In 2015 battelden we al eens over ondergewaardeerde Spaanstalige liedjes, maar omdat we inmiddels al weer negen (!) jaar verder zijn en er nog heel wat Spaanse muziek te verkennen is, leek het ons zo zoetjes aan tijd voor een Segunde Parte. Van 1967 tot 2024, van Berlijn tot de Dominicaanse Republiek en van flamenco tot death metal: er komt werkelijk van alles voorbij. Lees dus vooral verder en vergeet ook niet te stemmen op je favoriete canción subestimada!

Keuze Hans Dautzenberg: Joe Torres – Get Out Of My Way (1967)

Blijf dromen

Get Out Of My Way ontdekte ik door een reclamespot van KPN. Dankzij een artikeltje in de krant kwam ik er vervolgens achter dat dit lekker aanstekelijke nummer van ene Joe Torres is. Het is te vinden op zijn enige album Latino con Soul.

Over Joe is opvallend weinig te vinden. Schaarse bio-info vertelt dat hij van Puertoricaanse oorsprong is en al jong begint als timbalero. Hij groeit op in New York te midden van diverse (ooit) bekende latin-muzikanten, met wie hij ook samenwerkt in El Barrio en the Bronx. Hij speelt onder meer met Eddie en Charlie Palmieri en met de legendarische grondlegger van de salsa-muziek Arsenio Rodriguez.

Als hij verhuist naar Los Angeles, stijgt zijn roem daar snel dankzij optredens met zijn Latin All-Stars featuring Ricky De Silva, tevens de schrijver van Get Out Of My Way. Torres duikt in die tijd ook op in de Elvis-films Viva Las Vegas en Fun in Acapulco. De bekendheid levert een plaat op. Maar drie jaar na het verschijnen van Latin con Soul – mooie titel voor een album van iemand die opgroeit in Spanish Harlem – verlaat Torres de muziekwereld. De lp leidt lang een tamelijk obscuur bestaan, maar wordt rond de millenniumwisseling opgepikt door hippe trip DJ’s die de Blue Note-catalogus uitpluizen. In 2003 wordt het album opnieuw uitgebracht op cd.

Na zijn pensioen heeft Joe Torres kennelijk weer tijd voor muziek, zoals we kunnen zien op zijn Facebook pagina Joe Torres – The Godfather & his Cool Latin Jazz Quartet. Dit dateert van ongeveer 2012. Elders is nog een videootje te vinden op een platform dat ‘mensen helpt hun dromen waar te maken’. De droom van Joe (82) is om een tweede album op te nemen. In Cuba. Prachtig!

Keuze Der Webmeister: Víctor Jara – El Derecho De Vivir En Paz (1971)

Een icoon

Afgelopen week werd Aleksej Navalny vermoord in een Russische gevangenis. Helaas is het van alle tijden dat anti-democraten hun tegenstanders domweg vermoorden, en soms zijn de slachtoffers muzikanten die zich uit durven spreken in hun teksten. Artiesten wiens woorden als wapens worden gezien, en daarom het zwijgen wordt opgelegd.

In het Chili van september 1973 vond een militaire staatsgreep plaats, gericht tegen de linkse Volksfront-regering van Salvador Allende. Duizenden aanhangers van Allende werden gevangengezet in het Nationale Stadion in de hoofdstad Santiago, en daaronder was de toen al bekende singer-songwriter Víctor Jara. Víctor Jara werd herkend, vreselijk gemarteld en stierf enkele dagen na de staatsgreep in de catacomben van het stadion.

Víctor Jara was sinds de vroege jaren zestig een uiterst geliefde dichter en vertolker van tradionele volksliederen uit heel Zuid-Amerika, en daarnaast politiek supporter van de socialistische coalitie die sinds 1970 Chili regeerde. Hij ging zoveel als hij kon met Allende mee op verkiezingstoernee voor de presidentsverkiezingen, en droeg stevig bij aan diens uiteindelijke overwinning.
Víctor Jara schreef liedjes over maatschappelijke en politieke misstanden, tegen armoede en ongelijkheid, maar zijn uitgangspunt was steevast liefde. In dat opzicht was hij een echt kind van de jaren ’60.

Onderstaand nummer, met de titel ‘het recht om in vrede te leven’, schreef Jara in 1969 en werd uitgebracht in 1971. Het is een anti-Vietnamoorlog song en een eerbetoon aan Ho Chi Minh. Nadat de democratie in de jaren ’90 in Chili werd hersteld, groeide het nummer uit tot het officieuze volkslied van Chili, steevast gezongen bij allerlei protesten.

In de jaren na zijn dood kreeg Víctor Jara voortdurend aandacht van artiesten als The Clash, U2, Simple Minds, Bruce Springsteen – de lijst is bijna eindeloos – die de naam Víctor Jara publiekelijk bleven memoreren. Het stadion in Santiago waar Jara werd vermoord heet sinds 2003 het Víctor Jara Stadion. Afgelopen november overleed zijn weduwe, Joan Jara, die zich tientallen jaren met succes heeft ingezet om de verantwoordelijken veroordeeld te krijgen.

In 2019 maakte Netflix een documentaire over de dood van Víctor Jara, met in het begin prachtig archiefmatriaal van de zanger, maar het wordt al snel een weinig geïnspireerd rechtbankdrama. Het slot is dan weer fantastisch: dit toont wat voor enorm icoon Víctor Jara nog altijd is in Chili. Wat echt nodig is, is een Oppenheimer-achtige biopic over het leven en de muziek van Víctor Jara.

Keuze Willem Kamps: Carmen – Viva Mi Sevilla (1973)

Opgepikt door David Bowie

Eerst was daar de opera Carmen, van Georges Bizet, toen kwam de Carmen krulset en daarna de band Carmen. De overeenkomst, naast de naam: niet afkomstig uit Spanje. Bizet was een Fransman, de krulset werd ontwikkeld door de Deen Niels Christian Jorgenson en de bandleden kwamen uit de VS en Engeland.

De band werd begin jaren ’70 opgericht door flamencogitarist David Allen (moeder Mexicaans, vader half Welsh, half Sioux). Of de band naar Bizets Carmen is vernoemd wordt niet duidelijk, maar het ligt meer voor de hand dan dat de krullers de naamgevers zijn.

Allen en kompanen, waaronder zijn zus Angela, werden opgepikt door David Bowie, wat ertoe leidde dat niemand minder dan Tony Visconti hun debuutplaat produceerde: Fandangos In Space. Ook traden zij op in de legendarische, door Bowie samengestelde versie van Midnight Special (november 1973), The 1980 Floor Show. Bowie wilde dat het er futuristisch uitzag, al zat er ook oude muziek in, zoals zijn duet met Marianne Faithfull. Verkleed als non zingt zij I Got You Babe.

Carmen, a Spanish Glam Group, wordt door Amanda Lear aangekondigd en speelt dan Viva Mi Sevilla, wat de link met de opera lijkt te versterken. Het Spaanse drama speelt zich daar immers af; terwijl haar geliefde een stier doodt, steekt haar ex Carmen buiten de arena overhoop. Niet helemaal Viva, maar wel Sevilla, en wat een feestje maakt de band Carmen ervan in deze mix van flamenco, rock en zapateado, de kenmerkende Spaanse percussieve dans. Kijk, luister en dans mee, en wie weet gaan je haren er ook nog van krullen.

Keuze Mersad Rebronja: Celia Cruz & Johnny Pacheco – El Paso Del Mulo (1974)

Nooit achterom kijken

De Cubaanse Celia Cruz staat bekend als de Queen of Salsa, en wordt beschouwd als één van de beste zangeressen aller tijden. Johnny Pacheco was een Dominicaanse muzikant, arrangeur, componist, bandleider en producer. Hij was (en is) een zeer grote naam binnen de Latijns-Amerikaanse muziek. Samen met Jerry Masucci richtte hij begin jaren ’60 het legendarische Fania Records op. Veel grote namen binnen de Latijns-Amerikaanse muziek kregen hierdoor voet aan de grond in Amerika.

In 1974 brachten Celia en Johnny, heel toepasselijk, het album Celia & Johnny uit. En dat is een heel fijn album, dat wordt beschouwd als een essentieel Latijns-Amerikaans album, en dus de aandacht verdient in deze battle. De plaat staat natuurlijk vol met weelderige, zomerse arrangementen maar het middelpunt is uiteraard Celia’s stem. Het is allemaal heerlijk, ja, ik hou er wel van, dus met iene-miente-mutte (in het spaans is dat Pinto pinto gorgorito) heb ik maar een nummer gekozen: El Paso Del Mulo, geschreven door Rey Diaz Calvet.

In het lied wordt een muilezel aangemoedigd om te blijven lopen. De boodschap is dat je nooit achterom moet kijken, maar juist vooruit. De vraag-en-antwoord structuur maakt het nummer extra leuk. Heerlijke, tropische salsa, maar, lastdieren vind ik veelal wel zielig.

Keuze Jan-Dick den Das: Leon Gieco – Solo Le Pido A Dios (1978)

Rauw en warm

In Argentinië kunnen ze niet alleen aardig de tango dansen, ze zijn ook erg goed in het vertolken van hun gevoel en dat vertalen in een lied. Zeker als het gaat om onvrede op gebied van gelijkwaardigheid, politiek, oorlog. In de jaren ’70 tijdens de dictatuur schreef Leon Gieco het nummer Solo Le Pido A Dios. Het uitbrengen daarvan had als resultaat dat hij Argentinië moest verlaten en zich in Amerika vestigde. Een paar jaar eerder had hij al nummers moeten aanpassen en zelfs schrappen van een album omdat de militaire junta hem de mond wilde snoeren. Kunstenaars laten zich niet de mond snoeren, en Leon dus ook niet.

Solo Le Pido A Dios is door ontzettend veel artiesten opgenomen en uitgevoerd. En niet alleen in het Spaans, maar vertaald naar het Armenisch tot aan het Hebreeuws. Een van de bekendste uitvoeringen staat, denk ik, op naam van Mercedes Sosa. Op het moment dat Leon het nummers schreef was Sosa verbannen uit Argentinië. De uitvoering van Leon Gieco is niettemin ook erg mooi. Een stem met een rauw randje en toch teder en zacht. Leon Gieco heeft twijfels gehad of hij het nummer moest uitbrengen want, zo vond hij zelf, het was nogal saai.

Solo le pido a Dios
Que la guerra no me sea indiferente
Es un monstruo grande y pisa fuerte
Toda la pobre inocencia de la gente
Es un monstruo grande y pisa
Toda la pobre inocencia de la gente

De tekst is prachtig en helaas nog steeds meer dan actueel. De muziek, de teksten: ze doen er nog steeds toe. Ze vertolken het gevoel wat er leeft. Laten we hopen dat er wat meer naar muzikanten en kunstenaars wordt geluisterd dan naar de mensen die zich leiders van het volk noemen. Wellicht kan God daar een handje bij helpen.

Keuze Johan Hol: Carlos Mejía Godoy & Los de Palacaguina – Nicaragua, Nicaraguita (1983)

Ultieme vaderlandsliefde

Het origineel van dit nummer stamt uit 1980. Voor deze battle kies ik voor een liveuitvoering tijdens het Concierto por la paz en Centroamerica uit april 1983. Een tijd waarin een heel andere battle werd uitgevochten in Centraal-Amerika.

Ay Nicaragua, Nicaraguita
La flor más linda de mi querer

Wanneer iemand een dergelijk lied over Nederland had gemaakt (oh Nederland, Nederlandje, de mooiste bloem van mijn liefde) zouden we het nu vast extreem over the top vinden, maar bezien vanuit de situatie waarin Nicaragua zich in de jaren ’80 bevond, getuigt het lied van een ultieme vaderlandsliefde.

Tijdens hetzelfde concert bracht de zanger overigens ook het strijdlied No Pasarán ten gehore. Het een staat niet los van het ander.

Pero ahora que ya sos libre, Nicaraguita,
Yo te quiero mucho mas

De overtreffende trap van houden van je land? Houden van een bevrijd land, een land zonder oorlog. Vandaag de dag helaas nog steeds ontzettend actueel.

Keuze Remco Smith: Los Lobos -La Pistola Y El Corazón (1988)

De bron

Eigenlijk wilde ik iets schrijven over Ritchie Valens, maar het is Los Lobos geworden. De befaamde band rond David Hidalgo die met een Tex-Mex bandje opeens wereldfaam bereikte. Door een biopic over Ritchie Valens, de zanger die in 1958 de pech had in het vliegtuig te stappen met Buddy Holly en The Big Bopper. Daarmee werd Valens opeens onderdeel van The Day The Music Died.

Valens heeft in Nederland geen grote bekendheid gekregen. La Bamba was een behoorlijk natuurgetrouwe cover van het origineel. Los Lobos had er een wereldhit mee te pakken en had jarenlang de grote zalen kunnen vullen met Liedjes-Die-Op-La-Bamba-Lijken. Dat Los Lobos dat niet heeft gedaan is ons geluk, want Kiko uit 1992 is één van de allermooiste platen ooit. De zeggingskracht van de liedjes, de arrangementen, het is zo verschrikkelijk mooi gedaan. Een buitengewoon ondergewaardeerde plaat ook: een plaat die volstrekt ten onrechte niet in de lijst 150 mooiste platen volgens Pitchfork staat; een lijst waar overigens wel meer op is aan te merken.

Voordat Los Lobos La Bamba opnam hadden ze al meer platen gemaakt, waaronder het spaanstalige La Pistola Y El Corazón. Een bedrieglijk simpel Mexicaans deuntje waar de muzikaliteit stiekem vanaf spat, en daarmee eigenlijk de bron is van de grote rijkdom die Los Lobos daarna heeft geboden.

Keuze Joris van der Aart: Kid Frost – La Raza (1990)

Brown and proud

La Raza is letterlijk Spaans voor ‘het ras’, maar er wordt ‘het volk’ mee bedoeld. Het gaat daarbij om de bevolking met gemengd Spaanse en inheems-Amerikaanse achtergrond. La Raza is onlosmakelijk verbonden met de Chicanos, een beweging die in de sixties en seventies opkwam en stond voor de Mexicaans-Amerikaanse etnische, politieke en culturele identiteit.

Deze achtergrond brengt ons bij Kid Frost (later schrapte hij Kid uit zijn naam). Frost is een rapper afkomstig uit Los Angeles, maar van Mexicaanse afkomst. In 1990 bracht hij zijn debuutalbum uit genaamd Hispanic Causing Panic, met daarop de single La Raza. Er was kritiek op de gewelddadige teksten, maar volgens Frost beschrijft het nummer het leven in de Chicano-cultuur. Hij rapt Spaans en Engels door elkaar en buiten de titel La Raza, refereert hij nog meer aan zijn gemengde achtergrond. Zo rapt hij dat het bloed van Azteekse krijgers door zijn aderen vloeit, hij een Chicano is en brown and proud.

Wat het nummer historisch maakt, is dat het een van de eerste tweetalige latin-hiphop hits was. Volgens Frost hadden Mexicanen nooit echt interesse in hiphop totdat gangstarap een ding werd. Hij paste zijn stijl hierop aan en bracht dit album en La Raza uit. Daarmee werd hij de grondlegger van de Chicano-rap, een subgenre binnen de hiphop dat draait om de Mexicaans-Amerikaanse cultuur, en maakte de weg vrij voor andere latin-hiphop artiesten, waarvan Cypress Hill misschien wel de bekendste is.

Keuze Quint Kik: Pixies – Evil Hearted You (1991)

Uitwisselingsproject

Vamos a jugar por la playa
Vamos a jugar por la playa
Vamos a jugar por la playa

Aan wie hebben de Pixies toch die Spaanse tik overgehouden? Al op hun debuut, het mini-album Come on Pilgrim (1987), prijkten nummers als Isla de Encanta  (Me Voy! Me Voy! Me Voy!) en Vamos. De laatste zou opnieuw worden opgenomen met Steve Albini voor Surfer Rosa en behoort nog altijd tot de fanfavorieten (niet in de laatste plaats dankzij de ontsporende gitaarsolo’s van Joey Santiago).

Tijdens de opnamen van de podcast bij de Ondergewaardeerde playlist over de Pixies leerde ik er meer over van collegablogger Marco. Geholpen door zijn fabelhafte uitspraak van de taal, wist hij te vertellen dat Charles Michael Kittridge Thompson IV – laten we hem voor de gelegenheid Frank Black noemen – als student voor een uitwisselingsproject een tijdje op het eiland Puerto Rico verbleef.

Naar verluidt om de taal te leren; een ontmoeting met een maffe huisgenoot (later vereeuwigd in Crackity Jones op Pixies-klassieker Doolittle) deed hem echter een ander soort licht zien. Bij terugkomst in Boston haalde hij kamergenoot Santiago over om de Pixies te beginnen. De rest is geschiedenis, waarbij het zeer de vraag is of er überhaupt iets van Spaans leren terecht is gekomen.

Het antwoord op die vraag ligt besloten in de ontstaansgeschiedenis van een b-kantje: een cover van de Yardbirds’ Evil Hearted You. Gezongen in het Spaans, waarvoor de tekst over en weer ging tussen Black en auteur Graham Gouldman. Die bleek de taal namelijk perfect te beheersen. De kok van Black’s favoriete tacotent moest er aan te pas komen eer de 10cc-voorman tevreden was.

Keuze Renate van Klinken: Juan Luis Guerra – Burbujas De Amor (1991)

Liefdesbubbels

Ik denk dat het in 1994 moet zijn geweest, toen mijn moeder, broertje en ik met z’n drieën op vakantie gingen naar de Vogezen in Frankrijk. Op een kleine, idyllische camping aan een meertje had ik misschien wel de beste vakantie van mijn jeugd. Zwemmen met mijn vakantievriendinnetje, rondjes om het meer lopen en in dat bos avonturen beleven, oneindig veel potjes badmintonnen en in de auto muziek luisteren.

Het was de tijd van cassettebandjes in je autoradio, en op een van de bandjes stond het album Bachata Rosa van Juan Luis Guerra. Hij was afkomstig uit de Dominicaanse Republiek, waar hij bekend stond om zijn experimenten met meerdere muziekstijlen. Maar allemaal duidelijk Latijns-Amerikaans, zijn liedjes allemaal Spaanstalig.

Op zich had ik ieder liedje van dit album kunnen kiezen, maar in deze battle kies ik voor Burbujas de Amor, de grootste hit van het album. Ook in Nederland was dit nummer populair, het stond in 1991 13 weken in de top 40 en bereikte de derde plek als hoogste notering. Het is een zoetsappig liedje, over hoe de zanger liefdesbelletjes (Burbujas de Amor) wil blazen. Op zich heb ik niet zoveel met zoetsappige liedjes, maar dit liedje tovert altijd een glimlach op mijn gezicht. Soms komt-ie nog voorbij, op de radio of in een zomerse afspeellijst. En het brengt me altijd terug naar de Vogezen. Met zijn drieën in de auto over een slingerweggetje.

Keuze Marco Groen: Brujeria – La Migra (Cruza la Frontera II) (1995)

Een (soort van) heksenhamer

In de film Antichrist wordt de mogelijkheid geopperd dat de 17-eeuwse heksenvervolgingen in Massachusetts (VS) nog wel eens terecht zouden kunnen zijn geweest. Het is op zijn minst een interessant gedachte-experiment. Nu zijn er ten heden dage nog steeds mensen die ook geen enkele moeite doen om de massahysterie van weleer te ontkrachten. Sterker nog: men voedt het. Enkele van dat soort personen vinden we in een Mexicaans/Amerikaanse deathmetal/grindcoreband.

Brujeria maakt teringherrie en dat is soms best lekker om te ondergaan. De geluiden die ze daarbij maken schijnen Spaans te zijn, hoewel het (gezien het genre) net zo goed Klingon zou kunnen zijn. Qua thematiek is het een grote heerlijke puinhoop, wat meteen ook goed past bij een band die zichzelf Brujeria noemt. De Mexicaanse variant van hekserij (want dat betekent het) is een smeltkroes van Europese, Afrikaanse en Azteekse toverkollerij. Diverse magie die niet alleen landsgrenzen overstijgt.

Zei ik landsgrenzen? In onderstaand nummer heeft Brujeria het een keertje niet over Satanisme, drugsgebruik of moordpartijtjes, maar zingen ze over een onderwerp dat weer helemaal actueel is: immigratie. Uiteraard gaat dit op een lompe manier, in de hoogste versnelling. Een typisch Brujeria-nummer, want La Migra (Cruza la Frontera II) duurt minder dan twee minuten. Zo hoort het ook. De meeste liederen van de band halen de drie minuten niet. Alleen het nummer Don Quijote Marihuana is uitzonderlijk lang (bijna vijf minuten), wat het een behoorlijke a-typisch staaltje hekserij maakt. Muzikaal is het zelfs nóg a-typischer. Wat dat betreft kleurt La Migra wat meer keurig tussen de warrige lijntjes zoals getrokken door Brujeria.

Kleine waarschuwing: La Migra heeft alles in zich om een earwurm te zijn. Het kan zijn dat je na twee luisterbeurten nog dagenlang La Migra! La Migra! scandeert. De betekenis van La Migra moge duidelijk zijn, zelfs wanneer je niet eerder iets in het Spaans hebt gehoord.

Keuze Jeroen Mirck: Sergent Garcia – Amor Pa’ mí (1999)

Salsamuffin

In het pre-Spotify-tijdperk woonde ik als jonge muzieksnob in Amsterdam. Om nieuwe muziek te ontdekken, fietste ik geregeld op vrijdagmiddag naar muziekwinkel Concerto. Ik grasduinde een stapel cd’s bij elkaar en ging aan de toonbank staan luisteren. Vaak verliet ik de platenzaak met het werk van een artiest waar ik tot die dag nog nooit van had gehoord. Zo ook Sergent Garcia. Van hem kocht ik in 1999 het album Un Poquito Quema’o. Ik ben er nog altijd dol op.

Hoe Spaans deze artiest, zijn muziek en zijn teksten ook mogen klinken, Bruno Garcia is een Fransman. Oorspronkelijk startte hij de punkband Ludwig Von 88, maar al gauw verruilde hij dat project voor Sergent Garcia, een frisse mix van reggae, salsa, ragamuffin, rock en funk. Zelf noemt hij deze muzikale cocktail salsamuffin. Zijn tweede album Un Poquito Quema’o betekende de grote doorbraak.

Aanstekelijk zijn nummers als Medecine Man (klinkt Spaans, maar de tekst is hoofdzakelijk Frans, exclusief de Engelse typo) en Si Yo Llego, Yo Llego, maar mijn favoriet is de single Amor Pa’ mí. Wat begint als een reggae-deuntje ontpopt zich als een aanstekelijke dansvloerkraker. Want een feestje bouwen, dat kan Bruno Garcia als geen ander.

Keuze Freek Janssen: Estrella Morente – En Lo Alto Del Cerro (Tangos) (2001)

Dit wordt een college

Er zijn onderwerpen waar ik ternauwernood een liedje bij kan bedenken. En er zijn battles waarbij ik mezelf moet inhouden om geen college te geven en lezers ga vragen om heel veel liedjes te gaan luisteren.

Dit wordt een college.

Ik ben al sinds 2001 verliefd op Spanje, toen ik een halfjaar in Sevilla studeerde (Erasmus-programma). Ook het flamencokwartje viel toen. Ik weet nog goed hoe ik flamencogitaarles nam bij een buurman aan de overkant van Calle Don Pedro Niño 17. Hij probeerde mijn Westerse vingers de futbolísta aan te leren, een rechterhandtechniek waarbij je de wijsvinger als het ware lanceert over de snaren. Want als flamencogitarist ben je eigenlijk ook percussionist.

Ik was daar motorisch niet aan toe.

Dat weerhield me er niet van om verliefd te worden op flamenco. Om even een beeld te schetsen: flamenco is de volksmuziek van Spanje, vooral van Zuid-Spanje. Waar Nederland op feesten meezingt met Frans Duijts en André Hazes, komt het op Spaanse feesten regelmatig voor dat iemand een gitaar tevoorschijn tovert, een groep begint te zingen, er wordt gedanst, meegeklapt. Met een partij passie waar je u tegen zegt. En voor een niet-Spanjaard is meeklappen bijna niet te doen, zo contra-intuïtief zijn die ritmes.

In Nederland zijn we qua flamenco blijven steken bij de Gypsy Kings, die eind jaren tachtig hits hadden en nog steeds tapasrestaurants onveilig maken. Gypsy Kings zijn de Kensington van de flamenco. Ze vertegenwoordigen een easy listening-variant voor mensen die eigenlijk niet van het genre houden.

Ik ga jou als lezer proberen over te halen om de échte flamenco een kans te geven. Dat doen we in stapjes.

Begin met Rosalía. Rosalía is de Beyoncé, Taylor Swift en Dua Lipa van Spanje. Fenomenaal. Hoewel ze genre-overstijgend is, maakt ze af en toe prachtige flamenco-liedjes, die qua productie wel heel erg van nu zijn. Begin dan met Sakura. Een hemeltergend mooie ballad die haast meer doet denken aan Portugese fado dan aan Spaanse flamenco. Ga dan door naar Bulerías. Dit is pure flamenco, maar dan van nu. Sterker nog, een bulería is een van de standaardvormen van flamencoliedjes.

In stap 2 gaan we film kijken. Vengo van Tony Gatlif uit 2000 (staat integraal op YouTube) is een drama over twee Andalusische families, met weergaloze flamencomuziek. Vooral de ‘exit music’, Naci en Alamo (klik hier om de film te starten op het moment dat deze instart), is een prachtig liedje over de nadelen die je hebt in het leven als je opgroeit als gitano (zigeuner), want deze cultuur staat centraal in de flamenco. Ik schreef er al eens over in de soundtracks-battle, tien jaar geleden. Een jaar later, tijdens El Battle de la musica Española, koos ik een andere van Tony Gatlif: uit de film Latcho Drom. Als je echt wilt voelen wat flamenco is, kijk deze film (ook op YouTube).

Even een luie copy-paste uit de battle van toen:

De film laat de reis zien die de zigeuners hebben afgelegd van India, Arabië, Oost-Europa en Noord-Afrika naar Spanje. Op al deze plekken worden zigeuners en hun muziek vastgelegd, zodat je stukje bij beetje kunt zien hoe deze zich tijdens de verspreiding over Azië, Europa en Afrika heeft ontwikkeld.

(Overigens laat flamenco zich hier ook op zijn rauwst horen. Mijn keuze van toen, Pajaro Negro, is pittig voor de ongeoefende oortjes)

We gaan een stapje verder. In 2008 kwam het album Flamenco Para Niños uit. Geen kinderliedjes, maar een verzameling legendarische liedjes van dito artiesten om kinderen kennis te laten maken met het genre. Niet alles is even toegankelijk, maar luister vooral naar Tomatito (de vader van Las Ketchup, geen grap), de instrumentale flamenco van Paco de Lucía, en alle tracks van Cameron de la Isla. Vind je het leuk? Check dan zijn (in mijn oren) mooiste nummer: het met jazz doordrenkte La Leyendo Del Tiempo.

Heb je het nog volgehouden tot hier? Mooi, dan wil ik je graag laten kennismaken met mijn Flamenco-playlist (encantado). Eigenlijk is hij niet echt van mij. Ergens in 2006 volgde ik een opfriscursus Spaans aan de Volksuniversiteit van Den Bosch en medecursist Ernst (door ons Serioso genoemd) overhandigde mij een cd met zijn eigen flamencoklassiekers.

Ik heb lang gedubd welk liedje ik hier zou kiezen, want zoals je misschien tussen de regels door hebt kunnen lezen, vind ik flamenco best leuk en belangrijk. De twijfel was tussen Te Roza Y Te Quema van Jose Merce en En Lo Alto Del Cerro (Tangos) Estrella Morente. Beide liedjes zijn bloedje-bloedjemooi en, voor flamencobegrippen, best toegankelijk.

Maar Estrella geeft me net wat meer kippenvel.

Keuze Mercedes Bouter: Brian Setzer – Malagueña (2001)

Paso doble in surfstijl

Een battle die me aanspreekt als geen andere! Bij Spaanstalige muziek denk ik direct aan een traditionele paso doble op traditionele paso- en flamencomuziek. Hoewel, traditioneel…

Het folkloristische Malagueña is via de composities Souvenirs d’Andalousie van Gottschalk en de Suite Andalusia van de Cubaanse componist Lecuona in het muzikale collectieve geheugen gegrift. Een populaire instrumentale versie werd door Ritchie Valens uitgebracht in 1959, gevolgd door José Feliciano in 1969. Een mooie recente instrumentale bewerking is van de Braziliaanse gitarist Lucas Imbiriba (2021).

Door The Trashmen werd Malagueña in 1964 in de surfstijl uitgebracht. Mijn keuze, de versie van Brian Setzer (2001), lijkt qua traditionele elementen, snelheid en surfstijl een ode te brengen aan de pionier van het genre: ‘King of Surf’ Dick Dale.

Keuze Alex van der Meer: Natalia Lafourcade ft. Los Macorinos – Tú Sí Sabes Quererme (2017)

Om van te houden

De Zangeres Zonder Naam bezong al de mooie en magische kanten van Mexico. En zeker, fijne Mexicaanse gitaarklanken, daar gaan je heupen lekker los van zitten en daar word je helemaal vrolijk van. Voorbeeld nodig? Check het nummer Tú Sí Sabes Quererme van Natalia Lafourcade. Het is moeilijk om daar onbewogen bij te blijven.

Natalia Lafourcade is één van de meest succesrijke zangeressen uit Latijns-Amerika. In 2017 bracht ze, middels het album Musas, hulde aan de Latijns-Amerikaanse volksmuziek. Ze probeerde met dat album tijdloze liedjes opnieuw te onderzoeken en in de hedendaagse muziekscene te plaatsen. En dat lukte behoorlijk goed. Er stonden covers op, maar ook de eigen nummers op dat album waren geïnspireerd op de Latijns-Amerikaanse rootsmuziek van de vorige eeuw.

Zo ook het nummer Tú Sí Sabes Quererme – een nummer om van te houden. Het voelt aan alsof het er al jaren was en werd uiteindelijk dan ook een moderne klassieker. Is het ondergewaardeerd? Absoluut niet in Latijns-Amerika. Maar ik vermoed dat er hier in Nederland zelfs muziekliefhebbers zijn die de muziek van Natalia Lafourcade nog niet eens kennen. En dat is zo onterecht. 

Keuze Leendert Douma: Mabe Fratti – Todo Lo Que Querías Saber (2019)

De Kate Bush van Zuid-Amerika

Mabe Fratti is geboren in Guatemala maar woont al jaren in Mexico-City, waar ze de drijvende kracht is achter een levendige experimentele scene. Samen met haar partner Héctor Tosta (alias I la Cátolica) vormt ze het duo Titanic en samen met onder andere vriendin Concepcíon Huerta speelt ze in het improvisatiekwartet Amor Muere. Maar net zo goed duikt ze de studio in met de Berlijnse techno-legende Gudrun Gut of noise-maker Julián Bonequi.

Prachtig allemaal, maar vooral haar soloplaten zijn fascinerend en creatief. Mabe Frattti is de Björk of de Laurie Anderson van Latijns Amerika. Of beter nog: de Kate Bush van Zuid-Amerika. (Ze zingt net zo mooi, maar iets meer ingetogen.) Laurie Anderson’s ‘weapon of choice’ is de viool, die van Kate Bush de piano en Mabe Fratti bespeelt van jongs af aan de cello. Op haar platen brengt ze een mengeling van free jazz, ambient, shoegaze en dreampop met Gregoriaanse gezangen en traditionele Joods-Sefardische muziek. Naar eigen zeggen is ze opgevoed met een cocktail van Cocteau Twins, Sun O))), Scott Walker, componist György Ligeti en de cultfilm Videodrome van David Cronenberg.

Mabe Fratti heeft trouwens een bijzondere band met Nederland. Delen van haar laatste plaat Se Ve Desde Aquí (lees mijn recensie hier) heeft ze opgenomen in de Rotterdamse WORM-studio’s. En al eerder was ze artist in residence in de Willem Twee Studio’s in Den Bosch.

De beste introductie tot haar werk is het prachtige, bijna verstilde nummer Todo Lo Que Querías Saber (‘Alles wat je wilt weten’) van het album Pies Sobre La Tierra (‘Met beide benen op de grond’) uit 2019. Over een elektronische ondergrond speelt en zingt Mabe Fratti de sterren van de hemel. Wat een schoonheid!

Keuze Jasmijn Godding: MONKYMAN & NasNan ft. IRALI – Erre (2021)

Zomer in Berlijn

Hoewel dit een battle over Spaanse muziek is, draag ik voor mijn bijdrage graag een samenwerking tussen drie Berlijnse artiesten aan: het hypnotiserende dance-nummer Erre. 

DJ’s MONKYMAN en NasNan zijn verantwoordelijk voor de productie. Ze zijn allebei regelmatig te vinden in befaamde nachtclub Kater Blau en hebben wel vaker samengewerkt. Op Erre combineren de twee opzwepende, doch nimmer gehaaste ritmes met mysterieuze koorzang. Mexicaanse zangeres IRALI voorziet de productie van een krachtige en intrigerende rap – in het Spaans natuurlijk!

Haar uitdagende, raspige stem laat elke Erre zo lekker over de tong rollen dat je nekharen ervan overeind gaan staan. Ik heb geen idee waar het nummer over gaat, maar het voelt also er iets geheimzinnigs, bijna duisters gaande is, terwijl het tegelijkertijd heerlijk zomers is. Erre kruipt onder je huid. Stil blijven staan is geen optie. Een toepasselijke vertolking van de Berlijnse zomer, als je het mij vraagt.

Keuze Michiel Borst: Helado Negro – Es Una Fantasia (2024)

Bepaald geen illusie

Ga even rustig in een stil hoekje zitten en luister naar dit prachtige liedje. Het is betoverend mooi en dromerig. Het nummer duikt in de gevoelens van twijfel en verlangen die gepaard gaan met romantiek. Maar die komen mogelijk niet overeen met de werkelijkheid… De verteller nodigt de luisteraar uit om te beseffen dat er een vervagende grens is tussen fantasie en werkelijkheid. Dat geeft natuurlijk onrust, zeker als het om de liefde gaat. Toch hoef je bij het opzetten van dit liedje niet bang te zijn dat dit een droom of fantasie is. Het is een prachtige werkelijkheid waarin je je bevindt.

Helado Negro – artiestennaam voor Roberto Carlos Lange –  loopt al heel wat jaartjes mee in de muziekwereld en is inmiddels toe aan zijn achtste studioalbum. Al in 2009 kwam zijn eerste plaat uit. Als kind van Ecuadoriaanse immigranten in de Verenigde Staten werd hij geboren in Florida. Hij maakt folkachtige dreampop met invloeden van onder andere jazz en ambient. Zijn recente release van het album Phasor wordt wereldwijd zeer positief ontvangen en staat vol met prachtige composities. Luister en oordeel zelf!

Helado Negro stond tien jaar geleden al op Le Guess Who? en maakt momenteel een wereldtournee ter gelegenheid van zijn nieuwste album. Op 14 maart as. komt hij naar de Ekko in Utrecht. Ik zou willen zeggen, gaat dat zien mensen! Maar helaas, de show is al uitverkocht.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.