze Quint Kik: The Move – Fire Brigade (1968)
Hele en halve zolen
Het zou een uitgelezen kandidaat zijn voor een Ondergewaardeerde genre-battle over vergeten beatgroepjes uit de psychedelische jaren 60: de hele en halve zolen van The Move. In korte tijd brachten ze een reeks geniale singles voort, waar ze de Summer of Love mee hielpen inkleuren. Helaas was de zelfdestructieknop via hun machiavellist van een manager altijd binnen handbereik.
Deze Tony Secunda stuurde hen het podium op in gangsteroutfits, waarbij de agressief aangelegde zanger Carl Wayne vervaarlijk met een bijl zwaaide. Tijdens een optreden miste hij eens op een haar na de voet van de timide collegazanger en muzikaal wonderkind Roy Wood. Op een onheilspellende nieuwjaarsavond ontketende Wayne A Night of Fear en sloopte het publiek de club The Roundhouse.
Het contrast met de kinderlijke onschuld van de hits die volgden kon haast niet groter: behangen met hippy-parafernalia zongen ze meerstemmig over alles wat groeide en bloeide: een citroenboom, bloemen in de regen, het gras. Met genoeg lsd kon je zelfs het horen groeien! Eén trip te veel en de bassist waande zich tussen griezelige tuinkabouters, rijp voor opname in de Cherry Blossom Clinic.
In het blog van collega Erwin Herkelman kun je lezen over een onfortuinlijke publiciteitsstunt die de band in een rechtszaak stortte met de toenmalige Engelse premier. Dan kun je roepen wat je wilt om de hulpdiensten – in hun single Fire Brigade imiteerden ze kundig de sirene – maar tegen dit brandje viel niet op te blussen: behalve de royalties desintegreerde ook de eerste bezetting van The Move.
Keuze Marco Groen: Girlschool – Emergency (1980)
999
Metalbands die volledig uit vrouwen bestaan moest je in het verleden zoeken met een lampje. Een uitzondering hierop waren onder andere The Runaways, Vixen en een band met de hilarische naam Fanny. Nu kun je natuurlijk een discussie gaan voeren met hoe ‘metal’ genoemde bands nu eigenlijk zijn. Dat lijkt mij zelfs terecht. Minder onduidelijk is dit bij een Europese variant, een band genaamd Girlschool.
Want deze dames lieten er geen gras over groeien (pun not intended). Girlschool is dé vrouwelijke exponent van de NWOBHM. Het genre waarbinnen ook bands als Iron Maiden en Saxon bivakkeren. Ooit begonnen als een schoolbandje, later uitgegroeid tot het vaste voorprogramma van Motörhead tijdens de Overkill-tour. Eigenlijk hebben ze met alle metal-groten der aarde het podium wel gedeeld. Desondanks genieten ze niet de bekendheid die anderen wel hebben. En dat is best vreemd, want met de muziek is niet zoveel mis. Het zou iets te maken kunnen hebben met de roerige geschiedenis van de band, wat ze niet bepaald tot een stabiele podium-act maakte. Wie weet.
In ieder geval had de band enig succes met de single Race With the Devil, een cover van Gun, een band uit de jaren zestig die mij verder ook niets zegt. Over covers gesproken; wellicht heb je thuis een verzamelalbum liggen van Motörhead genaamd No Remorse. Dan kan het zijn dat je het nummer Emergency wel eens op de platenspeler hebt gehad. Toegegeven: het klinkt als een typisch Motörhead-nummer. Maar schijn bedriegt. Dit lekkere stukje muziek is namelijk een cover van Girlschool en is afkomstig van hun debuutalbum Demolition. De heren en dames hebben tijdens een gezamenlijke tour een soort uitwisseling van nummers gehad. Motörhead nam Emergency in hun set op en Girlschool ging Bomber spelen.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het mij tot gisteren niet bekend was dat Emergency een cover is. Het scheelde weinig of dit blogje was over Motörhead gegaan. Maar daar is al genoeg over geschreven, dit in tegenstelling tot Girlschool. Nu vraag jij je wellicht af hoe dit hele verhaal relevant is voor deze battle. Dat is vrij eenvoudig: 999, de veelbezongen tekst in Emergency, is de Britse variant van alarmnummer 112. Hopelijk is dit geen trigger voor De Boswachters om iets als 112, noodgeval te gaan zingen.
Keuze Erik Stam: Linton Kwesi Johnson – Street 66 (1980)
De politie is niet altijd je beste vriend
Street 66 laat zich makkelijk beluisteren als een ontspannen reggaenummer. Als je echter wat beter naar de tekst luistert, en je realiseert dat de plaat uit 1980 komt, vertelt het nummer een verhaal. Linton Kwesi Johnson is een van de vele immigranten uit het Caribisch gebied die in de jaren 60 richting Groot-Brittannië verhuisden. Een deel van de Britse bevolking reageerde hierop met discriminatie en geweld. En ook een deel van de politiemacht maakte zich hieraan schuldig. Hoewel Johnson eerder platen uitbracht, zijn vooral de nummers op het album Bass Culture doorspekt van reacties op dit geweld. Street 66 is hiervan een voorbeeld.
Het dansfeest dat het nummer beschrijft wordt onderbroken door een spontane politie-inval, “Bam, bam, bam, a knocking on the door. Johnson verklaart later zelf dat het nummer niet per sé op één gebeurtenis is gebaseerd, maar meer een beschrijving van iets dat vaker voor kwam.
Wat het nummer zo dreigend maakt is dat een couplet eerder door de aanwezigen wordt uitgesproken dat, als de politie invalt dat ”Any policeman come here will get some righteous, raasclot licks”. Oftewel aangevallen zal worden. Dit is meteen de laatste zin van het nummer. Het laat de luisteraar achter met een gevoel van onbehagen. Als goede literatuur schetst het een beeld waaraan de lezer of, in dit geval luisteraar, nog zelf een interpretatie kan geven.
Een politieke boodschap in een bijna dobberend ritme. Je hoeft niet altijd te schreeuwen om je punt te maken. Street 66 bewijst dat maar weer eens.
Keuze Jeroen Mirck: Public Enemy – 911 Is A Joke (1990)
Onbetaalbare karikatuur
Sorry jongens, maar er kan echt maar één winnaar zijn van deze battle: dit protestlied tegen hulplijn 911 van Public Enemy-sidekick Flavor Flav. Funky als een dolle hond en maatschappijkritisch als Drs. P. on steroids. In de videoclip zien we Flav liggen in een doodskist en ontwaken met een korte kreet (Hit me!) die het nummer aanzwengelt. En dan gaat de rapper met de zilveren tanden echt helemaal los op de staat van de hulpverlening in Amerika.
Now I dialed 911 a long time ago
Don’t you see how late they’re reacting?
They only come and they come when they wanna
So get the morgue truck and embalm the goner
They don’t care ’cause they stay paid anyway
They treat you like an ace that can’t beat a trey
A no-use number with no-use people
If your life is on the line then you’re dead today
Wat dit nummer zo geweldig maakt, is dat werkelijk elk detail volkomen over the top is. Net zoals Flav een karikatuur is van een excentrieke rapper, zijn z’n teksten dat ook. En z’n pakken, hoeden en brillen. Maar dus ook de samples in het nummer: het gelach van Vincent Price uit Michael Jacksons megahit Thriller zet de toon, maar tegelijk horen we ook Parliament, Lyn Collins, stand-up comedian Eddie Murphy en nog drie andere samples. Het clearen van deze track zou onbetaalbaar zijn geweest als het twee decennia later had moeten verschijnen. Onbetaalbaar is in elk geval de humor in de video. Van dik hout zaagt The Flav planken, met vermakelijk slecht acteerwerk, onder meer van een indertijd nog totaal onbekende Samuel L. Jackson.
Keuze Remco Smith: KRS-One – Sound Of The Police (1993)
Intelligentie
Vorig jaar bestond hiphop vijftig jaar en dat hebben wij van Ondergewaardeerde Liedjes gevierd. De hele maand augustus was gewijd aan hiphop in al zijn verscheidingsvormen. Van de samples tot hardcore hiphop tot de invloeden van hiphop in de huidige muziek. Een mooie en leerzame maand voor mij als muziekliefhebber.
Als een muziekstroming in het zonnetje wordt gezet, valt juist op dat bepaalde grootheden niet zijn genoemd. Dat is onvermijdelijk, maar deze battle geeft wel de mogelijkheid om een grootheid op een ereplaats te zetten. KRS-One, Knowledge Reigns Supreme Over Nearly Everyone. Iemand die zich zo noemt, die heeft nagedacht. Over de wereld, over de mensheid, over de positie van Afro-Amerikanen in een land waar de politie wel eens lijkt te vergeten dat ‘black lives matter’. Een rapper die niet de harde vuist gebruikt, maar met intelligente teksten de luisteraar aan het denken zet.
Een bijdrage waar ik dankzij de 15-jarige huisgenoot op ben gekomen overigens. Een huisgenoot die ik heb proberen te overvoeren met rock en indie en die, zoals dat hoort, zich daar steeds minder van aan lijkt te trekken. Hiphop is het voor hem. Eminem, pa. Ice-Cube. En KRS-One. Luister nou maar.
Keuze Walter van Pijkeren: dEUS – Suds & Soda (1994)
Noodweer
Op donderdag 18 augustus 2011 trok een korte maar zeer hevige hoosbui over een weiland in Vlaanderen. Alleen hadden zich op dat stuk grasland 60.000 mensen verzameld. Het festival Pukkelpop was net van start gegaan. De stortbui was zo heftig dat het publiek massaal ging schuilen in de grootste festivaltent. Onder druk van de grote hoeveelheid water begaf de festivaltent het. Er kwamen vijf bezoekers te overlijden en het festival werd afgelast.
Een dag later speelt dEUS op Lowlands. Natuurlijk droegen ze hun show op aan de ramp. Maar ze maakten het nog indrukwekkender. Van te voren had men bedacht dat deze show een best-off-show moest worden; waarbij het publiek mocht stemmen welke nummers ze wilden horen. Ze speelden de show gewoon zoals het publiek had bepaald. Máár ze pleegden één ingreep: Suds And Soda, die natuurlijk de afsluiter was van de setlist, werd naar voren gehaald en opende de set. Tom Barman kondigde het nummer aan en zei dat de violen stonden voor de sirenes van de hulpdiensten.
Het is een associatie die ik niet meer uit mijn hoofd krijg. En iedere keer als ik Suds & Sods nu nog hoor denk ik aan dat moment en bezorgd het me kippenvel.
Keuze Henkjan Olthuis: R.E.M. – Leave (1996)
Met loeiende sirene
Op 1 maart 1995 zakte R.E.M. drummer Bill Berry op het podium in Lausanne in elkaar, naar bleek als gevolg van een Aneurisma in z’n hersenen. Hij herstelde gelukkig en werkte verder met de band aan het nieuwe album “New Adventures in Hifi”, dat grotendeels tijdens deze tour is opgenomen. Dat was een idee dat ze van hun voorprogramma Radiohead hadden geleend. A propos Radiohead: volgens Thom Yorke is Hifi het beste R.E.M. album ooit. Na dit album besluit Bill om R.E.M. te verlaten en gaan ze (op zijn verzoek) verder als trio.
Ongetwijfeld het opvallendste nummer van dat album is de afsluiter van de 1e LP: Leave. Het is opgenomen tijdens de soundcheck van het concert in het Omni Coliseum in Atlanta, Georgia, USA. Het begint rustig met de door Bill Berry (!) gespeelde akoestische gitaar om dan na een minuut los te barsten met de beroemde/beruchte (niet iedereen vond het mooi) sirene die dragend en leidend blijft tijdens de rest van het nummer, soms contrasterend met de rest van de instrumenten en de zang, en soms samen opstuwend tot misschien wel het hoogtepunt van het album.
Keuze Joris van der Aart: Bloodhound Gang – Fire Water Burn (1997)
Laat maar fikken, die zooi!
Oh nee, het dak staat in de brand! Wat doe je dan? De brandweer bellen natuurlijk! Maar niet de Bloodhound Gang hoor. Nee, laat maar fikken die zooi. Who cares!? Dit was hoe we de band rond Jimmy Popp leerden kennen in 1997 en het was een succes. Het nummer stond elf weken in de Top 40 en kwam zelfs tot een vierde plaats als hoogste notering. Het was meteen hun grootste hit ooit.
In alles laat de Bloodhound Gang blijken dat ze zichzelf niet zo serieus nemen (kijk vooral ook de videoclips!) en misschien wordt hun werk daarom onder muziekcritici niet zo hoog gewaardeerd. Onterecht, zeg ik. Ten eerste gebruiken ze op een slimme manier samples van anderen om een catchy song te maken. Zo komt het refrein van Fire Water Burn rechtstreeks van hiphopgroep Rock Master Scott & the Dynamic Three:
The roof, the roof, the roof is on fire!
We don’t need no water—Let the motherfucker burn!
Burn, motherfucker, burn!
Daarnaast zitten de teksten vol met grappige verwijzingen, zoals: I’m not black like Barry White but I am white like Frank Black is. En voor de fijnproevers: Het nummer bevat ook nog een verwijzing naar Monkey’s Gone To Heaven van de Pixies.
Bovenal, het nummer blijft in je hoofd zitten. Alle ingrediënten voor een klassiekertje wat mij betreft dus, maar helaas. De Top 2000 heeft het nummer nooit gehaald, alleen de keuzelijst. En ook bij de Snobs lijkt het nummer ondertussen vergeten. Want waar het in de eerste editie in 2012 nog op 273 stond, verdween het sinds 2015 uit de lijst om nooit meer terug te keren. Hoog tijd om daar verandering in te brengen.
Keuze Kees-Jan van der Ziel: Explosions In The Sky – First Breath After Coma (2003)
Schilderij in je hoofd
Ik moet eerlijk toegeven dat ik al een tijdje zat te broeden op een blog over dit nummer. Ik kwam de naam van het nummer tegen in een lijstje met instrumentale muziek en mijn interesse werd meteen gewekt door de titel. Ik was benieuwd hoe een band zonder woorden zou kunnen beschrijven hoe het zou moeten zijn om te ontwaken uit een coma.
Met de nodige fantasie zijn er connectie te maken met het thema van deze week. Het noodnummer. Daarmee begint het verhaal wellicht. Iemand belt het noodnummer omdat hij of zij een bewusteloos persoon heeft aangetroffen. Wat er is gebeurd en hoe lang deze persoon in coma heeft gelegen mag je zelf invullen.
Dit is het startpunt van de reis. Een persoon ligt in coma en ontwaakt. Neem dit op in gedachten, start het nummer en sluit je ogen. Beeld je in dat jij de persoon bent die langzaam uit een coma ontwaakt.
Het eerste wat je hoort is de bevestiging dat je nog leeft. Een hartslag, een tinteling in je vinger of misschien zijn het geluiden van de apparatuur in het ziekenhuis. De eerste 2 minuten van het nummer richten zich vooral op je hartslag en het langzame besef dat je toch niet dood bent. Vanaf 2:24 wordt de muziek intenser en krijg je meer controle over je lichaamsfuncties. Bij 3:19 stijgt de intensiteit nog wat meer en heb je wellicht je eerste bewuste ademhaling.
Maar bij 4:27 wordt de muziek weer rustiger. In mijn schilderij beginnen de hersenen van de persoon langzaam tot leven te komen. De bewustwording. De vragen: ‘waar ben ik’ en ‘wie ben ik’ en ‘hoe ben ik hier terecht gekomen’. De gitaar die het verhaal vertelt, wordt een paar keer iets heftiger, maar neemt ook weer snel af. De plaatjes vallen nog niet allemaal op hun plek. Tot langzaam aan rond 8:25 de hardere gitaar op de achtergrond opkomt die de herinnering met zich meeneemt van wat er toe heeft geleid dat de persoon nu in het ziekenhuisbed ligt en ontwaakt uit een coma. De bewuste ontwaking wordt compleet in de laatste minuut van het nummer.
Iedereen haalt er wat anders uit. Iedereen zal de muziek anders interpreteren. Dat is het mooie van kunst. Dat is het mooie van dit nummer. Het is als een schilderij in je hoofd.
Explosions in the Sky is een band uit Texas. Hun muziek is filmisch, met een Indie rock randje. De band komt voor in lijstjes over math rock, (muziek dat wiskundig ingewikkeld in elkaar zit zeg maar). Het gaat er bij de band niet om dat ze willen laten horen hoe goed ze zijn, maar willen echt een sfeer of een gevoel overbrengen. Uit 2003 komt het album The Earth Is Not A Cold Dead Place.
Keuze Vincent van der Vlies: Interpol – Evil (2005)
Gruwelijk
Als er in ieder geval een moment is dat je de politie moet bellen, dan is het wel bij een seriemoordenaar. Of je schrijft er enkele jaren later natuurlijk een geweldig nummer over, zoals Interpol gedaan heeft. Het nummer lijkt in de verste verte niet zo’n zwaar thema te hebben. Het klinkt eerder vrij lieflijk, met een intro verzorgd door een meer dan aardige basloop en de woordelijke introductie van de hoofdpersoon Rosemary, die liefdevol toegezongen wordt door een derde persoon. Maar als je dieper gaat kijken blijkt het te gaan over Rosemary West en wordt ze fictief toegezongen door haar man Fred. Samen hebben ze in ieder geval negen jonge vrouwen vermoord in Engeland in de jaren 70 en 80. Ze werden opgepakt, tot levenslang veroordeeld, maar Fred wachtte dat niet af en pleegde vrij snel al zelfmoord.
Tussen de regels van de tekst door lees je dit gruwelijke verhaal. Als niet-native speaker duurde het even voordat ik deze gelaagdheid doorhad. Een gelaagdheid die ook verborgen is in de vorm van het nummer, omdat het een geweldige lekkere up-tempo compositie is met anthem-esque meezing lijnen. Een van mijn persoonlijke favorieten uit de jaren ’00.
Keuze Alex van der Meer: The Flaming Lips – Mr. Ambulance Driver (2006)
Over leven en dood
De sirene van de naderende ambulance is door het hele nummer te horen. Mr. Ambulance Driver gaat over iemand wiens geliefde in kritieke toestand verkeert na een ongeluk. Hij is bij haar, terwijl het leven haar aan het verlaten is. Om ergens aan vast te grijpen – en omdat hij zich schuldig voelt dat hij het ongeluk wél heeft overleefd – praat hij in zijn gedachten met de ambulancechauffeur, degene waar nu zoveel van afhangt.
Mr. Ambulance Driver
I’m right here beside her
And though I live, somehow I’ve found
Mr. Ambulance Driver
I’m not a real survivor
Wishing that I was the one that wasn’t gonna be here anymore
The one that isn’t here anymore
The one that isn’t here anymore
Met een paar simpele zinnen weet Wayne Coyne, zanger van The Flaming Lips, een indringend beeld te schetsen van hoop, leven en dood. Mr. Ambulance Driver is afkomstig van het – enigszins ondergewaardeerde – album At War With The Mystics uit 2006. En ondanks dat het voor deze band een relatief klein nummer is is het dus juist heel erg ingrijpend. Mr. Ambulance Driver is een van de meest ontroerende tracks van The Flaming Lips. Als dit je niet raakt, dan ben je van steen.
Keuze Johan Hol: Ólafur Arnalds – Main Theme (2015)
Sprakeloos onheilspellend
En of er iets aan de hand is: het ontzielde lichaam van een 11-jarige jongen gevonden op het strand. De meeste hulpdiensten rukken voor minder uit en de omstandigheden zijn alarmerend.
Was het een ongeluk? Een moord? De perfecte ingrediënten voor een detectiveserie.
Die serie is Broadchurch en wordt muzikaal gedragen door de IJslandse componist Ólafur Arnalds.
Het eerste seizoen heeft acht afleveringen met de nodige plotwendingen. Het nummer Main Theme is de stabiele factor in het geheel en bepaalt de sfeer van de serie.
Vanaf de eerste seconde voel je dat er iets niet goed is en gaandeweg het nummer wordt duidelijk dat het ook niet meer goed zal komen. Het kwaad is al geschied; alle hulp komt te laat en het noodnummer bellen heeft eigenlijk geen zin meer.
Arnalds schreef de volledige soundtrack voor de serie en werd hiervoor bekroond met een BAFTA award. De serie was in het verleden te zien op Netflix. Wie op deze Wereld 112-dag van de nood een muzikale deugd wil maken, kan de serie op Disney+ bekijken. Zeker het eerste seizoen is meer dan de moeite waard en laat zien hoe beeld en geluid elkaar in elke emotie kunnen versterken.
Keuze Joop Broekman: Psychonaut 4 – Too Late To Call An Ambulance (2016)
Laat maar
In de afgelopen decennia leek het wel mode om na elke nieuwe rock- of metalvariant een emo-versie te bedenken. De afsluitende uren van de woensdagavond op muziekkanaal Xite zitten er tegenwoordig vol mee. Aardig wat clips van schreeuwende paniekerige puistenkoppen met ongewassen haar die zich een existentiële crisis hebben laten aanpraten via een aandachtsgeile Youtuber. Zelfs in een subgenre zoals deathcore is een zogenaamd emotionele oerschreeuw tussen de bleghs en piggy squeals haast normaal. Bah.
Psychonaut 4 uit Tbilisi, Georgië doet daar gelukkig niet aan. Integendeel. Om de doodeenvoudige reden dat hun werk niet voor al te tere zieltjes geschikt is. Denk aan donkere deprirock met een distorted metalgitaar. Voor bijpassende unieke hysterische vocalen zorgt Graf von Baphomet. En verwacht ook geen al te vrolijke teksten. Zelf zegt de band dat ze post-suicide black metal maken. Mijn brein heeft hier alleen nog geen hokje voor.
Maar zocht je een fijne next level in depressieve (alternatieve) muziek? Hierzo.
Keuze Michiel Borst: LCD Soundsystem – Call The Police (2017)
Help! De wereld vergaat!
Wie bel je als er een dystopische dreiging is? Als je vindt dat er urgente aandacht moet zijn voor maatschappelijke onrust, politieke ontgoocheling en de zoektocht naar hoop in onzekere tijden? Als je de wanhoop in je hebt en een behoefte aan hulp of interventie in momenten van crisis? Dan bel je de politie…
Dat is althans wat James Murphy en zijn kornuiten van LCD Soundsystem zouden doen. Hun nummer Call The Police uit 2017 is de letterlijke verwijzing naar het noodnummer. Of dat gaat helpen is nog maar de vraag natuurlijk. Het is een figuurlijke oproep naar hulp, gevangen in een dwangmatig voortschrijdend protestlied met sociaal bewuste teksten en thema’s.
Het typische aan het nummer is dat een echte melodie ontbreekt. Het intro zet de toon qua tekst, niet qua ritme en melodie. De dwangmatigheid volgt pas na één minuut en bouwt steeds een beetje verder op gedurende de volgende zes minuten. Toch ontspoort het nummer niet. Het pakt je bij de keel met een muzikale noodoproep, ondersteunt met een overduidelijk politiek statement.
Het houdt de luisteraar in de greep en blijft spannend gedurende de hele duur. Een heerlijke ode aan alle onrust en trammelant in de wereld. Als er oorlog uitbreekt bel ik de politie van James Murphy.
Keuze Mercedes Bouter: The Delines- Surfers In Twilight (2022)
Vertellers en vertegenwoordigers van Retro Country Soul
“Surfers in Twilight” voert de luisteraar mee naar de arrestatie van een man in een zuidelijk staatje in de VS. Amy Boone bezingt het tafereel vanuit het perspectief van zijn vrouw. Wat voor misdrijf hij heeft begaan en wie hij eigenlijk is, weet zijn vrouw ook niet. The Delines schetsen een sfeer van mystiek en onverschilligheid. Luister op een avond niet alleen naar dit nummer, maar naar het album in z’n volledigheid: The Delines maken van “The Sea Drift” een filmische beleving. Niet verwonderlijk: de lyricist is Willy Vlautin, romanschrijver en scenarist.
Keuze Jasmijn Godding: Frost Children – Flatline (2023)
Hyperpop, Mario Kart & Rave Cultuur
Hyperpop; collegabloggers Erwin Tijms en Alex van der Meer schreven als eens over dit recent opgekomen genre, maar verder is het er nog verdacht stil over op ons platform. Des te meer reden om Flatline van Frost Children eens in het zonnetje te zetten. Waar hyperpop, Mariokart en rave cultuur elkaar ontmoeten; bel gerust vast een ambulance!
Ik moet opbiechten dat hyperpop me niet altijd evenzeer kan bekoren. Sterker nog, toen een vriend het genre introduceerde via stupid horse van 100 Gecs verklaarde ik hem voor gek. Maar mijn god, sinds ik Frost Children heb leren kennen ben ik daar serieus op teruggekomen, want wat knallen de New Yorkse siblings (stom eigenlijk, dat er in het Nederlands geen genderneutrale term voor broer/zus is) lekker door je luidsprekers! Flatline is een liefdesliedje op en top, over hoe de liefde blind maakt en de hersenen doet flatlinen. Een vernieuwend thema? Uhm, niet bepaald, maar dat hoeft ook niet. Het gaat allemaal om de presentatie en die is absoluut vernieuwend! Lieflijk gezongen vocalen – met heftige autotune – worden afgewisseld met postpunky spoken-word, over een keihard stoempende synthesizer die in een nachtclub niet zou misstaan. Wat dit nummer verder ábsoluut onderscheid van alle andere hyperpop die ik dusver gehoord heb is de opbouw van het tweede couplet – inclusief sirenes – naar een bizarre drop, waar de Frost Children uitbarsten in geschreeuw:
Cut the shit, are you fucking with me?
Step away, I can feel your disease
Stil blijven staan is geen optie. Oja en als slagroom op de taart een sample van het geluidje dat Yoshi maakt als hij in Mario Kart de ground pound (tien punten als je die referentie er zelf uithaalt). In conclusie, als je van de hyperpop, de club cultuur of de videospelletjes bent, of als je gewoon weer eens wat vernieuwends wilt horen, geef Flatline een luisterbeurt!