Vandaag is het alweer de elfde van de elfde en dat betekent carnaval in bepaalde streken van ons land. Dit van oorsprong rooms-katholieke feest, wat vooraf gaat aan de 40 dagen vastentijd. Het is bij uitstek een feest van spot, zotheid en uitbundigheid. Die zotheid merken we, qua muziek dan weer terug in de carnavalskrakers, die vaak Nederlandstalig gezongen zijn.

Deze battle is een lofzang aan het Nederlandstalige lied in al zijn algemeenheid.

Keuze Remco Smith: Rowwen Hèze – Twieje Wurd (1991)

Melancholie

Ach Rowwen Heze! Bestel Mar! Henk is een lollige vent! Hoempapa! Een fijne feestband. Ik heb ooit in een feesttent in Einighausen gestaan. Als Tukker tussen de Limburgers. Hossend op de muziek van Rowwen Hèze. Ik heb niet vaak zoveel bier door de lucht zien vliegen. Wat een avond, wat een feest. Het zal wel door de jaren komen, maar het feestdeel interesseerde me door de jaren heen steeds minder.

Die enkele keer dat ik prachtplaat Boem aanzet, moet ik echt wel weer gniffelen om het geestige Kroenenberg (want mier boetelands haj ik ni mier vurhande, dus nog mar ens terwijl ik nog wat spaanser keek). De energie die Bestel Mar meebrengt is aanstekelijk. Veel mooier is de melancholie die Rowwen Hèze in haar muziek weet te vangen. De manier waarop de muziek ook past bij die prachtige teksten. Voor een niet-Limburger is het niet echt verstaanbaar maar het is wel goed te lezen. Het is van een grote pracht hoe Rowwen Hèze met een paar zinnen een wereld weer te scheppen. Van Boem is Twieje Wurd één van de favorieten. Het precieze van de arrangementen met de tekst die op een of andere manier troost biedt. Prachtig!

Vur iederien din os is veurgegoan
vur iederien din alles het gegeave
enne gojje mins blieft altied leave

Keuze Guido de Greef: Rowwen Hèze – De Peel In Brand (1991)

Uitzicht

De eerste tien jaar van m’n leven heb ik aan de rand van Eindhoven gewoond. Letterlijk. Als ik maar ver genoeg uit m’n slaapkamerraam hing, kon ik wegkijken over de velden richting Nuenen. Je zag regelmatig de mist boven het land hangen. Op die velden stonden elektriciteitsmasten. Die moest je moest niet aanraken, want dan was je meteen dood, zo was ik vast overtuigd.

De Peel lag verder weg, half uurtje doorrijden voorbij Nuenen. Een drassig gebied op de grens van Noord-Brabant en Limburg, met grote plassen waar je ver over weg kon kijken. Tussen Brabanders en Limburgers heerst een goedgemutste rivaliteit, maar de Peel verbindt. Het was m’n favoriete uitje als ik me op zondagmiddag stierlijk verveelde. Niet zozeer vanwege de natuur, maar omdat het wandelpad over knuppelbruggetjes liep. Die dingen waren tientallen meters lang en spraken zo tot de verbeelding dat ze figureerden in de verhaaltjes die ik schreef.

Ge rookt d’n asfalt en de zwaai als ‘t pas geregend haai

Jack Poels is opgegroeid aan de andere kant van de Peel. Hij kon écht over de Peel wegkijken en ook al snap ik niet alles van het dialect waar hij in zingt, veel herken ik wel degelijk. De geur die hij beschrijft, terwijl je slaapkamerraam in de zomer openstaat, het wegdromen als je in het gras ligt en naar de wolken staart, en dat je in die wolken gezichten herkent, de vuurrode luchten waardoor de Peel in brand lijkt te staan. Alleen maar groter willen worden, want als je groot bent, snap je wel iets van de wereld. Maar dat daarbij magie verloren gaat, snap je niet.

Een jaar of vijftien geleden was ik weer eens in de Peel. Het natuurgebied maakte een troosteloze indruk op me. Veel plassen stonden droog, een gevolg van de intensieve landbouw en veeteelt in het gebied. De karakteristieke knuppelbruggetjes waren er nog wel, maar liepen door een dor veld. De meest recente ontwikkelingen zijn positiever. De laatste jaren staat er weer water in de het natuurgebied. De Peel staat weer geregeld in brand.

De velden aan de rand van het Eindhoven zijn volgebouwd. Ik weet niet wie er tegenwoordig uit het raam van m’n vroegere slaapkamer wegkijkt richting Nuenen, maar weet wel dat er ‘s ochtends geen mist boven de nieuwbouw zal hangen.

Ik begrijp nog steeds niks van de wereld, maar gelukkig ga je niet meer dood als je een elektriciteitsmast aanraakt. Niet alle vooruitgang is slecht.

Keuze Carlo Deuten: Rowwen Hèze – De Peel In Brand (1991)

Hier kom ik weg

Het Nederlandse taallandschap kent een grote verscheidenheid aan dialecten. Mijn moedertaal is ‘t Drèents. Dat is mij met de Brinta paplepel ingegoten. Een mengelmoes van het ’t Drèents van mijn moeder en de variant van mijn vader. Mijn muzikale keuze is niet alleen een ode aan de streektaal(muziek). Het is ook een eerbetoon aan mijn geboortegrond. Alleen de vraag is wordt het een nummer in ’t Drèents of toch iets aans? Hint! Niks is zoas’t lek!

Onderstaand verhaal heb ik in 2015 in ’t Drèents geschreven voor de Taolkrant, een uitgave van ’t Drèentse Huus van de Taol. Voor deze battle heb ik het in het Nederlands vertaald.

Hier kom ik weg, veur mien hiele leben
Ben ‘k met dizze horizon verweben
Hier kom ik weg, hier stiet ons huus
En bliekbar kom ik daor altied weer terecht

De mooiste streektaaltekst? Ik zou wel een boek kunnen vullen. Eén stap in mijn muziekkamer is al voldoende om weer te gaan twijfelen. Ik moet toch een keus maken. PC aan, licht uit, spot aan en op de achtergrond een ontspannend muziekje.

Wat maakt een nummer tot een persoonlijke favoriet? Is het de tekst? De muziek? De sfeer? Of juist de ziel, zaligheid en emotie die een artiest in het nummer legt? Als het om streektaalmuziek gaat speelt er nog iets anders mee. Het gaat verder dan de tekst en de muziek. Het heeft te maken met mijn Drentse roots. De taal, herinneringen, cultuur, familie, natuur etc. etc. Een persoonlijk gevoel dat eigenlijk niet te omschrijven is. Daniël Lohues is iemand die dit gevoel versterkt en mij elke keer weer weet te raken. Onderweg van Groningen (huus) naar Zuid Oost Drenthe (thuus), in mijn muziekkamer of tijdens een voorstelling in de Groninger Stadsschouwburg.

Groots door juist klein te blijven en te relativeren. Het uitvergroten van de kleine dingen in het leven. Juist de kleine alledaagse dingen die we misschien wel te vaak als iets vanzelfsprekends beschouwen. Daarnaast de grote dingen tot kleine proporties terugbrengen. Oor en oog voor detail. Een woordspeling, een tekst die je zowel letterlijk als figuurlijk kunt interpreteren of juist een muzikale kwinkslag die de tekst versterkt.

Al typend werp ik nog één keer een blik op mijn muziekcollectie. Mijn oog valt op een rijtje cd’s van een band uit het ‘verre zuiden’. Voor ik er erg in heb is het achtergrondmuziekje ingeruild voor De Peel In Brand van Rowwen Hèze. Een nummer over de Limburgse Peel. De tekst, geschreven door Jack Poels, is van begin tot eind ook van toepassing op mijn geboortegrond. De Dalense Peel oftewel Dalerpeel. Een veenkolonie in Zuid-Oost Drenthe. Als ik bij mijn moeder op bezoek ben loop ik het liefst voor zonsondergang nog even naar buiten. Vooral in deze periode. De herfst!. Het uitzicht op het bos, de mist op het land en de zonsondergang. Het plaatje is compleet. ’s Avonds staat De Peel In Brand. Gelukkig veranderen sommige dingen nooit.  Nog efkes dit verhaal afronden en dan nar bed.

En s oaves laat de hoar nog naat
Nog efkes en nar bed
De raam wiet oap genne sloap
En d’n hemel waas veurroej
Mist hing op ‘t land
‘s Oaves laat da stong de Peel in brand

Keuze Alex van der Meer: The Scene – Samen (1992)

Niet alleen

In 1992 was het beste Nederlandstalige album afkomstig van The Scene: het album Open. De titels van de nummers waren als volgt: Maan, Samen, Kans, Sta, Liefde, Steenworp, Open, Zuster, Soldaat, en uiteindelijk Thuis. Woord voor woord, stuk voor stuk klassiekers.

Samen staat dus niet alleen als het gaat om fantastische nummers van het album. In de loop der jaren is dit nummer echter als overtreffende trap steeds meer mijn persoonlijke favoriet geworden. De energie van het nummer en de dwingende herhaling van tekst en geluid plaatsen je elke keer weer in een positieve spiraal. Dit is waar muziek om moet gaan.

Begin 1993 zag ik The Scene op Noorderslag. Ze kregen de Popprijs. Het concert na de uitreiking was vanaf de eerste seconde een triomf. Kippenvel van top tot teen. We waren daar in die zaal allemaal echt samen. The Scene was even het epicentrum van de wereld, en was van iedereen.

Keuze Kees-Jan van der Ziel: Jazzpolitie – Ze Zijn Terug (1994)

Aangrijpende tekst

Eigenlijk was ik al lang weer vergeten dat ik ooit een idee heb geopperd voor een Nederlandstalige battle. In de zoektocht naar een ondergewaardeerd pareltje in onze moerstaal probeerde ik vooral dat nummer te vinden dat een speciaal gevoel naar boven wist te brengen bij mij. Dat heb je dan soms met bepaalde nummers. Het hoeft dan niet zo te zijn dat dat dan het beste liedje is wat ooit gemaakt is, maar het past gewoon precies in de situatie op dat moment. Als ik wel eens terug fiets van mijn werk met mijn hoofdtelefoon op en mijn favorieten speellijst op shuffle, en het is al donker, dan kan ik me helemaal mee laten voeren door een nummer en moet ik soms zelfs een traantje wegpikken. Hoor ik datzelfde nummer drie dagen later, dan doet het me niks.

De situatie is begin jaren ’90, en ik zit dan op de middelbare school. Het is dan bijna 50 jaar geleden dat de 2de wereldoorlog tot een einde kwam. Maar toch groeit er in het politieke landschap een voorkeur voor rechts. Hans Janmaat en zijn centrum democraten hebben op dat moment hun hoogtijdagen wel gehad, maar er zijn ook mensen die veel verder gaan. Neonazisten. Mensen met hakenkruizen getatoeëerd, en verder willen gaan daar waar Hitler gestopt werd. Ze zijn terug, en niet terug gefloten. De jazzpolitie maakt er een liedje over, en staat er mee op verschillende bevrijdingsfestivals in 1994. Dat zou hun hoogtepunt zijn.

Peter Groot Kormelink en Herman Grimme zijn de jazzpolitie, ontstaan uit de band Splitsing, die een heerlijke feelgood zomerhit scoorden met Wind En Zeilen in 1985. Muzikaal gezien is Ze Zijn Terug allemaal wel iets minder. Ze Zijn Terug is wat meer jaren ’90 met een hippe jaren ’90 beat en iets minder synthesizers . Het heeft een pakkend gitaarriffje in het refrein, een stukje van een Hitler toespraak en een gitaarsolo om het af te sluiten.

Het is de tekst die me toen aangreep, en die nog steeds actueel is als je kijkt naar de aanval op azc’s en moskeeën. Het beschrijft hoe een overlevende van de holocaust opnieuw wordt geconfronteerd met nachtmerries over wat ze toen heeft moeten doorstaan. Door het neonazisme komt het allemaal weer terug.

En dan schrikt ze wakker van de schop in haar gezicht
van vaders koude handen in het hok waarin ze ligt
Nog heel vaak schrikt ze wakker en wordt uitgemaakt voor zwijn
Soms worden dromen waar, te waar om mooi te zijn

De tekst doet beseffen hoe erg het geweest moet zijn om overgeleverd te zijn aan het Nazi regime. En daarnaast moeten we ook concluderen dat vergelijkbare situaties nog steeds overal voorkomen. Het knappe aan het liedje vind ik, dat ondanks het zware onderwerp, het toch een luchtig karakter heeft.

Het stemgeluid van Peter Groot Kormelink is een opmerkelijk warm geluid, een beetje jazzy zou je inderdaad wel kunnen zeggen. En ondanks dat hij in die ene grote hit beweert niet goed te zijn in het schrijven van liefdesliedjes, bewijst hij het tegendeel met liedjes als De Witte Heuvel. Prachtige poëzie is het. Maar de opbrengsten van hun albums vallen tegen, en een tournee met een aantal andere bands komt te vervallen door een faillissement van de producer.

Inspelen op het gevoel is soms gewoon niet goed genoeg om een kneiter van een hit te maken. In het kader van 75 jaar bevrijding zou ik hopen dat de heren komen met een vernieuwde uitgave, wat muzikaal iets beter geproduceerd is. Want het nummer verdient het om heel hoog gewaardeerd te worden.

Keuze Erwin Herkelman: Extince – Kaal Of Kammen (1997)

De eerste nederhopfittie

Iedereen die in e jaren ’90 muzikaal is gevormd, weet het zich vast nog wel te herinneren: Spraakwater van  Extince (echte naam Peter Kops) kwam de Top 40 binnen. Voor het eerst in de geschiedenis van de nationale hitlijst stond er Nederhop in. Een noviteit. Lang was het genre namelijk het lachertje geweest van de Nederlandse popscene. Hollanders die hun collega’s aan de andere kant van de Atlantische Oceaan imiteerden: dat was een beetje treurig. Kom op zeg!

Dat was ook de eerste reactie van Extince zelf toen hij door Osdorp Posse frontman Def-P werd benaderd om een strofe op te nemen voor het nummer Turbotaal. Extince had enig succes geboekt in het Engels en had als droom om door te breken in de Verenigde Staten.  Desondanks werkte hij toch mee aan het verzoek. Hij schaamde zich dood toen het nummer officieel uitkwam, maar tot zijn eigen verrassing bleken de reacties toch vooral positief. Hij besloot daarom definitief de witch te maken naar het Nederlands en racht Spraakwater uit. Het nummer kwam tot de 8ste plaats. Voor Extince was die Top 40-hit natuurlijk geen verrassing. Hij was naar eigen zeggen de ‘top van de Nederhop’. Dus als íemand die primeur verdiende, was hij het wel. En dát was tegen het zere been van Def-P, die vond dat Extince zich onterecht opwierp als de pionier van de Nederhop en dat hij met zijn gladde raps het genre commercieel trachtte uit te buiten. In niet mis te verstane woorden liet hij dit blijken met het uitbrengen van het nummer Braakwater.

Hallo, zet die kutradio uit, weer die Peter in de ether, die commerciële meeëter klinkt voor geen meter meer en ik zweer voor mijn eigen eer, dat ik me verre van die commerciele shit afkeer. Want de Vanilla Ice van Nederland is opgestaan

Vanilla Ice! Een ergere belediging was er haast niet voor een rapper. De eerste vete in Nederhopland was prompt geboren, want Extince liet zich niet zomaar dissen en sloeg terug met Kaal Of Kammen.

(…) ee wat hoor ik nou geen pionier ? 
Ik spring van daar naar hier want ik kan alles, 
en niemand hoeft iemand uit te komen leggen wie er aan de bal is. 
Ik speel dit spel al jaren lang en blijf de regels trouw. 
Daar laat ik geen verandering in brengen zeker niet door jou. 
Ik ken de goot, maar nu verdien ik brood dus schrijf gerust je rijms maar ik verbeter ze met rood. 

Gelukkig bleef het hierbij en zou het nooit zover komen als bij hiphopcollega’s 2Pac en Notorious B.I.G., de twee Amerikaanse rappers die een vete hadden die pas ten einde kwam toen beide rappers waren vermoord.

Keuze Marco Groen: Osdorp Posse – Biobakmuziek (1997)

Outletgeluid

Voor elke zichzelf respecterende muzieksnob die wel eens naar een radiozender op de ether luistert, is het meer dan duidelijk: de geluiden die ze op de ‘populaire’ zenders als ‘muziek’ plegen te kwalificeren is veelal om te huilen. De zogenaamde Top 40 is een bal der nietskunners. Producties in plaats van muziek, gericht op bronstige jongeren en figuren die een hele avond SBS6-achtige pulp moeiteloos kunnen doorstaan. Nu zou je misschien geneigd zijn om te denken dat dit iets van de laatste tijd is, maar dat is helaas niet waar. Dit soort geneuzel is van alle tijden, getuige bijvoorbeeld Biobakmuziek van Osdorp Posse. Een nummer waarin de Amsterdamse heren enigszins hun afkeer laten doorschemeren van het leger der talentlozen die goedkoop scoren met een hit die hun producer nog geeneens geschreven heeft. Een meer dan duidelijke sneer naar eendimensionale muziek in het algemeen, maar naar goedkope covers in het bijzonder.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan Uptown Girl van Billy Joel: an sich een leuk nummer, maar geplastificeerd door de narcistjes van Westlife. Of aan One Way Or Another, ooit geil gebracht door (oké, gemaakt) punkicoon Blondie, maar zonder enige zichtbare gêne opnieuw uitgebracht door One Direction, die er een ‘lief liedje’ van durfden te maken. Er zijn landen waar je dan voor het vuurpeloton kan belanden. Def P, de opperrapper van de Posse steekt zijn mening daarover niet onder stoelen of banken:

Gedver, godver, kan het roffer en toffer
want ik wordt godverdomme schijtziek van dat gecover
steeds als ik m’n TV aanzet
dan zie ik zo’n opgedofte tweedehands slet
die een hit van wat jaren terug verneukt
met zo’n vlakke housebeat die er maar doorheen beukt.

En daar heeft hij natuurlijk volkomen gelijk in. De kant-en-klare muziekpakketjes vliegen ons alweer decennia om de oren en veel consumenten zijn dat blijkbaar normaal kan vinden. Van die mensen die een muzikale verkrachtingspartij kunnen aanhoren zonder moordneigingen te krijgen. Osdorp Posse heeft daar een verklaring voor: die varkens zijn niets beters gewend‘ En dat is meteen ook een frustrerend punt: er is zoveel beters om te luisteren. Zoveel leuke bands die gewoon uit eigen moeras komen, maar om onverklaarbare redenen nooit fatsoenlijke ‘airtime’ zullen krijgen bij de meeste reguliere radiostations. Wat zeg nu zelf: heb jij -als muziekliefhebber- ooit Canshaker Pi, God Dethroned of Pip Blom op een niet-alternatief radiostation gehoord? Het gebeurt niet tot nauwelijks. ‘We’ behoren niet tot ‘de doelgroep’. Iets dat toch behoorlijk teleurstellend moet zijn voor artiesten die wél zelf hun nummers schrijven, wél originaliteit betrachten en wél zelf een instrument kunnen bespelen. Of, zoals Def P het zegt:

Er zijn te veel covers door m’n strot gepropt
en de echte artiesten zijn te veel gefokt
dus stop de verloedering en de verveling
en eis een eerlijke airplay verdeling.

Daar is wederom geen speld tussen te krijgen. Maar de kans om een teletijdmachine uit te vinden is waarschijnlijk een stuk groter dan een inwilliging van het verzoek van deze gefokte artiest.

Keuze Joop Broekman: Gotcha, Def P & Moordgasten – (Je Moet Je) Bek Houwe (2003)

Je moment(en) kiezen

Het duurde even voordat ik goed verstond wat hier geroepen werd. Legologie. Ja, klinkt in eerste instantie een beetje maf, toch? Maar ook in de Nederlandse taal kun je je uitstekend verdiepen. En dan is zo’n tekst als deze  nog steeds actueel.

Gotcha! kende ik nog wel. Hun eerste twee albums blijven pareltjes in de Nederlandse pophistorie. Live vond ik ze te gek, en heb ze een paar keer gezien in de originele bezetting, voordat Ro Krom de benen nam. Osdorp Posse, live nóg veel beter dan op hun albums. Moordgasten kende ik niet. maar het was ook in een tijd dat mijn interesse voor hiphop aan het afnemen was. En nog maar sporadisch terug zou komen. Def P zei het mooi. Hiphop was vroeger een soort zwarte punk, waarin de artiesten zich afzetten tegen de maatschappij. Mensen voelden zich gehoord door hiphop. Het was een unieke tegenbeweging, waarin je opviel of respect kreeg door door origineel te zijn. En nu? Krijg je respect door veel geld te verdienen. Volg de massa, doe net zo hip en zeg vooral weinig.

Afijn. Je moet weten wanneer je iets wilt zeggen. En wanneer je beter even je mond kunt houden. Het wordt je op drie manieren duidelijk gemaakt. En ik weet zeker dat de tekst van toen ook nu nog actueel is.

Je kunt op verschillende manieren je mening uiten,
je wordt politicus, rapper of brengt het anders naar buiten
je bent trots op je mening en doet vele uitspraken.
maar op internet is het de laatste tijd raak en
anoniem ge-forum, andere mensen afzeiken.
Maar laten daarmee alleen hun domheid blijken

Keuze Der Webmeister: The Kik – Springlevend (2012)

Vetcool

Zelf ben ik wel een diehard fan van Dave von Raven, alweer enige jaren zanger en boegbeeld van The Kik, en drie jaar geleden nog in hoogst eigen persoon te gast op uw favoriete muziekblog. De altijd stijlvol geklede Dave is het beste wat Rotterdam ons te bieden heeft, na Feyenoord natuurlijk. De man deed vóór The Kik al hele fijne dingen met The Madd, zoals de instant klassieker Ongeneeslijk beat, een album vol lekker vlotte Beatle-achtige vintage-muziek.

The Madd stopte echter in 2010 en Dave ging verder met The Kik. Beetje dezelfde vintage vroege-sixties sound maar dan Nederlandstalig. Gewaagd! Want Nederlandstalig, dat gaat meestal niet goed, het klinkt al snel heel lullig, of nog erger: cabaret-achtig. Het eerste singletje waarmee The Kik in 2012 van zich liet horen, Simone, viel me ronduit tegen. Oké, wel ambachtelijk gedaan, maar dit was wel iets tè retro. Brave jaren ’50 huisvrouwen muzak, arbeidsvitaminemeuk. Tamelijk inhoudsloze tekst ook. Lullig, dus.

Echter, de opvolger die u hieronder tot u mag nemen, is helemaal het andere uiterste. Licht psychedelisch, lekker vette drums in Keith Moon-stijl, existentialistische tekst, vetcool filmpje. Geen kopie meer van de vroege Beatles, maar een meer subtiele, volwassen versie ervan ten tijden van Revolver of Rubber Soul. Kortom: zeer overtuigend en zeer pruimbaar.

Keuze Alex van der Heiden: Hannelore Bedert – Ademruimte (2017)

Voor Stijn

Hannelore Bedert zou afgelopen voorjaar naar Paradiso komen. Ik had kaarten om met een aantal familieleden naar haar concert te gaan. Het ging niet door vanwege persoonlijke omstandigheden. Op haar site zag ik al snel wat er aan de hand was; haar man Stijn was plotseling uit het leven gerukt door hartfalen. Dit was de afspraak niet berichtte Hannelore zelf die uiteraard in verdriet gehuld is met haar gezin en naasten. Over dit lied Afspaak is eerder geblogd op deze site.

Het was dezelfde Stijn die 2 jaar terug aan mijn keukentafel zat vanwege het ’33 project’ als cadeautje aan de 33-jarige Hannelore. Op dat moment was de lust om te zingen bij Bedert wat minder. Stijn had met een vriend bedacht om bij 33 liefhebbers van haar muziek een mooi verhaal of anekdote op te halen over een liedje. Mijn keuze was Niemand en samen met alle andere mooie verhalen werd dit opgetekend en uitgebracht in een speciale EP uitgave met boekje. Hannelore betrad met het uitbrengen van deze EP 33/Vanaf Nu Doe Ik Alles Wat Ik Wil ook weer het podium. Resultaat van Stijns actie was een prachtige return van Hannelore met een zestal wonderschone liedjes.

Wie de muziek en teksten van Hannelore Bedert kent, weet dat ze dagelijkse dingen en emoties heel puur en direct kan benoemen, soms met humor, soms met heel veel emotie in teksten die je raken. Dat laatste geldt zeker voor het zestal liedjes van deze laatste EP. Het lied Ademruimte is op dit moment vooral gegund aan Hannelore zelf, die door de situatie met Stijn een soort time-out heeft:

Laat mij los
Laat mij buiten
Ik heb nood aan lucht
Nood aan ademruimte

In Nederland is Hannelore Bedert veel te onbekend en zou over ieder lied van haar geblogd kunnen worden op deze site.

Het is onduidelijk of ze de muzikale draad weer oppakt. Mocht dat niet zo zijn, dan hebben we drie juwelen van albums, plus een pareltje met de laatste EP om van te genieten. Ze heeft vorig jaar de roman Lam geschreven en deze is onder andere bekroond met de publieksprijs bij de ‘Bronzen Uil’. Hoe het verloop van haar carrière verder verloopt dat wachten we gewoon rustig af. In de tussentijd gun ik haar heel veel Ademruimte.

Deze blog is wat mij betreft voor Stijn. Het is echt niet zo dat ik de man goed gekend heb, maar de ontmoeting aan de keukentafel was goed genoeg om te zien dat Stijn een aimabele man was. Dat je stad en land afreist om een ’33-project’ cadeau te doen aan je geliefde zegt genoeg.

Keuze Tricky Dicky: Rick de Leeuw – We Vieren (2018)

Klunen

In 2003 las ik Komt Een Vrouw Bij De Dokter van Kluun. Een emotioneel verhaal dat dubbel zwaar binnen kwam, omdat ik toen in de persoonlijke sfeer de gevolgen van agressieve borstkanker zag. Ik heb het niet droog kunnen houden tijdens het lezen. In het boek komen de Tröckener Kecks regelmatig voorbij, en mede daardoor hebben ze een apart plekje in mijn gevoel gekregen en een soort herwaardering van het geweldige repertoire. Nog steeds wanneer ik een Kecks-album draai vind ik het beter worden. Hun laatste (studio) wapenfeit >TK is een neder-klassieker die iedereen in de kast moet hebben.

Op 30 december 2001 stoppen ze met een laatste concert in Leiden. Zanger Rick de Leeuw gaat alleen verder als schrijver, zanger en geeft voorstellingen in de theaters. Pas in 2008 komt zijn eerste soloalbum (Waar) uit, gevolgd door Beter Als (2013) en De Parels En De Zwijnen (2014) dat louter covers bevat. Vervolgens duikt hij het theater weer in, verhuist naar België en schrijft nog vier boeken. Vorig jaar stuurde hij mij als pre-release de eerste single Kom Dan Naar Mij en ik heb het toen in het Snobuur gedraaid. Een stevige track  dat helaas veel te weinig op de radio te horen was.

Eind november vorig jaar kwam een tweede single: We Vieren. Net zo goed, maar je raadt het al….. Begin 2019 kwam eindelijk het langverwachte nieuwe album uit en is Zonder Omweg een meesterwerkje. Vrijwel alle genres komen voorbij, maar geheel trouw aan de verkoopcijfers van de Kecks en zijn vorige albums vindt het album slechts een beperkte aftrek bij het Nederlandstalige luisterpubliek. Zonde. Doodzonde.

In eerste instantie heb liggen wikken en wegen welke van de twee singles ik voor deze battle zou kiezen. Kom Dan Naar Mij staat in de Snob 2000 op een magere 1743ste plek, terwijl Wij Vieren op 1014 bivakkeert, maar uiteindelijk bepaalde het lot voor mij. Twee dagen geleden (en eigenlijk heel onverwacht) moesten we een van onze honden laten inslapen. Op dat moment besef je weer eens dat de tijd voorbij raast. Dat er een dag gaat komen dat je ineens alleen zal zijn. En zal constateren dat je (dagelijkse) dingen te vanzelfsprekend hebt genomen en vergeten bent meer te genieten van de momenten. We moeten dus vieren. Elke dag, want voor we het beseffen is het voorbij en rest alleen verdriet en spijt.

Keuze Marcel Klein: Maaike Ouboter – Vanaf Nu (2018)

Melancholie

Als muziekliefhebber is de Nederlandstalige muziek altijd een beetje aan mij voorbijgegaan. In mijn jeugd nog wel een beetje met Doe Maar, Het Goede Doel en Frank Boeijen, maar dat was het dan wel zo’n beetje. Later leerde ik wel wat meer Nederlandstalig kennen, maar slechts af en toe weet een nummer mij echt nog te raken.

Dat af en toe had ik in 2018. Maaike Ouboter had natuurlijk al een naam opgebouwd via De Beste Singer/Songwriter en Dat Ik Je Mis kreeg aandacht van een groot publiek. Dat was ook het geval bij haar eerste album uit 2015. In 2018 kwam zij met een nieuwe theatertour en een nieuw album Vanaf Nu Is Het Van Jou. Alleen al de titel is intrigerend. Het lijkt mij inderdaad best spannend. Je schrijft liedjes, je componeert muziek, je neemt alles op, je schaaft en uiteindelijk ligt er een eindresultaat. En dan? Dan is het natuurlijk de vraag of de luisteraar het goed gaat vinden. Het gevoel wat jij als artiest naar boven brengt, komt dat er ook uit in de connectie met de luisteraar? Lijkt mij in ieder geval heel spannend. Zo interpreteerde ik de titel van haar album.

Eerlijk gezegd had ik haar debuut alleen maar uit nieuwsgierigheid beluisterd, maar was wel gegrepen door de teksten en de muziek. Dat is niet anders op haar tweede album. Voor dit album maakte ze een reis en tekende verhalen van de ontmoetingen die zij had op. Het nummer Vanaf Nu schreef ze echter al voor die reis. Het gaat over de liefde, relaties, maar het heeft ook een melancholische klank. En dat hoor je in de muziek en de teksten terug. De stem van Maaike is direct, bijna ‘Spinvis- achtig’, waardoor de aandacht ook gelijk naar de teksten gaan en minder naar de muziek. Maar juist de muziek versterkt de tekst en daarom is dit nummer wat mij betreft een van de mooiste Nederlandstalige nummers van de laatste jaren.

Nog even niet praten
Nog even niet de schaduw in
Laat me niet vergeten
Nog even lief voor je te zijn
En ik vraag je wat leegte is
En hoe vreemd het is zo eenzaam samen
Toch nog even niet alleen

Gaat het hier om het feit dat een relatie bijna wordt verbroken? Tegen beter weten in toch nog een poging om de relatie nieuw leven in te blazen? Of is het ‘gewoon’ een liefdesliedje, waarbij je elkaar even niet wilt laten gaan. Hoe dan ook, het blijft mooi!

Keuze Freek Janssen: Spinvis – Tienduizend Zwaluwen (Blauwe Versie) (2018)

Spinvis-sceptici moeten dit even lezen en luisteren

Hoi, Spinvis-sceptici. Ik weet dat jullie er zijn en ik snap ergens ook wel jullie bedenkingen. Ja, de beste man mompelt een beetje, zingen kun je het niet noemen. Het is ook allemaal best een beetje arty-farty wat hij maakt. Maar weet je dat je eigenlijk best heel veel moois mist als je Spinvis niet af en toe opnieuw een kansje geeft? Ik ga je vandaag proberen te overtuigen met een nummer dat je misschien gemist hebt.

Het heet Tienduizend Zwaluwen, kwam uit in 2017, maar de Blauwe Versie uit 2018 is nog net wat mooier. Als je het liedje zonder al te veel aandacht beluistert, zou je zomaar kunnen denken dat het weer zo’n typisch Spinvis-dingetje is: voortkabbelend, dromerig muziekje, poëtische zinnen over herinneringen uit een verleden toen het leven nog goed was. Luister Tienduizend Zwaluwen nu eens niet vluchtig, maar goed. Zet je koptelefoon op, de rest van de wereld uit en luister. Ik wacht wel even met de duiding tot na de video.

Hoorde je wat er gebeurde? Dit is iets wat ongelofelijk knap is, en wat heel weinig artiesten kunnen. Dit is écht een kunstwerkje, een roman in liedjesvorm, die je halverwege compleet van je stuk brengt. Je denkt dat je gaat luisteren naar een nostalgisch liedje over een vriend van vroeger en komt dan ineens in het tweede couplet terecht in een oorlogsdrama, aangekondigd met de lugubere zin:

Ze sloten de scholen

Hoe Spinvis in dat couplet het verhaal over de deportatie mengt met signalen dat het leven ook maar gewoon doorging (We verstopten de boeken en werden bruiner dan ooit), dat is tamelijk briljant. Tienduizend Zwaluwen doet je beseffen dat het leven ook maar gewoon doorging tijdens de oorlog. Dat mensen die werden afgevoerd ook echte mensen waren, die je kon hebben gekend. Maar vooral ook dat wegkijken en niks doen soms heel goed te verantwoorden is, maar evengoed wreed van kan zijn:

Wat valt er verder te zeggen
Je stond op een lijst
Ze vroegen om de papieren
Ik was er niet bij

Je kunt van Spinvis vinden wat je wilt, maar qua teksten kan er op dit moment misschien wel niemand met hem wedijveren.

Keuze Marèse Peters: Wende – Wat Is Mijn Plan Vandaag? (2018)

Wende betovert, beroert, bezielt

De eerste keer dat ik Wende zag optreden, was op Welcome To The Village. Juli 2018. Tuurlijk, ik had haar Franstalige album Quand Tu Dors uit 2004 al jaren in de kast staan. Ik was onder de indruk van haar vocale talent. Maar echt raken deed ze me nooit.

Tot die zonnige zaterdagmiddag in Leeuwarden. De festivaltent puilde uit van de mensen. Er hing een verwachtingsvolle spanning. En vanaf het eerste nummer was het raak. Wende betoverde, beroerde, bezielde. Hoewel ik geen enkel nummer ooit eerder had gehoord (behalve Deze Gin), kwamen ze stuk voor stuk aan als een mokerslag. Radicaal eerlijke teksten. Vragend, zoekend. Hoe moet ik leven?

Haar album MENS koester ik sinds die dag. Ik draai het niet te vaak, uit angst dat het zijn kracht zal verliezen. Onzin natuurlijk, deze nummers zijn onverslijtbaar. Maar toch. Ik geniet er met kleine beetjes tegelijk van. Het beste nummer van dat album kiezen is ondoenlijk. Gelukkig stak Danny den Boef al eens de loftrompet over Deze Gin. Voor Alles is uitzonderlijk vanwege de tekst van Joost Zwagerman. Dan maar het heerlijk losse Wat is mijn plan vandaag? Het is moeilijk om je niet te laten meeslepen door de stuwende dynamiek van dit nummer. Mijn bloed gaat er in elk geval sneller van stromen.

Nederlandstalig is een lastig genre voor mij; te veel schlager- en levensliedallergie denk ik. Maar gelukkig is Wende er. Zij bewijst dat juist teksten in je moedertaal veel harder binnenkomen dan welk Engels ook.

Keuze Martijn Vet : Fulco – Hangen In De Waarheid (2019)

Aanstekelijke lulligheid

Wat moeten we hier nu weer mee? Zo heerlijk dat die gedachte in 2019, na een dikke 45 jaar intensieve muziekconsumptie nog steeds op kan komen. Ik weet nog precies waar ik was toen ik Spinvis voor het eerst hoorde en hetzelfde gevoel me bekroop. Niet lang daarna kocht ik toch het debuutalbum en het werd een van mijn meest gekoesterde Nederlandstalige albums. Mijn eerste keer Meindert Talma zal ik ook niet snel vergeten. Vreselijk vond ik het. Hoe onterecht dat achteraf is, lees je in mijn bijdrage aan de battle over groeiliedjes.

En nu ineens hebben we Fulco. Ook bij deze Gentse Nederlander was het bepaald geen liefde op het eerste gehoor. Quasi-interessant, elitair geneuzel, bekakte voordracht, wazig gepingel. Eén keer het debuutalbum doorzappen op Spotify en klaar. Daar hoefde ik geen tijd meer aan te verdoen. Wel zo overzichtelijk! En toen viel de avond … En hoorde ik mezelf een halve dag later nog het refreintje van Hangen In De Waarheid neuriën. Ook de tekstflard Een beetje verfrommeld / Te lang in één kamer gerommeld uit een ander liedje bleef maar rondspoken. Wat moeten we hier nu weer mee?

Fulco Ottervanger komt niet helemaal uit de lucht vallen. Hij maakte al furore in de Belgische jazzscene en zit in de krautrockgroep Stadt. Het album onder zijn eigen naam is het resultaat van jaren huisvlijt met overwegend vrolijke liedjes als resultaat. Liedjes waarin een buitengewoon aanstekelijk soort lulligheid vaak de boventoon voert. Gaat deze man mij net zo overtuigen als uiteindelijk Spinvis en Meindert Talma deden? Dat denk ik niet. Hoe leuk ook, echt in het hart raakt het mij vooralsnog niet. En toch, Fulco doet gewoon waar hij zin in heeft en dat doet hij met bijzonder veel talent. Goed dat hij er is!

Keuze Henk Tijdink: Van Dik Hout – Dat Het De Wereld Was (2019)

Jeugdherinneringen en naïviteit

Loppersum, het epicentrum van Nederland. Ik verwacht niet dat bij marketing- en toerismebureaus de de handen op elkaar gaan bij deze slogan, maar het dekt de lading wel. Maar voor mij is Loppersum vooral mijn geboortedorp, hoewel de feitelijke gebeurtenis plaats vond in het ziekenhuis van Delfzijl.

Het is een plaatsje met circa 2.000 inwoners en de eerste 12 jaren van mijn leven bracht ik er onbekommerd door op de plaatselijke basisschool, de plaatselijke turn-, tennis- en later ook voetbalclub. Het zwembad was mijn terrein in de zomer en in de winter kon er altijd geschaatst worden. Twee keer per jaar gingen we ‘noar Stad’ voor respectievelijk zomer- en winterkleding. Met de trein, want een auto hadden we niet. Het was een overzichtelijk bestaan.

De middelbare schooltijd vond grotendeels plaats in Appingedam. Voor Groninger begrippen is het met z’n 12.000 inwoners een behoorlijke plaats. Dagelijks 10 kilometer fietsen (enkele reis) en nieuwe vrienden. De eerste schoolfeesten, muziek kwam in mijn leven, in de weekenden naar de disco’s in Delfzijl en Appingedam, de destijds onvermijdelijke alcohol en uiteraard, hoewel dat lang op zich heeft laten wachten, de eerste vriendinnetjes. In de 7 jaar die ik daar doorbracht werd ik van bleu jongetje van 12 uiteindelijk ‘volwassen’.

En daarna studeren. Het werd bewegingswetenschappen en daarna fysiotherapie, want je moet toch wat. En uiteraard op kamers in Groningen, destijds 170.000 inwoners. Weer nieuwe vrienden, weer nieuwe verliefdheden, genieten van de kroegen zonder sluitingstijd waarin we genoten van diepzinnige gesprekken. En uiteraard ook sporten, werken en studeren. Het leven was goed en de wereld was mooi!

Nu ik 20 jaar verder ben blijkt de wereld en het leven een stuk complexer te zijn. Eigenlijk moet ik het anders stellen. Nu ik 20 jaar verder ben, ben ik een stuk minder naïef geworden. Het leven is niet altijd makkelijk, de wereld is niet altijd mooi en mensen zijn niet altijd goed. Dat is het nooit geweest, alleen wist ik dat nog niet.

Op het album Een Nacht Eeuwigheid van Van Dik Hout staat het nummer Dat Het De Wereld Was. Muzikaal en melodieus erg mooi, maar vooral een prachtige tekst waarin het volwassen worden, jeugdherinneringen en nostalgie mooi gevat wordt op z’n Van Dik Hout’s.

Ik ben je uit het oog verloren
Want zomers gaan voorbij
Ze verdwijnen net als jongensdromen
Uit het zicht, achter de tijd
Maar ieder voorjaar fluistert op de wind
Wat we dachten, dat de wereld was

[polldaddy poll=10454499]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.