Moederziel alleen…
Op 26 juli is Sinéad Marie Bernadette O’Connor overleden. Zij werd 56 jaar. Haar allergrootste hit was een prachtig gezongen cover van een Prince-nummer. Het staat op het mooiste album dat ze ooit maakte: I Do Not Want What I Haven’t Got. Dat is uitgebracht in juli 1990, nu precies 33 jaar geleden.
Het album opent met woorden die worden toegeschreven aan Thomas van Aquino, kerkvader Augustinus óf aan Franciscus van Assisi. Hoe dan ook: het staat bekend als The Serenity Prayer oftewel Gebed om Kalmte. Dat wordt vaak gebeden door Anonieme Alcoholisten wereldwijd:
God, schenk me kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen,
moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen
en wijsheid om het verschil hiertussen te zien.
En het album eindigt met een zelfgeschreven gebed, zo lijkt het wel. Het is het a capella gezongen titelnummer I Do Not Want What I Haven’t Got. De tekst daarvan ligt in het verlengde van de oeroude woorden die door de AA zijn geadopteerd. Tussen de Bijbelse taferelen klinkt nu berusting, kalmte. Dat is verbazingwekkend en indrukwekkend, gezien de heftige teksten op de vorige nummers maar meer nog gezien Sinéad O’Connor’s dramatische leven. I Do Not Want What I Haven’t Got gaat over haar moeder. Die mishandelde haar, sloot haar op in haar kamer of liet haar juist ’s nachts buiten staan. Ze kreeg geen eten en geen kleren.
Dat heeft Sinéad getekend. Morele woede werd de rode draad in haar leven. Twee jaar na het album I Do Not Want What I Haven’t Got stond ze in de comedyshow Saturday Night Live (SNL). Ze declameerde daar de speech van de Ethiopische keizer Haile Selassie, die eerder door Bob Marley was bewerkt tot het nummer War. Die speech eindigt met de woorden:
We know we wil win.
We have confidence in the victory of good over evil.
En precies op dat moment verscheurde ze de foto van Paus Johannes Paulus II, als statement tegen het jarenlange misbruik van kinderen binnen de katholieke kerk. Saillant detail: de bewuste foto van de Paus kwam uit de nalatenschap van haar moeder.
Amerika, nee de hele wereld, sprak schande van haar actie. Sinéad O’Connor werd weggezet als kwaadaardige gek. De wereld was nog niet toe aan haar boodschap. Twee weken na SNL trad de Ierse zangeres op bij Bob Dylans 30-jarige jubileum in Madison Square Garden. Ze werd uitgejouwd. Het bleek de vonk in het kruitvat. Sinéad O’Connor vroeg de muzikanten om stilte, declameerde de speech van Haile Selassie met dubbele intensiteit en viel vervolgens huilend in de armen van Kris Kristofferson. We konden al liplezen wat hij tegen haar fluisterde: Don’t let the bastards get you down.
Die kleine, breekbare kale vrouw tegenover een stadion vol vijandigheid. Moederziel alleen… Dat beeld beklijft ook na haar dood. Sinéad O’Connor heeft daarna nog acht albums vol prachtige krachtige muziek gemaakt, maar de herinnering lijkt te stollen in dit moment.
Dertig jaar lang hebben de media wereldwijd er alles aan gedaan om het beeld van labiele vrouw in stand te houden. Dat was niet zo moeilijk, maar de Ierse kreeg ook nogal wat voor haar kiezen. Het dieptepunt was in januari 2022 toen haar 17-jarige zoon zelfmoord pleegde. Welk groter leed kan een moeder overkomen? Soms verklaarde ze dat ze haar zoon snel achterna zou gaan…
Misschien heeft Sinéad Marie Bernadette O’Connor (ze is vernoemd naar Bernadette van Lourdes) nu de rust gevonden die ze verdient. De rust die uit de Bijbelse woorden straalt van het nummer I Do Not Want What I Haven’t Got.
I’m walking through the desert
And I am not frightened although it’s hot
I have all that I requested
And I do not want what I haven’t gotI have water for my journey
I have bread and I have wine
No longer will I be hungry
For the bread of life is mine?