Coldplay lijkt wel een beetje de Dire Straits van deze tijd te worden. Want laten we wel wezen, je wordt als muziekliefhebber toch een beetje meewarig aangekeken als je aangeeft van deze bands te genieten. En dat is natuurlijk voor beide bands vreselijk onterecht.

Okay, Coldplay is wel een kant opgegaan waar veel snobs wat moeite mee hebben en die steevast teruggrijpen naar de eerste paar albums, maar onze bloggers laten zich natuurlijk niet kisten. Want op elk album staat wel een track die extra aandacht hoort te krijgen. En dan niet alleen op de eerste albums, maar ook op die soms verfoeide latere albums. Laat je niet verleiden tot vooroordelen en luister en lees met ons mee.

Keuze Djeekop de Dichter: Coldplay – See You Soon (1999)

Zonder toeters en bellen

Er wordt vaak gezegd dat de eerste plaat (of platen) vaak het beste werk van een band of artiest bevat. Daar is natuurlijk veel voor te zeggen: in een latere fase van je carrière klink je als artiest immers nooit meer zo nieuw en fris als in het begin. In het geval van mijn favoriete artiesten verzet ik me (vaak tegen beter weten in) tegen die stelling (alles van ze is toch goed?), maar in het geval van Coldplay kan ik me er echter helemaal in vinden. Coldplay is inmiddels die megalomane wereldact geworden die op alles dat ze uitbrengen lijkt te hebben gekozen voor de gegarandeerde succesformule in plaats van die van artistieke uitdaging en authenticiteit. Ik zie deze ontwikkeling al sinds 2005 met ledenogen aan. Afgezet tegen het latere waardeer ik het vroege werk er meer en meer om.

Ik ben dan ook blij dat ik er wat betreft Coldplay al vanaf (bijna) het begin bij ben geweest. Ik leerde de band kennen toen ik in het jaar 2000 op de BBC een piepjonge Chris Martin op Glastonbury het pakkende pianoriffje van Trouble hoorde inzetten. Ik herkende het meteen als iets dat een klassieker zou worden en was meteen verkocht, helemaal toen ik daarna ook Yellow hoorde. Debuutalbum Parachutes kwam de tweede helft van dat jaar amper meer uit de CD-speler. Opvolger A Rush Of Blood To The Head was een plaat vól grootse melodieën en ‘instant classics’ waarop de band een stúk volwassener klonk dan op het debuut en waarmee Coldplay zich in één klap vestigde als grote naam. De plaat waarop het pakkende pianoriffje van Trouble zelfs werd overtroffen door dat van Clocks, kleurde de eerste twee jaren van mijn studententijd. Coldplay schaarde zich tussen mijn favoriete artiesten en zoals dat ging bij een student met bijbaan, basisbeurs én volle lening kocht ik ieder album, single, EP en DVD die er van de band uitkwam.

Op de DVD Live 2003 (een live-registratie van een concert in Sydney) maakte ik kennis met het ingetogen See You Soon, een nummer van hun tweede EP uit 1999 dat nog vóór hun debuutalbum was uitgebracht. Het zat verborgen in de setlist tussen de grote hits en albumtracks waarmee Coldplay op dat moment de wereld aan het veroveren was. In deze live-versie ziet Chris Martin een enkele spotlight op zichzelf gericht en speelt hij met slechts alleen een akoestische gitaar een ongelooflijk breekbaar liefdesliedje waarin hij het vertrouwen van iemand tracht terug te winnen. Zijn benadering is voorzichtig en afwachtend, schoorvoetend bijna. Hij reduceert zichzelf in wezen tot de jonge krullenbol met studentenuiterlijk die hij twee/drie jaar daarvoor nog was. Chris Martin kón dat toen nog op een podium zonder toeters en Viva La Vida-bellen, grote schermen en felle kleuren. En ja, het klinkt wat pathetisch, maar ik denk niet dat Coldplay anno 2023 mijn vertrouwen snel zal terugwinnen.

See You Soon is gewoon zo’n nummer dat ze tegenwoordig niet meer in de grote stadions tijdens hun grote stageproducties live zullen spelen. En dat is jammer; want áls ze dat wél zouden doen, zou dit prachtige ‘kleine’ liedje iedereen doen terugbrengen naar die begintijd waarin ze ons verrasten en overtuigden met ‘instant klassiekers’ en oprecht klinkende liefdesliedjes als deze. Het is enkel te hopen dat we die Coldplay snel zullen terugzien. Tot die tijd geniet ik van de schoonheid van See You Soon.

Keuze Jeroen Mirck: Coldplay – Parachutes (2000)

45 seconden, 45 woorden

Ik heb niks met Coldplay. Nooit gehad. Te braaf, te oppervlakkig, te commercieel. Debuutalbum Parachutes had ik ooit – geen idee hoe dat in mijn platenkast is beland. Daarvan draai ik soms nog het titelnummer. Het duurt 45 seconden. Dat vind ik wel weer genoeg Coldplay.

Keuze Freek Janssen: Coldplay – Everything’s Not Lost/Life Is For Living (2001)

Het tegenovergestelde van overgeproduceerde meuk

Klein, intiem, prachtig; Parachutes is voor mij een van de beste debuutalbums in de popgeschiedenis. Dat het later een hele andere kant op zou gaan met Coldplay, had ik al een beetje kunnen vermoeden. De grootste draak van het album (Yellow) werd een hit. Het weergaloze meesterwerkje Don’t Panic niet.

Volg het linkje hierboven: al in 2011 maakte ik me hier druk om. Later heb ik ook nog We Never Change bewierookt in de battle over albumtracks die beter zijn dan de singles. Everything’s Not Lost kan er ook nog wel bij. Het nummer klinkt als een lege kroeg na sluitingstijd. Chris Martin kruipt nog even achter de piano, slaat wat blues-akkoorden aan, en zingt opbeurende woorden (I know, daar is hij later misschien een beetje in doorgeslagen in Fix You). Life Is For Living is misschien nog wel fraaier, de hidden track klinkt als een liedje dat eigenlijk nog niet af is.

Het tegenovergestelde van de overgeproduceerde meuk die de band later is gaan maken.

Keuze Guido de Greef: Coldplay – Politik (2002)

Volwassen

Twee jaar kan een eeuwigheid zijn. Om meer precies te zijn, het verschil tussen Parachutes en A Rush Of Blood To The Head. Dat debuut was een keurig album; smaakvolle muziek die in elke hippe koffiebar on repeat stond. Aan liedjes als Don’t Panic, Sparks en Trouble kon je je geen buil vallen. Hoogstens draaide je bij de elektrische gitaren van Yellow het volume een beetje naar beneden.

In die twee jaar gebeurde 9/11. De wereld zat niet meer te wachten op lieve liedjes. De wereld was niet meer lief. Zelfs Coldplay was niet lief meer, zo liet albumopener Politik horen. De groep ging twee dagen na de aanslagen van 11 september de studio in en nam deze song op. Een oproep voor liefde, de titel een verwijzing naar de Realpolitik. Grote tekstdichters zijn het bij Coldplay nooit geweest; ik ken geen songteksten die een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten. Dat kan je met wat goede wil een kracht noemen. Iedere luisteraar kan zich herkennen in de platitudes van de band. En wie kan er tegen een oproep voor vrede zijn?

Nee, de ware kracht in Politik zit in de muziek. Die hamerende piano en gitaren die er na een paar seconden inkomen en het refrein kleuren. Dat bijna valse akkoord op 2 minuut 57 dat die onmogelijk mooie bridge inluidt dat als rustpunt én omslagpunt fungeert, gevolgd door een outro van bijna anderhalve minuut. Het geluid van een band die volwassen is geworden.

Echt, vergeet The Scientist, of dat vreselijk overschatte Amsterdam (dat alleen maar in de Top 2000 staat omdat het is vernoemd naar onze hoofdstad). Het allermooiste nummer van A Rush Of Blood To The Head, en zelfs uit het hele oeuvre van Coldplay, is Politik.

Na A Rush Of Blood To The Head zou de band nog één acceptabel album maken, X&Y. Daarna kozen voor de makkelijke poproute en gooiden ze hun reputatie te grabbel. Maar als ik Politik opzet weet ik weer hoe mooi het ooit was.

 

Keuze Peter van Cappelle: Coldplay – Crests Of Waves (2002)

Toen ‘Radiohead-light’ nog geen belediging voor ze was

Voor mij was Coldplay in mijn pubertijd een hele belangrijke band. Ik ben met ze opgegroeid. Ik was 11 toen hun debuut Parachutes uitkwam, 13 toen A Rush Of Blood To The Head hun doorbraak naar het grote publiek betekende, en 16 bij hun laatste volledig geslaagde album X&Y. Wat kon ik mezelf als puber verliezen in die veelal ballads van ze. Radiohead vond ik als jonge puber nog te zwaar op de maag, maar Coldplay voelde als een light versie daarvan. Al wilde Chris Martin daar liever niets van weten. Bleek toen Leo Blokhuis iets soortgelijks had verteld in een aflevering van Top 2000 à Go Go, dat vervolgens bij een bezoek van de band aan Nederland aan ze werd vertoond, en Chris Martin hardop afvroeg hoe Blokhuis dit in zijn hoofd had gehaald.

Voor veel mensen zal Clocks de eerste kennismaking met Coldplay zijn geweest, omdat dit hun eerste Top 10-hit in ons land werd. Ook voor mij. Daarvoor was ik nog niet echt met nieuwe muziek bezig. Toen (ja, opa vertelt) had je nog CD-singles met daarop (als ze er moeite voor deden) nog weleens wat B-kantjes die niet op albums stonden. Net als Oasis bracht Coldplay in hun eerste jaren nog weleens B-kantjes uit die niet onderdeden voor hun albummateriaal. Op de single van Clocks stond het alternatieve Smiths-achtige Crests Of Waves. Screaming out from the crests of waves is de enige zin in het refrein dat Chris Martin erin zingt. Het verwoorde mijn onzekere pubergevoelens van niet gehoord gevoeld worden.

Na Viva La Vida raakte ik Coldplay langzaam aan kwijt. Ik wilde ze nog persé een keer live zien, dus ging ik naar het concert in 2011 in Ahoy, een zaal die eigenlijk veel te klein was voor een band van wereldformaat. Want dat is Coldplay. Voor mij een aantal formaten te groot. De eerste keer dat ik Coldplay live zag voelde gelijk ook als een soort afscheid. Eindelijk zag ik die band waarvan ik troost vond in hun muziek van hun eerste drie albums in mijn pubertijd, maar toen ze flirten met R&B artiesten en vooral nummers leken te maken om maar een catchy hit mee te scoren dat goed aansluit bij een jong publiek (zie My Universe met BTS) was het heilige vuur voor mij verdwenen. Ik luister ieder nieuw album nog wel. De ene keer weten ze mij nog te verrassen, zoals in 2019 met Everyday Life, maar een album verder staan ze voor mijn gevoel weer heel ver af van de band uit mijn pubertijd die kleine liedjes maakten. Een B-kantje als Crests Of Waves maakt mij vooral weemoedig over wat voor klein veelbelovend bandje het ooit was.

Keuze Halbe Kroes: Coldplay – Amsterdam (2002)

Zwelgje

Introductie behoeft deze band niet. Verhalen over hoe belangrijk ze zijn in de moderne muziekgeschiedenis zijn er ten overvloede. En zoals we vaker zien in bijvoorbeeld de behandelde acts in de Ondergewaardeerde Playlist, is dat naarmate de jaren verstrijken de diversiteit van het oeuvre vaak toeneemt en dat is niet altijd ten goede. Denk dat dit bij Chris Martin en consorten ook zeker het geval is. Waar (bijna) iedere blogger op dit onvolprezen medium het er over eens is dat de eerste twee albums parels zijn (misschien de derde ook nog), maar dat verder op de tijdlijn van Coldplay de (over)productie de overhand neemt. 

Kan me nog herinneren dat dit album uit kwam en dat menigeen in mijn sociale omgeving nog niet wist wie Coldplay was/is. Afgaande op de eerste single, In My Place, was ik wel onder de indruk. Ambachtelijke popliedjes met een tikkie melancholische inslag. Zelf zat ik toen wel in dat soort muziek. Snow Patrol is bijvoorbeeld ook zo’n band waar ik vele luistersessies aan heb gespendeerd. Lekker zwelgen, maar met gitaren, dat soort dingen. 

Wat kies je dan van zo’n plaat, die eigenlijk van A tot Z klopt. Goed geproduceerd, fijne songs. Van toekomstige stadionhits (Clocks) tot aan iets intiemere liedjes (Green Eyes). Weinig onderwaardering dus. Heb voor deze battle A Rush Of Blood To The Head nog maar weer eens opgezet, en kwam snel tot de conclusie om de afsluiter van het album te kiezen. Minder bekend, niet vaak live gespeeld, maar toch afkomstig van dit meesterwerk. 

Amsterdam is geschreven in onze hoofdstad, vandaar de titel. Het nummer komt elke keer weer binnen als ik het hoor. Die specifieke opbouw van de zang en tot climax opbouwende instrumentarium. Later zullen de bandleden dit trucje nog vele malen toepassen, zoals bijvoorbeeld bij Fix You, waar dit gebeurd in de overtreffende trap. Eigenlijk blijft het jammer dat sommige bands onder de noemer van experimenteren en zichzelf opnieuw willen uitvinden soms volledige de plank misslaan. Dan toch maar even zwelgen al was het 2002. 

Keuze Joop Broekman: Ash Ft. Chris Martin – Everybody’s Happy Nowadays (2004)

Check die soundtrack dan

Coldplay, daar ben ik al even klaar mee. Dat schreef ik een tijdje geleden en ik denk er nog steeds het zelfde over. Moet er wel bij zeggen dat ik bij latere tracks als Adventure Of A Lifetime en Paradise niet wegzap. Prima songs, maar ze gaan de liefde niet opnieuw leven inblazen.

En al helemaal niet als je gaat samenwerken met artiesten zoals Rihanna. Blegh. Een betere collab had zanger Chris Martin met de band Ash voor de soundtrack van Shaun Of The Dead. Een nogal hilarische zombiefilm, zoals alleen acteurs Simon Pegg en Nick Frost het konden bedenken.

De soundtrack is minstens net zo goed al de film. The Smiths, Queen (twee keer) en The Specials komen voorbij, maar ook Grandmaster Flash & Melle Mel (White Lines (Don’t Do It)) en de ondergewaardeerde 80’s danskraker Hip Hop, Be Bop (Don’t Stop) van Man Parrish staan er op. Ash dendert langs met de openingstrack van hun gelijknamige album Meltdown. En met Martin werd Everybodybody’s Happy Nowadays van The Buzzcocks enigszins braaf gecovered. Niks mis mee, het past prima. Zowel in de film als op de soundtrack.

Keuze Erwin Herkelman: Coldplay – Lost! (2008)

Anders

Met stomheid geslagen was ik. Het orgel, het bijzondere ritme. Het was bombastisch, orkestraal. En je zat er direct vanaf het begin in. Precies muziek die in mijn straatje paste. En dat dan in combinatie met die prachtige stem van Chris Martin… Stil was ik ervan. En de volgende gedachte die zich van mij meester maakte was: Waarom ken ik dit nog niet?

Maar ik wist het eigenlijk wel… ik was in die jaren veel te druk bezig om jaren muzikale opvoeding in te halen. Mijn platenkast aan te vullen met liedjes van vóór mijn tijd. Niet alleen met de muziek van mijn vader, maar ook met alles wat ik daarbuiten leuk vond. En dat betekende dat ik amper meer naar de radio luisterde met als resultaat dat dit nummer volledig aan mij voorbij was gegaan. En dat terwijl het toch een flinke hit in de Top 40 was. Maar nu kreeg het alsnog een ereplekje in mijn muziekcollectie.

Coldplay maakte de plaat in samenwerking met Brian Eno. Een groot pionier op het gebied van elektronische muziek. En dat was niet het enige bijzondere. Ook voor de overige ingrediënten keken ze over de grenzen van hun eigen genre heen. De drumbeat was geïnspireerd op Cry Me A River van Justin Timberlake en het liedje als geheel baseerden zij op Sing van Blur. En dat hóór je ook echt wel terug.

Lost! is afkomstig van het album Viva La Vida. En de band had zich voor de singles van dat album ten doel gesteld dat ze stuk voor stuk een sound moesten hebben die het publiek nog niet eerder van hen had gehoord. Ik kan niet anders zeggen dan dat dat met Lost! gelukt is. Want ik kende ze vooral van de rustige, stemmige ballads die zij tot dan toe hadden geproduceerd. Ook mooi, maar dit was toch wel verrassend anders.

Keuze Henk Tijdink: Coldplay – Life in Technicolor II (2008)

Leuke clip

Coldplay is zo’n band waar ik weinig mee heb. Het volprezen album Parachutes uit 2000 deed me niet veel. En van het nummer Yellow is me bijgebleven dat in de videoclip Chris Martin op het strand liep. En dat ik het een zeurliedje vond. Hun hit Clocks vond (en vind) ik ook niet veel aan. Goed. Tot zover mijn gezeur, want na Parachutes kwam het prima album A Rush Of Blood To The Head (ondanks Clocks). En daarna hun, naar mijn bescheiden mening, beste album X&Y.

Een beste nummer aanwijzen is natuurlijk ondoenlijk. Fix You en The Scientist zijn onbetwist geweldige nummers. Op wonderbaarlijke wijze zijn ze nooit verder gekomen dan de tipparade. Maar een van mijn favoriete nummers is zonder twijfel Life in Technicolor II. De EP Prospekt’s March waarop dit nummer staat, bevat songs die volgens de band ‘te catchy’ waren om op het album Viva La Vida Or The Death And all His Friends te halen. Afgaand op dat argument snap ik overigens niet dat het nummer Viva La Vida het album dan wel heeft gehaald. Maar dat terzijde.

Met uitverkochte stadions kun je Coldplay natuurlijk niet als ondergewaardeerd kwalificeren. Wat betref views op YouTube is het nummer Life in Technicolor II daarentegen wel zwaar ondergewaardeerd: slechts 61 miljoen views. Hun hit Hymn For The Weekend heeft er liefst 1.8 miljard!

Ik ben een liefhebber van muziek met pakkende melodieën en een licht bombastische inslag kan ik ook wel waarderen En dit nummer heeft beiden. En wat zeker een pluspunt voor Life in Technicolor II is, is de geweldig leuke videoclip.

Keuze Noah Lefébure: Coldplay – Yes (2008)

Zo veel mysterie en spanning

Ik weet eigenlijk niet zo goed waar dit nummer past binnen de algemene stijl van Coldplay. Het begint met strijk instrumenten maar gaat al heel snel over naar een nummer wat vooral gedreven wordt door de gitaren. Het nummer gaat over een verloren relatie. Spijt hebben van keuzes die gemaakt zijn en nu klaar zijn met de eenzaamheid die volgde.

Chris Martin zingt tijdens een heel groot deel relatief laag voor hem, wat je niet heel vaak hoort. Dit, samen met het feit dat het niet het populairste Coldplay lied is, zorgt er voor dat het zelden live gespeeld wordt. Toch eigenlijk wel grappig hoe Yes het slechtst beluisterde nummer is op Viva La Vida Or Death and All His Friends, maar nog steeds ruim 28 miljoen streams heeft op Spotify. Hoewel het niet het meest populaire is, is het misschien wel het nummer van Coldplay wat het meeste mijn aandacht heeft gegrepen. Er zit zo veel mysterie en spanning in de track, en al helemaal door echt tweede deel.

Ik heb me best lang af gevraagd waarom die pauze tussen de twee delen van Yes zat en waarom het tweede deel zo anders was. Ik dacht dat het een artistieke keuze was die ik misschien gewoon niet begreep, wat heel goed had gekund. Maar ik kwam er laatst dus pas achter dat het tweede gedeelte eigenlijk niet zo zeer bij Yes hoort, maar een verborgen nummer is op het album. Het nummer heet Chinees Sleep Chant en de rede dat de band ervoor heeft gekozen deze te verstoppen op het album was om mensen die het album kochten een extraatje te geven die je anders niet zou tegen komen. Toch passen de twee tracks wel goed bij elkaar. Ze worden allebei gedreven door de gitaren, zijn relatief ééntonig en de stemmen zijn niet direct herkenbaar als Coldplay.

Uiteindelijk kan ik er niet omheen dat Yes muzikaal niet zo pakkend is als een nummer als Viva La Vida, wat per direct herkenbaar is. Maar als je even door de trage strijk instrumenten en het aparte gitaar intro heen gaat, kom je uit bij een lied met heel veel persoonlijkheid.

Keuze Erwin Tijms: Coldplay – Midnight (2014)

Minimalistisch en elektronisch

De eerste twee albums van Coldplay vond ik pareltjes. Een frisse band met goede nummers die nog relatief klein van geluid waren. Daarna liet ik de band toch steeds meer links liggen. Ze kozen voor een meer groots, pompeus stadiongeluid en de combinatie daarvan met de stem van Chris Martin werkte voor mij niet. Maar Coldplay is wel een band die steeds weer nieuwe invloeden opneemt in hun werk, met ronduit fantastische producers samenwerkt en ook nog eens een heel groot oeuvre heeft. Dat maakt het gelukkig niet zo moeilijk om een ‘later nummer’ te vinden dat aanspreekt.

Voor mij is dat Midnight van het album Ghost Stories. Sowieso een album dat weer meer ingetogen is. Het nummer is gebaseerd op een electronica-compositie die producer Jon Hopkins voor een eigen album maakte. De zang van Chris Martin is vervormd, waardoor het wat wegheeft van de stemmanipulatie die Justin Vernon deed op albums van Bon Iver (dat kon ik dan weer minder waarderen omdat ik zijn natuurlijke stem juist zo mooi vind). Het is waarschijnlijk voor veel mensen een heel atypisch Coldplay-nummer en dat vind ik nou net zo prachtig hieraan. Een band met de statuur van Coldplay, met zo’n grote schare aan fans, durft het hier toch maar even aan om een heel ander pad in te slaan.

Keuze Martijn Janssen: Coldplay – All I Can Think About Is You (2017)

Uitkijken naar de toekomst

Zoals naar voren komt in deze battle zijn we niet merendeels positief over Coldplay. Het is geen onvoorwaardelijke liefde. Ook bij mij is dat niet het geval. Na het tweede album zijn ze een om-het-andere-album band voor mij geworden. Kort gezegd, de even albums vind ik de moeite waard, de oneven doen het niet voor mij. Het opvallende vind ik dat de band ook echt de sound (en focus) van hun albums zo afwisselt. Alsof ze nog steeds soms die ingetogen Indie-band willen zijn maar zich opgesloten voelen in het korset van een stadion vullende mega pop/rock band. OK, niet dat hun vierde (dus, even) album zo klein was met het titelnummer Viva La Vida als mega-hit, maar ook daar zochten ze naar verdieping van hun geluid samen met producer Brian Eno.

Zelfs in 2019, met het verschijnen van hun album Everyday Life, werd nog het patroon gevolgd van mijn voorkeuren. Want het was weer een album dat wat experimenteler klonk dan de kleurrijke pop die het album daarvoor over ons uitstortte. En hun meest recente album was er weer een van de onbegrijpelijke muzikale kleurenkots, inclusief onuitspreekbare titels van liedjes (want, symbolen). Wat mij meteen deed uitkijken naar hun volgende album. Want dat zal er weer een zijn die mij waarschijnlijk wel zal behagen. Het patroon staat immers vast.

Naast de even albums brengt de band ook zo nu en dan EP’s uit die de moeite waard zijn. Niks geen grote statements, maar gewoon wat liedjes uitbrengen die ook nog op de plank liggen. Zo kwam in 2017 de Kaleidoscope EP uit, vlak na de release van het poppy zevende album A Head Full Of Dreams. Het openingsnummer All I Can Think About Is You grijpt terug naar het oude Coldplay geluid. Rustig beginnen, Chris Martin houdt zijn vocalen klein, de piano komt erbij en de gitaren zwellen aan. Niks geen sacharine of gastbijdragen voor de hitlijsten. Geen teksten vol met lege zelf-hulpslogans, maar een band die even laat horen dat ze nog weten waar hun basis ligt. En zo mij hoop geeft voor het volgende werk.

Keuze Tricky Dicky: Coldplay Ft. Stromae – Arabesque (2019)

Kop dicht, Martin

Gadver. Een battle over Coldplay; een van de saaiste bands uit de pophistorie. Mijn haren gaan overeind wanneer ik de zeurende stem van Chris Martin hoor. Clocks, Talk, Viva La Vida en de hele reeks van hits kunnen mij niet boeien. Wanneer ze op de radio gedraaid worden schakel naar een ander station. De enige reden waarom ik toch meedoe is omdat ik sinds mijn eerste bijdrage nog geen battle gemist heb en dat unicum binnen het bloggerscollectief wil ik volhouden.

Voor mij is er maar een lied dat boven het maaiveld uitkomt: Arabesque dankzij de hulp van Femi Kuti en Stromae. Het gevolg van deze prominenten is dat Chris Martin slechts in het begin een paar nootjes zingt gevolgd door Stromae (in het Frans). Arabesque is eigenlijk voornamelijk instrumentaal, maar ademt een heerlijke Oosterse jazzy sfeer. De studio-opname eindigt in een brei van geluid, terwijl de veel betere liveregistratie in Jordanië melodieuzer is. Ik overweeg zelfs om er voor de volgende Snob 2000 op te stemmen.

Keuze Marcel Klein: Coldplay – Daddy (2019)

Merg en been

Het album Everyday Life leek in 2019 weer een stap in de goede richting te zijn. Na Viva La Vida leek het commercieel aantrekkelijk om echt een andere kant op te gaan en die kant beviel mij steeds minder. Toch staan er op elk album toch wel goede nummers en doet de band zichzelf hier en daar wel wat tekort. In 2019 leek het dus weer de goede kant op te gaan en juist in kleine liedjes maakt de band nog steeds het verschil.

Daddy is zo’n track. De stem van Chris Martin blijft goed en de begeleiding door de piano is voor dit nummer genoeg. Veruit de beste track van het album (wat mij betreft dan) en het gaat nog ergens over ook.

Alhoewel hij niet graag teksten uitlegt, was Chris Martin hier vrij duidelijk over: Dit nummer had drie redenen. Allereerst, ik ken genoeg mensen in mijn leven waarbij de vader echt afwezig en speelde geen goede rol. Als vader snap ik daar helemaal niets van. Ten tweede, ik ben dus zelf vader en veel weg en voel mij daar wel eens schuldig over. Als derde (en het meest belangrijk) gaat dit over de manier hoe er zoveel racisme is in de Amerikaanse gevangenissen (ook vastgelegd in veel wetten) dat kinderen uiteindelijk hun eigen vader ontkennen.

Toch is dit een roep van een kind naar zijn vader. En dat raakt mij wel. Niet omdat ik dat zelf ervaren heb, maar wel omdat ik weet dat dit nog steeds vaak aan de hand is. Een kind heeft tenslotte zijn ouders nodig. En daarom gaat dit nummer door merg en been.

Foto: Raph_PH

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.