Morgen, 15 oktober, is het zestig jaar geleden dat Cole Porter overleed. Bij leven was hij verantwoordelijk voor tal van filmscores en populaire Broadway-musicals. Vooral de nummers die hij in de jaren twintig en dertig schreef, behoren nog altijd tot de standards van de vocale jazz, met uitvoeringen van Ella Fitzgerald tot Lady Gaga.

Zijn belangrijkste aantrekkingskracht school in zijn spitsvondige teksten, uniek voor hun tijd vanwege hun directheid. Zijn tragiek school er in, dat hij een groot deel van zijn leven genoodzaakt was om in de kast te verblijven. Om naar buiten toe de schijn op te houden, trouwde hij met Linda Lee Thomas. Een lang en gelukkig huwelijk: Lewis was op de hoogte van Porter’s geaardheid en profiteerde van diens sociale status en gezamenlijke interesses. Daarbij was ze verlost van de fysieke mishandeling die ze in haar eerste huwelijk onderging.

In 1990 verscheen het tribute-album Red Hot + Blue met herinterpretaties van Cole Porter-klassiekers. De eerste in een lange reeks, bedoeld om geld in te zamelen voor de bewustwording en bestrijding van aids. In de battle van vandaag staan we stil bij dit icoon van de moderne popsong.

Keuze Jeroen Mirck: Begin the Beguine (1935)

Caribische dans met een lange aanloop

Een bijzonder verhaal over Cole Porter is het ontstaan en de muzikale rijping van zijn compositie Begin the Beguine. Niet zomaar een liedje, want Porter baseerde het nummer tekstueel en muzikaal op een specifieke Caribische dans. Hij schreef het tijdens een cruise van Indonesië naar Fiji. De beguine stamt als muziekgenre uit Martinique, is een aparte mix van stijlen (van bélé tot polka) en laat zich omschrijven als een trage rumba.

Het was een moeilijk stuk en sloeg aanvankelijk ook niet aan. Te afwijkend en te lang, zo luidde de kritiek. Componist en auteur Alec Wilder zou het later omschrijven als een experiment zonder weerga, dat hij zelfs na honderd pogingen niet kon naspelen zonder partituur. Zelfs Josephine Baker kon er geen succes van maken in de variété-voorstelling na haar terugkeer in de VS. Pas toen bandleider Artie Shaw er in 1938 een swing-arrangement van maakte, werd het een hit.

Sindsdien is Begin the Beguine vertolkt door de groten der aarde: Frank Sinatra, Ella Fitzgerald, Elvis Presley en Perry Como, maar ook representanten van latere generaties, zoals Pete Townshend en Sheryl Crow. Onder de titel Volver a Empezar was het een wereldhit voor Julio Iglesias.

Deze jazz-standard staat uiteraard ook op Red Hot + Blue, maar in een sterk afwijkende versie van een artiest uit alweer een heel ander deel van de wereld. De Malinese zanger Salif Keita geeft er een geheel eigen draai aan. Een mooie versie van een artiest waar je echt eens vaker naar moet luisteren, maar niet de versie die ik hier graag wil uitlichten. Dan ga ik toch liever terug naar de oorsprong, toen Porter het aandurfde om zijn luisteraars iets heel nieuws en onverwachts voor te schotelen. Het werkte, getuige de Broadway-versie met big-band en het tapdance-duo Eleanor Powell and Fred Astaire. Wat een speelsheid, wat een flair! Cole Porter was een genie.

Keuze Quint Kik: Neneh Cherry – I’ve Got You Under My Skin (1990)

Urgent statement

Een gedurfde remake, deze lead-off track van het eerste Red Hot + Blue-album. Van Cole Porter’s origineel uit 1936 (voor de musical Born To Dance) blijft weinig meer over dan de titel en de zinsnede Use your mentality/ Wake up to reality. Volstrekt andere koek dan de versies van Sinatra of de Four Seasons. Ook voor Neneh Cherry was dit mijlen verwijderd van de uitbundigheid van Buffalo Stance.

Die doorbraaksingle had de wereld kennis laten maken met een hoogst originele vrouwelijke rapper. Geholpen door Tim Simenon van Bomb The Bass reikte het nummer in februari 1989 tot de eerste plek van de Nederlandse Top 40. Die aanstekelijke lach – What do you expect? The guy’s a gigolo, man – kan ik dromen, dit nummer was vaste prik in mijn dj-set op de feestjes bij menig klasgenoot thuis.

De babykamer van Cherry’s pasgeborene zou nog eens figureren als kraamkamer voor de Massive Attack’s debuut Blue Lines, zo leerde ik van collegablogger Erwin Tijms ten tijde van de opnamen van de podcast bij de ondergewaardeerde playlist. Rond die tijd moet ook I’ve Got You Under My Skin zijn ontstaan. In de omgewerkte versie een urgent statement waarin Cherry aandacht vroeg voor hoe er werd omgegaan met aidspatiënten.

Van de bijbehorende videoclip staat die pulserende basspeaker me nog het meeste bij. Samen met het blauwe filter dat eroverheen lag en die gesluierde danser maakte het een grimmige indruk. Het waren dan ook grimmige tijden. De ziekte aids was opgekomen in de jaren ’80, maar het zou nog tot midden jaren ’90 duren, eer er een geneesmiddel beschikbaar kwam dat het hiv-virus onderdrukte.

Keuze Naomi Mertens: k.d. lang – So in Love (1990)

Duistere en pijnlijke liefde

Ik leerde k.d. lang (volgens haar eigen schrijfwijze zonder hoofdletters) kennen in de jaren ’90, toen haar muziek werd gedraaid op de feestjes waar ik kwam. Eigenlijk vond ik haar te ‘country’, maar haar stem en klank pakte me wel: die was loepzuiver, rond en warm. Een stoere dame om te zien, een boegbeeld in de lhbti+-gemeenschap.

Op het tribute-album voor Cole Porter zingt ze het nummer So In Love, dat ik in de uitvoering kende van Ella Fitzgerald (ondersteund door een big bandachtig strijkorkestje). Maar waar Fitzgerald het nummer uitvoert als een licht liedje vol verlangen naar een geliefde die tijdelijk even afwezig is, maakt k.d. lang het duister en pijnlijk. De donkere videobeelden dragen daaraan nog eens bij. We zien daarin iemand die met handschoenen aan de was doet van een blijkbaar erg zieke (waarschijnlijk aan aids lijdende) geliefde, terwijl de camera inzoomt op een leegdruppelende infuuszak en een oog waaruit een traan rolt.

So taunt me, and hurt me
Deceive me, desert me
I’m yours till I die

Zo bezien past dit nummer goed in het hele oeuvre van k.d. lang, die in haar eigen nummers over de liefde veelal situaties beschrijft waarin die liefde niet vanzelfsprekend is. Nu ik ook die nummers opnieuw draai, krijgen die door So in Love weer een diepere betekenis.

Keuze Willem Kamps: Debby Harry & Iggy Pop – Well Did You Evah! (1990)

Swellagant

Tja, Iggy, bij of met wie heeft hij niet gezongen? De lijst van (meestal) incidentele samenwerkingen is lang. Daarom een paar: Alice Cooper, Kate Pierson, Death in Vegas en Bowie, meer dan eens natuurlijk. In 1990 deed Iggy een duet met Debbie Harry voor Red Hot + Blue, het eerbetoon aan Cole Porter. Een all-star samenwerkingsplaat waarvan de opbrengsten ten goede kwamen aan aidsonderzoek, de verschrikkelijke nieuwe ziekte die toen nog verwoestend rondwaarde.

Debbie en Iggy zongen Well, Did You Evah! uit de musical Du Barry Was a Lady. Het lied was toen al 51 jaar oud. Met de versie van Debbie & Iggy, gegoten in een rock-arrangement, ook alweer 34 jaar oud, wordt aangetoond hoe tijdloos het liedje is. Eigenlijk een coverstory waard, want het is door velen gezongen, en niet de minsten. De oorspronkelijk uitvoering was van Betty Grable & Charles Walters. De meest bekende is die van Bing Crosby en Frank Sinatra in de film High Society.

Well, Did You Evah! handelt over het zoveelste luxe feest wat wordt bezocht. De gasten zijn ondertussen volkomen blasé, lullen totaal verveeld maar wat raak en nemen zichzelf noch de ander serieus. Het leidt tot een vermakelijke gezongen dialoog, waarbij Debbie en Iggy heerlijk schmieren bij wat een ‘geweldige’ party ze nu weer zijn aanbeland, nog eens benadrukt door het lekker landerige la la la la la la la la la la la la laaaa. Het feest dan misschien niet, het lied is wel volkomen swellegant!

Keuze Leendert Douma: Tom Waits – It’s All Right With Me (1990)

Past als een jas

De songs van Cole Porter zijn zo briljant eenvoudig dat ze elke artiest passen als een jas. Dus lijkt de cd Red Hot + Blue wel een verzamel-cd met het beste uit de oeuvres van – pak ‘m beet – Lisa Stansfield, Jungle Brothers, k.d. lang, Thompson Twins, Erasure, Salif Keïta, Neneh Cherry, David Byrne of Pogues met Kirsty MacColl. Zeg maar een staalkaartje hip and happening eind jaren tachtig/ begin jaren negentig.

Ook zeer stereotype is het nummer van Tom Waits op deze plaat. Het is misschien wel de sterkste bijdrage aan Red Hot + Blue. Dat is niet zo gek. Tom Waits had net z’n allerbeste jaren achter de rug, waarin hij de albumtrilogie Swordfishtrombones, Rain Dogs en Frank’s Wild Years afleverde. Onder invloed van echtgenote Kathleen Brennan maakte hij de switch van melancholieke kroegliederen naar experimentele potten-en-pannen-muziek met invloeden uit de gehele Amerikaanse én Europese traditie. Alles werd overgoten met een sausje Captain Beefheart-gekte, maar de melancholie van vroeger bleef. Het was niet minder dan geniaal.

Met deze intentie deed hij mee aan twee tribuutprojecten. In 1985 performde hij het nummer What Keeps Mankind Alive? op Lost In The Stars, The Music Of Kurt Weill (zelfde laken een pak: Kurt Weill past ook elke artiest als een jas). En in 1990 was het de beurt aan It’s All Right With Me van Cole Porter. Tom Waits schaarde zich daarmee in een indrukwekkende lijst artiesten die dit nummer opnam (van Bing Crosby tot Moloko, van Rita Reys tot George Michael en van Sonny Rollins tot Frank Sinatra). Maar niemand deed het zo eigenzinnig als Tom Waits in zijn beste dagen.

Keuze Remco Smith: Annie Lennox – Ev’rytime We Say Goodbye (1990)

Evergreen

Met Ev’rytime We Say Goodbye zou je tig coverstory’s kunnen vullen. Ella Fitzgerald, Simply Red, Rod Stewart, Lady Gaga, Nina Simone, Tony Bennett, noem maar op. Er zijn minder mensen te vinden die het niet dan wel hebben gezongen. Eigenlijk is iedere versie mooi. Ook deze van Annie Lennox, sowieso de vrouw met één van de mooiste stemmen van de jaren ’80. Het tekent het vakmanschap van Cole Porter.

Moet ik er wel bij zeggen, ik had eigenlijk willen bloggen over Iggy en Debby met Well, Did You Evah! Wat een fantastische stem heeft Iggy toch. Wat een vrolijkmakende versie is dat. Maar die was al vergeven. En dan is deze evergreen toch ook wel weer een mooi alternatief.

Keuze Martijn Janssen: U2 – Night And Day (1990)

Donkere voorbode

Cole Porter hoort bij The Great American Songbook; zowat elke compositie van hem is een standard. Iets wat deze battle/ dit eerbetoon ook laat zien, want er zijn zoveel prachtige uitvoeringen van zijn liedjes. Eén van zijn bekendste is Night And Day, wat ook de titel was van een biografie over Porter die tijdens zijn leven al uitkwam. Oorspronkelijk afkomstig uit de musical Gay Divorce uit 1932 en twee jaar later verfilmd als The Gay Divorcee (met het sterrenkoppel Fred Astaire en Ginger Rogers) is het een liefdesverklaring die direct wordt gezongen aan de geliefde.

Als standard is het nummer honderden keren gecoverd door een groot scala aan artiesten. Vaak vat de vertolking de sfeer samen van de verteller die zo van zijn geliefde houdt en niet kan wachten om het haar (of hem) toe te zingen. Wanneer U2 in juni 1990 de studio ingaat voor een eigen interpretatie, neemt de band een andere invalshoek. De sfeer is donker en zwaar. Aan de tekst wordt niet gesleuteld, maar door de zang, de drukkende keyboards en klemmende beat klinkt het niet meer als een liefdesverklaring. Hier wordt iemand tot pijn aan toe overheerst door de liefde, verscheurd en obsessief.

In alles voelt U2’s vertolking van Night And Day als een voorbode van de verandering die Achtung Baby zou brengen. De drums zijn ritmischer, het open geluid is vervangen door een beklemmende sfeer. En de liefde is niet alleen meer verlangend, maar zeker ook een kwelling. Bij de release van de Red, Hot + Blue-compilatie in september 1990, meer dan een jaar voordat Achtung Baby verschijnt, wordt dit echter niet opgemerkt bij het grote publiek. Toch heeft het lied een reputatie opgebouwd bij kenners. Zo eindigde het hoog in de Ondergewaardeerde Playlist van U2. En is het dus ook een soort standard geworden in het oeuvre van de band.

 

Keuze Henkjan Olthuis: Pauline van Schaik & Hein van de Geyn – Ev’ry Time We Say Goodbye (2003)

Songbook standard

Ondergewaardeerdheid is contextafhankelijk. Zo is de jazz best wel ondergewaardeerd in mijn cd-kast, en ook in onze groep bloggers op deze site: je moet blogs erover met een lampje zoeken. Zo kan het dus dat we vandaag een battle hebben over een van de grootste namen uit de jazz, die toch ondergewaardeerd is. 

Maar drop de naam bij een jazzmusicus en het songbook met de jazz-standards komt op de lessenaar waar diverse Cole Porter-composities in staan, met goede kans dat er minstens één daarvan bij het eerstvolgende optreden gespeeld zal worden. Toen ik om inspiratie op te doen voor deze battle aan een bevriend jazzbassist vroeg om wat van Cole Porter in de cd-speler te doen, waren we al snel alle kanten van de jazz op aan het gaan. Van beroemde uitvoeringen zoals Ella, via traditionele versies waar alle jazzclichés voorbij komen; een kroegopname waar je de vloer hoorde meedoen, en uiteraard (het is jazz, hè) diverse bijzondere uitvoeringen.

Zo ook mijn keuze: Ev’ry Time We Say Goodbye door zangeres Pauline van Schaik en bassist Hein van de Geyn. Wat me aan deze uitvoering greep is de minimale bezetting: alleen zang en contrabas die de schoonheid van de compositie extra benadrukken. En luister het bij voorkeur op een goede set luidsprekers, ook de opname is het waard.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.