Nits is een act om te koesteren. Dit jaar zal de band vijftig jaar bestaan. Het jaar 2024 is dus het jaar van Nits! Daar staan we nu al graag bij stil. De door heel Europa zeer gewaardeerde en gerespecteerde Nederlandse alternatieve popgroep is opgericht in 1974, in Amsterdam. In het begin was het nog een band met een The voor de naam, vanaf 1989 veranderde de naam van The Nits simpelweg in Nits. De huidige drie bandleden zijn Henk Hofstede, Rob Kloet en Robert Jan Stips. Kloet en Hofstede waren er vanaf het begin al bij en zijn nooit weggeweest. Stips werd in 1981 officieel bandlid, hij vertrok in 1996, maar kwam in 2003 weer terug in het nest. Doorheen de vele jaren waren er nog acht andere Nits’ers: Alex Roelofs, Michiel Peters, Petra Lugtenburg, Joke Geraerts, Martin Bakker, Peter Meuris, Laetitia van Krieken en Arwen Linnemann. 

Waar vaak wat oudere bands meestal wat minder productief worden en zichzelf wat beginnen te herhalen, is daar bij Nits geen sprake van. Regelmatig verschijnt er nieuwe muziek en ook het geluid van de band blijft altijd in ontwikkeling. Nits is vertrouwd, maar altijd ook weer anders. In de aanloop van het lustrumjaar waren er twee schokkende gebeurtenissen. De studio van de band ging in vlammen op en daarbovenop werd bij zanger Henk Hofstede een zeldzame auto-immuunziekte gediagnosticeerd. Dat zijn nog eens zware klappen. Maar stilvallen? Dat lijkt niet bij Nits te passen. De band is gewoonweg te ontwikkelingsgericht. En altijd gedreven door nieuwsgierigheid en avontuur.

Keuze Jan-Dick den Das: The Nits – Tutti Ragazzi (1978)

Fundament

Zoals al in het voorwoord te lezen valt, bestaat de band dit jaar vijftig jaar. In de beginjaren was het nog The Nits maar nu dus gewoon Nits. Bandjes scoren als ze veel spelen en een hitje scoren. In 1978, lang geleden dus, hadden ze een hitje met Tutti Ragazzi, het staat op album Tent. Het was ook het nummer wat ze inbrachten voor de OOR-elpee Keihard & Swingend. Het nummer werd opgepikt en laten we eerlijk zijn het swingt ook heerlijk, en de rest is feitelijk geschiedenis. Het nummer stond in een iets andere versie ook op het dubuutalbum.

Tutti Ragazzi het begin van een mooie lange muzikale reis, dat zal in deze battle wel duidelijk worden, zeer divers en uitdagend. Een band die zich ontwikkelt, en toch ook een eigen geluid weet te behouden. Het fundament is in ieder geval goed neer gezet door de jongens. Het is en blijft een heerlijk nummertje met dat enigszins overspannen geluid van de keyboards. En zo blijkt maar weer wat goed is dat blijft, dat hebben de Nits wel bewezen.

Keuze Henkjan Olthuis: Hook of Holland (1979)

Op repeat….

Ook een instituut als Nits zijn ooit begonnen, in hun geval halverwege de 70’s. Na een plekje op Keihard En Swingend en een in (soort van) eigen beheer uitgebrachte debuut LP worden ze door Columbia getekend, dat in 1979 de LP Tent uitbracht. Daarop staat een nieuwe versie van Tutti Ragazzi, een mooi popliedje dat hun eerste hitje oplevert, en waar Jan-Dick den Das in deze battle over schrijft. 

In andere nummers op Tent laat de band echter een ander en meer eigen geluid horen, meer new wave, hoekiger. Een prachtig voorbeeld daarvan is Hook Of Holland, met een repetitief gezongen achtergrond-refrein “… trains and boats and planes and …” dat bijdraagt aan de zo bij het onderwerp passende desolate sfeer. Het is deze bijzondere aanpak die al de voor-echo is van hun latere werk op bijvoorbeeld Omsk, een eigenheid die ze zo uniek maakt en waardoor het toen al duidelijk was dat dit geen doorsnee bandje was.

Keuze Quint Kik: Empty Room (1981)

Verkeerde been

Muziek als moderne kunst, blegh. Zo keek ik lange tijd aan tegen de Nits. Zou jij ook doen, wanneer je als 14-jarige tijdens Countdown onverwacht werd geconfronteerd met de a-typische malligheid van In The Dutch Mountains (1987). Die tweede stem, die na ieder refrein het woord Mountains nog eens herhaalde: hevige puberjeuk kreeg ik daarvan. Lees er deze oude Facebookpost maar op na.

Ooit nog gecoverd door Claw Boys Claw. Ik vond de foto van de verkleedpartij op de achterzijde van de hoes van Hitkillers eigenlijk wel een spot-on benadering van het pretentieuze karakter van de muziek: de imitatie door Peter te Bos en co van de Nits sloot naadloos aan op mijn al te voorbarige conclusie. Voorbarig, want een paar jaar geleden stuitte ik op de oerbeginselen Tent, New Flat en Work.

Waar de eerste twee van de genoemde albums me direct voorkwamen als hoogst originele new wave-albums, werd ik afgelopen week gegrepen door die laatste. Enkele jaren voor de Nits hun grootste top 40-hit hadden met Nescio, klonken ze kortstondig als een kruising tussen de krautrock van Neu! en Wire circa Chairs Missing en 154.

Even kwam ik in de verleiding het van Work afkomstige hitje Red Tape te nomineren voor deze battle. De griezelig goede imitatie van Kraftwerk (check die podiumpresentatie in de bijbehorende Top Pop-video!), legde het uiteindelijk af tegen de albumtrack Empty Room; die zette me op het verkeerde been en blies me vervolgens van mijn sokken. Zoals het met moderne kunst betaamt.

Keuze Joop Broekman: Nits – Cabins (1986)

Intrigerend kunstzinnig

Een stukje tikken voor deze battle voelde van tevoren al een beetje aan als gloryhunten. Toch vond ik van mezelf dat ik een bijdrage moest leveren. Het juiste nummer had ik al snel gevonden.

En ergens in mijn achterhoofd zwerft de gedachte dat ik ze ook een keer live gezien moet hebben in mijn jeugd. Moet dan in Kunstmin, Dordrecht wellicht zijn geweest. Helaas heb ik daar geen actieve herinnering meer aan.

Dat een band als (The) Nits in de hitlijsten voorkwam, vond ik destijds erg bijzonder. Hun muziek klonk als kunst. En het pakte met niet meteen, want ja, geen hapklare hitsongs. In de tweede helft van de jaren ’80 begon ik met het kopen van cd’s en schafte ik in 1988 mini-album Hat aan. Een beetje blinde aankoop, waarbij single The Dream me over de streep trok . En dat in een tijd waarin ik de hitlijsten eigenlijk alleen nog maar afstruinde om leuke dancetracks te scoren voor het draaien op verjaardagsfeesten.

Maar bij The Bauhaus Chair wist ik dat het goed zat. Een heerlijk melancholisch nummer, waarin het prachtig dagdromen is met herinneringen aan vervlogen tijden. Een soort “Mooi was die tijd” maar dan wel op 5-sterrenniveau.

(The)Nits waren in die periode toch wel ons belangrijkste muzikale exportprodukt. Totdat 2 Unlimited en later DJ Tiësto verschenen. Door een ontploffende muzieksmaak ben ik de band na het wonderschone Ting (1992) kwijtgeraakt. Maar na al die jaren zijn ze er nog steeds. Met nog altijd de volle bewondering van fans en medeartiesten, ook uit het buitenland.

Tijdens het tikken van dit stukje luisterde ik naar Henk/Kilo, de 2 albums die later op 1 schijf werden uitgebracht. Natuurlijk had ik beide in mijn jeugd op cassette. Bij Bild am Sonntag zag ik mezelf weer met een hoofdtelefoon verbonden aan mijn net aangeschafte Technics stereo-installatie. En dat Cabins nooit verder kwam dan de tipparade, vond ik toen wel jammer. Of hoorde ik ze in Vara’s Verrukkelijke 15? Mooi was die tijd.

Keuze Leendert Douma: Nits – Mountain Jan (1987)

W.F. Hermans op muziek

Denkend aan Holland zie ik geen brede rivieren traag door oneindig laagland gaan. Nee, denkend aan Holland (Nederland) zie ik eeuwig gezeur door oneindig laagland gaan. Gedoe zonder dat we ooit iets bereiken. Wij denken ons op de kaart te zetten als land van ‘geen woorden maar daden’ en ‘niet lullen maar poetsen’. Als land van louter verzetshelden. Helaas, dat dekt de lading niet.

Wie echt wil weten wat de aard van ons volkje is, moet er de boeken van schrijver W.F. Hermans maar eens op naslaan. Benepenheid, bekrompenheid en kinnesinne, dat is Nederland. Wie zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt, gaat roemloos ten onder. Denk maar aan de hoofdpersoon uit de roman Nooit Meer Slapen. Alfred, een geoloog, vertrekt naar Noorwegen met grootse plannen voor wetenschappelijk onderzoek. Hij eindigt in de diepst denkbare ellende. Van muggen en vochtige kleding, via de dood van vriend Arne tot een ernstige existentiële crisis.

Stel je W.F. Hermans op muziek voor. Dan kom je uit bij de Nits. De Nederlandse benepenheid en bekrompenheid klinkt uit elke noot. Ook bij hen zien we een wetenschapper langskomen. Ditmaal is het Jan, een fysicus. Jan heeft jaren aan zijn project gewerkt en nu weet hij precies hoe een elektron zich gedraagt.

We zijn zo trots op Jan dat we een berg naar hem hebben genoemd in Antartica. Dat lijkt heel wat. Maar de berg is unclimable, no different than the nameless others. Nee, ook Jan komt niet boven het maaiveld uit. Hollandser tragiek bestaat er niet.

Keuze Jeroen Mirck: The Nits – The Panorama Man (1987)

Keiharde verleidingstactiek

Hoe uncool The Nits medio jaren tachtig ook waren, ik was dol op hun muziek. Zelf was ik ook totaal uncool, dat hielp. Ik weet nog goed dat ik ooit hun allereerste live-album Urk (uit 1989) leende van de bibliotheek en er een illegale kopie van maakte. Niet op een cd, maar lekker oldskool op een cassettebandje. Dat bandje draaide ik grijs. Alle negenentwintig nummers van deze dubbelaar zitten vastgemetseld in mijn geheugen. Maar er gebeurde iets dramatisch met dat bandje. Ik bedoel de cassette, niet The Nits zelf.

Als hormonale puber leende ik mijn Urk-kopie uit aan een meisje waar ik stiekem verliefd op was. Na een week kreeg ik hem terug en zei ze dat er iets fout was gegaan. Ik was vergeten de lipjes uit de cassette te verwijderen zodat je niet een andere opname kon maken. Precies dat had zij gedaan: openingsnummer The Train was weggedrukt door iets anders. Iets vreselijks. Een schunnige cover van een Kinks-nummer met een tekst over seks in de slaapkamer. Ik was gechoqueerd en boos.

Laatst wees mijn vrouw (nee, niet dat meisje van vroeger) me erop dat deze actie natuurlijk een keiharde verleidingstactiek moet zijn geweest. De naïeve ik van toen had dat totaal niet doorzien.

Als onzekere puber bewoog ik me rond in de knusse en nostalgische wereld die juist door The Nits werd bezongen. Over schaatsers, fietsen en amateurvoetbal. Ik las ook strips, dus herkende ik me helemaal in hun misschien wel meest nostalgische nummer: The Panorama Man, afkomstig van het succesalbum In the Dutch Mountains uit 1987, brengt een ode aan de man die wekelijks de leesmappen rondbracht. Zanger Henk Hofstede las vroeger Sjors en Pep, dus zingt hij over striphelden als Michel Vaillant en Archie, de Man van Staal. Er bestond nog geen internet, dus was het de bladenman die de wijde wereld naar onze huiskamers bracht.

Ik kan nog altijd wegdromen bij de oude Nits-liedjes. Uncool, jazeker. Kijk alleen al naar het statische TopPop-optreden, waarbij Hofstede tijdens het refrein als een blij kind loopt te zwaaien. Live staat het nummer als een huis, met een heerlijke synthesizer-solo. En die ene zin blijft geweldig: The globe will turn beneath his thumb and he’s leaving again.

Keuze Marcel Klein: Nits – The Bauhaus Chair (1988)

Verstrijken van de tijd

Pas de laatste jaren, bij het verschijnen van hun laatste albums, ben ik mij pas echt gaan verdiepen in de muziek van deze band. Naast de top 40-hitjes vanuit het verleden had ik nooit de behoefte om eens verder te luisteren. Enkele jaren geleden heb ik dit wel gedaan en werd verrast door een aantal mooie nummers.

Op de één of andere manier heeft dit nummer mij altijd gegrepen. Het is wellicht niet eens een typisch Nits-nummer, maar het gevoel van nostalgie over het verleden en het verstrijken van de tijd.

Het lijkt er op dat door een ontmoeting gevoelens vanuit het verleden weer worden opgeroepen. De klok tikt verder, maar hier spreekt een verlangen naar een situatie uit het verleden.

Prominent aanwezig is uiteraard de stem van Henk Hofstede, maar juist ook de begeleiding van Robert-Jan Stips is hier spot on. Het geeft de nostalgische teksten ruim genoeg ondersteuning en versterkt de boodschap van dit nummer.

In alle eerlijkheid, ik heb niet altijd iets met de nummers van deze band, maar soms raakt het mij, zoals bij dit nummer. Wat mij betreft is dit kleinood van net 3 minuten het hoogtepunt in hun rijke geschiedenis.

Keuze Guido de Greef: Nits – Giant Normal Dwarf (1990)

Oerhollands

Mijn eerste kennismaking met Nits was via de compilatie-cd Nederland, Daar Zit Muziek In. In Huize De Greef werd geen popmuziek gedraaid, dus ik moest me redden met deze verzamelaar met muziek van Tambourine, Maarten Peters en Tol & Tol. De bijdrage van Nits bestond uit In The Dutch Mountains, in de live versie van de dubbel-cd Urk, waarmee Urk in mijn hoofd eenzelfde mythische status kreeg als Ahoy’ of Wembley.

Misschien komt het door die eerste kennismaking dat ik Nits beschouw als de meest Nederlandse band denkbaar. Een van hun albums heet simpelweg Henk. Hoe Nederlands wil je het hebben?

Het oerhollandse, bijna kleinkunstachtige, zit ook in de teksten. Humor in singles als In Tutti Ragazzi en J.O.S. Days, maar met de wortels in de kunsten (klein én beeldend), met titels als The Bauhaus Chair, A Touch Of Henry Moore en Christine’s World.

Eigenlijk is Nits voor de Nederlandse muziek wat Alex van Warmerdam voor de Nederlandse film is. Een herkenbare eigen stijl, altijd interessant en van hoog niveau. Daarmee valt het niet mee om een typisch Nitsliedje te vinden. Ze klinken allemaal anders, maar toch hetzelfde.

De keuze is op Giant Normal Dwarf gevallen. Vintage Nits; met een verwijzing naar literatuur (‘To my one-eyed cyclop, I will never stick a pole in your eye, like the hero of my favourite book’), humor (‘You are a giant, I am a normal dwarf’), en een muzikale knipoog naar The Lion Sleeps Tonight in de bridge. In de videoclip zijn schaatsers te zien: oerhollands.

Ik gaf het ooit als muzikale tip aan een Indiase vriendin, die zich bij me beklaagde over al die grote Nederlanders. Haar enthousiaste reactie: ‘It’s a cute song.’

Keuze Remco Smith: Nits – Soap Bubble Box (1992)

Bewondering

Ik kan niet zeggen dat ik grote liefde voel voor Nits. Een fan ben ik niet. Wel heb ik grote bewondering voor deze band, die al vijftig (!) jaar muziek van een doorlopende hoge kwaliteit uitbrengt.

Bewondering voor het ambachtelijke in de muziek. Voor de knappe arrangementen, die de liedjes altijd meer horizon geven, breder maken. Bewondering ook voor de ambitie in de muziek. De geluidstapijten die Robert-Jan Stips neerlegt waarop Henk Hofstede, een tikkie beschaafd, zijn teksten op kan leggen. Zoals in Cars and Cars van het album Ting, waarin de tekst “Cars and Cars going faster” wordt vergezeld met een hele lichte nauwelijks waarneembare versnelling. Of in Soap Bubble Box van diezelfde plaat, waarin piano en xylofoon een fraaie combinatie vormen.

In het jaar dat Nits vijftig wordt, past niets meer dan een eerbetoon. Een buiging voor deze sieraad voor de Nederlandse muziek.

Keuze Mersad Rebronja: Nits – I Try (1992)

Ingetogen, melancholisch en vol details

Als de Nits niet uit Nederland zouden komen, zouden ze vandaag de dag één van de meest gerespecteerde bands ter wereld zijn geweest. De band is enorm inventief en weet zich na 50 jaar en meer dan 20 albums nog steeds opnieuw uit te vinden. De art-pop en rock die ze maken zou nooit worden afgestemd op de eisen van een breder publiek, de enige tegemoetkoming die de heren deden was het zingen in het Engels. Integriteit stond altijd op de eerste plaats, niet marketing. Soms deden ze een tournee door de VS en Canada maar de band is altijd toegewijd geweest om te spelen in intieme settings. Door deze toewijding is er binnen Europa altijd wel bescheiden succes geweest.

Een van mijn favoriete albums van de band is het ingetogen en melancholische Ting. Op dit album is de piano een grote hoofdrolspeler. Ik wilde eigenlijk schrijven over het prachtige Cars & Cars maar iemand was me al eens voor. Gelukkig staat er op de plaat veel moois om uit te kiezen. Ik ga voor I Try, dat echt enorm knap is gearrangeerd. De piano komt uiteraard prominent naar voren maar het nummer zit ook vol met allerlei andere instrumentalen. Dit vormt een weelderig geheel aan prachtige geluiden. Het album en zeker dit nummer komt het beste tot zijn recht als je een koptelefoon opzet. Dan ontdek je alle details. De mooie tekst en zang van Henk Hofstede maken alles af. Zwevend op de wolken word je heerlijk meegevoerd door dit schitterende nummer.

Keuze Kees-Jan van der Ziel: Frits – Kijk dat is Kees (1994)

Tussen de regels door schuilt de boodschap

Nits is een ondergewaardeerde band. Ook ik ken de band niet goed genoeg. Als ik ga zoeken in het repertoire kom ik het album Dankzij De Dijken tegen. Het is een samenwerking met Freek de Jonge en ze noemen zichzelf Frits.

Op het album staat een bewerking van het nummer Kijk dat is Kees. Het nummer werd in de jaren 70 uitgebracht door Neerlands Hoop. Het nummer gaat over een jochie van 7, die anders is dan de rest. Ik kende het nummer nog van vroeger. Ik dacht toen: wie is die Freek dat hij moet bepalen dat het beter is voor Kees dat hij onder een tram zou lopen.

Cabaret kende ik nog niet zo goed. Cabaret was voor mij Herman Finkers of Bert Visscher.

Pas nadat ik de versie van de Nits hoorde snapte ik het nummer pas echt. Niet omdat in de Frits versie Kees als niet goed word omschreven, in plaat van debiel. Maar juist door het gitaargeweld tussen de regels door. Want het gaat juist om de boodschap, die tussen de regels door klinkt.

Freek wilde juist schoppen tegen de maatschappij, om te kijken of er wat gebeurt. En wat er gebeurt is dat ik ga nadenken over wat het leven van Kees waard zou zijn. Een jongen die niet zoals Freek, de bloemen niet bij naam kan noemen in de natuur. Een jongen die er anders uitziet en een andere kijk heeft op het leven. Iemand die intens en oprecht kan genieten van de kleine dingen, zoals velen dat nooit zullen kunnen. De Nits zorgen ervoor als begeleidingsband dat die boodschap in één keer luid en duidelijk over komt. Klik maar op de link. Of durf je niet te kijken?

Keuze Halbe Kroes: Nits – 26A (Clouds In The Sky) (2000)

De vlucht naar boven

Toen Wool, het album waar 26A op staat, in 2000 uitkwam was ik eigenlijk alleen nog maar bekend met de albums uit de jaren ‘90. Albums als Ting, Nest en ook de samenwerking met Freek De Jonge (Frits – Dankzij De Dijken). Met de komst van Wool is er een waar hoogtepunt gekomen in het oeuvre van de band. Al bij de openingstrack Ivory Boy wordt je gegrepen door de stem van Hofstede en de magistrale composities die hij laat horen. Uiteraard werken ook (oud-)leden Laetitia Van Krieken en Arwen Linnemann er aan mee, maar het is toch vooral Henk Hofstede die dit album laat zijn hoe het klinkt. Het album heeft het onderwerp dood en terugblikken op het leven als rode draad, maar wordt ondanks dit nooit zwaar beladen.

Het nummer 26A (Cloud In The Sky) grijpt mij vanaf seconde 1 naar de keel, elke keer als ik het opzet val ik even stil. Laat ik de wereld even voor wat het is en worden mijn ogen weer vochtig. Ook al heb ik zelf geen associatie met iets wat ik heb meegemaakt in mijn leven bij het horen van het nummer, toch raakt het me.

Waarom dat is, kan ik dan ook eigenlijk niet echt verklaren. Wellicht is het de in mineur geschreven piano en bas die het nummer openen. Of toch de heldere maar ook breekbare stem van Hofstede die erbij komt na een seconde of 20. Is het de mantra van de achtergrondzangeressen die als een soort bezwerende geest door het nummer zweeft? En als je denkt na tweeëneenhalve minuut dat het nummer klaar is, wordt het mantra opengebroken met de drums van Rob Kloet en de fenomenale zang van Leona Phillipo. Een song die tot grote hoogtes stijgt, tot in de wolken aan de lucht.

Keuze Alex van der Heiden: Nits – The Flowers (2008)

Het doet pijn

Ja natuurlijk zet ik (als tuinbouwman) een bloemenlied in de schijnwerpers. Wel eentje die pijn doet, omdat Nits hier met melodie, zang en tekst de pijn van gemis en de dood bezingen. Dat is meteen voor mij het mooie van deze band; ze maken heel vaak verhalen uit het leven van alle dag. Dikwijls ook herkenbaar, omdat het zo typisch Nederlands is.

In The Flowers hakt vooral het eerste couplet er meteen in. Zeker wanneer je bedenkt dat het nooit ophoudt met het doden van jonge mensen/soldaten in zinloze oorlogen zoals in Oekraïne, Israël en noem maar op. En daar loop je dan met je bosje bloemen over een kerkhof. Dat doet pijn.

Keuze Alex van der Meer: Nits – Bad Government And Its Effect On Town And Country (2012)

Trip

In 2012 kwam Malpensa uit, een album waar veel gebruik is gemaakt van synthesizers, samples en loops. Het is een van de vele hoogtepunten van het oeuvre van de band. Met name ook het nummer Bad Government And Its Effect On Town And Country is zeer speciaal. Het is een avontuurlijke track die je meeneemt op een uitvoerige, ritmische trip. Uitvoerig? Jazeker! Het nummer duurt bijna acht minuten. Er zijn ook gastmuzikanten te horen: trompettist Kyteman (Colin Benders), Lucas Beuker op de staande bas en DJ DNA. En ze mochten hun gang gaan. Met name de trompet van Kyteman laat zich niet beteugelen, in de tweede helft van het nummer pakt hij een prachtige, kippenvel opwekkende hoofdrol. 

Van Bad Government bestaat ook nog een heel goede remix, gemaakt door Perquisite. Die is een stuk korter, maar op een andere manier net zo avontuurlijk; de gebalde versie is in plaats van trippy wat meer catchy en kent een aantrekkelijke gelaagdheid door de toegevoegde achtergrond-vocalen van Dazzled Kid. Beide versies bewijzen echter het meesterschap van Nits. De bewondering van de gastmuzikanten is voelbaar. En de band demonstreert voor de zoveelste keer gewoonweg onvervangbaar te zijn. Lang leve Nits! 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.