Voor de een is het een monotoon gestamp, voor de ander is het een lifestyle: Techno. De stroming die in Detroit begon, geïnspireerd door de muziek van bijvoorbeeld Kraftwerk en Giorgio Moroder kan vol overgave de focus zijn van het leven van mensen die ervan houden. Techno draait in de meeste gevallen om de beat, met variaties in de ritmes en minder dan in andere stijlen variaties in de melodielijn. Daarin is techno verwant met stijlen als industrial, waarbij het vooral om het stampende en ritmische gaat.

Over de jaren heen is Techno echter uitgegroeid tot een volledig ecosysteem binnen de elektronische dansmuziek. Naast de Detroit-stijl heb je inmiddels zo veel (sub)genres dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Het zorgt soms voor verwarring (ik was gisteren nog op een techno feestje zegt helemaal niets meer) maar zorgt ook vooral dat er voor ieder wat wils is. En dat zal deze battle ook absoluut uitwijst.

Keuze Marco Groen: Front 242 – Headhunter (1988)

Wasrekjesmuziek

De wat duistere beats, onheilspellend gezang en de maatschappijkritische tekst zullen tegenwoordig vrijwel geen Nederlander meer choqueren. Hoe anders was dat halverwege de jaren ’80, toen ik als pre-puber bij een vriend thuis voor het eerst Front 242 te verwerken kreeg. Het was iets totaal anders dan de muziek die ik eerder had gehoord. De fascinatie voor deze herrie van deze vriend begreep ik, maar ging daar niet in mee. Dit had deels met gitaarmuziekfundamentalisme te maken; ruige muziek kon niet bestaan zonder ‘distorted guitar’. Synthesizermuziek was een totaal ander genre, dat een ander deel van de hersenen aansprak. Jean Michel Jarre en Tangerine Dream in een echtvereniging met The Stranglers of The Undertones ging er niet in. Het zou nog jaren duren voordat ik bands zoals Atari Teenage Riot, Senser of Sigue Sigue Sputnik zou leren waarderen.

Wat dat betreft was die vriend dus mijn tijd ver vooruit. Het is dezelfde gast die ook kwam aanzetten met Frontline Assembly en Spetsnaz. Maar ook met het blasfemische geluid (want: synthesizer) van New Order, Depeche Mode en P.I.L. Dit soort invloeden doen vreemde dingen met den interne mens. Het werkt door en activeert een bepaalde muzikale nieuwsgierigheid. Het doet je bij artiesten belanden die je onmogelijk via de radio of tv ontdekt zou hebben. Alleen duurt het even om dat voor jezelf toe te geven. In mijn optiek is het niet vreemd om de interesse die in de vriendengroep leeft voor bands als Laibach, Combichrist, KMFDM, Oomph! en Rammstein aan de klanken van een cassetterecorder te linken, die wij eerder op een zolderkamer moesten doorstaan.

Ogenschijnlijk heeft dit geen drol met techno te maken, ware het niet dat Front 242 wordt beschouwd als de opa van het kind dat de naam Techno draagt. De Belgen kan je zien als de ‘root’ van de latere industrial, techno en de new beat. Uit die laatste ontwikkelde zich de hardstyle-familie. De heren uit Aarschot zijn hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor het ontstaan van de Electronic Body Music (EBM); elektronische muziek met een duidelijk beat op een bedje van zwartgalligheid. In een bepaald opzicht is techno hier een wat meer funky, vrolijker variatie op. Wie geen last heeft van een drang naar het gelukzalige gevoel van dopamine (al dan niet opgewekt met chemische hulpmiddelen) herkent in een nummer als Headhunter zonder meer het pre-techno-geluid. En het leuke is: er is niets vrolijks aan. Het is een aanklacht tegen het kapitalisme en de slavenstaat die daaruit voortgekomen is. Als dat je niet aan het dansen zet, dan weet ik het ook niet meer…

Keuze Tricky Dicky: Praga Khan ft. Jade 4 U – Injected With A Poison (1991)

Schijn bedriegt

Onderweg voor mijn werk ergens in de jaren negentig moest ik in een winkelcentrum in Nieuwegein zijn. Ik parkeerde de auto (gratis) en zag in de hoek van het terrein een enorme Free Record Shop met de woorden die voor deze muziekliefhebber als een magneet werkt: sale! Dit wordt de volgende stop, dacht ik bij mijzelf. Om een lang verhaal kort te houden was ik (na de afspraak natuurlijk) een vet uur door de bakken aan het schiften om met twee enorme plastic tassen de deur uit te lopen. Eentje vol met CD-singles en de ander met nog meer afgeprijsde singletjes en ceedee’s. Ik zie nog de gelukzalige blik van mijn vrouw toen ik thuiskwam, zodat ik accuut een verkooppraatje moest houden. Doordat ik die singletjes gekocht (ad ƒ 1) heb, heb ik eigenlijk geld bespaart want nu hoef ik de ceedee niet te kopen. En, deze stonden al lang op mijn verlanglijstje. Laten we het er maar op houden dat mevrouw Tricky Dicky er niet in trapte en zij de volgende dag naar de kledingwinkel ging.

Een vreemde eend in de bijt was Praga Khan, want ik was helemaal geen House, Hardcore, Breakbeat of Techno-fan. Het is voor mij veelal een herhaling van dezelfde toontjes. De klanken van 2Unlimited kwamen dagelijks de radio uit. Niemandalletjes en om de ‘eeuwigheidswaarde’ van de muziek te benadrukken: 2Unlimited staat niet eens in de Top 2000. Ook in de Snob 2000 is het zoeken naar een naald in een House en Techno-hooiberg. Praga Khan had ik meegenomen vanwege de zwart-wit hoes met groene strepen erdoor. Een markante mannenkop met wilde haren aan de ene kant en met een dame (Jade 4 U) aan de andere kant. Twee tracks: Free Your Body en Injected With A Poison. Ten tijde van de aanschaf had ik geen idee dat het Techno was, want mijn gok was grunge of psychedelische rock. De dame zag er op de onduidelijke foto namelijk als Courtney Love van Hole uit. Foutje, dus. Zo zie je maar….schijnt bedriegt.

Praga Khan is de Belg Maurice van Engelen, die met zijn groep Lords Of Acid door Japan en de V.S. reisde, maar pas als Praga Khan successen boekte. Hij was de eerste Belgische headliner op Rock Werchter. Hij schrijft ook muziek voor het Koninklijk Ballet van Vlaanderen en is verantwoordelijk voor filmmuziek (zoals Sliver, Austin Powers en Basic Instinct) en het computerspel Mortal Kombat. De zangeres is Nikkie van Lierop, die eerder (samen met Van Engelen) als 101 een hit had met Rock To The Beat. In 1996 zou ze met CJ Bolland nog een internationale hit scoren met Sugar Is Sweeter, waarbij ze door gebrek aan een microfoon in de studio de tekst door een koptelefoon inzong. Ze was bovendien kortstondig de zangeres van Milk Inc. Ik heb het opgezocht, want ik ben niet echt thuis In Da House. Tegelijkertijd ook maar even gekeken of mijn keuze als Techno aangemerkt kan worden, maar zowel Wikipedia als Discogs zeggen van wel.

Free Your Body vond ik geen klap aan, maar Injected With A Poison was een leuke mix van House en Techno. Het bleek op feestjes ook een knaller. Ik draai het niet vaak, maar de weinige keren dat ik het uit de kast trek tovert het toch een glimlach op mijn gezicht. Enerzijds vanwege de muziek, maar bovenal vanwege de herinnering aan de twee plastic tassen.

Keuze Erwin Tijms: Aphex Twin – Hedphelym (1992)

Duister en zweverig

Richard D. James is een man met vele gezichten. Hij bracht muziek uit als AFX, Polygon Window, Power-Pill, Caustic Window en nog een hele batterij andere namen, maar de meeste mensen kennen zijn gezicht vooral van de video’s van nummers zoals Windowlicker en Come To Daddy. En die bracht hij uit de onder de legendarische naam Aphex Twin.
Het duurde een tijd voordat ik hem leerde waarderen. Ik was al jong gek op Acid House en de Techno die door de Detroit- en Chicagostijl geïnspireerd was. Dat was toen gewoon op de radio te horen en stond soms zelfs in de Top 40. Later nam ik een andere muzikale afslag terwijl de interessante Techno steeds meer van de mainstream af bewoog, dus raakte het wat meer verstopt voor me. Pas na de Underworld’s en big beats van deze wereld kwam ik via Ambient Techno bij Aphex Twin uit, en die had toen al genoeg uit om zeer op gesteld te raken. De prachtige soundscapes van Selected Ambient Works, de ronduit weirde tracks zoals Ventolin en later de nummers met de prachtige clips: Windowlicker en Come To Daddy, overigens het enige nummer waarmee ik ooit een volwassene bang wist te maken.
Later ging hij met het album Drukqs meer een Avant-gardistische, bijna klassieke kant op en ook de laatste jaren is er weer werk uitgekomen als Aphex Twin: Syro in 2014 en nog redelijk recent Computer Controlled Acoustic Instruments Pt 2.

In de jaren ’90 werd al bekend dat hij ergens een grote schatkist vol met duizenden uren onuitgebrachte muziek heeft. Toen ging het verhaal al dat hij die ook langzaam maar zeker wil uitbrengen. Enkele jaren geleden is de eerste duizend uur ook daadwerkelijk op internet gezet, maar er is dus nog voor jaren genoeg om naar uit te kijken. Vorige week doken er ineens allerlei verwijzingen naar Aphex Twin op, over de hele wereld, op billboards. Misschien gaat de schatkist binnenkort weer open? Of komt er nieuw materiaal?

Zijn bekendste nummers kent u al en het heel toegankelijke On is al eens besproken door Stefan, dus kies ik voor Hedphelym. Dit nummer komt uit de beginjaren en het is een wat duistere track. Het lukt waarschijnlijk nog wel om er op te dansen, al moet je misschien wat zweverig bewegen. De typische Richard D. James-soundscapes zijn goed te horen en ergens in de verte is nog iets van een Techno-beat te bekennen. Apart, maar niet zo apart dat mensen om je heen zich zorgen beginnen te maken als je er voor je lol naar luistert. En ja, dat is me met sommige van zijn andere platen daadwerkelijk overkomen. Een muzikaal genie, maar nog niet door iedereen erkend.

Keuze Alex van der Meer: Autechre – Bike (1993)

Spring maar achterop

Wat de titel ook mag betekenen, het is tenminste wel een algemeen bekend woord. Bike, dat is gewoon fiets. Het is dan ook een vroege track van Autechre. Latere nummers heten bijvoorbeeld prac-f,d-sho qub, of spTh. Het wordt steeds vreemder. Het zijn geen woorden zoals we dat kennen. De muziek is net zo bevreemdend trouwens.

Als je echter Bike hoort denk je wellicht niet in eerste instantie dat dit een revolutionaire track is. Tegenwoordig dan. Zo’n dertig jaar geleden was deze sound nog even wat anders. De muziek van Autechre is echter duidelijk nog verder geëvolueerd. Het is nu onmiskenbaar toekomstmuziek, maar van wie of wat, dat is nog de vraag. Wellicht is het zelfs voor een heel andere tijdstroom bedoeld, een parallelle afsplitsing van ons eigen bestaan. Het duurt in ieder geval tijden voordat elk nieuw werk volledig is doorgedrongen. Kwartjes vallen uiteindelijk keihard bij Autechre, maar je moet er wel wat voor doen.

Bike komt van het debuutalbum van de heren van Autechre, met de naam Incunabula. Hier hoor je de techno invloeden, maar je snapt ook wel waarom Autechre wordt gezien als één van de acts die aan de basis hebben gestaan van wat we nu IDM noemen, intelligent dance music. Het is een heerlijk nummer, nog erg relaxt en melodieus, zeker een mooi begin voor als je besluit het oeuvre te gaan ontdekken. Spring dus maar achterop, en geniet van de reis. Je begint op de fiets, maar de reis voert je uiteindelijk naar andere dimensies door ruimte en tijd.

Keuze Remco Smith: Orbital – The Box (1996)

Het rockgevoel

Die onmogelijke vraag. Ja maar wat voor muziek hou je dan van!? En dan als obligaat antwoord Euh tja, ik vind van alles wel leuk. Maar dat is natuurlijk niet zo. De vraag is oneigenlijk. Het is onmogelijk om in één zin te zeggen welke muziek je leuk vindt. Douw 1983…. A Merman I Should Turn To Be van Jimi Hendrix en Living With The Law van Chris Whitley en Don’t Make Me A Target van Spoon en Firestarter van The Prodigy maar eens in één mandje. Dat lukt dus niet. Het antwoord is al helemaal flauwekul. Ik vind niet alles leuk. Bij lange na niet zelfs. En stiekem heb ik toch ook wel genres waar ik meer mee heb dan andere genres.

Zo gaat mijn voorkeur toch echt wel uit naar de gitaar. Naar rock, zonder dat het grunten wordt. De muziekstroming die zo lelijk alternatief wordt genoemd. Alternatief voor wat dan in vredesnaam? Dat betekent niet dat ik mijn neus per definitie ophaal voor elektronische muziek maar daar ligt niet meteen mijn voorkeur.

Zo komen we bij deze battle. Techno. Laat dat niet meteen bovenaan mijn lijstje staan. Als er al dancemuziek voorbij komt, is dat vaak wel met een rock-feel. Chemical Brothers (te gek als afsluiter Lowlands 1997) of Daft Punk, bijvoorbeeld. Maar dat is weer geen techno. Wat ik medio jaren ’90 wel heel tof vond was The Box van Orbital. Het had iets vervreemdend over zich, met het houseritme maar daar wel overheen die vertragende gitaar(?)riff. Kom ik toch weer bij het rockgevoel uit.

Keuze Joop Broekman: Dave Clarke – The Compass (2001)

Dirty

Het klopt, ik schreef al eerder over Dave Clarke in een battle. Scheelt weer een introductie. En zoekwerk. Maar waarom zou ik ook verder kijken, als deze DJ aan de zoekcriteria voldoet? De mijne weliswaar, maar toch…. monotoon, die voortdurende dreun, en een melodielijn die af en toe varieërt? En niet té gecompliceerd, ook al zoekt deze Engelsman de randjes op? Check gerust zijn werk.

Clarke weigert consumeuk te maken, en dat siert hem. Hij vindt het ook nog steeds niet zo erg dat hij bij het grote publiek een stuk minder bekend is. De fans weten hem toch wel te vinden. Af en toe een album, iets vaker een single en voor een remix draait hij zijn hand ook niet om. En af en toe komt er een DJ-set uit. Die hij trouwens nooit voorbereidt. Hij vertrouwt ter plekke op zijn instinct, geen concessies.

Zijn muziek komt beslist niet kamerbreed uit je speakers rollen. Integendeel, het geluid is verre van mooi. Vies en smerig, zelfs. Denk even niet aan hifi-kwaliteit. Het past gewoon niet bij zijn muziek. Voor een optimaal effect moet je het simpel houden. Geen gekunstel.

Overigens sta ik open voor dance-tips die qua stijl hier niet voor onderdoen. Tracks om dansend de nacht mee te beginnen, en niet merken dat je tot in de vroege ochtenduren door kan blijven gaan. Zonder pilletje.

Keuze Erwin Herkelman: Joris Voorn – Ringo (2013)

Awakened

Het was 2018 en samen met mijn vaste festivalmaat besloten we eens uit onze comfort zone te stappen. Wij, liefhebbers van hardcore-feesten en na diverse keren Trance Energy vaak op multigenre-festival Mysteryland te vinden, gingen dit jaar naar Awakenings. Een festival dat volledig in het teken staat van de techno.

Het verwachtingspatroon was niet hoog: muzikaal opgevoed met enorme build-ups en extatisch hoogtepunt na extatisch hoogtepunt zouden we waarschijnlijk weinig kunnen met de vrij monotone techno. Maar het was 30 graden plus, er was geen wolkje te zien dus het weer hadden we in ieder geval mee.

Het werd een ongelooflijk toffe ervaring. De sfeer was superrelaxed maar ook de muziek bleek veel gelaagder dan we in eerste instantie dachten. Want vijf, zes verschillende podia voor het vrij rechtlijnige genre leek ons wat overdreven, maar ook wij als leken in de scene hoorden en voelden duidelijk de nuances bij elk van de podia.

Sinds die ervaring heeft het festival voor mij een magische bijklank gekregen. Ook dit jaar was ik weer (virtueel) van de partij bij hun livestream-event, inmiddels heb ik het boek over 20 jaar Awakenings bijna uit en draag ik met enige zelfgenoegzaamheid een mondkapje met hun logo erop. Het festival voor 2021 is al uitverkocht, dus dat wordt hem niet meer, maar als er weer een mogelijkheid is, ga ik er graag heen.

Maar goed… uiteindelijk beklijfde de muziek die het dichtst bij mijn eigen voorkeur lag. Want de DJ die op mij het meeste indruk maakte was Joris Voorn. Hij had dat jaar zijn eigen ‘stage’ waar hij uiteraard ook zelf acte de présence gaf. De Nederlandse DJ staat bekend om zijn meer melodische aanpak van het genre en dat past mij toch het beste.

Keuze Freek Janssen: Eric Prydz – Opus (2015)

Vergeet dat liedje met die quasi-pikante clip

Ik sluit me aan bij Remco Smith. Van huis uit ben ik een rocker. Dankzij Prodigy, Daft Punk en Chemical Brothers ben ik ook dance gaan waarderen.

Dance die in de smaak valt bij liefhebbers van gitaarmuziek heeft, volgens mij, iets overeenkomstig: variatie in opbouw. Wat mij niet zo bevalt aan veel dancemuziek is de eentonigheid, het gebrek aan afwisseling. Opus van Eric Prydz is een nummer met een hele fijne opbouw. Een lange, langzame opbouw, dan knallen, vervolgens variëren met de dynamiek en het thema. Moet ook wel als je een nummer 9.03 minuten vol wilt houden.

Verder is Eric Prydz vooral bekend van zijn grote hit Call On Me, een vrij nietszeggend hitje uit de eerste helft van de zeroes, dat je waarschijnlijk nog vooral kent van de clip (zweterige, schaars geklede dames die aerobics doen of iets dergelijks). Vergeet Call On Me, luister vooral naar Opus.

Keuze Stefan Koopmanschap: Ellen Allien – Confusion (2020)

Een combinatie die een ultieme techno track maakt

Ik had heel veel moeite met het kiezen waarover te schrijven, er is zo veel goeie techno. Nieuwe muziek, maar ook in de historie is zo veel goeds te vinden. Ik twijfelde tussen Speedy J, iets van Derrick May or Kevin Saunderson, of toch wat nieuwers van bijvoorbeeld Rebekah of Ellen Allien. Mijn keus viel uiteindelijk op die laatste, om meerdere redenen.

Allereerst is, zoals de titel ook wel een beetje doet vermoeden, het nummer wat verwarrend, wat vervreemdend. En dat is nou typisch iets wat in de techno vaker gebeurt, maar zelden zo goed als in dit nummer. Het begint al met een drum en een basloopje dat voor mijn gevoel precies niet op de maat is. Ellen Allien combineert dit met vage stemmen en zweverige synthlijntjes waardoor het een combinatie is van stampende beats maar toch een dromerig gevoel. En dat is wat mij betreft een combinatie die een track een ultieme techno track maakt, zeker als het op deze sublieme manier gecombineerd wordt.

Dit is techno. Confusion pakt exact het gevoel van Techno: Dromerig, vervreemdend, stampend, puur.

[crowdsignal poll=10631480]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.