Autotune is vandaag de dag niet weg te denken uit ons muzikale landschap. Van subtiele touch-ups, tot het hoofdinstrument van een album (ahum, Charli XCX). Maar deze invloedrijke technologie kwam niet uit het niets tevoorschijn. Daarom vandaag een eerbetoon aan een iconische, decennia-oude voorloper van autotune: de vocoder! Je herkent het robotachtige, mechanische effect ongetwijfeld van industrie-titanen als Kraftwerk en Daft Punk. Toch vindt de vocoder zijn oorsprong op een heel ander moment, namelijk in de jaren 30. Toen werd de vocoder (destijds bekend als voder) ingezet om te telefoneren. Vocoder is een afkorting van voice encoder, omdat het apparaat de bandbreedte van (stem)geluid verandert (ofwel codeert). Tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog had dit revolutionaire toepassingen. Zo kon de bandbreedte van een stem lager worden gezet, waardoor transmissie over lange afstanden opeens mogelijk werd. Daarnaast werd het digitaal coderen van stemmen ingezet om te voorkomen dat de vijand telefoongesprekken kon afluisteren (het zogeheten ‘sigsaly’ systeem). Afijn, weet je die geschiedenis ook weer.
Jaren later beseften ook musici de revolutionaire capaciteiten van de vocoder. Eind jaren 40 werd er al voorzichtig mee geëxperimenteerd, maar pas vanaf 1970 nam het apparaat echt muzikale vlucht. Dat heeft allerlei mooie liedjes opgeleverd, dus lees hieronder over een greep uit de mix.
Keuze Marco Groen: Black Sabbath – Planet Caravan (1970)
Life
Het bestaan van elektrische racefietsen is een van de dingen waar ik niets van begrijp. Hard fietsen als sport waarbij het element sport nauwelijks aanwezig is. Zo bezie ik ook artiesten die gebruik maken van elektronische hulpmiddelen om te zingen. Betekent dit dat ze eigenlijk NIET kunnen zingen en de vocoder-achtige apparaten gebruiken om alsnog te doen alsof? Er zijn voorbeelden te over waarbij de irritatiemeter dik in het rood terecht komt. Gelukkig zijn er uitzonderingen. Bands als Kraftwerk, Air en Daft Punk mogen het. En, als vreemde eend in de bijt: Black Sabbath!
In het nummer Planet Caravan maakt Ozzy voor zijn zang namelijk gebruik van een Leslie Speaker. Dit is een soort mechanische vocoder, waar ook The Beatles en Pink Floyd wel eens gebruik van hebben gemaakt. Nu is Planet Caravan een volledig atypisch Black Sabbath-nummer, dus wanneer Osbourne, Iommi, Butler en Ward daarbij slaapverwekkende Krafwerk-achtige middelen hanteren, dan komen zij daar voor dit keer mee weg. Het nummer lijkt een soort meditatief momentje te zijn tussen zijn ‘buren’ op het album Paranoid, namelijk het gelijknamige nummer Paranoid en Iron Man. Prima buurtje om te verkeren als nummer. Een plek waar niemand zal zeuren dat hij/zij/x wakker wordt van de muziek. Dat laatste vonden ze ook bij de NASA. In 2011 werd Planet Caravan gebruikt om de astronauten in de ISS op een mensvriendelijke manier te wekken. Stom genoeg heeft het op mij een precies tegengesteld effect.
Weltrusten!
Keuze Remco Smith: Giorgio Moroder: From Here To Eternity (1977)
Engelbert Humperdinck
Niet iedereen heeft bij geboorte al een coole naam. De meesten onder ons (zeker de mannelijke van mijn generatie) heten Erik of Mark of Peter of Remco ofzo. Niks mis mee. Mensen die een carrière in de muziek ambiëren, hebben dan toch de behoefte om hun naam aan te passen. Zie bijvoorbeeld wat Eddie Izzard te zeggen heeft over de artiestennaam van Arnold George Dorsey.
Nee, dan Giorgio Moroder. Die naam alleen al. Een naam als een vuurrode cabrio, waarmee je binnen acht uur naar Milaan kunt rijden. Een naam als een chique mannenparfum. “Schat, wat ruik je lekker, nieuw geurtje?” En dan als antwoord: “Ja, new fragrance called Giorrrrgio Morrroder”. Wat een onbeschrijfelijk geluk moet dat zijn, om die naam te dragen. Hou die gedachte vast als je ooit in Ortisei rondloopt, in de Dolomieten. Op ieder tweede huis prijkt de naam “Moroder”. Als je buurjongen, de slager, de burgemeester, de plaatselijke advocaat Moroder heten, zal dat geluksgevoel toch een tandje minder zijn.
Dan maar zijn muziek. Zijn geweldige muziek, zelfs met vocoder. Die moog synth waarmee hij de disco volledig naar zijn hand zetten. Die bassdreun als een roedel jonge honden. Geweldig.
Keuze Willem Kamps: Zeus B. Held – Madmen’s Rag (1978)
Als het maar naar Krautrock riekte
Er zijn vermoedelijk meer haters dan liefhebbers van de vocoder. Voor mij is het een geluidseffect, leuk voor even en in één liedje. Eén van mijn vroegere helden, Zeus B. Held, gebruikte het veelvuldig op zijn eerste soloalbum, Zeus’ Amusement. Ik kende Held van zijn band Birth Control, waar hij over de toetsen danste en soms op de saxofoon blies. De Duitsers maakten stevige rock met prog-invloeden en waren daardoor (als het maar naar Krautrock riekte) in mijn platenverzameling terechtgekomen.
Naast de vijf albums die ik van hun had was ook een soloplaat van een van de leden interessant. Overigens had Zeus Birth Control toen al verlaten. Hij richtte zich vervolgens vooral op produceren. Dat deed hij bijvoorbeeld voor Dead Or Alive, Men Without Heads, Nina Hagen en Hawkwind.
Zeus’ Amusement wijkt af van het geluid van Birth Control en dat is ook wat je wilt, niet meer van hetzelfde. Er staan tien stukken op waarbij ik Zeus ook voor het eerst hoorde ‘zingen’. Grappig in dit verband is de titel Why Can’t I Be a Singer? Bij gebrek aan een gouden strot koos hij vermoedelijk voor de vocoder.
Meteen bij de opener, een cover van Fool On The Hill, zet B. die stemvervormer in en zo gaat het met meerdere liedjes. Twee keer hoor je gewone zang, maar dat is een ander (Georg Fisher), ook bij Madmen’s Rag, de langste en meest gevarieerde track waar uiteraard Zeus z’n vocoder niet ontbreekt.
Saillant weetje: ik heb ook zo’n ding op m’n Micro KORG. Nooit gebruikt. Brrr.
Keuze Henk Tijdink: Neil Young – Sample And Hold (1983)
Daft Punk avant la lettre
Hij was mijn jeugdheld. Wat hield ik van die overstuurde gitaren, de ellenlange solo’s en zijn zang (of wat er voor door moest gaan). Wat een gevoel wist Neil Young in zijn liedjes te leggen.
Toen hoorde ik het album Trans uit 1983. Wat een verschrikking! Het leek of Neil alles achterwege had gelaten, wat ik juist zo kon waarderen. Een blikkerige computerstem en staccato drumritmes. Dat was toch geen muziek!?
En toch zijn me een aantal nummers bijgebleven, zoals het nummer Sample And Hold. Ruim 8 minuten duurt het nummer en eigenlijk hoor je gewoon Daft Punk! Het monotone meanderende drumritme en het veelvuldig gebruik van de vocoder. Een beetje op het grensvlak van techno en syntwave.
En nu ik het weer eens terugluister is het gewoon een steengoed nummer. In ieder geval perfect voor deze battle.
Keuze Leendert Douma: Laurie Anderson – Langue D’Amour (1984)
Paradijselijk
Multimediakunstenares Laurie Anderson was in de jaren tachtig ‘Miss Vocoder’, zo kun je wel stellen. Sommige mensen denken dan meteen aan de bizarre hit O Superman, maar er is veel meer aan de hand. Grote lappen tekst van haar theatershow/opera/multimediastuk United States Part I – IV sprak ze in via een vocoder. Veel songs en ideeën daaruit belandden op haar magistrale debuutalbum Big Science uit 1982. Maar enkele stukken moesten wachten. Zo kwam het nummer Hothead in een hele andere bewerking terecht op de vervolgplaat Mr. Heartbreak uit 1984. Laurie doopte de song toen Langue D’Amour.
Het was het wachten waard. Opeens was de muziek zoveel rijker! Tijdens de live-uitvoeringen van United States droeg ze de tekst sec voor, maar op Mr. Heartbreak haalt ze haar eigen sprechgesang plus de achtergrondzang (van niemand minder dan Peter Gabriel!) heel voorzichtig door de vocoder. Daardoor krijgt het nummer een licht etherische sfeer, dat helemaal aansluit bij de exotische, lagune-achtige basis van het nummer. Noem het gerust paradijselijk.
Dat past ook helemaal bij de oorspronkelijke tekst van Hothead/Langue D’Amour. Dat is het Bijbelse Adam-en-Eva-verhaal verplaatst naar een eiland. Er liep daar een slang op pootjes rond. Die maakte kleine geluidjes met zijn gespleten tong en vertelde de prachtigste verhalen. De vrouw werd instant verliefd op de woorden die vlamden uit zijn bek. Ze raakte verveeld van haar Adam, die altijd alleen maar domweg gelukkig rondliep. De man en de vrouw verlieten het paradijselijke eiland, maar zij bleef voortaan onrustig. Rusteloos. Ze werd een hothead. Ze was betoverd. She was a woman in love… Zij was aangestoken door de langage de l’amour.
O la la la la la… Vervolgens vervallen Anderson en Gabriel in een engelachtig vocoder-duet. Het is onwerelds mooi!
Keuze Quint Kik: Mantronix – Needle To The Groove (1985)
Mens-Machine
Juni ’96 lag het manifest van singer-songwriter c.q. hiphopvernieuwer Beck in de winkels: Odelay. In de eindejaarslijst van OOR zou hij het uiteindelijk nipt afleggen tegen het minstens zo revolutionaire manifest van een andere hiphopvernieuwer: DJ Shadow. Endtroducing kreeg weliswaar vier punten minder dan Odelay, maar de stem van 14 tegen 13 journalisten zou uiteindelijk de doorslag geven.
Beide waren er niet geweest zonder het grondwerk van Kurtis el Kahleel. Als de draaitafel- en hiphoppionier Mantronix was hij voorjaar ’88 met Sing A Song nog roemloos blijven steken in de tipparade. Twee jaar later revancheerde hij zich met één van de beste clubhits van de vroege jaren 90. Waarbij hij zijn kompaan van het eerste uur, MC Tee, bleek te hebben ingeruild voor zangeres Wondress.
Behalve onevenaarbaar waren zijn samplekunsten ook volstrekt uniek: in plaats van leentjebuur te spelen bij oude jazz- en soulplaten maakte hij met behulp van synthesizers zijn eigen samples. De enige keer dat hij de verleiding van zijn old skool-tijdgenoten niet kon weerstaan, instigeerde hij met de klassieker King Of The Beats een volstrekt nieuw dance-genre (maar dat is voor een ander blog).
Rap’s music first man machine, zoals hij in het lemma op Allmusic liefkozend wordt genoemd, had ook wel iets weg van collega-pioniers Kraftwerk. Met hen deelde hij het gebruik van de vocoder, zoals te horen viel op zijn eerste proeve van kunnen: Needle To The Groove. En wie samplede uitgerekend dat stukkie vocoder (op 3m40) voor zijn signifying hit Where It’s At? Je raadt het al.
Keuze Erwin Tijms: Daft Punk – Harder, Better, Faster, Stronger (2001)
The rise of the robots
Zeg je talkbox, dan zeg je Peter Frampton. Zeg je autotune, dan zeg je Cher. En zeg je vocoder, dan zeg je Daft Punk. Althans, dat leerde ik deze week. Een bijdrage over een nummer van Daft Punk is dus zeker op zijn plaats in deze battle.
Dat Daft Punk zo geassocieerd wordt met de vocoder komt met name door de laatste twee albums. Daarin speelt het een grote rol. Op het debuutalbum Homework staat dan wel Around the World, waarin 144 keer de tekst Around the World via een vocoder te horen is, maar verder wordt er weinig gebruikt van gemaakt. Hetzelfde geldt voor tweede album Discovery, al staat daar het legendarische Harder, Better, Faster, Stronger op. Het is met Daft Punk en de vocoder ongeveer net zo als met Daft Punk en de robothelmen: er zijn tijden geweest dat Guy-Manuel en Thomas er geen gebruik van maakten, al is dat soms lastig om te geloven gezien de status van beide attributen in het latere werk. Het internet staat in ieder geval vol met video’s en artikelen over hoe je precies zo’n vocodereffect kan krijgen als Daft Punk.
Harder, Better, Faster, Stronger dan. Een legendarisch nummer, later ook nog eens uitgebreid gesampled door Ye. Het mooie van hoe de vocoder hier gebruikt wordt, zit voor mij in de opbouw. Het nummer start als een typisch modern Frans filterdisco-nummer waarin de tekst een traditionele rol inneemt, maar wel via de vocoder is gezongen. In de loop van de nummer verandert die rol door de manier waarop de tekst via de vocoder loopt, totdat de muziek bijna geheel wegvalt en de vocoderwoorden eigenlijk een soort gitaarsolo vormen. Die combinatie van elektronische muziek en gitaarachtige geluiden is vaker te horen op Discovery (Aerodynamic, anyone?). In het latere werk versterken de vocoders nog eens de mystiek rondom de robothelmen en de thematiek van robots versus mensen. Eeuwig zonde dat Daft Punk gestopt is.
Keuze Michiel Borst: Mogwai – Hunted By A Freak (2003)
Verdraaid verfraait!
Ik geef meteen toe dat de vocoder niet perse mijn meest favoriete element in de muziek is. Reden: het klinkt als sience fiction en laat ik daar nu net helemaal niets mee hebben. Het kan mij niet realistisch genoeg zijn in films, series en ook muziek. De meeste vocoder gedragen liedjes moet ik dan ook niet, om nog maar te zwijgen over de autotune. Toch zijn er enkele vocoder uitzonderingen.
Eén van die uitzonderingen is het nummer Hunted By A Freak van Mogwai. Het komt van hun in 2003 verschenen album Happy Songs For Happy People. Nou, de opener die dit blog beschrijft is niet bepaald een song waar people happy van worden, laat staan bij het kijken naar de clip. Hoewel slechts een animatie, toont het een nogal cru beeld van dierenmishandeling.
Het lied is echter prachtig. De vocoder is duidelijk hoorbaar en maakt dat de zang van Barry Burns overkomt als wartaal. De vermoedelijk in normaal Engels ingesproken zinnen worden door de vocoder verdraaid tot een onverstaanbaar iets. Een songtekst ontbreekt – ook na speuren op het internet – dan ook. De vocoder is echter in dit nummer heel veel meer dan een apparaat wat vervormd en verdraaid. Sterker, het verfraait dit lied als een instrument dat bepaalt en meedeint op de golven van synths en gitaren. Voor mij eindeloos te beluisteren zonder dat het vermoeid. Het is wonderschoon en met clip erbij zelfs ontroerend!
Keuze Jasmijn Godding: Squid – Siphon Song (2023)
Siphon Song is een product van Engelse post-punk band Squid, te vinden op het album O Monolith. Toen ik die plaat voor het eerst luisterde sloeg dit nummer in als een bom en dat gevoel is blijven hangen. Het is een vreemd liedje en hoewel het uit 2023 komt is de volledige zang bewerkt met een vocoder in plaats van diens jongere, populairdere broertje autotune.
Siphon Song begint ingetogen, met een beat en wat buitenaards-klinkende synthesizers. Dan klinkt de stem van Ollie Judge, als een klein robotje dat zich wakker schudt uit zijn slaap.
My shaky hands in the morning
When I’m being beamed back down
I log onto the website
Where a 2D flame surround the building I’m in now
Ask, “Do you see the bodies?”
They’re thrown around like plastic in the wind
De vocoder geeft wat hij zegt/zingt een monotoon (of monolitisch, als je wil knipogen naar het album) geluid. Elke vorm van gevoel wordt er in essentie mee onderdrukt. Gitarist Louis Borlase legt in een interview uit dat het nummer grip probeert te krijgen op ‘compassion fatigue’. In andere woorden, de manier waarop het constante bombardement aan (slecht) nieuws op internet en sociale media ons gevoel afstompt.
Persoonlijk krijg ik altijd kippenvel van de steeds terugkerende zin:
It cracks me up, it gets me out, but it’s bringing me down
We zijn verslaafd aan het nieuws, het trekt ons uit bed, zorgt voor vermaak en tegelijkertijd stompt het ons af.
De instrumentatie benadrukt dat gevoel. Het geheel bouwt op als een wervelwind van chaos die steeds dichterbij komt. Met een koor van zuchtende stemmen, rammende gitaren en steeds meer geruis, geriedel en gepiep. Zelfs het monotone robotstemmetje krijgt wat vibratos mee die de wanhoop voelbaar maken. Breekt de emotie uiteindelijk toch door, of begint hetzelfde liedje morgen weer opnieuw, vraag ik me af.
Net als het gevoel van ‘compassion fatigue’ is Siphon Song bijzonder emotioneel en afgestompt tegelijkertijd. Wat mij betreft een ingenieus gebruik van de vocoder om een gevoel weer te geven waar we denk ik allemaal wel eens mee worstelen.