Het vergt de nodige ijdelheid om een nummer te coveren, denk ik wel eens. Of een grote mate van onzekerheid over de kwaliteit van zelfgeschreven liedjes. Dat kan uiteraard ook. Een rare intro misschien maar het is wel de onderliggende vraag als ik een cover hoor: waarom? Waarom cover je een liedje? Gewoon, omdat je het origineel zo mooi vindt dat je het graag speelt? Of omdat je denkt dat je een eigen draai kunt geven aan een liedje? De Vegetarische Hamvraag zou eigenlijk moeten zijn: wat wil je met een cover? Wil je een “Weezer doet Africa” versie (een tandeloze en bloedeloze cover waardoor je toch opeens Toto waardeert?) of wil je een “Jimi doet All Along the Watchtower” versie (een cover waarvan de maker zelf ook vindt dat die de superieur is)? Covers: waarom?
“Covers” komen in allerlei vormen van kunst voor. Je kunt beargumenteren dat de boekenreeks van Stephen Fry (Helden, Mythos, Troje en Odyssee) een soort van covers van de Griekse mythologie zijn. Heerlijke boeken overigens waarin de stem van Fry op een hele plezierige wijze doordringt in de Griekse mythologie. Ook in films is het niet helemaal onbekend: The Italian Job uit 1969 en uit 2003. Thomas Crown Affair uit 1968 en 1999 of vele vele vele anderen. Wonderlijk wordt het pas echt als een ‘cinematografische cover’ een film exact kopieert, zoals Gus van Sant heeft gedaan met Alfred Hitchcock’s Psycho. Het is de magie van kunst: een exacte kopie en toch springt in de ene film de vonk over en in de andere niet.
Vaak zijn de nieuwe bewerkingen van oude films, zoals Thomas Crown Affair, heel genietbaar. Geen kennis hebben van de oorspronkelijke film helpt daarbij, anders ga je toch maar vergelijken. Het is goed voorstelbaar dat een eventuele nieuwe verfilming van Mario Puzo’s The Godfather, wie weet ooit in de toekomst te maken, best goed kan zijn, maar dan wel zonder dat je de film van Coppola hebt gezien, toch één van de allermooiste films aller tijden. Want in dat geval zou de vraag toch rijzen: waarom? Net zoals veel Harry Potterfans zich bij het bericht dat een nieuwe filmreeks wordt voorbereid zich hebben afgevraagd: Waarom?
Waarom al deze bespiegelingen? In mijn zoektocht op Spotify stutte ik op Cunningham Bird uit 2024. Een hele plezierige samenwerking tussen Andrew Bird en Madison Cunningham, die een behoorlijk behaaglijke plaat hebben gemaakt. Smaakvol, stemmen kleuren fraai samen, geen eindejaarslijstjesmateriaal maar wel een fijne plaat om tijdens het werken op de achtergrond aan te hebben. Gewoon leuke, aangename muziek.
Wel liedjes die heel bekend klinken, zoals Don’t Let me Down Again. Opeens valt het kwartje: dit is een Stevie Nicksliedje! De stem van Madison Cunningham heeft ook wel wat van Nicks. Even verder zoeken: nee het is geen Nicks of Fleetwood Mac liedje. Het is een liedje van Buckingham en Nicks, van de gelijknamige plaat uit 1973. Voor hen was deze plaat de sollicitatiebrief voor Fleetwood Mac, waarmee nog steeds één van de spectaculairste metamorfoses ooit in de muziek: van Britse bluesband naar uiteindelijk Rumours en alles wat daarna kwam, een feit werd.
De plaat Buckingham Nicks staat helaas niet op Spotify, we moeten het met YouTube doen. Dankzij Cunningham Bird heb ik die plaat van Buckingham Nicks wel echt ontdekt. Wat kleurden de stemmen van Nicks en Buckingham toch mooi samen. Wat was Buckingham toch een fenomenaal goede gitarist, nog steeds trouwens. En wat klinken hun liedjes tijdloos.
Dat brengt me wel terug bij de vragen in mijn (veel te lange) intro. Want wat is voor Cunningham en Bird de reden geweest om Buckingham Nicks te coveren? Ze hebben de liedjes niet flink in de blender gestopt, zoals de Peppers ooit Fire en Higher Ground onder handen hebben genomen. Zij hebben eigenlijk heel keurig het origineel gevolgd, zoals Gus van Sant ooit Hitchcock keurig volgde met het maken van Psycho. Cunningham Bird is zeker genietbaar, zoals veel filmbewerkingen van oude klassiekers behoorlijk genietbaar zijn. Een eigen draai geven, dat hebben zij niet gedaan. Niet zoals Ryan Adams die overmand door liefdesverdriet 1989 van Taylor Swift liedje na liedje ver-RyanAdams-te. Cunningham en Bird zijn keurig in het originele idioom gebleven.
Dan resteert toch de vraag: waarom?