Franstalige muziek heeft wat aandacht betreft niet te klagen; Matthijs van Nieuwkerk mocht in betere tijden samen met de oppersnollebol twee televisieseizoenen lang op zoek naar de herkomst van vergeten chansons en in oktober vorig jaar trok een record aantal bloggers (22) ten strijde in La Deuxième Bataille Des Chanons Françaises – 5 jaar eerder ging er eentje aan vooraf – die het thema aanzienlijk breder trok dan het cliché van Radio Tour de France. Ik had de mazzel dat ik de spits mocht afbijten met Nino Ferrer: een moeilijk te classificeren heerschap, wiens oeuvre wandelt van Southern soul via progrock naar laidback funk met een onweerstaanbare groove, waar een band als Air – wier debuut Moon Safari 25 jaar geleden verscheen – zonder twijfel schatplichtig aan is.
Mijn vinyl-collectie biedt ruimte aan een zelf bedacht niche, rondom visionaire, Franse popmuziek uit de late jaren ’60 en vroege jaren ’70. Het komend half jaar neem ik je iedere derde dinsdag van de maand aan hand voor een bezoek aan ‘de school van Serge’. Dat wil niet altijd zeggen dat de artiesten in kwestie een directe link met Gainsbourg hebben. Wat Clothilde, Antoine, Zouzou, Michel Polnareff, Veronique Sanson en Nino Ferrer met hem gemeen hebben, is hun eigenzinnigheid en een zekere hang naar het subversieve; op een heilig huisje meer of minder werd door hen niet gekeken.
We trappen af met de anti-France Gall: Elisabeth Beauvais alias Clothilde. Het negatief van de YéYé-girl en als je sommige mag geloven koningin der Swinging Mademoiselles. Tegen wil en dank, dat dan weer wel. Ze verdient die status helemaal niet en zat er ook niet op te wachten, liet ze zich in een interview ontvallen. Haar ultracoole en tegelijkertijd onderkoelde image kwam geheel en al uit de koker van producer, tekstschrijver en arrangeur Germinal Tenas. Een wonderkind in dienst van het label Vogue, dat zelf nauwelijks ouder was dan de piepjonge Elisabeth/Clothilde. Hij zag het helemaal voor zich: het zangeresje, waar hij heimelijk verliefd op was, zou met zijn dubbelzinnige en zwartgallige liedjes de tegenpool vormen van die al te hippe en weinig originele Beatles-meelopers.
Clothilde dacht daar het hare van. Ik deed het alleen om mijn ouders te behagen. Vader en moeder waren werkzaam in de entertainment-branche en zagen het helemaal zitten dat hun meiske het subversieve pad zou gaan bewandelen. Op zulke ouders zit geen enkele post-puber of pre-adolescent te wachten natuurlijk, Clothilde wilde haar eigen ding doen. Tenas wilde daar echter niets van weten en drukte zijn morbide creaties door, zoals Fallait Pas Écraser La Queue Du Chat: die mop over een timmerman, die op de staart van een zwarte kat gaat staan en dat moet bekopen met een gruwelijk ongeluk: zijn arm komt terecht in de zaagmachine. Eenmaal uit het ziekenhuis wordt hij aangereden door een auto, verliest zijn goede been en dan treft hij ook nog zijn vrouw in bed met een ander!
Clothilde kon helemaal niets met die Franse humor, maar mijn hemel: dankzij haar hyperverveelde, afstandelijke stemmetje en de knotsgekke arrangementen van Tenas – French horn, zingende zaag, kerkklokken, draaiorgel, marimba, brass fiddle, woodwind en fuzz gitaar en dat allemaal in één nummer – werd misschien wel de beste Franstalige, psychedelische garagerockklassieker geboren!
Mooie post en omdat ik deze site nog niet heel lang volg ga ik al die nummers uit de Batailles ook nog even beluisteren. Ik heb zelf een redelijk uitgebreide Franse chanson-collectie thuis annex luisterlijst op Spotify. Heb laatst nog een favoriet op mijn onlangs begonnen muziekblog geplaatst, ‘Fais-moi mal, Johnny’ van Boris Vian, gezongen door Magali Noël, https://muziek7.wordpress.com/2023/01/09/boris-vian-fais-moi-mal-johnny/