In deze allereerste blog van 2024 blikken we terug op de levens en het werk van een aantal musici die in 2023 overleden zijn: een eerbetoon, want gelukkig hebben we de muziek nog.

I.M. Barrett Strong

Keuze Annemarie Broek: Barrett Strong – Money (1959)

Eerste miljoenenseller voor Tamla Motown

Barrett Strong werd geboren in West Point (Mississippi, the home of the blues) als enige zoon tussen vijf dochters. Maar al snel verhuisde het gezin naar Detroit (Michigan). Op jeugdige leeftijd leerde hij piano spelen en op Hutchins Middle School in Detroit begon hij met zingen. Die verhuizing was dus de aanzet tot zijn latere muzikale carrière. Beroemde klasgenoten uit die periode: Aretha Franklin en Lamont Dozier, die hij later weer tegenkwam bij het productie/songschrijversteam Holland-Dozier-Holland.

Over de start van zijn carrière is weinig bekend, maar hij nam in 1959 een singletje op: Money, de allereerste hitsingle voor het gloednieuwe Tamla label. Dat werd een geweldige hit en bereikte in 1960 de tweede plaats van de R&B hitparade. Overigens klonk de R&B uit die dagen heel anders dan wat we er nu onder verstaan.

Berry Gordy verhuisde in 1967 met Tamla Motown naar Los Angeles (Californië). Barrett Strong bleef achter in Detroit en beproefde zijn geluk bij verschillende andere platenlabels. Later richtte hij een eigen platenlabel op om beginnende artiesten op weg te helpen. Daarnaast vormde hij met Norman Whitfield een schrijvers/producersteam met hits als I Heard It Through The Grapevine, War en Papa Was A Rolling Stone. Samen werden zij in 2004 toegelaten tot de Songwriters Hall of Fame. Zijn laatste opnamen dateren uit 2010, maar achter de schermen bleef hij tot vlak voor zijn dood nog actief in het muziekvak.

In 1959 nam hij dus het nummer Money op. De Funk Brothers deden de begeleiding en the Rayber Voices de achtergrondzang. Volgens de meespelende muzikanten ontstond het nummer spontaan uit een paar riffjes die Strong zelf op de piano speelde. Berry Gordy echter, als gehaaide platenbaas altijd op zoek naar geld voor zijn muzikale plannen, claimde de auteursrechten. Tot twee keer toe trachtte Strong zelf in ieder geval een groot aandeel van de rechten op zijn naam te krijgen, maar de advocaten van Gordy waren veel gehaaider en Strong kon naar zijn centen fluiten!

Daar had Gordy wel veel geluk mee, want de song is meer dan 150 keer gecoverd (alle Britse beatgroepen van die tijd hadden het op hun repertoire staan) en ook in de hogere regionen van de hitlijsten terechtgekomen.

Op Youtube is een interessante documentaire te zien over Barrett Strong, zijn collega’s en het nummer Money.

I.M. Sixto Rodriguez

Keuze Marco Groen: Rodriguez – Inner City Blues (1970)

Gevonden: Sugar Man

Het was in 2018 in de grote zaal van TivoliVredenburg dat een bejaarde Mexicaanse Amerikaan op het podium naar zijn kruk werd begeleid door zijn dochters. Dat was noodzakelijk, want Sixto Rodriguez had nogal last van glaucoom, wat zijn zichtvermogen ernstig heeft aangetast. Een tweede reden om hem te begeleiden ontdekten we pas toen hij het woord richtte tot het publiek: de man was duidelijk stomdronken. Blijkbaar doet zo’n flitscarrière vreemde dingen met de geest. Dingen die mentaal wat lastig te verwerken zijn.

Het verhaal van Sixto moge bekend zijn; de ene dag knoop je nog de eindjes aan elkaar als sloper, de volgende dag kom je erachter dat je al tientallen jaren een beroemdheid bent in Zuid-Afrika. Sixto was een zeer eigenzinnig figuur die het vermogen bezat om maatschappelijke problemen te doorgronden en muzikaal te verwoorden. In 1970 en 1971 nam de man twee albums op, waarvan er eentje (Cold Fact) het heel aardig deed in Australië. Er werd zelfs een tour aangehangen. Toch bracht het allemaal niet genoeg geld in het laatje om een leven als singer/songwriter te rechtvaardigen. Na verloop van tijd beschouwde Sixto zijn muzikale ambities als mislukt.

Twintig jaar later ging de telefoon. Een fan uit Zuid-Afrika had een poging gewaagd om een doodgewaand, half-mythisch wezen midden in de nacht op te bellen. Tot zijn verbijstering kreeg de Zuid-Afrikaan Sixto gewoon aan de lijn. Alsof zijn buurman was. De doodgewaande was op zijn beurt met stomheid geslagen dat hij -zonder het te weten- geslaagd was als muzikant. Hij pakte zijn gitaar weer op en ging op tour. Iets later verscheen er een documentaire die best gezien mag worden. In 2013 wist de hele wereld wie Sixto Rodriguez was. En dan kan het zomaar gebeuren dat je als artiest op een podium in een moerasgebied belandt. Dat wilde ik wel zien. Terwijl ik door Hoog Catharijne liep kocht ik een kaartje via TickSwap en vlak voor de ingang van TivoliVredenburg had ik ‘m gedownload. Scannen en naar binnen.

Het toegestroomde publiek was opvallend jong te noemen en er liepen enkele exemplaren tussen die om een of andere reden een ongezonde adoratie voor de man op het podium hadden; als Sixto als grapje ‘potje pindakaas’ had gezegd dan hadden ze dat hilarisch gevonden. Qua optreden viel er wel het een en ander op aan te merken, maar daar ging het mij helemaal niet om. Het was nieuwsgierigheid dat mij dreef. De levenswandel en muziek van Sixto Rodriguez had mij tot ontroering gebracht. Reden genoeg om hem een keer in het ‘eggie’ te aanschouwen. Daar heb ik geen seconde spijt van gehad.

I.M. Jean Knight

Keuze Mersad Rebronja: Jean Knight – Think It Over (1971)

Ondergewaardeerde eendagsvlieg 

Jean Knight overleed op 22 november 2023 op 80 jarige leeftijd. Ze is eigenlijk een eendagsvlieg (of onehitwonder). Ik schreef eerder in het jaar, niet zo heel lang voor ze is overleden, al over haar. En toen had ik het over die ene hit, die ik hier in Nederland toch ondergewaardeerd vind: Mr. Big Stuff. Een prachtig nummer dat in Amerika een enorme hit werd. Het is eigenlijk jammer dat er nooit een livealbum is uitgebracht van Jean want op het podium was ze eigenlijk beter dan in de studio omdat ze een echte entertainer was.

Het album waar Mr. Big Stuff op staat is behoorlijk ondergewaardeerd en is naar mijn mening één van de beste soulalbums uit de jaren 70. Think It Over een is van de absolute pareltjes voor mij. Het nummer is geschreven door Albert Savoy en Wardell Quezergue. Jean zingt over een liefde maar iets houdt haar tegen om zich vol over te geven hieraan en dat zingt ze prachtig en emotioneel. De instrumentalen, op het album doet een fijne band mee, zijn ook erg mooi. Het nummer heeft amper streams en views en dat vind ik enorm jammer. Dit is schitterende soul.

I.M. Roger Whittaker

Keuze Erwin Herkelman: Roger Whittaker – New World In The Morning (1971)

Want het kan zómaar afgelopen zijn

De man met de indrukwekkende stem is niet meer. Roger Whittaker kreeg begin september een beroerte die hij niet meer te boven kwam. Een paar weken later zou hij overlijden, op 87-jarige leeftijd.

Whittaker was onmiskenbaar zo’n zanger die je bij de eerste noot herkent. Zijn imposante bariton was uniek en sprak heel veel mensen aan. Hij wist zijn vocale kwaliteiten ook wel goed uit te venten. Gedurende zijn muzikale carrière verkocht hij maar liefst 55 miljoen platen en verzamelde hij in totaal 250 zilveren, gouden en platina platen.

En dat had hij mede te danken aan zijn gigantische populariteit in Duitsland. Halverwege de jaren ’70 besloot hij voor het eerst een Duitstalig album uit te brengen. En hoewel hij de taal niet machtig was en daardoor alles fonetisch moest inzingen liepen onze buren met hem weg. In 1977 was hij zelfs de best verkopende artiest daar, mede dankzij een grote concerttour.

Mijn favoriete nummer van de singer-songwriter is New World In The Morning. Een liedje waarin je behalve die geweldige stem óók zijn karakteristieke gefluit hoort. Het gefluit dat hem de bijnaam ‘Irish Whistler’ opleverde. Maar ook de tekst is mooi. Want hoewel het áltijd morgen wordt, kun je maar beter vandaag doen wat je wilt doen, want het kan zomaar afgelopen zijn… Wat dat betreft gaf Whittaker het juiste voorbeeld: hij was al een tijdje met pensioen en bracht zijn laatste jaren door onder de Zuid-Franse zon.

I.M. Randy Meisner

Keuze Guido de Greef: Eagles – Take It To The Limit (1975)

Schijnwerpers

Randy Meisner was de eeuwige buitenstaander. Kijk alleen al naar het debuutalbum van Poco waar hij aan meewerkte. Tijdens het mixen ontstond er ruzie binnen de band, waarop de zangpartijen van de bassist werden gewist. Op de hoes werd z’n afbeelding vervangen door die van een hond.

Meisner was, zoals zovelen in de jaren zestig, naar Californië getrokken dromend van een bestaan als muzikant. Een harde leerschool, getuige de naam van één van z’n eerste bandjes: The Poor. Maar in de incestueuze duiventil van de westcoastpop van de seventies deden zich voortdurend nieuwe kansen voor. Nadat Meisner bij Poco op een zijspoor was beland, richtte hij met Don Henley, Glenn Frey en Bernie Leadon de Eagles op.

Ik ga het maken met m’n vrienden, zong Meisner in Tryin’, op het titelloze debuut van de Eagles nog optimistisch. Het is één van z’n drie liedjes op dat album. Op latere platen verdween hij op de achtergrond, maar op One Of These Nights greep hij z’n kans. Hij schreef en zong Take It To The Limit, dat bijna een half jaar in de Billboard Hot 100 stond en de vierde plaats bereikte. Het vond een plekje op de compilatie Their Greatest Hits (1971-1975), het bestverkochte album aller tijden in de VS.

Take It To The Limit is een weemoedige wals over het eenzame muzikantenbestaan. Over de drive om het te maken als muzikant en tot het gaatje te gaan. Maar als het applaus is weggeëbd, heerst de eenzaamheid. Halverwege de song zijn er die twee hartverscheurende regels:

You can spend all your time making money
You can spend all your love making time

Maar de verlegen Meisner voelde zich niet comfortabel in de schijnwerpers. Hij was bang dat hij live de hoge noten van Take It To The Limit niet zou halen. De spanningen tussen de bassist en Frey en Henley liepen op. In 1977 barstte de bom en verliet hij de Eagles; hij was uitgeput. Ironisch genoeg werd hij vervangen door Timothy B. Schmit, die hem ook had opgevolgd bij Poco.

Een solocarrière kwam nooit van de grond. Z’n alcoholverslaving en psychische problemen zorgden ervoor dat hij in de luwte bleef. De reünies van de Eagles liet de bassist aan ‘m voorbijgaan, al keerde hij eind jaren tachtig wel even terug bij Poco. Dit jaar overleed Meisner, 77 jaar oud.

Meisner ging tot het gaatje; en eroverheen. En hij betaalde de prijs.

I.M. Beer Klaasse

Keuze Willem Kamps: Finch – Colossus Part One (1975)

Geen kapsones

Wanneer ik dit plaats, is hij al ruim een week niet meer onder ons, maar wanneer ik hem googel lijkt ie nog vrolijk voort te leven. Hoe wrang kan het zijn dat het overlijden van de drummer van enkele bekende bands uit de Vaderlandse popgeschiedenis als Groep 1850, Q65 en Finch vrijwel nergens wordt vermeld? Dat is wel heel erg ondergewaardeerd. Daarom hier alsnog aandacht voor Beer Klaasse. Postuum, maar toch.

De tijding kwam via mijn broers. De eerste had het op Facebook gezien, een post van het Haags Beatfestival dat het overlijden wereldkundig maakte. Hij zette het door en via de andere broer kwam het bij mij. Ik, die hem langere tijd op korte afstand zag werken, maar te schijterig was om hem aan te spreken. Ja, ik kwam net kijken. Het was bij mijn eerste werkgever, de Staatsdrukkerij, waar hij hielp aan de rotatiepers voor de PTT-telefoonboeken. Ook bij Beer moest brood op de plank. Leven van muziek in Nederland is weinigen gegeven.

Als 14-jarige mocht Beer Klaasse in 1958 met zijn oom mee naar het Scheveningse Kurhaus naar Art Blakey and the Jazzmessengers. Beer zag Art en wist: ik ga drummen. Van haringtonnen en varkensblazen maakte hij zijn eigen trommels. Alleen de drumsticks werden gekocht. Drie jaar later, met een echt drumstel, ging Beer drummen in het Fred Verdoorn Kwartet; jazzmuziek. Hij stond bekend om zijn drumsolo’s en mocht die ook geven als gastdrummer bij optredens van andere bandjes.

Daarna kwamen die andere bands. Kortstondig het Haagse The Kick en het half-Duitse Boots. Met Group 1850 – door zijn jazzervaring de ultieme drummer voor de experimentele band – had hij een hitje, Mother No-Head, dan over naar de herstartende rammelende rockers van Q65 en tot slot het symfonisch rockende Finch. Het levert Beer enige roem, maar dus onvoldoende poen.

Af en toe plopte z’n naam nog op. Mede door die herinnering – ook mijn oudste broer werkte bij de drukkerij, net als Beer veel langere tijd, en hij had hem wél gesproken. Meerdere keren zelfs. Zo weten wij dat Finch populair was in Japan, dat zijn zoon Remco drumt in Veralin (opvolger van Finch) en vooral dat het gewoon een hele aardige, lieve en zachte man was die het lekker vond om op trommels te beuken. Wellicht was dat zijn manco: geen kapsones. Niet interessant genoeg voor het journaille. Beer Klaasse werd 79 jaar.

I.M. Tom Verlaine

Keuze Jeroen Mirck: Television – Marquee Moon (1977)

Onverkoopbare klassieker

Als er één artiest is die we als ondergewaardeerd kunnen bestempelen, dan is dat Tom Verlaine. Als zanger en gitarist van de seventies-band Television was hij enorm invloedrijk, maar het waren andere bands en artiesten die met de eer gingen strijken. Zijn overlijden op 28 januari 2023 leverde wat media-aandacht op, maar Television ontbreekt nog ontbreekt nog altijd in de Top 2000. Gelukkig is de band wel een vaste waarde in de Snob 2000.

Het uit New York afkomstige Television speelde een grote invloed bij de opkomst van de punk en New Wave. Verlaines excentrieke gitaarspel inspireerde bands als Sonic Youth en later ook The Strokes, zijn klaaglijke stem horen we terug in het werk van wijlen Jeff Buckley. Een perfect voorbeeld is het titelnummer van Televisions debuutalbum Marquee Moon. De tien minuten durende rocksong wordt als klassieker gezien, maar verkocht indertijd voor geen meter en ontbreekt anno 2023 in veel muzieklijstjes. Wat een schande. 

I.M. Denny Laine

Keuze Peter van Cappelle: Wings – Deliver Your Children (1978)

In de schaduw van grote namen

Hoe bizar was het dat voormalig Wings gitarist Denny Laine precies overleed op de dag dat het 50 jaar geleden was dat het album Band On The Run uitkwam? Een album dat nog altijd geldt als het beste post-Beatles album van Paul McCartney, de definitieve doorbraak was van Wings, en waarvan Denny Laine in het 10 jarig bestaan van de band naast Paul en Linda altijd het meest constante bandlid was geweest.

Daarvoor had Denny Laine, die eigenlijk Brian Hines heette, ook al met grote namen gewerkt. Zo was hij van 1964 tot 1966 de gitarist en zanger van The Moody Blues. Hij was de leadzanger van de doorbraak hit Go Now. Toen The Moody Blues in 1965 het voorprogramma van The Beatles mochten verzorgen, leerde hij Paul McCartney kennen. Na wat flops besloot hij om in 1966 The Moody Blues te verlaten. Niet wetende dat de band daarna met vervanger Justin Hayward juist heel succesvol zou gaan worden.

Een samenwerking in de band van Cream-drummer Ginger Baker (Ginger Baker’s Air Force) was commercieel niet heel succesvol. Een solocarrière kwam daarna ook niet echt van de grond, dus het kwam als een geschenk uit de hemel toen Paul McCartney hem in 1971 vroeg om toe te treden tot zijn nieuwe band Wings.

Wings draaide natuurlijk vooral rondom Paul McCartney. Toch was Denny Laine bepalend voor het geluid van de band, en leverde hij soms nog weleens een bescheiden bijdrage aan. Zo was hij medecomponist van hun grootste Europese hit Mull of Kintyre. Waarvan hij zijn royalty’s in de jaren ’80 moest verkopen, omdat hij toen failliet was.

Rond die periode verscheen ook het album London Town. Een inmiddels ondergewaardeerd album, maar dat in Nederland juist hun succesvolste album is geweest. Op maar liefst vijf nummers stond de naam van Laine in de credits vernoemd.

Waarvan Deliver Your Children (naast Children Children) grotendeels aan hem is toe te schrijven. Een folksong met een humoristische avontuurlijke tekst. Het was voor mij gelijk één van mijn favoriete nummers toen ik de lp op mijn 12de op een rommelmarkt had gekocht en eindeloos draaide. Het was dan ook mijn eerste kennismaking met de band die Paul McCartney na The Beatles had.

Deliver Your Children verscheen als b-kantje van de single I’ve Had Enough. Maar wonderbaarlijk genoeg kreeg de b-kant in ons land een hit notering. Waarmee er toch iets van erkenning kwam voor het talent van Denny Laine.

Helaas is het hem na Wings minder vergaan. Zijn carrière daarna bestond nog vooral uit uit optredens op Beatlesconventies. Ook de vriendschap met McCartney was jarenlang bekoeld. Toch heeft McCartney nog wel een bijdrage geleverd aan de crowdfunding die in zijn laatste levensjaar was gestart voor een longoperatie. Want na een covidbesmetting hield Denny Laine daar longproblemen aan over die hij uiteindelijk niet meer heeft kunnen overwinnen. Waarmee er op 79 jarige leeftijd een einde kwam aan een zanger en gitarist die altijd in de schaduw heeft gestaan van de grote namen waarmee hij heeft gewerkt.

I.M. Yukihiro Takahashi en Ryuichi Sakamoto

Keuze Leendert Douma: Yellow Magic Orchestra – Firecracker (1980)

Vervreemding met soul

Het jaar 2023 was een slecht jaar voor Yellow Magic Orchestra (YMO). Hoewel het al jaren niet meer opereerde als trio, gingen twee van de drie leden dood. Op 11 januari is Yukihiro Takahashi overleden en op 28 maart ging Ryuichi Sakamoto heen. Nu leeft alleen Haruomi Hosono nog.

Ryuichi Sakamoto was de bekendste van de drie. Het nummer Forbidden Colours, dat hij samen met David Sylvian maakte voor de soundtrack van de film Merry Christmas Mr. Lawrence – waarin hij zelf een hoofdrol speelde naast David Bowie, stond jarenlang in de Top2000. (De film staat overigens integraal op YouTube.) Door die bekendheid heerste het idee dat Sakamoto dan vast ook de belangrijkste kracht achter YMO zou zijn geweest, maar niks is minder waar. Hier was echt sprake van een drie-eenheid.

We hebben het dan over eind jaren zeventig/begin jaren tachtig, een tijd waarin YMO terecht werd gezien als elektronische pioniers met eenzelfde impact als Kraftwerk. Zeker in Amerika werden de Japanners hoog aangeslagen! Hiphoppers liepen weg met de funky proto-techno en oosterse melodietjes die YMO aan de lopende band produceerde. Solid State Survivor, La Femme Chinoise, 1000 Knives, maar vooral Firecracker (toepasselijke naam in deze tijd van het jaar, maar dat terzijde). Het is dan ook niet zo gek dat ze in 1980 met dat laatste nummer mochten optreden in de ‘all black’ setting van het Amerikaanse programma Soul Train. Het leverde vreemde beelden op, een beetje vergelijkbaar met toen een paar jaar daarvoor het witte doorgesnoven halflijk van David Bowie kwam performen. Vervreemding met soul, dat is precies hoe we popmuziek willen zien!

En dan hebben we het nog niet eens over alle prachtmuziek die Yukihiro, Ryuichi en YMO daarna nog hebben gemaakt… Iemand in de comments onder dit YouTube-filmpje stelt het zo: Thank you Takahashi-san and Sakamoto-san for the great music. RIP.

I.M. Seymour Stein

Keuze Quint Kik: Madonna – Lucky Star (1983)

Onfeilbare antenne

Een raadselachtig nummer van een al even raadselachtige band. De afsluiter van kant A van het mysterieus getitelde The Boy With The Arab Strap (1998), het doorbraakalbum van het in hun begindagen publiciteitsschuwe Belle & Sebastian. Maar wie was nou eigenlijk die Seymour Stein?

Half a world away
Ticket for a plane
Record company man
I won’t be coming to dinner

Ik weet niet of we ooit eerder een platenbaas centraal stelden bij deze battle, traditioneel de eerste van het nieuwe jaar. Eens moet de eerste keer zijn, het gaat hier om de oprichter van Sire Records. Het platenlabel waar een beetje luisteraar van de Snob 2000 de vingers bij aflikt; Stein zette er de Ramones en de Talking Heads mee in de markt. En passant schijnt hij ook nog de term New Wave te hebben bedacht. ‘Punk’ zou hij te neerbuigend hebben gevonden voor de artiesten uit zijn stal.

Talloze acts, geliefd onder muziekliefhebbers èn bij het grote publiek, werden door Stein getekend voor Sire: de Pretenders, de Replacements en Lou Reed circa New York (1989). Of anders licenseerde hij ze wel voor de Amerikaanse Markt, van bevriende labels als Rough Trade (de Smiths) en Mute (Depeche Mode, Soft Cell). Als fervent luisteraar van John Peel, pikte hij ook de Undertones op; de band, wier Teenage Kicks het grafschrift vormt van de Britse radio-dj. De lijst is eindeloos.

Maar welke artiest koppel je aan een eerbetoon van iemand die zelf geen muzikant is? Iemand die afgelopen jaar springlevend bleek en in december vorig jaar tweemaal optrad in een uitverkochte Ziggo Dome: de popkoningin zelve. Geen grappen over opgewarmde lijken graag, die maak je ook niet over Bono (63) of Springsteen (74). Houd die dubbele standaard lekker in je zak: Madonna verraste vriend en vijand en bleek prima bij stem tijdens een dwarsdoornsnede uit haar bloemrijke oeuvre.

Seymour Stein droeg daar een niet onbelangrijk steentje aan bij; het was zijn Sire Records dat de ster in 1982 tekende en daarmee in staat stelde de wereld te veroveren. Als stijlicoon, met een onfeilbare antenne voor de laatste muzikale trends. Om te slagen in het leven heb je, afgezien van talent, een stevige portie geluk nodig. De op 2 april overleden Seymour Stein was Madonna’s eigen Lucky Star.

Seymour stein, sorry I missed you
Have a nice flight home
It’s a good day for flying

I.M. Bea van der Maat

Keuze Guido Antunes: Won Ton Ton – I Lie and I Cheat (1988)

Afgelopen juli overleed in België de tv presentatrice/ zangeres en actrice Bea van der Maat op 62-jarige leeftijd. Zij kreeg in 2022 de diagnose ALS en op 27 juli jl. was daar niet meer mee te leven.

Op de Belgische TV is ze voornamelijk bekend als presentatrice van veel tv programma’s. Maar ooit was ze de zangeres die met haar mooie stem mij betoverde in haar band Won Ton Ton.

Het liedje I lie and I cheat is een oorwurm die mijn hoofd nooit verlaten heeft nadat het in 1988 in Nederland een hit werd.  Ik heb het vast bij de Avondspits voor het eerst gehoord. En bij Top Pop zag ik ze voor het eerst. Maar die oorwurm waar zat ‘m dat in? Het intro met die tokkel, zachtjes komt de zangeres in het nummer, een brug met violen en een staand einde of was het uiteindelijk de tekst? Van zo een oorwurm zal het vast allemaal zijn.

Ineens hadden ze een grote hit in de lage landen. Een one hit wonder in Nederland, in thuisland België nog wat meer bekende singles, waarna Urbanus vond dat ze de ideale hoofdrolspeelster in zijn film Koko Flanel moest worden. Echte training als actrice had ze niet maar dat mocht niet deren vond Urbanus. Het bleef lange tijd de best bezochte film in Vlaanderen.

In 2004 besloot ze lerares te worden en daarna verdween ze vrijwel uit het publieke domein. Zo nu en dan nog eens te zien op de buis, maar content als Lerares Engels op het middelbaar.

Wat een ontijdig einde van deze mooie dame met dito stem.

I.M. Gary Young

Keuze Naomi Mertens: Pavement – Box Elder (1989)

The slanted and enchanted drummer

Afgelopen zomer overleed Gary Young, drummer en producer van Pavement tussen 1989 en 1993. Young was bij de start van de band al een stuk ouder dan de andere bandleden (Stephen Malkmus en Scott Kannberg) en had (naar werd gezegd) al aan meer dan honderd bandprojecten meegewerkt, als boeker, drummer of anderszins. Hij werd gezien als een hippie, maar omdat hij ook een eigen studio had, kon hij de band ook helpen bij het opnemen van de eerste nummers. Die kwamen uit op de EP Slay Tracks: 1933-1969. Het opnemen ervan ging in een rap tempo en Gary Young besloot mee te drummen op hun ‘weird guitar noise’.

Het nummer Box Elder werd al heel vroeg opgemerkt door de band The Wedding Present en door hen gecoverd. Vervolgens promootte John Peel dit nummer in zijn radioshow, waardoor het Engelse publiek met beide bands tegelijk kennismaakte.

Young produceerde ook de volgende EP van de band (Demolition Plot J-7) en drumde mee vanaf de derde EP (Perfect Sound Forever, 1991) tot en met ‘Watery, Domestic’ dat in 1992 uitkwam.

Omdat de band in het begin niet tourde, bleef het voor veel mensen raadselachtig wat voor een band Pavement nu eigenlijk was. Op het podium voelde Gary Young zich evenwel erg thuis. Hij had de gewoonte om het publiek bij de ingang van de zaal op te wachten en ze iets te geven, zoals wortels of kool. Hij hing de clown uit en deed kunstjes. Tom Vervoort schreef hierover al eens een blogpost op Ondergewaardeerde Liedjes.

Omdat Young stevig dronk, konden de bandleden niet erg op hem rekenen en hij werd daarom al vroeg vervangen door een andere drummer, die ervoor moest zorgen dat hij op de been bleef en ook in de maat bleef drummen. Na weer een ruzie met de andere bandleden om zijn excentrieke gedrag op het podium en overmatige drankgebruik werd Young verzocht de band te verlaten. Daarna begaf hij zich nog op wat solo-avonturen en het ontwerpen van ‘shock mounts’ voor microfoons.

In dit afgelopen jaar verscheen ook een filmdocumentaire die werd getoond op SXSW. (Voorlopig zal deze alleen in de filmzalen te zien zijn.)

Gary Young overleed thuis in Stockton (CA), op 70-jarige leeftijd.

I.M. Ruud Englebert

Keuze Alex van der Heiden: A Girl Called Johnny – It’s Understood (1993)

Basbeest van Nederland

Concert- en festivalgangers uit de jaren tachtig en negentig hebben hem ongetwijfeld wel eens zien spelen: Ruud (of Rudy) Englebert. Was het niet in de gloriejaren van Vitesse, dan toch wel als begeleiding van Herman Brood in de Wild Romance. Sowieso al twee bands met een grote historische waarde voor de Nederlandse popmuziek. Englebert werd het basbeest van Nederland genoemd en hij was dan ook echt rock ’n roll in zijn hele uitstraling. In de nacht van 18 op 19 januari is hij overleden aan de gevolgen van kanker.

Begin jaren negentig kwam Englebert terecht in de nieuwe band van Frederique Spigt (na I’ve Got The Bullets) en dat was A Girl Called Johnny. Helaas bleef groot succes uit, al hadden ze dat wel verdiend. En daarom heb ik voor It’s Understood gekozen; prachtige recht uit het hart rock waarin de baspartijen van Englebert een rotsvast fundament leggen. Zo hoort het bij een goede rockbassist.

Na A Girl Called Johnny is Englebert naar Duitsland vertrokken en heeft daar gewerkt als sessiemuzikant. Je kunt hem onder andere horen in een project van zijn geliefde Angie Olbrich, namelijk Angels Blue dat zij samen met (eveneens bassist, maar in Angels Blue pianist) Kai Sichtermann tot stand bracht. Echt een aanrader waar je oude rock en New Wave giganten van onze oosterburen van hun gevoelige kant hoort. Waarschijnlijk ga ik daar komend jaar nog een aparte bijdrage voor leveren.

I.M. Akira Tsuneoka

Keuze Erwin Tijms: Hi-Standard – My Heart Feels So Free (1997)

Energetische pretpunk

Tussen de grote namen van overledenen, versie 2023, vallen de kleinere namen geregeld weg. Een lot dat ook Akira Tsuneoka trof, nadat hij overleed in februari. Als drummer van de Japanse punkrockers Hi-Standard genoot hij wat minder bekendheid dan de Rodriguezen, Amp Fiddlers en Tom Verlaines van deze wereld. Pas in december las ik dat Akira Tsuneoka overleden was, in een jaaroverzicht van overleden muzikanten waar helaas nog meer verrassingen in stonden.

Eigenlijk is dat onbekende een beetje vergelijkbaar met de situatie van Hi-Standard in de jaren ’90: nadat met grunge de deur voor rockmuziek weer wijd open stond, stapten bands zoals Green Day en The Offspring door deze opening en werden wereldberoemd. In hun kielzog kropen relatief grote bands zoals NOFX en Lagwagon ook door het gaatje dat was ontstaan. En zij namen weer onbekendere paradijsvogels zoals Hi-Standard op sleeptouw.

Hi-Standard is een Japanse punkrockband die in eigen land zeer succesvol is geweest. Ze maken pretpunk in optima forma: vrolijke covers van bekende klassiekers (hun versie van Since You Been Gone is bijvoorbeeld magistraal) en energetisch eigen werk waarin ze vooral heel positief en vrolijk zijn. En dat zijn geen kwaliteiten die je direct associeert met punkrock, ook niet die uit de jaren ’90. Ze deden zelfs wel eens koortjes, die serieus bedoeld leken te zijn. Postuum verscheen dit jaar nog I’m A Rat, maar ik laat jullie graag genieten van het oudere My Heart Feels So Free.

I.M. Ian Bairnson

Keuze Marcel Klein: Alan Parsons – The Very Last Time (1999)

Dementieproces

Dat het menselijk lichaam wonderlijk in elkaar zit, weten en vinden we allemaal wel. Hoe ouder je wordt, hoe meer gebreken je lichaam ook begint te vertonen. En dat begint soms al eerder dan je zelf wilt of denkt.

Als mensen overlijden hoor je ook vaak dat je niemand zo’n einde toe wenst. Of het nu een vorm van kanker is, ALS, hartfalen of het uitvallen van organen. Ik denk dat als je dicht bij iemand staat en je ziet hoe dat langzamerhand verkeerd gaat, dit altijd pijnlijk is om te zien. Dementie is daar ook een voorbeeld van. Ik maakte dat van dichtbij mee, want als een ouder hierdoor getroffen wordt is dat ook voor de direct betrokkenen heftig.

Los van het dementieproces zelf, is er dan ook nog een ander proces. Want er moet een professionele oplossing gevonden worden. En dan kom je (in ieder geval in Nederland) is een circuit waar je echt hulp bij nodig hebt om dit goed te kunnen doen. Termen als WMO, PGB, WLZ, dagbesteding, wachtlijsten, Wet Zorg en Dwang, oh ja, en dan is er ook nog het dementieproces zelf. Dit wordt elke keer lastiger. Als je hier nog nooit mee te maken gehad is het een moeizaam proces, waarbij het lijkt of jezelf opnieuw het wiel aan het uitvinden bent.

Bij het overlijden van gitarist Ian Bairnson (69) kreeg ik het idee dat dit proces in Engeland niet veel simpeler is. Bij het bericht op zijn website begreep ik dat hij al jaren leed aan dementie en dat ook het proces niet eenvoudig is geweest.

Ian Bairnson, de naam doet bij veel mensen niet gelijk een lampje branden denk ik. Toch is zijn gitaarspel wel bekend. Hij was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de gitaarsolo op “Wuthering Heights” van Kate Bush, speelde in de band Pilot en was op bijna alle albums van The Alan Parsons Project betrokken. Zo zijn de meeste gitaarsolo’s van dit Project (bv die van Eye in the Sky) van hem afkomstig. Op het laatste album van Parsons ontbrak hij al en dat was opvallend. Maar achteraf logisch.

Al vanaf 2018 ging het niet goed met hem en trok hij zich terug uit het openbare leven. Hij stopte met touren en ook met zijn opnamestudio.

Alan Parsons zelf schreef een uitgebreid bericht, waarbij hij stilstaat bij de virtuositeit van Bairnson. Hij leerde nooit noten spelen, maar leerde zichzelf alles wat hij wist. Voor een tour met Alan Parsons was er een saxofoonspeler nodig, en hij leerde dit instrument binnen een paar weken goed bespelen. Naast een hondenliefhebber, was hij ook een fervent motorrijder en deed hij met veel wedstrijden mee.

Zelf schreef hij niet veel nummers, maar voor het album “The Time Machine” van Alan Parsons, schreef Bairnson het nummer “The Very Last Time”. Een nummer was gaat over het herdenken van iemand die overleden is. En als de Meester Alan Parsons zelf aangeeft dat dit de mooiste manier is om Bairnson te gedenken, wie is uw blogger dan dat hij een ander nummer zou voorstellen.

I.M. Amp Fiddler

Keuze Remco Smith: Amp Fiddler – Dreamin’ (2003)

Funky as hell

Er zijn zo van die namen die voorbij schieten, dat je denkt: “Hé die ken ik….. toch?” Het overkwam mij bij de naam Amp Fiddler, die op 17 december 2023 overleed aan de gevolgen van kanker. Iets van klok en klepel. Menno Pot wees niet alleen op het overlijden van Fiddler, maar was ook zo goed om dat bericht te voorzien van een luisteradvies.

Eerst de man zelf. Hij mag dan geen bekende naam zijn maar zijn conduitestaat maakt wel duidelijk hoe groot hij als muzikant was. De lijst namen van muzikanten waarmee Fiddler heeft gewerkt is schier eindeloos. Hij heeft onder anderen samengewerkt met The Brand New Heavies, Ramsey Lewis, George Clinton, The Dramatics, Primal Scream, Was (Not Was), Seal, Maxwell, Corinne Bailey Rae en Charles & Eddie. Met Raphael Saadiq, Prince, Jamiroquay, Fishbone. Dat is geen misselijke lijst acts. Zijn pompende manier van het bespelen van elektronica herken je, als je eenmaal erop hebt gelet. Voor bijvoorbeeld Parliament was zijn spel van niet te onderschatten waarde.

Doe jezelf een plezier en luister zijn werkelijk geweldige Waltz of a Ghetto Guy. Funky als de hel, stuwend en dampend. Zijn heerlijke buigbare stem maakt deze geweldige plaat af. Heerlijke muziek, voor in de lente, in de zon. En nu alvast ter nagedachtenis aan deze ondergewaardeerde rasartiest.

One comment

  1. Ik mis Lee Clayton in dit onderwerp. Voor mij een bijzonder artiest rond 1979 -1985

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.