Poppunk?! De bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes verslikten zich even… Bedoel je niet gewoon punkrock? klonk het. Of powerpop? Ik begon er zelf ook aan te twijfelen. Tja, poppunk, wat bedoel ik daar eigenlijk mee? En wat onderscheidt het van punkrock?

Een kort onderzoek leerde dat punkrock in essentie gelijkstaat aan punk. Je herkent het aan de rauwe energie, harde gitaren, stuwende drums en maatschappijkritische teksten. Poppunk ontstond pas later, als onderstroming van de punkrock. Het werd groot in de jaren ’90 en ’00, met Sk8er Boi van Avril Lavigne als heus anthem. Het heeft dezelfde rauwe kracht met prominente gitaren en drums, maar is wat subtieler en melodieuzer vormgegeven. De teksten gaan over popthema’s als liefde, tienerangst en zelfontdekking, maar worden geschreven en vertolkt zoals het een punker betaamt.

Wat dit genre zo vet maakt is de ironie die eraan ten grondslag ligt. De stijl steekt de draak met pop. Dat is natuurlijk best punk om te doen. Tegelijkertijd bekritiseert poppunk het maatschappij-hatende punk. Je moet jezelf en je anti-blik op het leven immers ook niet al te serieus nemen. Voor de lezer die nog niet overtuigd is door dit betoog, het blijft natuurlijk ook maar een genrehokje. Laten we ons snobisme dan ook vooral niet te serieus nemen. 

Keuze Leendert Douma: Ramones – Blitzkrieg Bop (1976)

Harder dan de donder

Ik prijs me gelukkig dat ik nog drie van de vier Ramones uit de originele bezetting bij elkaar op een podium heb zien staan. Dat waren dus Joey, Johnny en Dee Dee. (Tommy was toen al gestopt.) Het was 1986 en ze stonden op het festivalletje Sneekwave in Friesland, waar wij vooral op af waren gekomen omdat The Fall in die tijd zo ongelooflijk goed was.

Na The Fall kwamen de Ramones. Maar zouden ze wel gaan spelen? Inmiddels hing er een pikzwarte onweerszwangere lucht boven Sneek. De eerste donder was al te horen. Ach, ‘tuurlijk kwamen de vier langharige stripfiguren het podium op. One, two, three, four!, schreeuwde eentje telkens. Dan kwam er weer zo’n klassieker. Poppunk avant la lettre. Het was heerlijk. Hey ho! Let’s go! Er was een flits en weer een donderklap. Joey keek eens omhoog en zei: Never mind the weather. We play louder. En daar gingen ze weer: One, two, three, four!

De impact was misschien niet zo groot als Ramones in 1976 of ‘77, maar het concert was geweldig. Op YouTube staat overigens een opname van het hele Sneekwave-optreden (met wel heel matige geluidskwaliteit). De ‘broertjes Ramone’ waren zo goed dat ik me niet meer kan herinneren of we die avond zeiknat zijn geregend of niet. Het maakte ook niet uit. Hey ho! Let’s go! 

Keuze Jeroen Mirck: Buzzcocks – Ever Fallen In Love (With Someone You Shouldn’t ‘ve) (1978)

Meer punk dan pop

Het zal vast aan mij liggen, maar ik vond de meeste poppunk van rond de millenniumwisseling vooral heel niksig. Een slap aftreksel van echte punk, zonder identiteit. Hoe je die muziek wél interessant kunt vertolken, bewezen de punkbands uit de jaren zeventig en tachtig. Hoe dan? Door dichter bij het origineel te blijven. Meer punk dan pop. Buzzcocks is een band waar dat bij uitstek van afspat. Neem de catchy rocker Even Fallen In Love. Grappig genoeg ken ik dit nummer door de synth-cover die Fine Young Cannibals er een tiental jaren later van opnamen. Klonk als een klok, maar stamt dus uit de poppunk. That’s how it’s really done.

Keuze Quint Kik: The Undertones – You’ve Got My Number (Why Don’t You Use It!) (1979)

Refrein zonder tekst

Samen met de Ramones zou je ze de aartsvaders van de poppunk kunnen noemen: de Undertones uit Derry, Noord-Ierland. Poppunk avant-la-lettre, afkomstig uit een tijd en een plaats, waar vrolijkheid niet bepaald troef was (lees er de bijdrage van Hans Dautzenberg voor de Tienermuziek-battle maar op na). Liedjes over meisjes, om aan de grimmige alledaagse werkelijkheid te ontsnappen.

In de documentaire Teenage Kicks – The Story Of The Undertones (2001) vergezelt de dan nog bij leven zijnde Britse radiodeejay John Peel de heren bij terugkeer naar hun thuishaven. Minus zanger Feargal Sharkey, die stond van meet af aan al een beetje buiten de band. In tegenstelling tot de rest van de gewone jongens had hij voor het succes van de Undertones al een baantje en een auto. En sterallures.

Terwijl hij geen noot schreef aan klassiekers als Get Over You, Here Comes The Summer en het voornoemde Teenage Kicks. Wel zorgde hij voor dat kenmerkende stemgeluid van de band. Platenbaas Seymour Stein van Sire was diep onder de indruk van alle medailles die in Feargal’s ouderlijk huis aan de muur hingen. Allemaal gewonnen met zingen in het plaatselijke kerkkoor van Derry.

Misschien komt het, omdat ik nog altijd niet ben bekomen van Feargal’s solodraak A Good Heart (1986), maar mijn favoriete Undertones-nummer ontbeert een gezongen refrein. Alle ruimte voor gitarist Damian O ‘Neill, de benjamin van de band, die met zijn broer tekende voor zo’n beetje alle hits. In You’ve Got My Number mag Damian helemaal los tijdens het hypermelodieuze refrein. Daar kan geen kerkkoor tegenop.

Keuze Marco Groen: Generation X – Dancing With Myself (1981)

We cried more, more, more

Het zijn van die handige, doordachte momenten om een kaartje voor een concert te kopen: middenin de nacht, lam van drank. Ik zie net dat Billy Idol morgen in de HMH(*) speelt! Zullen we heen gaan? Ze zei: ja, met als gevolg dat we de volgende dag in het gezelschap van de moeder aller katers in de trein richting Amsterdam zaten.

Waarom doen we dit? Het bleek een onverwachte voltreffer. Het goede humeur en het bier kwamen al snel terug, wat mede te maken had met de figuren die op het podium stonden: een iconische gitarist die de ietwat vreemde naam Steve Stevens heeft aangekomen en ene William Michael Albert Broad. De man die we beter kennen als Billy Idol. Ze waren in vorm, evenals het publiek. De oude mannen op het podium kregen de nodige slipjes toegeworpen door ongetwijfeld even oude dames.

In 2014 was Billy Idol al zo’n 30 jaar over zijn top heen, het concert had dan ook wel iets nostalgisch, waarbij de nodige zelfspot niet ontbrak. Die nostalgie kwam vanzelfsprekend voornamelijk naar voren bij Ready Steady Go, King Rocker en Dancing With Myself . Oftewel: de nummers van Generation X, de band waar Idol ooit de frontman van was.

Dat brengt mij op Japan, een van mijn favoriete landen. De inspiratie voor Dancing With Myself deden Billy Idol en basgitarist Tony James (Sisters of Mercy, Sigue Sigue Sputnik) op in een discotheek in Tokio. Het viel ze op dat de aanwezigen niet met elkaar dansten, maar met hun eigen reflectie vanuit spiegelwanden. Uit deze eigenaardigheid werd Dancing With Myself geboren. Het werd de eerste hitsingle van Gen X in de Verenigde Staten. In Nederland hopen we nog immer op een hoge notering in de Snob 2000. (* = het tegenwoordige AFAS Live) 

Keuze Alex van der Heiden: Transvision Vamp – Revolution Baby (1987)

Vrolijk en kritisch

Toen Transvision Vamp eind jaren tachtig doorbrak met I Want Your Love dacht ik dat de nieuwe Blondie geboren was met zangeres Wendy James als goede tegenhanger voor Debbie Harry. Het succes was echter maar van korte duur. Het tweede album Velveteen kende nog enkele grote successen en daarna doofde de kaars met album 3 uit. Het was iets meer dan een eendagsvlieg, dat wel, maar het heeft wat mij betreft te kort geduurd.

Transvision Vamp was namelijk een heel leuk bandje. Het was gewoon popmuziek, maar wel met een punk randje en veel liever dan de rauwe punk. Een soort Revolution Baby zou je kunnen zeggen, ze brachten een frisse wind. Revolution Baby was hun debuutsingle, maar bracht niet het grote succes op gang, dat deed het eerder genoemde I Want Your Love.

Ik denk dat als ze de volgorde andersom hadden gedaan, dat Revolution Baby ook een succes zou zijn. Het is simpelweg eerst even wennen aan Transvision Vamp. Ze zullen nooit meer de wereldtop bereiken, maar geef Tranvision Vamp een luisterbeurt. Ik word er altijd bijzonder vrolijk van en muziek verandert je hart volgens Revolution Baby. Zo wordt die vrolijke popmuziek ook een beetje kritische punk.

Keuze Joop Broekman: Goldfinger – Rio (1997)

Snelheid en humor redden de boel

Even wat voer voor discussie. Poppunk en punkrock hebben raakvlakken, en Ramones zijn géén poppunk maar punkrock. Dat zeiden ze trouwens zelf, hoor. De cover van Smooth Criminal door Alien Ant Farm is beter dan het origineel. Maar dat vind ik.
Poppunk moet je niet té lang willen horen, want je verlangt al snel naar wat zwaarders. Overigens kan ik de Me First And The Gimme Gimmes-bubble en aanverwanten wel aardig hebben. Want daar zit ook de nodige humor bij.

En als ik van muziek ga lachen, dan komt het wel goed. Een band als Goldfinger zie je terug op het poppunk-lijstje maar ze spelen grotendeels punkrock. In beide genres word ik van covers het vrolijkst. Goldfinger deed in 1997 aan The Duran Duran Tribute Album. Een project waar je verschillende bands en dus ook genres hoort. Reel Big Fish swingen er op los bij Hungry Like The Wolf. En Wesley Willis’ versie van Girls On Film is zó hilarisch dat Bjórn Again vond dat zij een betere versie moesten maken (oordeel zelf, maar ik denk dat ze gelijk hadden).

Mijn favoriete cover staat aan het begin van het album. Goldfinger trapt al meteen door naar de vierde versnelling en schakelt alleen eventjes terug voor een hardrock-bruggetje, tevens aanloop naar een ode aan een van de grootste heavy metalzangers. En wie de Monkees-link raadt, scoort bij mij bonuspunten.

Keuze Vincent van der Vlies: Millencolin – Sense & Sensibility (2015)

De grootste punkband van Zweden

Zweden is voor muziek een ongekend goede voedingsbodem. Niet alleen voor Songfestival winnaars en obscure metal, maar ook voor de punkrock. Alweer 32 jaar timmert Millencolin aan de punkrock/ skatepunk/ poppunk weg. In die jaren is het niet alleen de grootste punkband van Zweden geworden, maar ook groter dan bands als Lagwagon, No Use For A Name en van het statuur van een Pennywise en Bad Religion. En dat wil dus echt wel wat zeggen!

In de jaren 90 en begin van dit millennium hadden ze misschien wel het meeste succes, maar in 2015 kwam er nog een heel goed album uit, True Brew, met meerdere bangers zoals het openingsnummer Egocentric Man, titeltrack True Brew en dit nummer. Thematisch gaat het over groeiende zorgen over racisme en overmatig nationalisme in de Zweedse en internationale politiek en is het geen verwijzing naar het boek van Jane Austen. Het is lekker snel, met goede gitaarriffs en melodieën en heerlijke zanglijnen. Kortom: Skateboard pakken en gaan! 

Keuze Renate van Klinken: Pet Needs – Punk Isn’t Dead (It’s Just Up For Sale) (2017)

Ba Bada-Ba Bada-Bada Ba

Ik zou iedere battle die enigszins over punk gaat kunnen vullen met een liedje van Frank Turner, maar omdat ik niet de indruk wil wekken dat ik alleen van Frank Turner of Bruce Springsteen houd, doe ik dat niet. Dus schrijf ik over Pet Needs, een Brits bandje dat ik leerde kennen als voorprogramma van, jawel, Frank Turner.

Vier jongens, waarvan twee broers, die catchy punkliedjes maken, vooral live zijn ze heel erg leuk. Is het poppunk volgens de definitie die bovenin dit blog genoemd wordt? Ach, geen idee. Het is punk, het gaat over punk, en het is enorm catchy. In voorbereiding op het schrijven van deze battle luisterde ik het nummer nog eens in de auto vandaag, en een uur later neuriede mijn zevenjarige zoon het nog steeds. 

Een ding is zeker, of het nu om punk, punkrock, postpunk of poppunk gaat: Punk isn’t dead (it’s just up for sale).

Keuze Freek Janssen: The Vaccines – All My Friends Are Falling In Love (2018)

Al gauw kregen ze de hele festivalwei van DTRH met zich mee

Voor mijn hebben The Vaccines zich in 2011 onsterfelijk gemaakt (zonder sarcasme) met Wreckin’ Bar (Ra Ra Ra). Dit is (pop)punk zoals het moet: opzwepend, melodieus, pakkend en vooral: geen noot te veel. Na 1:21 minuten ben je als luisteraar alweer off the hook. Daarom schreef ik er al ooit over in een battle over super korte liedjes.

Dit jaar speelde de band op Down The Rabbit Hole. Ik ging erheen zonder al te hoge verwachtingen. Ik was niet de enige. Op 4 uur op de zondagmiddag (de derde dag, net nog te vroeg om je al op te laden voor de afsluiter) strompelde de festivalwei langzaam maar zeker vol. En wat bleek: de mannen maakten er een absoluut feestje van. Waar het publiek in het begin nog wat afwachtend naar het podium stond te turen, duurde het niet lang voordat iedereen om me heen met een biertje in de hand rondhuppelde op de muziek van The Vaccines.

En ik? Ik wist niet dat ik zo veel liedjes van deze band al zo vaak heb gedraaid (of langs horen komen op KINK, Pinguin Radio of Studio Brussel). Ik kies hier voor All My Friends Are Falling In Love omdat die naadloos past op de omschrijving van het genre in de intro van deze battle. Maar het had ook net zo goed Headphones kunnen zijn of Post Break-Up Sex. 

Keuze Alex van der Meer: August Is Falling – August Is Falling (2022)

MGK Stinks!

Punkmuziek kan heel eenvoudig klinken. Maar het is het moeilijkste genre. Want je moet echt authentiek zijn om het goed te kunnen. Dat geldt ook voor poppunk. Je hebt slechte poppunk en je hebt goede poppunk. Een voorbeeld van iemand die niet authentiek is? Dat is Machine Gun Kelly! Voorheen rapper en weet ik al niet meer.

Een paar jaar geleden begon hij ineens poppunk te maken. En op zich heeft het genre wel wat, maar zijn muziek geeft me een nare smaak in de mond. Bah, wat fake allemaal. Ik zwijg er verder over. En er is een YouTuber die veel beter duidelijk kan maken – en op hilarische wijze bovendien – waarom de muziek van MGK “stinks”. Check de video en het onmisbare vervolg daarop.

Nee, geef mij dan de Amerikaanse band August Is Falling! Ook daar hoor je de nodige genre-clichés voorbij komen. Maar deze muziek klopt gewoon wel! Het is muziek met liefde gemaakt en ook nog eens lekker ondergewaardeerd. Wie precies in de band zit is niet volledig duidelijk, maar de muziek is als een warm bubbelbad.

Keuze Jasmijn Godding: Jeff Rosenstock – LIKED U BETTER (2023)

Bitterzoete tiener-dagboek punk

Een soort neonroze middelbare school-collage… HELLMODE gestileerd in een schreeuwerig tatoeage-lettertype… Afgekorte titels in hoofdletters gespeld, FUTURE IS DUMB bijvoorbeeld… 

Toen ik het nieuwste album van Jeff Rosenstock onder ogen kreeg had ik werkelijk geen idee wat ik moest verwachten. Het bleek te gaan om fantastische, bitterzoete poppunk. Snelle riffs en drums, hier en daar wat distortion, gepolijste productie. En dan die teksten! Poppunk tot in perfectie uitgevoerd. Regelmatig schopt Rosenstock hard tegen de gevestigde orde, in poëtisch geformuleerde zitten. In HEAD bijvoorbeeld, schreeuwt hij

It’s difficult articulating any silver lining 
When the signal fires burning cast a fog over the sky

Om die gevoelens vervolgens samen te vatten in het refrein, op de wijze van een tiener die tekeergaat in een dagboek:

There’s a bomb inside my head 
And I wish that I could disconnect the threads

De tweede helft van het album biedt wat indie-achtige, akoestische momenten, zoals HEALMODE. Ontroerend, met dankzij herhalende riffjes en tienerdagboekteksten toch een knipoogje naar de poppunk. 

LIKED U BETTER was dé keuze als single voorafgaande aan het album. Het maakt namelijk mooi de balans op. Akoestische gitaren, drums die er hard doorheen slaan, en een synth-refrein dat zich vast graaft in je hoofd, zoals het poppunk betaamt. Vergeef me, maar ik begin toch wéér over die toonaangevende teksten. Tienerangst ten voeten uit. Rosenstock beschrijft hoe het voelt als iemand dichterbij komt dan de bedoeling is. Dat nare, weeïge gevoel dat komt kijken bij een ‘crush’ waarvan je niet weet of deze wederzijds is. We zullen het in onze tienertijd allemaal wel eens meegemaakt hebben, toch? Met ruwe stem gezongen, en ontaardend in geschreeuw.

I thought of you again 
And I don’t wanna tell my friends
Don’t wanna scare ‘em off and don’t wanna be judged 

I liked you better when you weren’t on my mind

Spontane nostalgie over een tijd waar je helemaal niet terug naartoe wilt.

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.