Het is vandaag 14 februari: Valentijnsdag, de dag van de liefde. Voor sommigen misschien wel de dag van gemis of verlangen en juist dan kan die ene zin iets extra betekenen. Die ene zin in dat liedje, die ene zin die maar blijft hangen, omdat je geraakt wordt door de schoonheid ervan. Over die zin gaat het in deze battle: of je nu aangeraakt bent door de liefde, door verlangen, of door geheel iets anders. Die ene zin, die doet het ‘m.
Keuze Der Webmeister: Corrie & de Rekels – Huilen Is Voor Jou Te Laat (1970)
Dure Relatietherapie
Huilen is voor jou te laat was met afstand in ons land de grootste Top 40 hit van het jaar 1970 en tevens de grootste hit van Corry & de Rekels. Het stond 41 weken lang in de Nederlandse Top 40, van april 1970 tot januari 1971, en was tot 2014 het langst genoteerde nummer ooit in de lijst. Het lied betekende bovendien de grote doorbraak van die andere beroemde inwoner van Breda, Pierre Kartner, die het nummer niet alleen schreef, maar die je ook kunt horen meezingen. In het Noord-Brabant van de vroege jaren ’70 waar ik opgroeide was Corry Konings na het verschijnen van dit nummer een halve heilige, een regionale wereldster omgeven door Beatlesmania-achtige taferelen. De jongeren onder jullie zullen Corrie Konings natuurlijk kennen van deze culthit uit 2011. Ondanks deze imposante erelijst zijn er redenen om Huilen is voor jou te laat als ondergewaardeerd te bestempelen. Om te beginnen omdat er op Volkse Smartlappen enorm wordt neergekeken door de liefhebbers van de ‘betere’ popmuziek, de Snobs dus, oftewel u en ik. Daarnaast staat het nummer al ruim 10 jaar niet meer in de Top 2000, en volgens onze huisregels maakt dat het per definitie weer ondergewaardeerd. Bovendien, en nu raken we aan het thema van deze battle, verdient dit lied uw aandacht omdat de tekst een verborgen parel bezit, die ons inzicht geeft in de gemeenplaatsen die de volkse smartlappen zo herkenbaar maakt. En dat bedoel ik in positieve zin. Kort door de bocht genomen zou je namelijk verwachten dat teksten van Snobmuziek meer symbolisch van aard is, meer indirect, met ruimte voor interpretatie, terwijl de Volkse Smartlap meer direct en feitelijk is, to the point. Het is zoals het is. Maar dat is inderdaad te kort door de bocht.
Alles wat ik had gaf ik aan jou alleen. Maar je ging toch steeds weer naar die ander heen
Je kunt natuurlijk op je klompen aanvoelen dat we gaan inzoomen op de term ‘die ander’. Die twee simpele woordjes klinken natuurlijk als een enorm cliché, je zou er haast achteloos aan voorbijlopen. Maar laten we het even op ons inwerken, en ons even verdiepen in de schoonheid ervan. Ik weet niet welke beelden het bij u oproept, maar het lijkt mij duidelijk een verwijzing naar de dreiging van een (anonieme) derde persoon in een driehoeksverhouding. ‘Die ander’ suggereert dat er al een tijdje wat aan de hand is, dat er hier sprake is van recidivistisch vreemdgaan. Dit roept direct associaties op met dure relatietherapie, dat veel geld heeft gekost maar uiteindelijk niks uithaalde, want iedere keer weer zocht de toegezongene ‘die ander’ weer op, alsof de ik-persoon (Corry Konings dus) de werkelijke naam van pure walging niet eens over haar lippen krijgt. Grammaticaal gezien is ‘die’ hier een Aanwijzend Voornaamwoord, inderdaad, alsof het de beschuldigende vinger uitsteekt: ja jij daar, jij hebt het gedaan! Als iemand steeds weer daar die ander gaat is dat met een snoeihard gestrekt been de relatie op de klippen jagen. Overigens is dat ‘heen’ dat daar achteraan volgt dan wel weer een beetje lelijk, als we dan toch de hele regel gaan ontleden. Het woordje “heen” is volkomen overbodig en voelt nogal gekunsteld, met de haren erbij gesleept. Jammer gewoon. Maar ik snap dat het voor het ritme hier noodzakelijk was. ‘Die ander’, het zijn zoals gezegd twee simpel ogende woorden, maar wel twee die een enorm sterk beeld oproepen, een sterke symboliek hebben, en enorm veel interpretatie bieden, precies de eigenschappen die ik hierboven aan de ‘betere’ Snobmuziek toedichtte.
Ik stal voor ons gezin, maar dat had toch geen zin. Want jij viert nu kerstfeest met een ander
In 1976 brak een piepjonge André Hazes door met zijn Eenzame Kerst, waarin bovenstaande regels zijn terug te horen. Let op het subtiele verschil met de besproken tekstregel van Corry & de Rekels: Hazes heeft het niet over ‘die ander’, maar over ‘een ander’. Het aanwijzend voornaamwoord is gedegradeerd tot een eenvoudig lidwoord. Ik geef toe dat dit geneuzel op de vierkante millimeter is, maar U proeft hopelijk direct een wereld van verschil: ‘een ander’ is onbepaald, een willekeurig iemand, het had iedereen kunnen zijn, een one-night slippertje. In tegenstelling tot ‘die ander’, dat juist sterk het beeld schept dat hier al tijdenlang een serieuze verhouding plaatsvindt met steeds dezelfde persoon. Ik blijf het al jaren een gemiste kans vinden dat Hazes hier niet voor ‘die ander’ heeft gekozen. Dat zou zoveel meer beladen geweest zijn, zoveel meer drama hebben opgeroepen. Maar goed, het zal zijn verdere carrière wel niet geschaad hebben, vermoed ik.
Keuze Hans Dautzenberg: B-52’s – Dance This Mess Around (1979)
Kaas
De geschiedenis van ons land begint in Limburg. In de TV serie Het verhaal van Nederland kunnen we zien hoe circa 5.000 jaar vóór onze jaartelling de eerste ‘Nederlanders’ zich in Zuid-Limburg vestigden. Natuurlijk is de terminologie bedrieglijk. Nederland bestond nog niet als natie en Limburg als provincie al helemaal niet. Limburg is zelfs onze op één na jongste provincie. Pas in 1867 werd het formeel de elfde provincie van Nederland. De naam Limburg is wel ouder, maar dan als aanduiding van een 11de eeuws graafschap, later hertogdom. En dat betreft een zuidelijker gelegen gebied rond de plaats Limbourg. Ongeveer 10 kilometer ten westen van Limbourg vind je het plaatsje Herve, dat beroemd is om zijn kaas. Sinds de 15de eeuw wordt in de streek een klein vierkant kaasje geproduceerd, dat wereldberucht is om zijn indringende geur. Die geur wordt veroorzaakt door de bacterie van de soort Brevibacterium linens, die nauw verwant is aan een soort die op de menselijke huid leeft en verantwoordelijk is voor voetengeur. Het begrip ‘tenenkaas’ is dus niet helemaal uit de lucht gegrepen. De Herve kaas of ‘Limburgse kaas’ kennen ze in de Verenigde Staten als ‘Limburger’. Dat wist ik (als Limburger) niet, tot een vriend mij erop attendeerde dat de B-52’s in het nummer Dance This Mess Around luid en duidelijk schreeuwen:
Why don’t you dance with me? I’m not no Limburger
Prachtig hoe dat kleine regionale stinkkaasje opeens kan opduiken in de popmuziekgeschiedenis. Daarbij is Dance This Mess Around beslist een van de leukere nummers van de party- en feestband.
Keuze Guido de Greef: Paul Simon – Graceland (1986)
Ode
Zie je het voor je? De rivier de Mississippi van bovenaf gezien, glinsterend in de zon? De lange rivier als gitaarhals, stromend langs Kentucky, Tennessee en Arkansas, uitmondend in de Golf van Mexico in de staat Louisiana, de delta als klankkast van de gitaar? Zo stel ik me het Amerika van Paul Simon voor als ik de openingsregel van Graceland hoor.
National is een gitaarmerk, maar ik zie het in deze regel allereerst als een verwijzing naar de muzikale wortels van Amerika. Want kijk welke muziekstromingen zijn ontsprongen in het gebied rond de Mississippi: de geboortegrond van de blues, soul, cajun, zydeco en gospel, voorgangers van de rockmuziek. Het is de grond die Elvis Presley voortbracht, heilige grond dus. Maar het zijn ook de staten die zich afscheidden van de andere staten van de V.S., wat leidde tot de Amerikaanse Burgeroorlog (through the cradle of the Civil War).
Er is veel over het album Graceland geschreven. Over de mix van westerse muziek met Afrikaanse muzikanten. Over de culturele boycot van Zuid-Afrika die de zanger zou hebben omzeild, terwijl het album juist aantoonde hoe achterlijk het apartheidsregime was. Natuurlijk, Diamonds On The Soles Of Her Shoes, Homeless en Under African Skies zijn de duidelijk door Afrikaanse muziek geïnspireerde klassiekers, maar in tracks als All Around The World Or The Myth Of Fingerprints, Crazy Love, Vol. II en die vermaarde titelsong komen de Amerikaanse wortels beter naar voren.
Graceland gaat allereerst over verlossing zoeken na een stukgelopen huwelijk. Maar het gaat ook over reizen, een roadtrip die Paul Simon door het zuiden van de V.S. maakt met z’n travelling companion’ z’n negenjarige zoon Harper, zelf actief als singer-songwriter. En het gaat over reizen over oceanen heen: muziek uit Afrika en Amerika, verbonden op dit klassieke album.
Maar Graceland is bovenal een ode aan muziek. Het ritme, geïnspireerd door de vroegste singles van Sun Records, de pedalsteel, onmiskenbaar verbonden met countrymuziek en de achtergrondzang door Everly Brothers. Ze zijn allemaal met elkaar verbonden door die machtige rivier, glinsterend als een gitaar.
Een betere ode aan de rock ‘n roll, het fundament waarop de rockmuziek rust, is niet denkbaar.
Keuze Jeroen Mirck: Lou Reed – Romeo Had Juliette (1989)
Soms kan één fenomenale tekstregel een liedje boven alle andere muziek doen uitstijgen. Hoewel ik tal van prachtige oneliners kan oplepelen van Bob Dylan en een speciaal plekje in mijn hart heb voor die ene liefdevolle levensles van John Lennon (Life is what happens to you while you’re busy making other plans), kom ik toch altijd weer uit bij die ene zin van wijlen Lou Reed (1942-2013).
A diamond crucifix in his ear is used to help ward off the fear
that he has left his soul in someone’s rented car
Daar waar je veel muziek kunt consumeren zonder naar de teksten te luisteren, is dat bij de oprichter van Velvet Underground onmogelijk. Net als Dylan is hij scherpzinnig en geslepen, altijd op zoek naar die ene perfecte zin. Je vindt ze in overbekende hits Perfect Day of Walk On The Wild Side, maar mijn hart gaat het hardst kloppen van het prachtige openingsnummer van zijn latere album New York uit 1989.
Die sobere plaat gaat over de rafelranden van de Amerikaanse metropool, waar gelukkig soms ook ruimte is voor – getormenteerde – liefde. Daarover gaat Romeo Had Juliette’. Een ideaal nummer bovendien voor deze Valentijnsdag, al wil Reed ver weg blijven van vals sentiment. Romeo Rodriguez en Julia Bell hebben een onmogelijke liefde, want ze wonen in verschillende wijken van New York, rijk en arm.
Reed vertelt dit liefdesverhaal in een poëtische tekst vol metaforen, die zich ook prima leent voor literaire leesbeurten. Hij begint het nummer met de ontdekking van Amerika door Columbus (die werd gestuurd door twisted stars en een faulty map) en sluit af met een verwijzing naar de oude Romeinen. In het middenstuk leren we Romeo kennen, die voor galg en rad opgroeit.
In het hierboven aangehaalde citaat dat me zo aanspreekt zit dat zware leven van de hoofdpersoon-die-zich-geen-hoofdpersoon-voelt ook weer prachtig verstopt in opmerkelijke details die Reed uitlicht. Zo is daar de religie als sieraad dat hem beschermt tegen alle angsten in de genadeloze getto’s van The Big Apple, maar ook zijn ziel die hij achterliet in een gehuurde auto. Een verboden vluggertje of toch ook weer iets metaforisch? Deze liefde is onmogelijk, maar zorgt toch even voor een vonkje in dit uitzichtloze leven.
Keuze Jan-Dick den Das: Fish – Dear Friend (1991)
Het stoffige hoekje
De battle van de mooie zin, je moet het maar verzinnen. Waar te beginnen en vooral waar te eindigen. Zoveel liedjes, zoveel prachtige zinnen die liedjes net dat speciale tintje geven. De keuze was, net als bij heel veel battles, nagenoeg ondoenlijk. In eerste instantie was de keuze gevallen op Heaven And Hell van Black Sabbath. Een album uit 1980, ik was toen 16 en de zin: The world is full of kings and queens. Who blind your eyes and steal your dreams. Heaven And Hell vond ik prachtig en dacht toen dat kan alleen maar waar zijn. En toch het werd weer wat anders en grote kans als deze bijdrage klaar is er weer en andere zin komt waarvan ik denk oja daar had ik iets over moeten schrijven. Maar goed voor nu is de keuze gemaakt. Een man die prachtige teksten heeft geschreven is Derek William Dick, voormalig zanger van Marillion en later succesvol in zijn eentje. Fish is meer dan begenadigd tekstschrijver, ik noemde het al, een man die meer dan één prachtige zin heeft geschreven.
In 1991 bracht hij zijn tweede soloalbum uit Internal Exile met als ondertitel: A Collection Of Boys Own Stories. Een mooi verhaal waarbij hij prachtige zinnen gebruikt is het nummer Dear Friend. Een brief aan een oude vriend, het is allemaal niet nieuw, maar het werkt wel. Herinneringen ophalend, vragen hoe het gaat? Allebei een ander leven, samen wel heel veel met elkaar en voor elkaar gedaan. Een gezamenlijk verleden dus en daarbij komt dan ook meteen de mooie zin voorbij. De herinneringen waar bewaar je die? Fish vertelt ons waar hij de zijne bewaart. Ergens in een hokje in die rommelige schuur.
Does your past lie under a dustsheet, In the corner of a musty garage? That’s where I keep mine, now I’m a family man
Een prachtige metafoor waar Fish wel vaker van gebruik maakte en maakt. Het is en blijft een genot om te genieten van de schrijverskunst van Derek William Dick a.k.a Fish. Veel van wat hij nu nog uitbrengt is ouder materiaal, hoewel hij in 2019 het album Weltschermz uitbracht, maar goed bij Fish is het geen straf om af toe weer eens in die stoffige garage te kijken. In dat hoekje, het verleden, ligt namelijk heel veel moois.
Bijdrage Halbe Kroes: Radiohead – Fake Plastic Trees (1995)
Kunstmatig echt
De jaren ’90 werden gekenmerkt door de opkomst van de computer. Ook werd kunststof meer en meer ingezet in massagebruik voor de consument. Wie herinnerd zich niet de rage van de Flippo’s en opkomst van Tamagotchi, een kunstmatig computertje die je virtueel eten moest geven zodat het in leven bleef. Hele generaties zijn er groot mee geworden. Ook kwam Windows’95 op de markt, voor het eerst een goede gebruikersinterface voor de personal computers, die toen beschikbaar waren.
Een klein beetje historisch perspectief voor die ene zin uit dit ene liedje. En wat betreft historie van de band, Radiohead was net doorgebroken met hun debuutalbum. Creep zou een megahit worden, en waar critici dachten dat het bij deze one-hit wonder zou blijven, gingen de mannen juist verder. In 1994 doken ze weer de studio in, om een jaar later hun tweede album uit te brengen, genaamd The Bends. Hierop staat, naast vele andere fantastische liedjes, Fake Plastic Trees.
He used to do surgery for girls in the eighties, but gravity always wins
Fake Plastic Trees is geschreven door de gehele band, met Thom Yorke die de lyrics voor zijn rekening nam. In een tijd waarin de wereld steeds vluchtiger werd, efficiëntie voorop stond en kunststof producten ons leven meer sturing gaven, schrijft Yorke de tekst voor dit nummer. Het eerste deel van de song gaat over een relatie tussen man en vrouw, die beide door het afgestompte, kunstmatige leven steeds verder van de echte wereld komen te staan. Het tweede deel wordt de ik-vorm gebruikt, waarbij Yorke zin visie over het humane deel van ons bestaan geeft. Teksten met maatschappelijk kritische gedachten zullen vanaf dan nog veel deel uit gaan maken in het oeuvre van Radiohead.
Toen ik dit liedje (en ook zeker het album) voor het eerst hoorde viel mij direct de tekst op. Samen met het opbouwende en groteske plan van aanpak in de muziek, pakte het mij direct. Wellicht is bovenstaande zin in eerste instantie lollig bedoeld door de schrijver, alleen naarmate de jaren verstreken, zowel in de wereld als bij Radiohead, als bij mijzelf, kom je tot de conclusie dat tijd altijd wint. Je wordt ouder, gaat (soms) meer reflecteren, wellicht ook bewustwording creëren in je eigen omgeving. Opdat we best vaker mogen nadenken over hoe we omgaan met elkaar en ook zeker wat we willen met de planeet waar we op leven. (Kunst)stof tot nadenken verpakt in een wonderschone echte compositie.
Keuze Quint Kik: Smog – Bathysphere (1995)
Beklemmend
Dress sexy at my funeral my good wife for the first time in your life Every girl I’ve ever loved, has wanted to be hit and every girl I’ve ever loved, has left me ’cause I wouldn’t do it
Vooruit nog eentje dan: Told her I was hard to get to know and near impossible to forget In zijn nummers weet hij je geregeld te overrompelen met ‘die ene zin’. Een collega verwoordde het onlangs zo op twitter: Bill Callahan is het kommetje minestronesoep, de verzwarende deken, het onverwachte kaartje van je moeder, de warme anijsmelk van de popmuziek. Beter kan ik het zelf niet omschrijven. Zijn platen hebben de gewoonte om op te gaan in de achtergrond, maar zijn troostrijke bariton schud me altijd op zeker moment wakker: God is a word and the argument ends there Al acht platen lang weet hij me op onbewaakte ogenblikken bij de lurven te grijpen. Of eigenlijk doet Spotify dat, door geregeld zijn nummers op te nemen in de playlist Discover Weekly. Ingeklemd tussen (her)ontdekkingen van andere artiesten, springen ineens ook zijn arrangementen er tussenuit: Diamond Dancer (2007), Eid Ma Clack Shaw (2009) of Javelin Unlanding (2013). Bij de openinsgzin van die laatste – You look like worldwide armageddon while you slept – kun je me gelijk wegdragen.
Op zich ben ik niet zo’n tekstenman; ik moet altijd eerst gegrepen worden door een sterke melodie. Ooit werd ik geïnterviewd door het U-blad (van de universiteit Utrecht, tegenwoordig Dub.nl) en gevraagd naar mijn favoriete dichtregel. Mijn antwoord daarop luidde: I painted myself into a corner again, Cause I didn’t like the color of my floors, After you walked all over them. Van Smog, de alias die Callahan tussen 1992 en 2007 gebruikte, voordat hij op eigen titel naar buiten durfde te treden. De zin is afkomstig uit het nummer Limited Capacity van het album Wild Love (1995), mijn eerste kennismaking. Smog werd destijds ‘ingedeeld’ bij de lofi-beweging, waartoe ook Sparklehorse, Sebadoh en Guided By Voices werden gerekend.
In een notendop: ik en mijn 4-sporenrecorder in alle rust op mijn slaapkamer, zonder dat de platenmaatschappij me in mijn nek hijgt vanwege de almaar oplopende meter van die dure studio. Veel nadruk kwam zo te liggen op de essentie van het liedje. Wild Love kun je eigenlijk geen lofi meer noemen. Waar voorganger Julius Ceasar (1994) nog aan alle kanten rammelde, drukt de cello van Jim O’Rourke een zwaar stempel op de arrangementen. Gek genoeg ging ik daardoor juist nog beter naar die teksten luisteren. Daarin kwam Callahan me voor als een hopeloze introvert, iets wat mogelijk niet los te zien is van zijn opvoeding (ooit las ik ergens dat zijn ouders spionnen waren, er werd thuis vast niet gekeuveld over ‘worstelen met je identiteit’). Het beklemmende openingsnummer Bathysphere bevat wellicht een aanwijzing; de 7-jarige Callahan vraagt zijn moeder hem mee te nemen naar een meer en hem vanaf een schip het water in te laten zakken. Tussen het koraal, de paling en de zwaardvis kan niets me raken en valt er weinig te dromen (ouch!). Mocht het touw waaraan je maar naar beneden laat onverhoeds knappen, laat me dan maar lekker zinken (ouch!!). Op dat moment bemoeit vader zich met het gesprek: Waar heb je het over knul, je kunt helemaal niet zwemmen! Dan die slotzin: And I’ve never dreamed of the sea again.
Keuze Freek Janssen: Red Hot Chili Peppers – Deep Kick (1995)
Officieus levensmotto
Mooie zinnen in liedjes; er zijn er zo veel, dat het bijna onmogelijk is om te kiezen. Deze krijgen een eervolle vermelding:
Be hurt, the world can take it. Misschien wel de meest troostrijke zin die ik iemand ooit heb horen uitspreken. Je bent verdrietig? Dat mag, voel het maar gewoon. Ik zal je niet proberen op te vrolijken. Je af en toe kut voelen is okay. Uit: Be Hurt van Eels.
Ik was er niet bij. Eén ijzingwekkend zinnetje dat vertelt hoe gevaarlijk het kan zijn als mensen wegkijken wanneer er iets ergs gebeurt. Uit: Tienduizend Zwaluwen van Spinvis.
I’ve always had a soft spot for repetition. Buiten de context geen briljante zin, maar in dit repetitieve liedje bijzonder geestig. Ik moet altijd glimlachen als hij voorbij komt.
Uit: One Trick Ponies van Kurt Vile.
Is a dream a lie if it don’t come true, or is it something worse? Misschien wel de meest schrijnende woorden uit de popgeschiedenis; over hoe het leven je kan teleurstellen, het oneerlijke van de Amerikaanse droom. Uit: The River van Bruce Springsteen.
In the end all you can hope for, is the love you felt to equal the pain you’ve gone through. Nu hebben Editors toch al een beetje een handje van levenswijsheden in lyrics, maar deze raakt met toch elke keer als ik hem hoor. Uit: Bones.
Maar mijn bijdrage gaat over een liedje van een ondergewaardeerd album van de Red Hot Chili Peppers. One Hot Minute uit 1995 zat tussen de legendarisch albums Blood Sugar Sex Magic en Californication, maar liep niet geweldig. En leverde ook nauwelijks een hit op (Aeroplane deed het matig in de hitparades). Belangrijkste manco van het album is dat John Frusciante er niet op meespeelt. En in principe is al het werk van de Peppers minder als ze met een andere gitarist werken. Ik kijk dan ook uit naar het nieuwe album, waarin Frusciante zijn zoveelste comeback maakt in de band. One Hot Minute is misschien wat minder catchy en melodieus dan het andere werk van de Peppers, maar wel fantasierijk en origineel. Het zinnetje uit het liedje dat ik als mijn officieuze levensmotto beschouw, is:
It’s better to regret something you did than something you didn’t do
En had ook in de citatenbattle gepast, want het wordt voorafgegaan door but the Butthole Surfers said.
Keuze Klaas Kloosterman: Eels – Manchild (1996)
Onheilspellend
Every time I talk to you,
You’re down
Het zijn woorden ingegeven door wanhoop, ergernis en paniek. Voelen dat iemand je ontglipt. Het zijn de woorden uit de song Manchild van het eerste Eels album Beautiful Freak. Manchild heb ik altijd opgevat als een poging tot contact van E. richting zijn zus Elizabeth die te kampen had met zware depressies. Een poging tot een gesprek tussen mensen die elkaar dierbaar zijn, maar elkaar moeilijk kunnen verstaan. Een poging die uiteindelijk strandt in een reactie op de tape van een antwoordmachine.
A missed Phone Call: Friday: 5.16 PM
I’m not having any fun… (vertwijfeling, boosheid, angst)
Every time I talk to you,
You’re downI’m not happy
E, heeft later herhaaldelijk gesproken over het vrijwel afwezig zijn van betekenisvolle communicatie in het gezin waarin hij opgroeide. Het ontbreken van fysiek contact tussen de familieleden. Het delen van genegenheid krijgt de vorm van cynische grappen en in het geval van E. in het schrijven van songteksten. Die zijn van een angstaanjagende schoonheid. Niet voor niets draagt het debuut de titel Beautiful Freak.
Manchild is een van de meest ontroerende liedjes van Eels. Elke keer zorgt het weer voor het nodige kippenvel. Ook bevat het de mooiste tekstregels die ik ken. Woorden die je intuïtief direct begrijpt maar die ook altijd hun raadselachtigheid zullen behouden.
And when you forget I’m here,
I’m not.
It isn’t really me that you forgot
Het meest onheilspellend klinken uiteindelijk enkele van de laatste woorden op het antwoordapparaat die een nare transformatie aankondigen:
I’m over there…
… over there
Keuze Willem Kamps: Elbow – Newborn (2001)
Pure liefde
Ik ben geen tekstvorser. Zoals tegenwoordig iedereen alles mee moet zingen tijdens optredens, is aan mij niet besteed; ik ken domweg de meeste teksten niet. Sommige blijven me wel bij, maar meestal alleen wat frases. Niet van voor naar achter. Muziek is bij mij de combinatie van instrumentatie, melodie, ritme, arrangement en de klankkleur van de zang. Niet specifiek de tekstinhoud. Mijn keuze voor de mooiste zin komt dan ook uit die delen die me opvallen en daarom zijn bijgebleven.
It’s one o’clock and time for lunch, hum dee dum dee dum is er zo een. En uit datzelfde nummer van Genesis (I Know What I Like (In Your Wardrobe)) het prachtig kneuterige en veelzeggende There’s always been Ethel. Je ziet haar zo voor je, de bevoogdende Ethel, de krulspelden nog in het haar, die flink haar stempel op het huishouden drukt. Maar, je weet dat je er nog toe doet, anders bemoeit zij zich niet met je. Al ben ik bang dat het er vooral om draait wat mensen zouden kunnen denken.
Bij de heerlijke verontrustende openingszin van Elbow’s Newborn lijkt zelfs die aandacht een gepasseerd station. Sterker, alsof je volkomen overbodig bent, teveel, ongewenst. Nutteloos. Toch, Guy Garvey zet je finaal op het verkeerde been, want de boodschap van Newborn is juist de pure liefde voor elkaar, in welke hoedanigheid dan ook. Samen oud worden, wat je ook mankeert. I’ll be the corpse in your bathtub, Useless. Nutteloos? Never. Niet zo lang je bij elkaar bent.
Keuze Tricky Dicky: Prince – Call My Name (2004)
Liefdesliedje
Sinds zijn overlijden is het stil rond Prince. Veel te stil. En dat terwijl deze workacholic een enorme voorraad aan opnamen in de kluis moet hebben liggen. Sterker, één singletje dreef kort na zijn dood boven water en werd in eerste instantie door de erven direct weer van het internet gehaald. Sinds 2018 zijn er dan drie albums uitgegeven waarvan twee demo-albums. Het getuigt in mijn boekje van luiheid deze niet aan te kleden. Neem een voorbeeld aan de erven van Frank Zappa en Jimi Hendrix.
Afijn, slechts Welcome 2 America is echt de moeite waard. Prince kon verschrikkelijk mooie liefdesliedjes schrijven, vaak met een twist (en soms met een lekkere gitaarsolo – Eye Hate U). In 2004 kwam Musicology uit, dat een van zijn beste is maar in ieder geval de beste uit de zeroes. Een van de absolute toptracks is Call My Name dat onterecht slechts een kleine hit in de V.S. werd. Een liefdesliedje waarin hij zegt dat hij niet genoeg liedjes over zijn vrouw kan schrijven. In mijn oren een betere versie van The Most Beautiful Girl In The World. Een schitterende slijper die tussen Soul en Jazz hangt. En dan halverwege….
What’s the problem with the world today? The land of the free, somebody lied
Een waarheid als een koe en diep diep treurig dat er in bijna twintig jaar weinig is veranderd. Eigenlijk alleen in negatieve zin. Jammer dat de scherpe pen van Prince niet meer schrijft.
Keuze Marco Groen: Cake – Wheels (2004)
Een karaokebar aan de Bosporus
Ironie is een geliefd stijlfiguur in de muziek. Juist door het tegengestelde te beweren kan de werkelijke boodschap dubbel zo hard overkomen op de luisteraar. Een van de meest kenmerkende voorbeelden hiervan komt uit eigen land, namelijk van de Tröckener Kecks. Het nummer Ik Denk Nooit Meer Aan Jou is een grote aaneenschakeling van ‘de kleine dingen des levens’ waarbij de protagonist steeds maar weer blijft herhalen hoe hij nooit meer aan een voormalige geliefde denkt. Hoe vaker hij dit zegt, hoe ongeloofwaardiger het wordt.
Als ik de kroeg binnenloop Waar wij vroeger altijd kwamen Denk ik nooit meer aan jou Als ik ga zitten in de hoek Waar wij samen altijd zaten Denk ik nooit meer aan jou
Ergo, hij denkt er continu aan. Dezelfde manier om iets over te brengen is te vinden bij een van de mooiste juwelen uit de Amerikaanse muziekschatkist: Cake. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is hierbij hun cover van I Will Survive, wat zo ongeveer dezelfde boodschap heeft het genoemde nummer van de Tröckener Kecks. Maar toch… eenieder die ooit zanger John McCrea heeft horen praten, weet dat ironie de modus operandi van de beste man is. Een van de beste voorbeelden hiervan vinden we in het nummer Wheels. Sowieso is het tekstueel een van de meest iconische nummers ooit. Het ademt afstandelijke beschouwing van de wereld die gewoon doordraait, ondanks de Herzeleid van de waarnemer. De angel zit ‘m (opnieuw) vooral in het zo hard mogelijk benadrukken om vooral ver weg te blijven van een ex-geliefde. Overdreven radicaliteit om maar zo ver weg mogelijk te gaan, teneinde elkaar nooit meer tegen te komen. Om maar te zwijgen over het niet hoeven toe te geven dat er nog regelmatig gedacht wordt aan de voormalige bron van affectie. De frase …and we could live each separately in our cities in the sun doet mij persoonlijk wel het een en ander. De herkenbaarheid is zowel ironisch als pijnlijk. Die zin komt natuurlijk niet helemaal uit de lucht vallen. Cake heeft ‘m mooi ingepakt:
So I had a plane to take me to a place so far away from you Eventually we began to see that we could be completely free And I could get away from you And you could get away from me And we could live each separately in our cities in the sun Wheels keep on spinning round spinning round spinning round Wheels keep on spinning round spinning round and round
McCrea weet dit soort mentale ongewenste processen prima onder woorden te brengen. Op het einde van het nummer stort hij zijn hart alsnog op een eerlijke manier uit en zingt hij why you say you are not in love with me? Voor eenieder die dit herkent is dit het moment om even een pepermuntje te nemen.
Keuze Remco Smith: Spoon – Black Like Me (2007)
Dat iemand zich om je bekommert
Songteksten. Sjonge. Van de meest favoriete liedjes ooit weet ik niet waar die over gaan. Zolang ik fonetisch mee kan zingen (en ook nog eens vrij vals) is het al gauw goed. Thuis krijg ik nog wel eens de vraag waar een bepaald liedje over gaat. Wat het liedje ook is, al is het Feel Good Hit Of Summer; mijn antwoord is seks en liefde. Gewoon om het geërgerde gezicht van de puberzoon te zien bij alles waar seks bij betrokken is. Als ik er goed over nadenk, zijn die teksten waar ik wel op aanhaak vooral teksten die gaan over voor elkaar zorgen. Erbarmen. Dat je een beetje om een ander bekommert. Dat je even op die ander let om zeker te weten of het daar goed mee gaat. Of dat iemand daar expliciet om vraagt. Zoals in de opener van het destijds iconische I Am A Bird Now van Anthony & The Johnsons:
Hope there’s someone Who’ll take care of me
In de week dat de geweldige nieuwe Spoon, Lucifer On The Sofa, is uitgekomen, kies ik voor de prachtige afsluiter van Spoon’s GaGaGaGaGa: Black Like Me:
I believed that someone would Take care of me tonight
Waar het liedje verder over gaat? Geen idee. Maar dat gevoel, dat ieder mens zal kennen, dat je graag wil dat iemand een arm om je schouder slaat, iemand zich om je bekommert, komt voor mij samen in deze zin.
Keuze Alex van der Heiden: Spinvis – Kom Terug (2011)
Leefregel
Erf de ogen van je kind, kijk er door
Die ene zin in een liedje die je meteen raakt of bijblijft. Erf de ogen van je kind, kijk er door is er zo één. Het behoeft nauwelijks uitleg, want het is buitengewoon poëtisch en mooi gevonden. Ik zie het als een leefregel waarmee je je kinderlijke verwondering over van alles en nog wat kunt behouden.
In het lied Kom Terug staan zeker nog veel meer mooie quotes, maar deze kwam direct binnen. Ik had me eigenlijk niet gerealiseerd dat dit nummer van Spinvis helemaal niet ondergewaardeerd is en zelfs de Top 2000 heeft bereikt. Terecht zou ik willen zeggen en voor een battlebijdrage vind ik het voor een keer wel kunnen om een hitnotering te posten.
Keuze Jasmijn Godding: The National – Humiliation (2013)
Under the wuthering white skies of humiliation
Ik geloof niet dat Ondergewaardeerde Liedjes me ooit voor een moeilijkere keuze heeft gezet dan het geval is in deze aller-mooiste-zin-battle. Het liefst had ik mijn hele inzending gevuld met zinnen uit nummers die me altijd zijn bijgebleven, maar goed dat is natuurlijk niet de bedoeling. Het keuzeproces heb ik niet lichtjes opgevat (zie hier een playlist met een selectie van kandidaten) maar na dagen wikken en wegen is mijn besluit gevallen op Humiliation van The National. Vrijwel de volledige tekst van dat nummer is wat mij betreft een gedicht, maar als ik écht een zin moet kiezen is dat deze: Under the wuthering white skies of humiliation (al wordt die eerste keuze op de voet gevolgd door: As the free fall advances, I’m the moran who dances en trouwens ook door All the L.A. women, fall asleep while swimmin’, I got paid to fish them out but then one day I lost the job). Uiteraard doe ik hiermee minstens 1000 andere nummers tekort, maar laten we hopen dat mijn mede-bloggers daar wat invulling aangeven.
Op deze site is The National nauwelijks ondergewaardeerd te noemen, maar vreemd genoeg ben ik dit nummer nergens tegengekomen terwijl het echt een pareltje is. Ik zou hier nu een volledige analyse achter kunnen laten van alle bizarre interpretaties van de tekst, wat ik er zo mooi aan vind, hoe Humiliation het hele album Trouble Will Find Me naar een hoger niveau tilt, etc. Maar dat ga ik niet doen. Ik raad je aan om gewoon eventjes achterover te leunen en via een goede speaker of koptelefoon zelf te luisteren wat je ervan vindt.
Keuze Joop Broekman: Elbow ft. John Grant – Kindling (Fickle Flame) (2017)
Wat was en wat weer gaat zijn
Echt, doe het niet. Wanneer ik een bepaalde song kut vind, reageren met Ja, maar de tekst is zo goed. Want je bedoelt nee met daarbij een ongelofelijk zwak argument. Een tekst redt de muziek niet. Nooit. De noten moeten het werk doen, daarna de letters. Laat de zang maar eens weg. Als de muziek dan nog goed klinkt, dan zijn de woorden eigenlijk niet nodig. Maar da’s mijn bescheiden mening.
Elbow schrijft fantastische liefdesliedjes. Simpele, maar rake teksten, verpakt in ontroerende en sfeerrijke melodieën. Muziek hoeft niet moeilijk of zwaar aangedikt te zijn. Alhoewel wat overdaad op zijn tijd dan wel weer lekker is. Maar niet teveel en bij Elbow zijn de doseringen over het algemeen prima. Al vond ik dat ze op The Take Off And Landing Of Everything hier en daar wat doorschoten, net als op Little Fictions. Die laatste plaat eindigt met het nummer Kindling. De band kwam al vrij snel op het idee om daarvan een nieuwe versie op te nemen, maar dan als duet. En de beoogde persoon voor de gastzang werd meteen gevonden.
John Grant is geen allemansvriendje, zijn muziek luistert niet heel makkelijk weg. Van zijn 5 albums is er geen een hetzelfde en in zijn songs kan hij zowel de de romanticus als de bijtende sarcast uithangen. De luisteraar wordt vooral uitgeprobeerd wanneer de nadruk in de songs op de elektronica ligt. Maar als je dit trucje doorziet op een positieve manier, dan heb je er een aanwinst bij in je CD-kast of op je playlist. Grant maakte tot nu toe 5 prachtige albums die elk hun eigen sfeertje hebben.
De Little Fictions-tour is de tweede keer dat ik Elbow live zie. Helaas niet met Grant vooraf (dat was aan het Verenigd Koninkrijk voorbehouden). In Europa moeten we het met de slaapverwekkende Jonathan Jeremiah als support act doen. Kindling staat op de setlist, maar Grant komt niet spontaan uit de coulissen te voorschijn. Ik had verder een prima avond.
Elbow en Grant hebben Kindling verrijkt, en niet alleen door er Fickle Flame aan toe te voegen. Het nummer heeft niet de standaard opbouw (couplet/refrein). Er is wel een duidelijk begin en een eind. De hoofdpersoon heeft een vorige liefde verkloot.
I was trusted, I adored her
And I tore it all apart
In het middengedeelte komen de vragen. Gaat het nu over de liefde die geweest is, of de nieuwe liefde die lonkt?
But your smile in the half-light is pure pillow print cheek
Kennelijk duurt het even voordat de nieuwe liefde hervat wordt. De gevoelens zijn er weer, het hart spreekt.
We’ll be far away for a while
But my heart’s staying put
Warming and guarding and guiding the one that I love
Als deze woorden niets met je doen, dan is er echt iets niet goed. De hoofdpersoon zit in een drukke treincoupé en ziet de naam van de nieuwe liefde op het telefoonscherm verschijnen. De zon breekt door. Letterlijk en figuurlijk. De muziek zorgt er voor dat je het voelt. Mij raakt het nog steeds, en hoe.
Then my telephone shakes into life and I see your name
And the wheat fields explode into gold either side of the train
Keuze Karst van Helmond: Simon – Appelblauwzeegroen (2019)
Appelblauwzeegroene parels
Er is een bitterheid aan depressie. Je loopt rond met een soort ingetogen pijn in je lichaam, alsof het een ijsbal is. Alsof je continu iets achter op je tong proeft, maar eigenlijk net niets proeft. Je zit ergens boven in je hoofd vast, terwijl je melancholisch uit het raam kijkt. Die droevige bal ettert als een nies, maar echte tranen komen niet. Tenzij je genoeg gedronken hebt, dan pas is er plaats. Tenzij, je dat ene liedje over je oortjes luistert, of die paar liedjes, of dat ene album. Tenzij, die paar zinnen, terwijl je eenzaam door de nachtelijke straten loopt, dat beetje nodige droefheid losmaken. Dat beetje dat afbrokkelt van de bal. Dan volgt die ene prachtige zin, en je breekt. Eindelijk. Soms kun je pas voelen als een ander hetgeen wat jij moest voelen, benoemt.
Mijn nachtelijke wandelingen uit de kroeg, de eenzame treinreizen en de distantie van mijn dagelijks bestaan werden gebroken door een aantal albums. Het waren vier albums. Bijna elke avond werd afgesloten met een eenzame wandeling en minimaal één van die vier albums: Mac Miller – Faces, Mac Miller – Swimming, Mac Miller – Circles, Simon – Bitter Maar Zoet. Dit laatste album heeft een speciaal plekje veroverd. Bitter Maar Zoet kent zeven bitterzoete tracks met thema’s die om depressie, liefdesverdriet, stress en eenzaamheid draaien. Elk nummer heeft een positie tussen droevig bitter en melancholisch zoet weten te bemachtigen. Ik denk dat die positie is bereikt doordat Simon pijnlijke eerlijkheid met romantische poëzie weet te verwikkelen.
Neem bijvoorbeeld de in reverb en delay gedrenkte synthesizers van de intro van Rode Wijn die je langzaam naar het randje van de zon brengen om vervolgens te vallen in een diepe bijna minimalistische drumbeat die je meteen weer terug met je poten op de grond zet. Als Simon zijn verse aftrapt is het een aaneenschakeling aan de meest romantische zinnen ooit, bijvoorbeeld: En ik kan vliegen met mijn vleugels van karton, maar kwam ik dichter bij de zon dan viel ik terug richting de grond. Een referentie naar Ikarus, maar ook de eeuwige strijd van de zoektocht naar geluk in een depressie. Telkens weer kom je een stapje dichter bij de zon en dan val je toch weer terug. De featurings van Droge Piet, Mon en Prisca Agnes brengen je eveneens op een randje van grove eerlijkheid en satijnen poëzie. Ik wil nu ook zeggen dat het album van Droge Piet & Mon, Vakmansklap eveneens een (anders soort) tekstueel meesterwerk is.
Eigenlijk wil ik vervallen in een opsomming van citaten, want er zijn geen verspilde woorden in Bitter Maar Zoet. Elke zin kent zijn pracht. Er is echter één zin van één nummer welke al ongeveer zeven keer mij tranen in mijn ogen heeft bezorgd. Het nummer Appelblauwzeegroen kent enkel verdrietige, doch vreemd positieve zinnen over een zeer hart. Toch voel ik me praktisch euforisch door het nummer. De instrumentatie is cool-jazzachtig, het is echter iets meer uptempo en de drums zijn iets meer aanwezig. De saxofoon in de intro’s en de refreinen snijdt door de mix heen. Hierdoor krijgt het nummer een prachtig rollend gevoel, alsof je in de avond met een fles witte wijn en een sigaret bovenaan de Sacre Coeur het uitzicht van Parijs aan het bewonderen bent. Ergens tussen dat uitzicht en die verdrietige euforie die je voelt, zweeft een zin. Ik ga die zin voor zichzelf laten spreken. Eerst wil ik zeggen dat het album Bitter Maar Zoet het luisteren meer dan waard is. Luister het, alsjeblieft, je doet het voor jezelf. Ik denk namelijk dat je na het luisteren pas echt kan begrijpen hoe mooi de zinnen zijn. Dan nu de zin: Het is gemakkelijk een wonder, mooie appelblauwezeegroene parels aan de horizon.
[crowdsignal poll=11044691]