Ondergewaardeerde Liedjes gaat deze zomer op wereldreis. 31 dagen, 31 verschillende landen, 31 geweldige liedjes. Dompel je de hele maand juli onder in prachtmuziek uit de hele wereld.
Je zal maar een visionair op het spoor gekomen zijn, die zich sinds jaar en dag schuil houdt in de binnenlanden van Afrika. Eentje die niet herinnerd wilde worden aan zijn vroegere leven als studio-eigenaar, platenproducent en pionier van de synthesizer, een instrument dat een doorsnee landgenoot nog niet kon betalen van drie jaarsalarissen. Om er vervolgens op uit te moeten trekken om de rechten van zijn werk te ‘clearen’. Zo’n mission impossible is aan Luaka Bop wel besteed; het label van voormalig Talking Heads-opperhoofd David Byrne is gespecialiseerd in unieke popmuziek van over de hele wereld. Een documentaire deed verslag van de zoektocht, die tal van vragen onbeantwoord liet. Who Is William Onyeabor? werd de titel van de in 2013 uitgebrachte verzamelaar.
Een gillende kijk- en luistertip, want Onyeabor is andere koek dan je van Nigeria in de jaren 70 gewend bent. Terwijl in het westen van het land Fela Kuti het de autoriteiten knap lastig maakte met zijn afrofunk, experimenteerde Onyeabor in het oosten van het land er lustig op los met een bataljon synthesizers en drumcomputers, om met een niet minder dansbaar recept voor de dag te komen. Daarbij leek hij te willen voortborduren op het werk van James Brown èn Kraftwerk, om uit te komen bij een volstrekt unieke, vroege vorm van acid house. Waar haalde hij in vredesnaam het geld vandaan voor al die dure spullen? Daarover doen de wildste geruchten de ronde. Russische sponsoren zouden hem een handje hebben geholpen, na het voltooien van zijn filmstudie aldaar.
Onyeabor’s eerste film was geen groot succes, de bijbehorende soundtrack vond echter gretig aftrek. Waarna Onyeabor zich tussen 1977 en ’85 volledig richtte op de muziek en in eigen beheer een achttal albums het leven deed zien. Met daarop hoogtepunten als Atomic Bomb (waar hier al eens eerder over werd geblogd), de acid house avant-la-lèttre van Good Name en Fantastic Man, waaraan bovengenoemde documentaire zijn naam ontleende. Jaloersmakend dansbaar, zoals je Blur’s Damon Albarn nonchalant, maar met natte ogen hoort verklaren. De docu laat beelden zien van Nigerianen op straat die blij opveren bij het horen van de muziek van Onyeabor: iedereen kende het. Over de man zelf wisten ze dan weer weinig te melden of hielden ze zich (uit ontzag of angst?) op de vlakte.
Zijn tijd ver vooruit, maar daar wilde Onyeabor zelf anno 2013 dus niks meer van weten; in de tweede helft van de jaren 80 had hij Jezus gevonden en zich afgekeerd van wereldlijke zaken als entertainment. Sindsdien leefde hij als kluizenaar in een kast van een landhuis, waar de heren documentairemakers na lang aandringen best even langs mochten komen om zijn parafernalia mochten komen filmen: de brede trap in de ontvangsthal werd geflankeerd door tal van ingelijste foto’s en een moog synthesizer, stille getuigen uit een vorig leven. Hen te woord staan zat er echter niet in. In het jaar van de docu, verzamelde Byrne een groep muzikanten om zich heen, met Albarn, leden van LCD Soundsystem en Hot Chip en Amadou en Mariam. Om bij aanhoudende radiostilte van de pionier dan maar zelf diens geluid onder de aandacht van een breder publiek te brengen tijdens een hete festivalzomer. Met When The Going Is Smooth & Good als onstuitbaar hoogtepunt.