Op een zaterdagavond in april liepen mijn vrouw en ik gearmd Bar Josefien aan de Voorstraat binnen. Een tweekoppig hoempa-orkest was ons zojuist voorgegaan. Themafeestje carnaval, van een vriendin die haar 50ste verjaardag vierde. Dertig jaar eerder had ik haar leren kennen tijdens mijn studie Geschiedenis. In mijn eerste jaar was ik best een beetje onder de indruk van haar verschijning. Achter die ultracoole, Dunhill-rokende femme fatale bleek echter een van de allerliefste en zorgzaamste vrouwen schuil te gaan. Had je liefdesverdriet of je tentamen verknald, dan kreeg je van haar warme chocomel en dekte ze je toe met haar Wickie de Viking-deken. Een herinnering waar ik best even bij stil had mogen staan in de speech die ik dezelfde avond voor haar hield, maar…
…zoals veel van mijn blogs op OL meer over mij dan over de muziek lijken te gaan, stond ik vooral leuke anekdotes op te dissen… over mezelf!
Sjiek Is Miech Dat!
Zo had ik bijvoorbeeld iets kunnen vertellen over de diaserie die we samen maakten om middelbare scholieren te helpen bij de keuze voor hun vakkenpakket. Waarvoor zij de geniale leus Geschiedenis, hoe vroeger des te beter bedacht. Of hoe we samen het doctoraal werkcollege over de geschiedenis van psychologie in de 19e eeuw volgde, dat voor haar een eye-opener bleek: ze zou in de geestelijke gezondheidszorg gaan werken. Ze trouwde met mijn beste vriend, maakte mij en een vriendin tot ceremoniemeesters. Op de heuglijke dag mocht ik zelfs de bruidstaart helpen aansnijden! Niets van dat al dit in die totaal onvoorbereide speech, ik kwam niet verder dan herinneringen aan verkleedfeestjes die we organiseerden… en hoe IK daar de show stal als Darth Vader met een zelf geknutselde lichtsabel.
Sjiek Is Miech Dat!
Ze groeide op in Heerlen en had daar een trouwe groep carnavalsvriendinnen, met wie ze ieder jaar bijeen komt om nieuwe outfits te maken. Rossinante, noemen ze zich, naar het paard van Don Quichot. Hoewel uitgewaaierd naar alle uithoeken van het land, delen ze tot op de dag van vandaag lief en leed met elkaar. Iets, dat ik altijd bijzonder heb gevonden. Toen de groep 22 jaar bestond (twee keer elf, jawel) mochten wij als Geschiedenis-vriendengroep de sfeer komen proeven van het echte, Limburgse carnaval. Tijdens een besloten feest in een Heerlense kroeg, een avond met enkel en alleen carnavalsmuziek. Niet van het kaliber Polonaise Hollandaise of Er Staat Een Paard In De Gang, maar regionale hardcore, in dialect. Als muzieksnob vond ik dat extreem lastig te pruimen.
Sjiek Is Miech Dat!
Voorafgaand aan dat feestje voor haar 50ste verjaardag brak me opnieuw het angstzweet uit; we zullen toch niet weer de hele avond moeten luisteren naar…? Dat bleek alleszins mee te vallen: naast regionale carnavalskrakers viel ook aardig wat eighties disco en Deutsche Neue Welle te genieten. Hoogtepunt van de avond was echter de lokale held Fabrizio; een import-Italiaan uit Maastricht. Meester in het bewerken van Italiaanse klassiekers tot aanstekelijke meezingers in onvervalst dialect. De naar eigen zeggen immer 27-jarige Fabrizio Bongers beleefde in 2009 zijn doorbraak met het ombouwen van de Festival van San Remo-klassieker Felicità uit 1982, een Nederlandse top 10-hit voor Albano en Romina Power, tot Sjiek Is Miech Dat. Dankzij Giel Beelen groeide het uit tot een radiohit.
Sjiek is miech dat
Let iech eve neet op, en iech drej miene kop, miene Vespa gejat
Ich had Lando gebeld, meh dee pakde neet op, dee waor constant bezat
Jeh noe zak m’n gemood, want noe moot iech te voot nao ‘t sportfondsebad, sportfondsebad
Eentje die ik mijn collegasnobs niet mag onthouden! Niet, omdat ik het aan mijn Limburgse roots verplicht zou zijn – mijn vader is geboren getogen Maastrichtenaar, mijn uit Rotterdam afkomstige moeder spreekt vloeiend Mestreechs – maar omdat het een briljant grappige bewerking is. Eentje die een nieuw soort trend in gang zette; eerder dit jaar verrijkte collega-Maastrichtenaar John Tana samen met de Heerlense band Miserabel het oeuvre met Daan Kom Iech Mer Aon (op de melodie van Michel Sardou’s eveneens uit 1982 daterende Les Lacs Du Connemara). OK: natuurlijk ook een beetje bij wijze van verlate speech voor Marieke. Later dit jaar neem ik haar mee naar het Snob-fähige Bettie Serveert, ondertussen zit ik stevig te grijnzen bij het luisteren naar Fabrizio’s Bel Lando.
Wel zo sjiek (is miech dat)