Elk jaar stellen we onszelf weer de vraag: wat was het meest ondergewaardeerde liedje van [vul jaartal in]? Die vraag wordt steeds moeilijker te beantwoorden. Want om ondergewaardeerd te zijn, moet er ook iets zijn wat collectief gewaardeerd wordt. En de grote hits lijken elk jaar sporadischer te worden. Hier is een overzicht van verschillende meningen over hét liedje van 2022:

  • As It Was van Harry Styles (vaakst gedraaid op Spotify)
  • About Damn Time van Lizzo (hoogst genoteerde in de Billboard 100)
  • Zonder Gezicht van Froukje en S10 (3Voor12 Song van het Jaar)
  • Belinda Says van Alvvays (Best Song of 2022 volgens Pitchfork)
  • Bad Habit van Steve Lacy (Best Song of the Year volgens The Guardian)

En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Behoudens misschien die monsterhit van Harry Styles lijkt de tijd voorbij dat Grote Hits in ons collectieve geheugen werden gegrift. Waar moet je je dan tegen afzetten? Misschien gewoon nergens tegen. Dit zijn de beste liedjes van 2022 volgens de bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes.

Keuze Tricky Dicky: Velveteen Rabbit – My Stitches Itch

Keuzestress

Elk jaar levert dé jaarbattle stress op. Enerzijds omdat ik veel goede muziek uit dat jaar al de revue heb laten passeren en anderzijds omdat ik op zoek ben naar iets innovatiefs dan wel gewoon anders. Een voorbeeld: onlangs kocht ik Uncut en daar zat een CDtje bij. De naam van dit schijfje was The Sound Of 2022 (15 tracks of the year’s greatest music). Meestal vind ik daar wel wat van mijn gading, maar deze keer niet. Misschien ben ik niet snel tevreden, maar ik hoorde niets nieuws en vond een groot aantal zelfs ronduit vervelend en langdradig. Ik heb Uncut eens geschreven en aangeboden om de Nederlandse markt voor hen in de gaten te houden en elke maand een korte review van een nieuwe release te schrijven. Ze hadden geen interesse en dat is heel jammer, want er is veel meer onder de muzikale zon dan uit Groot-Brittanië en over de plas.

Maar ook in eigen land snap ik met de beste wil van de wereld niet waarom in de afgelopen jaren onder andere No Man’s Valley, The Reuters, Stakbabber of The Pilgrims zo over het hoofd gezien zijn. De trouwe lezer (en ongetwijfeld een aantal medebloggers) zullen wel zeggen: daar heb-ie hem weer. Maar als het goed is verdient het gewoon aandacht. Er wordt teveel naar het gras van de buren gekeken. En datzelfde dreigt weer te gebeuren met Velveteen Rabbit uit Utrecht. Bouwjaar 2020. Ze hebben met Rotterdam al in de IndieXL Top 40 gestaan. Te gast geweest in de AvroTros Keiharde Podcast en Nevermind The Hype is heel positief en heeft mooie stukjes over onze singles geschreven. Gelukkig pakken Britse punkstations hen wél op: The Noise Merchants From Holland.

Tijd voor een vragenvuurtje:
Wanneer is de band bij elkaar gekomen en hadden jullie al eerdere ervaringen in andere bands? We zijn punk gaan spelen, omdat dat is wat er ontstond toen wij aan de slag gingen. We zijn allemaal wel liefhebbers van het stevigere werk en toen wij in 2020 startten, ontbrak het daar in het muzikale landschap ook wel aan (inmiddels groeit het aantal punkbands gelukkig).

Waarom richting de punk? En wat zijn jullie voorbeelden? Frontvrouw Ilona is groot geworden met PJ Harvey, Hole en NOFX. Schrijven doet ze al sinds haar 8ste, kleine gedichtjes op een zolderkamertje. En later maatschappijkritische poëzie. Die verhalen zelf zingen was een logische stap. Gitarist Jay heeft een grote liefde voor metal (hij speelde ook in de Utrechtse metalband Total Demise). In hun liefde voor harde muziek, mysterie en films vonden ze elkaar en begonnen ze songs te schrijven. Dit groeide uit tot een band toen eind 2020 ook Thomas en Sicko aansloten. Tijdens de lockdown zijn we meer nummers gaan schrijven en toen de lockdown in maart 2022 eindelijk voorbij was, waren we podium klaar! We hebben dit jaar daardoor ook leuke shows gespeeld, zelfs op Appelpop gestaan! Onze invloeden komen van punkbands als Bad Brains, NOFX, L7 maar ook krakerstechno. Maar de metal heeft ook een duidelijke invloed, net als de 90s grunge. Ook de huidige postpunk zoals DeapValley, Bully, Metz en Idles krijgen een plekje in onze sound. Maar film zet evenzeer zijn stempel op onze songs: het mystieke van David Lynch en de gestoordheid van horrorfilms vormen het verhaal dat wij willen vertellen. Want dat is wat we willen: het verhaal vertellen van het moment vlák voordat de hele boel naar de klote gaat. Dat éne laatste moment. Waarin je helemaal vrij bent. Pre- apocalyptisch, zeg maar.

Wanneer komt de EP uit? We doen alles in eigen beheer: foto, video en ook muziek opnemen/mixen/masteren. Echt DIY dus. We zijn nu bezig met onze EP die begin 2023 uitkomt. My Stitches Itch is al een voorproefje hierop. Begin 2023  doen we ook een releasetour. Het opnameproces is altijd lachen. Tijdens de opname is iedereen altijd super gefocused en serieus. Behalve onze drummer. Hij kan op de een of andere manier zijn kit bedienen én met ons communiceren of het lekker klinkt én tegelijk gezellig een facebook livevideo maken. Wonderlijk. Enfin, dat is dus wat we nu aan het doen zijn. Zin in het nieuwe jaar!

De zang van de band wordt vaak met Nina Hagen vergeleken, maar persoonlijk hoor ik meer Lene Lovitch. In ieder geval een combinatie van deze twee. Het leuke aan de tot nu toe uitgebrachte singles is dat het geen voortzetting van hetzelfde is, maar er duidelijk stijlverschillen zijn waar te nemen. Neem Good Sorcery (slepende rockballad), A Pact With Water (slowpunk) en Ladyboi staat volkomen terecht in de Snob 2000. Energiek, alternatief en recht voor de raap. En hoe lekker ik dat nummer ook vind, de opvolger My Stitches Itch is nog beter. Ik kijk in ieder geval uit naar de aanstormende EP. En wie weet zijn ze volgende jaar weer het onderwerp in dé jaarbattle.

Keuze Remco Smith: Charlotte Adigéry & Bolis Pupul – Blenda

Dansen met de voeten, het hart en het hoofd

2022 was geen vrolijk jaar. Oorlog in Oekraïne. Mensen die huis en haard hebben verlaten, op zoek naar veiligheid. Ontheemden, die uiteindelijk in Ter Apel aankomen en daar buiten moeten slapen, terwijl zij het vel van hun lijf willen scheuren vanwege de uitgebroken schurft. Nederlanders die iedere gene kwijt zijn en met spandoeken met racistische drek rondlopen. Politici, ook van ‘nette’ partijen, die verklaren dat Nederland deze vluchtelingenstroom niet aan kan, daarmee olie gooiend op het vuur dat onverdraagzaamheid heet. Het besef dat toeval bepaalt waar je wieg staat, ontbreekt. Als mijn ouders niet in Twente hadden gewoond maar in Eritrea, Bolivia of Hanoi, had mijn leven er anders uit gezien. Zo simpel is het. En als hier oorlog zou zijn, zou ik zielsgelukkig zijn als een ander land mij zou opvangen. Mensen die schreeuwen dat ‘gelukszoekers’ hier niets te zoeken hebben, miskennen dat zij zelf mazzel hebben met waar zij zijn geboren en miskennen dat we allemaal, op onze eigen manier, gelukszoekers zijn. Wat is er in vredesnaam mis met het zoeken van geluk. Je zou er moedeloos van worden.

Wat kun je doen? Dansen. Dansen op de meest frisse muziek van 2022. Charlotte Adigery en Bolis Pupul hebben op de beats van de gebroeders Dewaele de hoogst originele, knisperende plaat Tropical Dancer gemaakt. Een plaat die in de club werkt, maar ook in de auto en thuis. Dancemuziek met inhoud: Adigery en Popul hebben een plaat tegen onverdraagzaamheid gemaakt. Belgische Adigery blijkt met regelmaat te horen Waar kom je nou echt vandaan? en Wat spreek je onze taal goed. In Esperanto verklaart zij: I’m a world citizen – I don’t believe in borders.

Het is de opmaat naar de leukste track van Tropical Dancer en daarmee van 2022: Blenda. Go back to the country where you belong klinkt het een beetje klierig op de lekkerste beats die je dit jaar zult horen. Blenda is dansen met de voeten, het hart en het hoofd, met de fijnste beats en met inhoud. Blenda is dè plaat van 2022.

Keuze Halbe KroesThe Amazons – Northern Star

Mijn licht in de duisternis

Soms heb je van die stemgeluiden die je vanaf moment één grijpen. Persoonlijk heb ik dit met de stem van Matt Thomson, zanger van de Britse band uit Reading. Een bepaalde heesheid die ongekend zuiver en goed klinkt. Als deze dan ook nog eens liedjes maakt die je prima kunt bestempelen als arena rock zonder dat het gelikt klinkt, dan heb je mij. Na twee albums in 2017 en 2019 (vooral deze laatste, Future Dust, ga deze checken!) komt het derde album van de band uit in september van 2022.

Northern Star is geschreven in corona-tijd waar de band los van elkaar in verschillende steden woont en muziek elkaar toestuurt via snippets over het internet. Wellicht niet de meest ideale combi voor een song als deze. De tekst is een recht-toe-recht-aan liefdesliedje en juist door die overduidelijke tekst zo toepasbaar in mijn eigen leven. Zoals gezegd, de stem van Thomson grijpt mij. Dit in combinatie met het geluid van de band een prachtige song die alle aandacht verdient. Het liedje is voor mij een hoogtepunt in muzikaal 2022.

It’s much more than I deserve
Brightest star in my sky
I’m glad I realised
You know I realised

Natuurlijk kent ieder mens hoogte- en dieptepunten in het leven. En iedereen beleeft dit op zijn eigen manier en zijn eigen intensiteit. Het ene moment heeft ook meer impact dan het ander. En er zijn al zoveel liedjes over dit thema geschreven, maar toch. Zelf heb ik afgelopen jaar ook een aantal van die momenten beleefd, de een meer ‘lifechanging’ dan de ander. Wat mij opvalt, in retrospectief,  is dat bij al die momenten er maar een persoon altijd het licht heeft laten schijnen in mijn leven. Zonder zoetsappig over te willen komen, toch een kleine, maar belangrijke ode aan mijn lieve vrouw, die mij nimmer van haar zijde laat wijken en altijd zorgt dat de as van mijn wereld blijft draaien. En met de muziek van The Amazons op de achtergrond verdient 2022 een liefdeslied als deze en ik hoop dat een ieder die dit leest zijn eigen Northern Star heeft (en anders krijgt).

I’ll go anywhere you go my baby
You’re the light shining in the dark hallelujah
You are my Northern star

Keuze Willem Kamps: A.A. Williams – Golden

Onthouden

Ik had net de garnalenspiesjes en de plakken aubergine op de barbecue omgedraaid en liep snel naar binnen voor een kort toiletbezoek. Garnalen moeten immers niet te lang, anders worden die krengen taai. Binnen stond de internetradio aan, zoals vrijwel altijd op Pinguin Radio, en in het voorbijgaan werd ik geraakt door een flard muziek. Je weet meteen dat het goed zit. Nog even geen plas. Ik bukte voorover richting het display van de Squeeze Box en las dat dit ene A.A. Williams was met Evaporate. Onthouden, zei ik tegen mijzelf.

Ondanks het eten en de drank was het me gelukt. De dubbele A was een makkelijk ezelsbruggetje; anonieme alcoholisten. Ik googelde haar en begreep dat A.A. Williams een klassiek geschoolde muzikante is (cello en piano) met een voorliefde voor metal. Zelf omschrijft zij haar muziek als Death Gospel, wat dat ook moge zijn. Laat onze lieve Heer het maar niet horen. De metal is overigens ook ver te zoeken, al kent een enkel nummer een stevige eruptie. Over de hele linie is het sferische, gelaagde en downtempo Gothic waar haar fluwelen stem ontegenzeggelijk prachtig op gedijt.

Evaporate deed het goed in de Graadmeter van Pinguin en kort daarna kwam het donkere en kwetsbare Golden ook in die alternatieve lijst en bereikte zelfs de top. A.A. zingt over de situatie waarin je soms verkeert waarbij het onmogelijk is om objectief en redelijk te blijven, met alle rampzalige gevolgen van dien. Williams: Golden speaks of the push and pull between enjoying being in a loving situation, yet simultaneously, unwittingly, ruining it. Daar gaat je relatie.

A.A. Williams is actief sinds 2019 maar heeft mij – helaas – pas dit jaar bereikt. Hoewel helaas? Gelukkig, kan ik beter zeggen, want wat is het schitterende melancholieke muziek. Haar hele tweede album As The Moon Rests staat er vol mee. Voor mij is Golden een van de mooiste muzikale parels van het afgelopen jaar. Dat piano-intro, die gevoelvolle zanglijn en dan het meeslepende, gedragen instrumentale middenstuk waarop nog een mooi aha-koor volgt, overlopend in het refrein en terug naar het begin maar dan met gitaar. Ik zeg: onthouden!

Keuze Vincent van der Vlies: Amon Amarth – Get In The Ring

Pompeus

Ik heb door de jaren heen echt wel mijn fair share van toffe concerten en verrassende optredens meegemaakt. Zelden, echt zelden heb ik zo intens staan genieten van een concert als bij Amon Amarth in AFAS Live dit jaar. Ze hadden misschien ook wel iets in te halen, want met dit twaalfde album konden ze eindelijk weer op tournee. Het album Beserker was uitgebracht vlak voor de pandemie en tja, om dan drie jaar later daarmee te gaan toeren is ook zoiets. Dus, nieuw album, nieuwe toer en alles uit de kast.

Met verbazing en veel plezier heb ik gekeken naar de pyrotechniek, waarbij vlammen gespuwd werden door apparaten, alsof er geen gascrisis was (of dat ze in ieder geval de prijs tijdig vastgezet hadden). Er stonden grote opgeblazen Vikingen (meter of 5-6 hoog minimaal) die tussentijds werden vervangen door een vikingschip, die weer tussentijds vervangen werd door een groot zeemonster. Er werd geproost uit grote hoornen door masculiene afstammelingen van Vikingen die met gemak een groot deel van het publiek op de grond kon gaan laten zitten om te roeien als zaten ze in een vikingschip onderweg om de Friezen of de Saksen te plunderen. En zo nu en dan kwamen mensen verkleed als krijgers of als mythisch wezen uit de coulissen. Kortom, ik heb mij zeer vermaakt, terwijl ik eigenlijk voor Machine Head kwam.

Daarom heb ik gekozen voor Amon Amarth’s openingsnummer van het album The Great Heathen Army. Enerzijds omdat ik het een onvergetelijk optreden vond, anderzijds omdat het gewoon een heerlijke metaltrack is. Het is lekker pompeus met opzwepende melodieën en een toegankelijke sound voor iets wat je in principe toch wel een death metal band is. Uiteraard zit er een stevige grunt in van zanger Johan Hegg en klassieke dubbele bassdrum, maar vooral heel erg fijne aanstekelijke gitaarriffs. Het nummer is geen ode aan Odin of lofzang op Viking veroveringen, maar meer hoe je een ruzie beslecht met een bijl of zwaard (hoewel de clip juist meer een Mad Max-vibe heeft overigens).

Mocht je op zoek zijn naar toegankelijke instap death-metal, dan is dit een heerlijke band om mee te starten. Ook voor de neutrale concertganger is dit echt iets om live een keer een kans te geven. Ik vond dit in ieder geval een heel lekkere toevoeging aan het afgelopen muziekjaar.

Keuze Jeroen Mirck: Glen Hansard – Take Heart

When the moon is full over Mariupol

2022 was het jaar dat Rusland aan de rand van Europa een oorlog startte met Oekraïne. Een bloedbad dat wereldwijd werd veroordeeld, maar dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Mijn liedje van het jaar 2022 is een ballade die de Oekraïners een hart onder de riem wil steken.

Glen Hansard is een Ierse singer-songwriter die ik hoog heb zitten vanwege prachtige liedjes als Her Mercy en Time Will Be The Healer. Eind 2022 won hij pas echt mijn hart toen hij samen met Ukrainian Action en zangeres Marketa Irglova een ballade opnam voor het zo zwaar getroffen Oekraïne. Take Heart is een prachtige ode geworden, met wat mij betreft de mooiste tekstregel van het jaar: And when the moon is full over Mariupol.

Ik kan lang en kort praten over Take Heart, maar raad iedereen aan om dit nummer vaak en hard af te spelen. Geniet van het prachtige intermezzo van Marketa Irglova, maar vooral van de spot-on teksten van Hansard. Zoals dat emotionele refrein met die briljante tekstregel:

And when the moon is full over Mariupol
I’ll hold on with all my strength
Through the minutes, through the hours
And when the skies alight
Over the whole eastern Donbass tonight
I wait among the bowed and heavy heads of the sunflowers

Keuze Freek Janssen: Rosalía – Bulerías

Herhalingsoefening

Eigenlijk heb ik al over veel van mijn favoriete liedjes uit 2022 geschreven: Perfume van Sophia Skrting on the Surface van The Smile Alt-J met zowel Bane als Get Better The Lightning van Arcade Fire En er lag nog zo veel moois om uit te kiezen: Andrew Bird had gekund, of Black Country, New Road. Toch ga ik hier voor Rosalía. In 2018 schreef ik al eens over de prachtige track Bagdad van debuutalbum Malamente. Toen met de insteek; hey, een liedje met vocoder dat ik (wel) heel mooi vind. Sinds die tijd is er veel gebeurd met Rosalía.

Eerst nog even terug in de tijd; ze groeide op in Noord-Spanje, als dochter van een stoere moeder die haar altijd op de motor naar school bracht. Vandaar de titel van haar nieuwe album Motomani. Toen ze acht was, vroeg haar vader haar een keer aan tafel iets te zingen. Dat deed ze, toen ze haar ogen weer open deed was iedereen aan het huilen. In haar puberteit deed ze mee aan een talentenjacht en dat ging niet helemaal lekker. Ongeveer tegelijkertijd ontdekte ze flamenco, om precies te zijn Cameron de la Isla. Die liefde delen we – vooral het magistrale La Leyendo Del Tiempo is weergaloos. Wat Cameron deed, dat werd hem niet altijd in dank afgenomen: flamenco mixen met andere stijlen, zoals jazz. Precies dat begon Rosalía ook te doen, en ook zij werd er in eerste instantie niet populairder op in Spanje. Althans, onder de traditionalisten. Haar eigenwijze debuutalbum Malamente viel ook buiten Spanje op. Ik had het geluk haar te mogen zien tijdens Down The Rabbit Hole in 2019, toen ze nog oprecht flabbergasted was over zo veel publiek. 

Vorige week stond ze weer in Nederland, in de Afas Live dit keer. Waarschijnlijk zijn er in Nederland niet meer zoveel Spanjaarden bij elkaar geweest sinds 1588, grapte NRC. Rosalía is de afgelopen vier jaar, sinds Malamente, weer verder gegroeid. Waar eerst flamenco de basis was van elk liedje, lijkt ze nu volledig te zijn losgeweekt van welke stijl dan ook: ze laveert makkelijk tussen dance, pop, reggaeton, jazz en flamenco. Rosalía is een wereldster geworden. Ik word nog steeds hevig geraakt door haar meest flamenco-achtige liedjes, zoals Bulerías. Overigens is een Bulerías een standaardvorm van een flamencolied, eentje die de meeste ruimte laat voor improvisatie.

Keuze Alex van der Meer: Jockstrap – Concrete Over Water

Geen tweede viool

Eén van de meest indrukwekkende albums van dit jaar is Ants From Up There, het tweede album van de band Black Country, New Road. Zanger Isaac Wood verliet de band vlak voordat Ants From Up There uitkwam dit jaar. Heftig nieuws. Toch is het duidelijk geworden in de loop van het jaar dat de band deze aderlating kan overleven. Ik begreep in ieder geval dat de optredens van dit jaar zonder Wood, en met nieuw materiaal, ook behoorlijk hout wisten te snijden. Het is er sowieso ook niet de band naar om alles bij het oude te laten, dus de bandleden weten ook nu vast een nieuwe weg te vinden. Neem nu de violiste van Black Country, New Road: Georgia Ellery. Met haar kun je vele kanten op muzikaal gezien. Dat heeft ze dit jaar zeker bewezen. Luister maar eens naar de muziek van haar andere act, Jockstrap.

Bij Jockstrap is Ellery verantwoordelijk voor de zang en het gitaarspel. Taylor Sky is hier haar muzikale partner. Hij produceert, programmeert, doet de percussie, en is verantwoordelijk voor de synth. Ze kennen elkaar al vanaf 2016. Dit jaar kwam het album I Love You Jennifer B uit. Op alle fronten een fantastisch album: het songwriter-materiaal is ijzersterk en het experimentele pop-geluid met glitch-invloeden is meer dan gevarieerd en sprankelend. Jockstrap is zelfs zo goed dat er wat mij betreft minimaal drie tracks van deze Londenaren dit jaar in aanmerking komen voor het predicaat song van het jaar; drie heel verschillende nummers ook nog eens. Ik overdrijf niet, ik heb er wekenlang over nagedacht welke ik nu echt moest kiezen. Het ging lang tussen Concrete Over Water, Glasgow, en Greatest Hits.

Het werd uiteindelijk voor mij een soort van Pierre-Kartner-dan-maar-Sieneke-moment: Concrete Over Water won het voor deze keer van Glasgow en Greatest Hits. En wat maakt het nummer zo aantrekkelijk? Concrete Over Water is een fascinerende track. Het bevat schoonheid en sereniteit, maar dan even later knalt het keihard uit je speakers. Om vervolgens vanaf een zekere climax weer helemaal terug naar af te gaan, en de verwondering weer opnieuw op te starten. Het is uiteindelijk lastig te omschrijven, omdat het volstrekt uniek is. Op Concrete Over Water is voorlopig nog geen label te plakken. Behalve dan simpelweg dat het één van de allerbeste tracks van het jaar is.

Keuze Stefan Koopmanschap: Kae Tempest – Salt Coast

Bijna een religieuze ervaring

Ik zag Kae Tempest voor het eerst op Vlieland in 2017. Als ik me goed herinner was dat op het bospodium. Het was een boze, aggressieve set, zoals de muziek van Ka(t)e toen nog was. Het was enorm indrukwekkend, maar ik raakte hem een beetje uit het oog na terugkomst van Vlieland. Vervolgens kwam Kae met The Book Of Traps And Lessons, een meesterwerk die alle emotionele snaren wist te raken. Nog steeds krijg ik kippenvel, iedere keer als ik dat album opzet. 

En hoe ga je ooit over zo’n album heen komen? Dat was een belangrijke vraag voor mij. Maar tussen The Book Of Traps And Lessons en het nieuwe album The Line Is A Curve heeft Kae een metamorphose ondergaan, op alle vlakken. En een Kae die gelukkiger is, beter in z’n vel zit, die maakt gewoon iets heel anders. Of nou ja, je herkent duidelijk Kae, zowel muzikaal als qua teksten, maar het is duidelijk dat Kae geen enkele druk voelde om een tweede The Book te maken. Nee, hij is gewoon gaan werken aan een nieuw meesterwerk. En dat werkt ook live heel goed.

Waar de show op Vlieland indrukwekkend was, was de show in Paradiso eind november een betoverend geheel. Het was intens, emotioneel. Het was bijna een religieuze ervaring. Zowel Kae als zijn toetsenist waren in topvorm, en dat merkte je ook aan de reactie van het publiek. En Kae genoot. Zo overduidelijk. Pakte af en toe zijn momenten om gewoon even te genieten, even stil te staan. Het is moeilijk om van The Line een favoriet te pakken. En morgen is het misschien weer een andere, maar voor nu ga ik voor Salt Coast. Omdat die muzikaal gewoon echt heel prettig is, maar daarnaast ook tekstueel heel sterk. Ja, OK, dat zit bij Kae altijd wel goed, maar ik voel deze tekst gewoon heel goed. De tegenstellingen, het negatieve en het positieve, de (voor mij?) duidelijke referenties naar de COVID periode. Ja. Dit is em. Dit is de track van 2022.

Keuze Peter van Cappelle: Lissie – Night Moves

Alsof Stevie Nicks een oud nummer uit de jaren ’80 onder het stof vandaan heeft gehaald

Lissie was aan het begin van het vorige decennium een grote belofte. Ze werd door Lenny Kravitz via haar MySpace profiel ontdekt en hij vroeg haar in zijn voorprogramma. Daarvoor waren haar liedjes al te horen in Amerikaanse TV-series als House, The O.C. en Veronica Mars. In de jaren daarna heeft ze met grote namen samengewerkt als Robbie Williams en Snow Patrol, en had ze een cameo optreden in de hernieuwde Twin Peaks serie in 2017. Toch is Lissie buiten de Verenigde Staten nog altijd niet doorgebroken. Zonde, want wat heeft ze pakkende liedjes.

Zo ook haar nieuwste album Carvin Canyons. Haar break-up album. Je zou bijna kunnen zeggen: haar Rumours of Tango In The Night, want de single Night Moves klinkt heel erg als Stevie Nicks met Fleetwood Mac. Alsof Stevie Nicks een oud nummer uit de jaren ’80 onder het stof vandaan heeft gehaald.

Twee jaar geleden scoorde Miley Cyrus een hit met een Stevie Nicks achtig nummer: Midnight Sky. Hetzelfde zou Lissie gegund zijn na meer dan tien jaar. Misschien is het allemaal niet vernieuwend en grijpt het wel erg terug naar het verleden, maar Night Moves is wel één van meest pakkende nummers van 2022.

Keuze Carlo Deuten: The Haunted Youth – Broken

Galmende & dromerige Belpop!

Tweede weekend van december 2022. Op het programma staat onder andere een bezoek aan de platenbeurs met oudste dochter Nova. Een geslaagd, maar wel zeer koud, muzikaal uitstapje. Bij thuiskomst fijn bij de kachel de nieuwe aanwinsten bewonderen. Tijdens de huishoudelijke klusjes en het kokkerellen oortjes in en genieten van de muziek. Tussen de bedrijven door even de laatste sociale media berichten checken en dan is daar die ene vraag. De vraag waarvan je wist dat die zou komen. Dat allemaal in het kader van de laatste battle van het jaar. Kort maar krachtig: wat is het beste liedje uit 2022? Eigenlijk weet ik direct al het antwoord. Maar wat zal ik over dit geweldige nummer schrijven?

Een dag later zit ik ’s avonds in mijn muziekhok muziek te luisteren. Licht uit, spot aan en hoofdtelefoon op. Met de muzikale vraag van een dag eerder in het achterhoofd besluit ik mijn favoriete album van 2021 uit de platenkast tevoorschijn te toveren: Zia van The Artisanals. Ik stel mezelf meteen de volgende vraag: Wanneer heb ik deze voor het laatst gedraaid? Ik gok afgelopen zomer. En hoe zit het met al die andere favorieten van pak ‘m beet de afgelopen tien jaar? De nummer één noteringen uit mijn eindejaarlijstjes. Behoren die nog steeds tot mijn meest gedraaide albums? Afgaand op mijn geheugen en muzikale gevoel denk ik dat dat maar voor een paar titels geldt: Other Lives en Tamer Animals (2011) en In Central European Time van Dig Deeper (2017). De meest gedraaide? Dat is de nummer 2 uit de lijst van 2018. Bram Vanparys uit Gent. Beter bekend als The Bony King Of Nowhere. Gelaagde muziek. Waaierende gitaarpartijen. Mystiek. Melancholisch. Bestaat er zoiets al typische Belgische muziek? Of zijn er specifieke muzikale ingrediënten waar onze muzikale zuiderburen dankbaar gebruik van maken? Een geheim recept? Wie zal het zeggen. Dat is het leuke van muziek. Het ongrijpbare. Wie of wat zorgt nu voor die trigger? Feit is wel dat een flink aantal sympathieke Belgische muzikanten de juiste snaar bij mij weet te raken. Van Admiral Freebee tot The Calicos, één van de ontdekkingen van 2021. Maar ook oudgedienden als Deus en Novastar. Oké Joost is natuurlijk geboren en getogen in Nederland.

Ook dit jaar is het weer raak. In de zomer van 2021 is er dankzij de single Coming Home de eerste kennismaking met The Haunted Youth. Een groeibriljantje. Van leuk en aanstekelijk naar heel erg fijn. Van af en toe draaien tot standje repeat. Opvolgers Gone en Broken doen de rest. Hoewel Spotify iets anders beweert is Broken met afstand mijn meest gedraaide nummer van 2022. Sinds de release van het album Dawn Of The Freak, nu zo’n 1½ maand geleden, is daar een flink aantal draaibeurten aan toegevoegd. Onderweg in de auto. Tijdens het koken. Genieten van de vinylversie in mijn muziekhok. Lekker onder uitgezakt in mijn relaxstoel. Aan het eind van dit muziekjaar maak ik een diepe buiging voor Joachim Liebens, de drijvende kracht achter The Haunted Youth. Tijdens het schrijven van dit verhaal staat Broken op repeat en waaieren de galmende en dromerige gitaarklanken door mijn muziekhok. Overgoten met een elektronisch sausje en voorzien van een strakke drumpartij. Uitgesponnen en meeslepend. Gelukkig is daar ook nog de 12” versie. De tijd dat ik wekelijks op de dansvloer sta ligt inmiddels al jaren achter mij. En de laatste keer Lowlands? Dat is ook alweer 18 jaar geleden. Je wordt ouder papa. Maar met Broken op mijn hoofdtelefoon en mijn ogen dicht waan ik me weer even in een andere muzikale wereld. Op de dansvloer. Een muur van stroboscopen, de nevel uit de rookmachines en een indrukwekkende lasershow. Of in een overvolle Alpha tent op Lowlands. Een uitzinnige menigte. The Haunted Youth is er voor mijn gevoel wel klaar voor.

Keuze Der Webmeister: STONE – Money (Hope Ain’t Gone)

muzikale achtbaan

Het is lang geleden dat ik opveerde bij de eerste beluistering van een liedje op de radio, maar de afgelopen weken gebeurde dat zelfs meermalen bij onderstaande Postpunkpareltje van STONE. Zelfs op de dag dat ik dit opschrijf hoorde ik het op de auto DAB+ en ik was vanaf de eerste klanken één en al aandacht. STONE, voor wie het alle dagen CAPSLOCKDAY is, is een viertal jonge gasten uit Liverpool en dan sta je muzikaal-historisch gezien sowieso al met 1-0 voor.

Ik zal even wat redenen opsommen waarom dit nummer me steeds op aangename wijze bij de keel grijpt. Allereerst is er dat onweerstaanbaar gitaarrifje waarmee het nummer opent. Het duurt maar zes seconden voor de rest van de band bijvalt, maar mits op het juiste volume afgespeeld resoneert het niet alleen aangenaam met mijn middenrif, maar ook de glazenkast bij mij thuis gaat subtiel meetrillen, alsof er iemand zachtjes met de tamboerijn schudt. Dit klinkt lekker dreigend, waardoor ik al op het puntje van mijn stoel ga zitten. Deze opening is als een warming up die mijn oren in de aandachtstand zetten. Gaandeweg het nummer schuif ik nog meerdere keren naar het puntje van m’n stoel. Het nummer klinkt als een eenvoudige bluesrocknummer, maar STONE weet er een waanzinnige spanning in aan te brengen door met geniale tempowisselingen te spelen, en door luide stukken af te wisselen met zachte. Het geeft het nummer een voortdurende, gelaagde dynamiek, alsof je in een muzikale achtbaan zit.

Ik zou STONE desondanks niet snel voordragen voor de originaliteitsprijs. Ergens klinkt het enorm vertrouwd, alsof de beste Britpopbands van de jaren ’90 in de AI-mixer zijn gedaan, en STONE het resultaat is. Ik hoor flarden Oasis, stukjes Stone Roses, vermoedens van The Prodigy. Bepaald geen fout lijstje om het van af te kijken. Zanger Finlay Power heeft waarschijnlijk de CD collectie van Pa ontdekt, hij is namelijk de zoon van de zanger van 90’s klassieker The La’s, maar dat hoor ik dan weer niet terug in het geluid van STONE. Soms is het goed de navelstreng door te knippen, in overdrachtelijk zin dus. In Engeland waren ze afgelopen festivalzomer al uiterst succesvol, en dichter bij huis had u ze onder andere op de Nijmeegse vierdaagse-feesten kunnen zien. Voor komend jaar is mijn advies: hou ze in de gaten!

Keuze Roel Kramer: Akusmi – Fleeting Future

Experimenteel, maar toch toegankelijk

De beste nieuwe muziek is misschien wel de muziek die je horizon verbreedt. Zo was het album Gentle Spirit van Jonathan Wilson (ontdekt via de jaarlijst van platenboer Elpee Groningen) mijn ingang naar Crosby, Stills & Nash en later de rest van Laurel Canyon scene. De toegankelijke jazz van Dave Brubeck’s Take Five bleek een wereld aan onontdekte artiesten te ontsluiten waarvan ik nog maar een klein stukje heb verkend: van Brubeck naar Stan Getz en van daaruit naar Coleman Hawkins, Grant Green en Andrew Hill. Soms ontdek je nieuwe muziek via een hele andere weg.

Ik ben een fan van het werk van de Nederlandse grafisch kunstenaar Sigrid Calon. Zij werkt veel met risoprints, een druktechniek die het midden houdt tussen zeefdrukken en stencils en felle, heldere kleuren oplevert. Ik volg haar op Instagram en zo zag ik dat ze een albumhoes had ontworpen voor ene Akusmi, waar ik nog nooit van had gehoord. Geïntrigeerd zocht ik hem op en luisterde ik naar de eerste track van zijn album Fleeting Future. Achter de naam Akusmi gaat de Franse componist, producer en multi-instrumentalist Pascal Bideau schuil. Met een mix van kosmische jazz, elektronica, minimalisme en Indonesische gamelan tovert hij hele werelden bij elkaar. Hypnotiserende riffs uit de gamelan, repetitieve ritmes en saxofoons die strak een melodie spelen om later toch te ontsporen. Klinkt als moeilijke muziek, maar ondanks de experimentele aard is het toch heel toegankelijk gebleven. Luchtig zelfs. Met iedere nieuwe track van het album die uitkwam raakte ik verder onder de indruk. Gelukkig had ik de gelimiteerde oplage van de plaat meteen besteld 😊

Misschien wel de plaat van het jaar dus, en geholpen door de playlist met inspiratie voor het album die Akusmi samenstelde, ontdekte ik een nieuwe wereld aan muziek: Pharoah Sanders, Laraaji, Oneohtrix Point Never. Maar ook Steve Reichs Music For 18 Musicians. Ene Erik Hall heeft het twee jaar geleden op zich genomen om dat stuk (voor 18 muzikanten dus) in zijn eentje op te nemen. Schitterend. Hij komt begin volgend jaar met een bewerking van Canto Ostinato van de Nederlandse componist Simeon ten Holt. Ook al een stuk voor meerdere muzikanten dat hij in zijn eentje opneemt. Van Sigrid Calon naar Akusmi, van Akusmi naar Reich en van Reich via Erik Hall naar Simeon ten Holt. Had ik al gezegd dat de beste nieuwe muziek je horizon verbreedt?

Keuze Lido Schuffelers-Bron: Tramhaus – Make It Happen

Drie maal is scheepsrecht

Na twee minuten en 41 seconden in de videoclip van Make It Happen staat een blonde dame de duiven te voeren op het grasveldje voor haar huis. Huisnummer 6, een gele Peugeot 107 bouwjaar 2012 naast haar geparkeerd op wat meer het pad naar de voordeur lijkt dan een oprit of parkeerplaats en hiermee dus ook direct het enige logische pad richting de voordeur en brievenbus blokt waardoor iedereen verder via het gras een van deze twee zal moeten bereiken. Elf duiven maken van de gelegenheid gebruik om het lekkers, wat vanuit een witte plasticzak het gras op wordt geworpen, gretig op te pikken. Een bloempot staat op een kunstig gesorteerde stapel bakstenen rechts naast de deur en het enige raam naast de deur heeft diverse posters erachter hangen. Het beeld duurt drie seconden waarna een close-up van de duiven volgt. De duiven die blijkbaar ook geschrokken van de overgang vliegen direct weg en het voedsel laten ze voor wat het is. In de bovenhoek van het beeld zien we nog dat in de achtertuin van het huis met de gele auto een fors prieel staat.

Misschien zijn het drie seconden van niks, misschien is het hoe Wim Sonneveld in een 2022 versie van z’n Top 2000 hit Het Dorp zou omschrijven, maar als je goed kijkt is het geniaal en exact zoals het zou moeten zijn. Natuurlijk moet ik benoemen dat in de video de Rotterdamse wijk De Wielewaal centraal staat en dat de titel en het thema een kritiek zijn op de slogan Make It Happen van de stad Rotterdam (Lees die diepere betekenis onder de YouTube video) maar nu op deze plek wil ik jullie vooral vertellen hoe geniaal Tramhaus is. In Maart (I Don’t Sweat) en September (Karen Is A Punk) blogde Remco en Stefan al een lofzang en nu zo aan het eind van het jaar wil ik dit nog eens doen omdat het spreekwoord nou eenmaal driemaal is scheepsrecht luidt.

Jullie hebben mij echter niet nodig voor de vergelijkingen met Viagra Boys en Pixies. Ik hoef niet uit te wijden over het postuur en voorkomen van de zanger. De stempel Lock-down band moeten we ook gewoon vergeten want wie heeft er zin om nu eind van het jaar nog aan die lock-down van lang geleden te denken. Het verhaal van hoe vier drummers een band vormen met uiteindelijk maar een drummer omdat er drie eens iets anders wilde doen dan drummen is natuurlijk mooi maar het gaat om wat er uiteindelijk uit is gekomen.

Muziek die misschien in eerste instantie prima is of leuk maar als je goed luistert geniaal en exact zoals het zou moeten zijn. Een vrouw die de duiven voert maar als je goed kijkt gewoon pure kunst. Iets wat elke luisterbeurt meer lagen krijgt, iets wat live niet valt te ontkennen en iets wat ik nooit zal kunnen omschrijven zonder in fanboy-achtige clichés te vervallen die Tramhaus gewoon geen eer aan doen.

Keuze Alex van der Heiden: Janis Ian – Stranger

Troostrijk

Grande dame Janis Ian bracht dit jaar haar laatste album uit. Ik kocht ‘m niet direct, omdat het nog niet op vinyl was uitgebracht. Inmiddels wel, maar ook gesigneerde versies, dus daar aas ik nog op. Ian zou komend jaar ook ons land aandoen en daar was ik ongelofelijk blij mee, want ik heb deze grootheid pas later ontdekt. Jazeker kende ik haar Fly Too High, maar de naam Janis Ian bleef daarbij niet in het geheugen, dat kwam pas later door zowel een radio-uitzending van Blokhuis met het nummer In The Winter alsmede de blog van Marcel Klein. Ik ben meer van haar muziek gaan luisteren en inmiddels staat er een heel rijtje elpees in mijn kast, die er regelmatig uitkomen. Dus zoals gezegd heel blij met haar komst volgend jaar…. Echter een vervelende aandoening aan haar stembanden: Laryngitis gooit roet in het eten, want alle toekomstige optredens zijn gecanceld. Waarschijnlijk zal ze nooit meer klinken zoals ze dat zelf zou willen en om die reden lijkt het onwaarschijnlijk dat ze ooit nog zal optreden.

De stem van Janis Ian zou ik het liefst omschrijven als troostrijk en bemoedigend. Waarom ik dat vind weet ik eigenlijk niet, ik heb dat met een aantal artiesten en bands; Paul McCartney roept dat ook op, maar ook The Serenes en Ruud Houweling. In mijn rijtje is Janis Ian de enige dame. Haar stem op het laatste album The Light At The End Of The Line klinkt echt wel anders dan haar vroegere werk. Fragieler, zo zou ik het omschrijven. Het troostrijke echter is gebleven en het is een schitterend document geworden waarvan ik Stranger het mooist vind.

Ze lijkt in dit nummer terug te kijken naar waar ze vandaan komt. Daar was ze ooit een vreemdeling en ze komt tot de conclusie dat ze dat misschien wel altijd zal blijven en daarom haar reis moet voortzetten. Het mooie aan de teksten is dat ze niet persé heel expliciet zijn, zodat je ook je eigen verhaal kunt maken. Wat Ian haar verhaal is bij dit nummer, daar kan ik naar gissen, zoals haar vroegere relatie met een man en de ontdekking dat ze op een vrouw valt en daar haar liefdesgeluk bij heeft gevonden. Ook dat aspect en de manier waarop ze in het begin van haar carrière is behandeld (door onder andere Bill Cosby), maken van haar een artiest die het leven doorleefd heeft met pieken en dalen. Haar teksten zijn zeker ook kritisch, maar er zit altijd mildheid in bij Janis Ian. En daarbij die troostrijke stem… veeg mij maar op. Ik hoop dat er toch nog een mogelijkheid komt dat Janis Ian naar Nederland komt, desnoods met een concert waar haar nummers gezongen worden door anderen, want ongemerkt kennen we veel meer van haar muziek dan dat we misschien doorhebben. Een ereplaats verdient dit definitief laatste album met al haar wijsheid, bemoediging, kritische blik en troost.

Keuze Hans Dautzenberg: Big Thief – Change

Voortdurende levensveranderingen

Een van de mooiste boektitels moet wel De Ondraaglijke Lichtheid Van Het bestaan zijn. Het begrip ‘ondraaglijke lichtheid’ vat het leven zo mooi samen! Passend bij het stemmige eindejaars gevoel waarin ik me altijd weer verbaas over de vluchtigheid van de tijd. De constante worsteling van dagelijkse dingen, licht en zwaar, afgezet tegen het besef van nietigheid en tijdloosheid. Uiteindelijk zijn ook de voortdurende levensveranderingen juist een continuïteit. Van geboorte, leven, dood, geboorte…

Niet voor niets zien we de seizoenen steeds weer terugkeren. Juist die eeuwigheid bezingt Big Thief in Change. In een bescheiden muzikale omlijsting klinkt een oprecht pleidooi om het meanderende leven de omhelzen en de dood te accepteren als deur To a place we’ve never been before. 2022 ligt bijna achter ons, de deur naar 2023 staat op een kier.

Keuze Joop Broekman: The Brian Jonestown Massacre – Fudge

Degelijk

Van die bandnamen die je triggeren om eens te gaan luisteren. En dan maken ze nog best aardige muziek ook. Tenminste, als je van rock met een experimenteel psychedelisch randje houdt. Van die bands waar je toevallig tegen aan loopt. Die je vervolgens op een lijstje zet voor een deepdive in hun oeuvre. En die je dan weer “vergeet’, omdat er nog zoveel andere fijne muziek langs komt. Van die bands die gewoon maar doorgaan met puike songs maken.

In 2014 liep ik toevallig tegen het album Revelation aan. Ik had toen nog nooit van The Brian Jonestown Massacre gehoord. Aan de ene kant klonk het alsof er iemand zong die het leven al opgegeven had. Maar de muziek compenseerde dat weer. En met elke luisterbeurt werd het alleen maar mooier en beter. Van die bands die ineens weer in je leven opduiken. Want zo voelde het toch wel toen ik deze zomer ineens Fudge voor mijn kiezen kreeg.

Het was een fijn weerzien. Even op gang komen en daarna was het als vanouds. Dit jaar kwam ook hun twintigste album uit. Fire Doesn’t Grow On Trees stelde mij zeker niet teleur. En in februari volgend jaar gaat Your Future Is Your Past verschijnen. Dat moet ook vast weer goed komen. Van die bands die je een lekker gevoel geven. Ook al ken je niet al hun albums uit het hoofd. Als muziek dat met je doet, dan heb je weinig meer nodig. Dan ben je rijk in je hoofd. Heerlijk, man.

Keuze Marcel Klein: Katie Gregson-MacLeod – Complex

TikTok

2022 was een mooi muziekjaar.  Veel mooie albums van bijvoorbeeld The Smile, Arcade Fire, Porcupine Tree, Arena en ik zou van die albums makkelijk een nummer kunnen kiezen wat ik hier zou kunnen bespreken. Of ik zou de single van Pink Floyd over de Oekraïne kunnen voordragen als nummer van het jaar, want laten we eerlijk zijn, de oorlog aan de randen van Europa is wel iets wat ons bezig houdt.

En wellicht had ik dit ook wel gedaan, als ik bij het scheiden van de markt aan het eind van het jaar niet een aantal albums kwamen die in toch gemist had. En dan noem ik twee albums van twee singer-songwriters, allereerst Anaïs Mitchell (daar kom ik in 2023 zeker op terug), maar ik breek vandaag een lans voor de Schotse zangeres Katie Gregson-MacLeod.

Eerlijk is eerlijk, langzamerhand hou ik niet alle trends op social media gebied bij. Linkedin gebruik ik zakelijk veel. Facebook en Instagram lukt nog wel, maar alles wat daarna kwam, inclusief Be Real heb ik maar aan mij voorbij laten gaan. Ik begrijp dat er via TikTok nog wel wat oude nummers weer populair worden, maar dat er ook nieuwe muziek wordt ontdekt.

En dat is het geval met Katie Gregson-MacLeod. Een studente geschiedenis van 21 jaar met als bijbaan barista in een koffiezaak in Schotland. Met haar zelf geschreven nummer Complex werd zij een grote hit op TikTok en zorgde ervoor dat ze een platencontract kreeg. Inmiddels is er dus al een EP uitgekomen en er zit nog meer aan te komen.

Ze heeft een bijzondere stem die indruk maakt. Zeker de demo was alleen met piano en toen al ijzersterk. Inmiddels zijn er meer versies van gemaakt, waaronder eentje met violen. Toch maakt het niet uit of het alleen de piano is of met meer instrumenten. Het nummer, over een complexe relatie blijft strak overeind. Luister ook maar eens naar haar EP Songs Written For Piano. Wat mij betreft een heel mooi debuut en zeker in de Top 10 van mijn favoriete nummers uit 2022.

Keuze Mersad Rebronja: Twice – Talk That Talk

Twee en één

Wat is voor mij het beste nummer van dit jaar? Ik laat mezelf dit jaar geen keuzestress hebben en kies het nummer uit dat ik het meest heb geluisterd en dat is Talk That Talk van Twice. In de K-pop industrie heerst er een ‘zeven jaren vloek’. De meeste contracten van een groep lopen zeven jaar en daarna is het aan de leden (en de platenmaatschappij) of ze met elkaar door willen. Twice debuteerde dit jaar zeven jaar geleden en alle leden hebben hun contract vernieuwd. De fans van Twice worden Once genoemd dus het album ter viering van de contractvernieuwing heet heel toepasselijk Between 1&2.

Twice heeft hun eigen merk van levendige pop ontwikkeld, met direct herkenbare ad-libs en echoënde call & response-harmonieën. Gedurende hun gehele carrière hebben ze altijd geëxperimenteerd, en hierin uitgeblonken, zonder ver af te wijken van hun geliefde kenmerkende stijl.

Leadsingle Talk That Talk van Between 1&2 is een heerlijk funky synthpop-nummer met retro en disco invloeden. Het is een nummer met een gedurfde energie. De instrumentalen op de plaat zijn absoluut briljant en super funky, zeker wanneer de baslijn naar voren wordt getrokken. De leden leveren zoals we van hen mogen verwachten een sterke prestatie af en ieders individuele charme komt daarbij naar voren.

Het dubbele refrein is echt zalig en is een strakke combinatie van vocale suiker en pit in combinatie met een funky bas. De hooks exploderen in het refrein, aangespoord door het ultra ritmische instrumentaaltje. Van de door funk beïnvloede verzen valt al net zoveel te genieten. De stemmen van de leden stuiteren als het ware over herhaalde woorden, met daaronder een weergalmende baslijn en de zang van de leden, die extra pit geven. Het geheel is de perfecte combinatie van het krachtige en het luchtige. Ik vind het een buitengewoon sprankelende productie waar ik geen genoeg van kan krijgen.

Zoals we ook van Twice mogen verwachten is er een heerlijke videoclip om naar te kijken. Het zijn altijd kunstwerkjes en dat is ook nu het geval. Het nummer gaat voor een retro uitstraling en brengt je terug naar het jaar 2000. De Y2K mode waarbij technologie een belangrijke rol speelt, komt prominent naar voren in de clip. Tekstueel gaat het nummer over het proberen om de ander zover te krijgen dat hij alles zegt waar hij aan denkt. En dat heeft weer betrekking op het thema van de videoclip, waarin Twice een missie onderneemt om Once Ik hou van je tegen Twice te laten zeggen. De tekst is afkomstig van Danke.

Keuze Quint Kik: Suede – 15 Again

Onbetwist

Terugkijkend op 2022 was het een bizar jaar. Amper bekomen van de 3de coronagolf – ik was een van die gekken die in de eerste weken van januari Vlaanderen onveilig maakte, Nederland zat tijdens de Kerstvakantie op slot – belandde de verre uithoek van Europa in een oorlog. Het onophoudelijke beschieten van kerncentrales en dreigen met preventieve acties vanwege vermeende vuile bommen brachten me terug naar de vijfde klas, in de tijd dat Sting zong over zijn hoop dat de Russen ook van hun kinderen houden (niet iets waar ik met genoegen aan terugdenk en dat heeft heus niet alleen met de solo-capriolen van de voormalige Police-zanger van doen). Vergeleken daarmee voelt leed op persoonlijk vlak als klein bier, maar toch: in het voorjaar werd mijn vrouw aangereden door een vrachtwagen en kwam met de schrik vrij, ik lag twee keer plat met iets wat achteraf een hernia zou kunnen zijn geweest en dan was er nog de stress van zakendoen met het schorem van de keukenboer.

Frequent concertbezoek voelde als een welkome afleiding. Nadat ik in het najaar van 2021 me eindelijk weer in het clubcircuit durfde te vertonen en omver geblazen werd door notabene een coverband (wat voor een: Joy Division Undercover, met Henk Koorn van Hallo Venray op gitaar en zanger Erny Green, die Ian Curtis griezelig dicht benaderde) genoot ik afgelopen jaar van de Parquet Courts (hands down mijn favoriete nieuwe band van de afgelopen tien jaar, met enkel sterke albums op hun naam), greep ik niet naast de reünie van Pavement, bleek dat ik Stereolab veel te lang over het hoofd had gezien en was ik getuige van de wederopstanding van nederrock ’n roll in de gedaante van het Rotterdamse Tramhaus. Het hoogtepunt was Suede in Tivoli, dat integraal hun hitalbum Coming Up speelde; op dat moment verkeerde ik tussen die twee vermeende hernia’s, anders had ik nooit twee uur lang staan springen en meebrullen met Trash, Animal Nitrate en So Young.

Suede figureerde dit jaar in een aflevering van Classic Pop, gewijd aan bovengenoemd album. De band had in 1994 na het vertrek van gitarist van het eerste uur Bernard Butler zomaar kunnen imploderen, maar herpakte zich en nam er niet één maar twee nieuwe bandleden voor terug. Producer Ed Buller nam met niets minder genoegen dan een album met tien potentiële singlekandidaten en stuwde de band naar grote hoogten. Tekenend dat Buller voor de opvolger het veld ruimde en de nieuwe bezetting in 2003 alsnog uitdoofde. De terugkeer tien jaar later voltrok zich in de luwte; wie zat er te wachten op vergane britpopglorie? Comebackplaat nummer twee:  Night Thoughts plukte ik zelf twee jaar na het verschijnen uit de uitverkoopbakken en bleek behoorlijk goed!

Afgelopen najaar liet Suede pas echt zien over een tweede leven te beschikken; samen met het voornoemde Night Thoughts kan de plaat Autofiction zich meten met hun beste werk en lijkt net als Coming Up louter te bestaan uit hits. Het kan bijna niet anders, of de terugkeer van producer van het eerste uur Ed Buller vervulde daarbij een sleutelrol. Een plaat om vanaf de eerste tonen kippenvel van te krijgen; niks geen vergane glorie: het is weer 1993, ik woon nog maar net op mezelf en ik voel me weer 15 (OK, ik was 19): het moment waarop mijn muzikale horizon zich begon te verbreden en ik mijn eerste clubconcerten bezocht, waarbij je door de hele zaal de spanning voelde zinderen: er staat iets heel bijzonders te gebeuren, we staan aan de vooravond van iets unieks. Een mengeling van melancholie en uitzinnige vreugde: Suede’s 15 Again is de onbetwiste song van het jaar!

Keuze Marco Groen: Spasmodique – City Park Murders

Niet doorvertellen

Er zijn zat mensen die De Dijk het summum van de Nederlandse popmuziek vinden, net zoals er erg veel liefhebbers van de Golden Earring zijn die exact hetzelfde vinden van hun favoriet. Om maar te zwijgen over de aanhangers van Within Temptation, Spinvis, Suzan & Freek of Urban Dance Squad; er zijn er genoeg te vinden dat ‘hun’ band het beste is dat Nederland ooit heeft voortgebracht. Vooral die laatstgenoemde valt natuurlijk prima te verdedigen. Een naam die je zelden tot nooit in die categorie vindt is Spasmodique. En dat is bijzonder eigenaardig. Om precies te zijn ken ik er maar eentje die deze mening is toegedaan. Zelf had ik in het geval van deze sympathieke Rotterdamse band wat opstartproblemen, wat meer te maken had met het ontbreken van de gave om na een of twee luisterbeurten te kunnen oordelen of iets ‘goed’ of ‘slecht’ is. Na ze een aantal keer live te hebben gezien ben ik ze thuis ook maar gaan beluisteren, gevolgd door enige verdieping. De conclusie die ik uit dit traject kon trekken was dat Spasmodique inderdaad in veel meer gevallen dan een inderdaad een Nederlandse Top 3-band zou kunnen zijn. Of zou moeten zijn.

Een bijzondere prestatie van een band die al veertig jaar aan de weg timmert en een soort mix maakt van gothic, new wave en rock. Aan de ene kant is dat ook wel weer een zegen, want waar je bij bovengenoemde bands vastzit aan locaties als de AFAS-live, Ziggo Dome en Ahoy, kan je dankzij de cult-status die Spasmodique nog steeds heeft nog gewoon terecht in kleine, obscure zaaltjes waar zanger Mark Ritsema dan zijn vileine geluiden ten gehore kan brengen. Dat is eigenlijk veel leuker dan de massa-evenementen van de zogenoemde ‘groten des lands’. Het is wat dat betreft het beste om niemand iets te vertellen over Spasmodique, zodat ze lekker klein blijven en slechts een selecte groep doorheeft hoe fantastisch de band en haar muziek nu eigenlijk is. My lips are sealed.

Vanuit die gedachte is het dan ook handig om niets los te laten over de beste single van 2022: City Park Murders van eerdergenoemde band. Zoals al uit het lugubere onderwerp blijkt is City Park Murders een van de meer duistere liedjes van Spasmodique. Een echo van vroegere tijden, om precies te zijn 1990, het jaar waarin het album Haven uitkwam. Ondanks een gat van 32 jaar (wel een beetje raar) had City Park Murders prima van het (misschien wel) beste album van Spasmodique kunnen komen.

Zei ik eerder new wave? Voor de liefhebbers van The Sound is de bijbehorende videoclip wellicht erg interessant. Deze is van dezelfde makers als de film over Adrian Borland: Walking in the Opposite Direction. Een documentaire die in 2016 uitkwam. De clip laat tevens zien hoe dicht Spasmodique bij haar aanhang staat, want twee dochters van een fan spelen een prominente rol erin.

Keuze Erwin Herkelman: White Lies – Step Outside

Een hele nieuwe ervaring

In 2022 zette ik een heel nieuwe stap in mijn muzikale leven. Ik ben inmiddels 42 jaar, maar in 2022 ging ik voor het eerst van mijn leven naar concerten. Tot dit jaar meed ik dat soort gelegenheden.

De reden? Ik ben géén fan van live-muziek. Je hoort de liedjes niet zoals ze bedoeld zijn, omdat de omstandigheden in een concertzaal of op een festival gewoon niet optimaal zijn. Het is veel ongepolijster, ruwer, minder zuiver. Artiesten spenderen uren in de studio om het geluid precies perfect te krijgen, en dan ga je het luisteren op een plek waar het geluid juist níet perfect is. En dan heb je óók nog eens de hele avond dezelfde artiest… Dat is op een dance-festival wel anders.

Maar dit jaar stonden er toch voor het eerst concerten voor mij op het programma. En degene waar ik het meeste naar uitkeek was die van White Lies. Een band die, sinds ik voor het eerst Time To Give hoorde, mijn hart stal. De stem van de zanger pakte mij direct en hun melodieuze aanpak zorgde ervoor dat er steeds meer van hun nummers in mijn favorietenlijstje belandden.

Begin dit jaar hoorde ik opeens een liedje op de radio dat mij opviel. Het begon lekker zomers met een opzwepend ritme en vervolgens galmde er heerlijk vrolijke synths door de speakers. De zanger zette in en… het bleken White Lies.

De single was Step Outside, een track van het album dat zij dit jaar uitbrachten: As I Try Not To Fall Apart. Een heel andere, luchtigere sound dan wat ik van hen kende. Maar toch wisten ze mij wéér te boeien. En toen ik erachter kwam dat de band ter gelegenheid van dit nieuwe album ook een clubtour maakte was ik om: ik wilde ze live zien.

Ik heb daar geen moment spijt van gehad. Het concert was meesterlijk en ik heb genoten van elke minuut. Het klonk bijna nét… alsof we bij hen in de studio stonden. Perfect! 😉

Keuze Erwin Tijms: Makaya McCraven – Dream Another

Staalkaart

Jazz. Het heeft een reputatie. Muzikanten die om het snelst lijken te spelen. Franse existentialisten met moeilijke brillen en dito coltrui als publiek. Een genre dat niet vaak aan bod komt. Mag je het ondergewaardeerd noemen? Of is het niet genoeg ‘liedje’ voor een battle hier? Hoog tijd om het onder de aandacht te brengen.

Er zijn de laatste jaren veel goede jazzplaten uitgekomen. Denk maar aan het werk van saxofonist Kamasi Washington, bekend van zijn werk voor Kendrick Lamar. Of aan sommige nummers van Thundercat. Drummer Makaya McCraven bracht dit jaar In These Times uit. Een album waar hij al jaren aan werkte en dat langzaam, naast alle andere platen die hij de afgelopen jaren uitbracht, tot stand is gekomen. Net als bij Kamasi Washington hoor je in zijn werk naast liefde voor jazz ook liefde voor hiphop terug.

In These Times staat vol met orkestrale nummers, complexe ritmes en interessante tempowisselingen, allemaal knap geproduceerd en nabewerkt. Het is waarschijnlijk het album dat ik dit jaar het meest op heb gezet, omdat het heerlijke begeleidingsmuziek voor als je bijvoorbeeld aan het werk bent of leest, zonder dat het enkel achtergrondgeluid wordt. Er is altijd wel wat interessants te horen in de nummers en het is uh, groovy. Dream Another is een mooie staalkaart van wat het gehele album te bieden heeft. Nu coltruien ook weer in de mode zijn, lijkt me dat we jazz ook weer wat populairder kunnen maken.

Keuze Lenny Vullings: Father John Misty – The Next 20th Century

Nieuwe oude muziek in een nieuwe oude eeuw

Father John Misty staat ergens onder aan mijn lijst van muzikanten waar ik een drankje mee zou willen doen. Hij lijkt me een ongegeneerde klootzak, en ik denk dat hij me in een donker hoekje van de kroeg een ononderbroken lezing van twintig minuten zou geven over hoe mijn kledingkeuze zijn artistieke visie schaadt, om vervolgens boos weg te lopen (waarschijnlijk om buiten op een puppy te spugen) en mij te laten betalen voor zijn whiskey sour.

Maar het zij hem vergeven, want hij heeft voor mij het beste album van 2022 gemaakt: Chloë & The Next 20th Century. Op dit album mengt hij moeiteloos Golden Age Hollywood, Cole Porter’s Broadway, bossa nova, en de heerlijkste jazzfolk die een mens zich maar kan wensen. Het album voelt aan als een mijmering op een zwartwitfilm in c-mineur met een lichte verhoging, waar een ensemble danst op de overpeinzingen die Father John op ons loslaat.

En dan, als allerlaatste nummer, komt het hele album samen op The Next 20th Century. Stilistisch breken we van de jazzfolk en een lome synthesizer stuwt ons op een Bossa  Novabeat een nummer binnen waar we zeven minuten aan de lippen gaan hangen van deze muzikale priester. Hij begint te verkondigen:

The nazis that we hired
For our wedding band
Played your anthem like I wasn’t there
For the father-daughter dance

Het laatste nummer van je jazzy album beginnen met een nazi-referentie… Jij griezel.

En hier eindigen de vage referenties niet. Father John neemt ons mee van Egypte naar Calvary, van Reno naar Rome, en hij wijdt een heel couplet aan Val Kilmer en hoe hij ooit Batman speelde (wat één van mijn favoriete tesktpassages ooit is). De proclamaties worden onderbroken door briljante breaks die heftiger binnenkomen dan de zwaarste metal en objectief het beste gebruik van de castagnetten bevatten sinds de uitvinding van het instrument.

Hij adresseert tragedies uit de gehele twintigste eeuw, over oorlog en hybris. En dan, helemaal aan het einde vallen de puzzelstukken op hun plek. Hier waarschuwt hij ons, en hoopt hij dat de nieuwe eeuw een ander verhaal kan worden, en we niet in herhaling treden, en dat de liedjes van de twintigste eeuw en daarvoor hun waarde behouden om ons aan vast te klampen. Of zoals Father John het zegt:

I don’t know bout you, but I’ll take the love songs
And give you the future in exchange
I don’t know ’bout you, but I’ll take the love songs
If this century’s here to stay
I don’t know ’bout you, but I’ll take the love songs
And the great distance that they came

Een ondergewaardeerd  artiest met een waanzinnig album met daarop een allesomvattend nummer. Op 4 maart ga ik hem zien in de Melkweg, en ik kan niet wachten om gedoopt te worden in zijn manische geloof.

Foto: Nikita Nikitin

One comment

  1. Ik kan me helemaal vinden in de keuze voor STONE. Combineert heerlijk al het goede van britpop uit de 80’s, 90’s en zero’s

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.