In de filmindustrie is het al jarenlang een gegeven dat als een film succesvol is dat het succes verder kan worden uitgemolken met een sequel. Niet zelden is dat een slecht idee, maar soms is het een triomf. Een mooi voorbeeld is The Godfather Part II uit 1974, een film die zijn lang niet misselijke voorganger zelfs wist te overtreffen.

Ook in de muziekindustrie is het niet ongewoon dat een artiest graag eens voortborduurt op een eerder werk, of ervoor kiest een muziekwerk uit verschillende delen te laten bestaan. Zo kennen we heel wat vervolgnummers. En daar zitten heel veel mooie en ondergewaardeerde pareltjes tussen. Vervolgens zijn wij er natuurlijk niet te beroerd voor om hier een aantal met ons leespubliek te delen. En wie weet blijkt deze battle zo’n groot succes te zijn dat het nog eens wordt vervolgd!

Keuze Annemarie Broek: Lesley Gore – Judy’s Turn To Cry (1963)

Afgelikte boterham

Prequel
Onder de bezielende muzikale leiding van Quincy Jones nam het zestienjarige zangeresje Lesley Gore in 1963 It’s My Party (And I’ll Cry If I Want To) op. Het werd een grote hit in de Verenigde Staten, geschreven door onder andere Wally Gold, die al eerder Elvis Presley aan hits had geholpen zoals It’s Now Or Never en Good Luck Charm. De gouden tijd van de ongecompliceerde popliedjes! Dit is de inhoud: Meisje geeft feestje voor haar verjaardag maar haar boyfriend Johnny gaat er vandoor met haar beste vriendin Judy. En als ze terugkomen, constateerde zij: Judy’s wearing his ring. Nou, daar zou ik ook om gaan huilen!

Sequel
Dat vraagt natuurlijk om een vervolg en dat werd ook in 1963 geleverd door de dames Ross-Lewis (Lollipop). De Ik uit het liedje gaat een beetje rommelen met een andere jongen. Als Johnny dat ziet, wordt hij kwaad en slaat hem tegen de grond. Hij was tóch verliefd op haar. Maar in ieder geval is het nu Judy’s Turn To Cry en is alles weer oké.

Er is helaas nooit een derde deel verschenen. Wel had zij wederom in 1963 haar derde grote hit met You Don’t Own Me, door John Medora (ook wel bekend als Madara) en David White, die samen al heel wat gecomponeerd At The Hop en gezongen hadden. Grappig is dat Lesley Gore in al deze liedjes opkwam voor haar eigen mening, en dat in 1963! Alleen is het vanuit die optiek zwak dat ze het weer goedmaakte met Johnny, want die afgelikte boterham zou ik niet meer lusten.

Maar Lesley Gore had veel meer in haar mars. Samen met haar broer componeerde zij de soundtrack voor de film Fame. Daarnaast was zij (inmiddels uit de kast gekomen) een leidende figuur in de beweging voor gelijke rechten van homoseksuele personen. In die rol trad zij op als presentator van het wekelijkse nieuwsprogramma voor Gay, Lesbian, Bisexual And Transgender Issues.

Keuze Willem Kamps: Fleetwood Mac – Oh Well, Part Two (1969)

Een partje

Ik zou me er vreselijk over kunnen opwinden, maar dat is volkomen zinloos. Er verandert niets door. Helemaal niets. Toch, ik vind en zal het onbegrijpelijk blijven vinden dat een kraker als Oh Well niet dezelfde status heeft als Stairway To Heaven, Child In Time of Hotel California. Klassieke rocksongs die in ieders geheugen staan gegrift en in nieuwe generaties worden gegrift. Gek want de status van de band Fleetwood Mac is op zijn minst gelijkwaardig aan die van Led Zeppelin, Deep Purple of The Eagles. Bovendien bestaan ze nog, in tegenstelling tot Robert Plant c.s., en zijn ze in jaren langer actief dan die andere twee.

Goed, de bezetting en de sound is meermaals veranderd, al kent de huidige band nog steeds de ritmesectie van weleer alsook de naamgevers: Mick Fleetwood en John McVie. Het begon allemaal in 1967 nadat Fleetwood en Peter Green John Mayall & The Bluesbreakers hadden verlaten en hun eigen band begonnen. Was het eerst blanke Blues, later werd het rock met een bluesy randje. In die fase kwam Green met Oh Well. Het verhaal gaat dat hij op de achterbank van een auto op de radio een Spaanse gitaar hoorde, er vervolgens zelf een aanschafte en Oh Well schreef. Let wel: Oh Well, het latere Part Two, omdat het toen gewoon Part One was maar dan zonder die toevoeging.

Het instrumentale stuk was bedoeld als één song, one part dus, en wat daarna Part One werd was slechts bedoeld als B-kantje. Peter Green noemde het zelfs een weggooi-riff, al was ie goed genoeg om de achterkant van Oh Well te vullen en laten we well wezen – het is een gouden riff. Uiteindelijk werd het dus omgedraaid. De riff met tekst werd Part One en het Spaanse stuk Part Two. Wellicht is de acceptatie Oh Well in die tekst ontstaan door lichte teleurstelling; vooruit dan maar platenbaas, jij je zin. Doen we het in jouw volgorde, maken we er deel 1 en 2 van.

Part One werd een wereldwijde hit, al bereikte het nummer alleen hier in Nederland de hoogste positie. Aan de A-kant werd een stukje toegevoegd van Part Two, een kleine minuut, en daar moet je het als radioluisteraar meestal mee doen; Part One en een partje two. Onbegrijpelijk zoals ik al zei. Hoe is het mogelijk dat telkens dat wonderschone deel sneuvelt? Waarom niet integraal gedraaid of alleen als Part Two zoals het ooit was bedoeld? Het is een mengeling van klassiek (het zou mij niets verbazen wanneer Green Concerto de Aranjuez hoorde in die auto) en spaghetti western. Je ziet Part One langzamerhand wegzakken in die Top 2000 (#1228 in 2021). Dan Part Two maar in de Snob2000, voor mijn part.

Keuze Marco Groen: Jean-Michel Jarre – Oxygene (Part II)  (1976)

Sereniteit ten midden van het punk-geweld

Als puber is het je taak om je ouders te tergen en te terroriseren tot het punt dat ze een postnatale abortus overwegen. Een taak die ik als 17-jarige vrij serieus nam. Mijn belangrijkste wapen hierin was mijn luchtorgeltje, waarop ik op luidruchtige wijze pogingen ondernam om allerlei synthesizervirtuozen na te spelen. Het liefst met de begeleidende midiset op volumestand elf, terwijl het orgeltje op twaalf ging. De kracht van de herhaling deed het ook goed; waarschijnlijk werden mijn ouders horendol toen ze mij voor de zoveelste keer Second Rendez-Vous van Jean-Michel Jarre hoorden meespelen. Een logische keuze, want dat nummer is vrij goed te doen voor de wat minder getalenteerde toetsenist. Met uitzondering van het middenstuk natuurlijk, want het ging mijn ouders te ver om mij een laserharp voor mijn verjaardag te geven. Iets anders lag dat met Oxygene (Part II) van dezelfde artiest. A propos; ‘Part II’ moet je lezen als ‘Part two’, niet als ‘Part eleven’, want het gaat om Romeinse cijfers.

Het album Oxygene is – naar mijn bescheiden mening – het beste dat Jean-Michel Jarre heeft voortgebracht. Het verhaal erachter is ook mooi: de jonge Jarre nam het volledige album op in de keuken van zijn appartement in Lyon. Dit deed hij met een 8-sporencassette en een aantal analoge synthesizers. Het artwork komt van een schilderij van Michel Granger dat Jarre destijds cadeau werd gedaan door vriendin (later vrouw, tegenwoordig ex-vrouw) Charlotte Rampling. Charlotte is de vrouw die de rol van Mother Superior speelt in de film Dune. (2021). In wezen is Oxygene het debuutalbum van Jarre, hoewel dat eigenlijk net niet helemaal klopt. Voor die tijd schreef hij al de soundtrack van twee films die niemand gezien heeft. Ook hiervan zijn albums geperst. Het meest bekende nummer van het album is Oxygene (Part IV), maar Oxygene (Part II) ‘wint’ het wat mij betreft. Al is het alleen maar omdat het nauwelijks valt mee te spelen op een luchtorgeltje, dit in tegenstelling tot deel 4.

Jean-Michel Jarre staat bekend om zijn enorme buitenlucht-lichtshows, het type evenementen waar niet zelden meer dan een miljoen mensen op afkomen. Het verbaasde mij dan ook enorm toen hij in 2016 zijn opwachting maakte in de Heineken Music Hall. de tegenwoordige AFAS Live. Zo’n kleine zaal voor zo’n gigant van een artiest? Vanzelfsprekend moest ik daarheen. In de HMH kwam ik tot de ontdekking dat Jarre muzikaal niet heeft stilgestaan. Dit in tegenstelling tot deze specifieke toeschouwer, die het album Revolutions (1988) nog steeds als een hagelnieuw werk beschouwde. Dit bleek onder andere uit de toegift, waarin het publiek werd getrakteerd op een dubbele uitvoering van Oxygene (Part XVII). Zeventien??? Huh? Er staan toch maar zeven nummers op dat album?

Een klein onderzoekje leerde dat Jarre van Oxygene een trilogie heeft gemaakt. In 1997 bracht hij het album Oxygene (7-13) uit, in 2016 gevolgd door Oxygene 3. Beide ben ik na het concert maar eens gaan luisteren. Tussen al het (voor mij) nieuwe werk speelde hij gelukkig wel een mooie uitvoering van Oxygene (Part II), want die speelt hij immers altijd, net zoals Part IV. Van het album Rendez-Vous kwam helaas geen enkel nummer voorbij. Waarschijnlijk was hij zijn luchtorgeltje vergeten.

Keuze Lars Verstraelen: Rush – Cygnus X-1 Book II: Hemispheres (1977)

Even de balans opmaken

Je zult in 1977 maar A Farewell To Kings van Rush gekocht hebben. Je legt je naald op de LP en hoort al het prachtige dat de wereld te bieden heeft voorbij komen: parels als Xanadu en Closer To The Heart om er maar een paar te noemen. Ineens wordt er ruimte vrij gemaakt voor de afsluiter onder de noemer Cygnus X1 Book1: The Voyage. Een futuristischere ruimtetijd verbuigendere titel zoals alleen Isaac Asimov eer aan zal doen kan haast niet. In dit epische verhaal duikelen we tussen de sterren door als een ware ruimtevaarder, wanneer plots..! We worden het zwarte gat Cygnus X1 ingezogen. Met een wilde, chaotische instrumentatie storten we in een oneindige dichtheid, afgesloten door de hoogste noot die Geddy Lee ooit op opname gezongen heeft: Every Nerve Is Torn Apaaaaaaart. Het album is ten einde, maar het verhaal voelt niet helemaal af. Je zult met A Farewell To Kings toch niet op een cliffhanger eindigen?

Een jaar later, 1978, verschijnt dan toch Hemispheres. We draaien de hoes en zien tot onze verbazing de titel van de opener: Cygnus X1 Book2: Hemispheres. Yes! Onze ruimtevaarder is niet doodgegaan in het zwarte gat. Met nog een goede achttien minuten op de teller wordt dit verhaal afgeschreven. Maar afgeschreven is hier niet helemaal het goede woord. Ik zou eerder ‘verfijnd’ willen gebruiken. Onze reiziger is in een wereld beland waar een voortdurende vete heerst tussen Apollo en Dionyses; respectievelijk ratio en rede; respectievelijk linker- en rechter hersenhelft. Er wordt op epische wijze een wereld geschetst waar Apollo de mensen ratio biedt; de mensen krijgen voedsel, weten hoe ze warmte moeten verkrijgen en weten overkoepelend hoe ze moeten overleven. Minpuntje: de mensen zijn koud, niet-empathisch en grillig tegenover elkaar. Dionyses komt langs en biedt de mensen juist vreugde, liefde en warmte in het algemeen. Maar ja, dat werkt niet zo lekker als je niet meer kunt overleven en de wolven je letterlijk op de hielen zitten (of er al aan het knagen zijn). Er wordt gewacht op een wonder en ineens komt onze reiziger aan die beschouwt wat er mis gaat. Geadviseerd wordt: doe gewoon een beetje van beide. Briljant! gillen Apollo en Dionyses in koor: jij bent vanaf nu de god van de balans en we noemen jou Cygnus.

Ik doe nu natuurlijk een beetje laconiek over de strijd tussen de goden, maar het verhaal dat hier aan de hand van mythologie wordt beschreven staat wel voor iets enorm wezenlijks. Het staat voor het feit dat een mens niet kan rusten op uitsluitend denkkracht of emotie. Respectievelijk wordt je er kil of juist niet wijs van. Je hebt evenwicht nodig tussen deze twee componenten om een optimaal leven te leven. Iedere God wordt in dit nummer geïntroduceerd met min of meer hetzelfde motief. Maar waar er nadelen kleven aan de giften van Apollo en Dionysus – en dus het motief ook soortgelijk wordt afgemaakt – wordt de passage van Cygnus juist een stuk duidelijker gestemd afgesloten. Met een heus Rock akkoordenschema welteverstaan. Je hoort dus ook terug in het nummer dat balans zorgt voor een duidelijkere structuur in het leven. We kunnen het nu ook nog over de mix-technische elementen hebben, zoals dat bijvoorbeeld het woord Hemispheres in het linkeroor gezongen word bij ratio en juist rechts bij rede om de verschillende hersenhelften te representeren, maar dan wordt dit een erg lang verhaal. Als we de balans opmaken leert Rush ons dat je de balans moet opmaken. En bovenal: dat een deel twee van een nummer niet alleen een nummer hoeft af te maken, maar het ook een compleet andere kant op kan slingeren.

Keuze Joop Broekman: Ian Dury & The Blockheads – Reasons To Be Cheerful, Part 3 (1979)

Eigengereid

Na al die jaren heb ik nog altijd wat moeite met zijn muziek. Op mijn gemak er naar luisteren lukt me maar niet. Ik zet het niet zo maar op. Toch herken ik nog steeds het geniale in het werk van Ian Dury. En vooral het eigenwijze. Dat maakte dat niet al zijn songs hapklare brokken waren. Integendeel, de luisteraar werd minstens een paar keer op de proef gesteld. Behalve als je fan van het eerste uur was.

Iets makkelijker te behappen vond ik het album Lord Upminster uit 1981. Dat was trouwens zijn tweede plaat zonder The Blockheads. Dury werkte hierop samen met Sly & Robbie, het beroemde Jamaicaanse ritmetandem waar op dat moment de halve wereld voor in de rij stond.

Dury maakte nog wel eens gebruik van boodschappenlijstjes. Zo onthield hij makkelijk ideeën voor voor nieuwe songteksten. Een opsomming van alles wat op een bepaald moment in zijn hoofd kwam en misschien wel te gebruiken was in een nummer. Niet dat hij hier heel makkelijk mee schreef. Soms duurde het maanden voordat hij een songtekst eindelijk perfect genoeg vond. Een mooi voorbeeld van een lijstje is Reasons To Be Cheerful, Part 3. Inspiratie hiervoor ontstond na een bijna elektrokutie door een microfoonstandaard op een Italiaans podium. Je hoort daarom ook no electric shocks voorbij komen in de tekst. Ik vind het een typisch eind jaren ’70 track. En er is ook een lekkere lange versie van, maar de tekst was in een vloek en een zucht bedacht.

Keuze Tricky Dicky: Roger Waters – 5:01 AM (The Pros And Cons Of Hitch Hiking, Pt. 10) (1984)

Odol

Ik zag de hoes en dacht: dit gebeurt mij nou nooit. Regelmatig zag ik dames met de duim omhoog langs de weg staan, maar nooit in hun Evakostuum. Of misschien was ik telkens te laat, want ik kan mij voorstellen dat bij het eerste aangezicht er door andere weggebruikers rap op de rem getrapt wordt.

The Pros And Cons Of Hitch Hiking is een conceptalbum van Roger Waters en tegelijkertijd geschreven als (Brick In) The Wall. Hij gaf de bandleden een keuze: één van beide albums wordt een soloproject. Na lang overleg werd besloten The Wall een Pink Floyd-album te maken. Overigens vonden zowel David Gilmour als manager Steve O’Rourke het latere solproject muzikaal sterker. Ongeacht het enorme succes van The Wall deel ik deze mening.

Het gehele album is in ‘real time’ als een droom in de ochtenduren van een man met een midlife crisis: tussen 04.30:18 en 05:12:32 dus. Achtereenvolgens maakt hij een roadtrip, ziet een naakte liftster en heeft sex met haar, probeert het weer bij zijn vrouw in het reine te komen om uiteindelijk wakker te worden naast zijn vrouw. Ongetwijfeld met last van ODOL.

Het album is sferisch, maar zit ‘raar’ qua volgrode in elkaar. Zo is het vierde lied For the First Time Today, Part 2, terwijl de achtste track Pt. 1 is. The Pros And Cons is het tiende lied en kreeg waarschijnlijk daarom Part 10 mee. Gelukkig maken het gitaarwerk en de sax het er een geheel van. Met name aan het einde neemt de intensiteit toe. Wakker worden!

Keuze Remco Smith: Elliott Smith – Waltz #2 (1998)

Paradox

Elliott Smith is voor mij een hele grote paradox. Wat een ontzettend tragisch leven heeft de man gehad. Voor een heel kort maar verduidelijkend overzicht klik hier. Ouders al gescheiden toen hij zes maanden was. Mogelijk is hij seksueel misbruikt door zijn stiefvader. Drank en drugsmisbruik. Depressief. Heeft veelvuldig gedreigd dat hij zichzelf van het leven beroven, maar dat wilde hij zijn moeder niet aan doen. Uiteindelijk heeft hij het leven gelaten, op zijn 34ste. Al weer bijna twintig jaar geleden, maar tot op de dag van vandaag is niet duidelijk of hij zichzelf heeft omgebracht of dat hij is vermoord, door zijn vriendin die op dat moment ook thuis was.

Bij zoveel tragiek verwacht je sobere, desolate muziek. Of muziek met veel agressie. Niet bij Smith. Zijn stem is zacht en warm. Zijn muziek aanvankelijk kaal maar later, vanaf XO (1998) kleurrijker, wat zwieriger. En voor mij ontzettend troostrijk. Dat maakt het zien van bijgaand filmpje nog pijnlijker. Het is het filmpje gemaakt tijdens 2 Meter Sessies met Jan Douwe Kroeske, die Smith had gevraagd of hij Waltz #2 wilde spelen. Kijk het filmpje af en zie het verdriet en de treurnis in zijn ogen. I played it hunderd times and I’m sick of it. De hele sessie met een interview met Kroeske is hier te zien. Een mooie intro naar zijn prachtige werk.

Keuze Erwin Herkelman: B.o.B. & Eminem ft. Hayley Williams – Airplanes Part II (2010)

Rauwer

Airplanes was echt een popliedje dat al zó vaak op de radio voorbij was gekomen dat ik het gedachteloos meeprevelde. Geen vervelend nummer. Een lekker achtergrondplaatje dat de lange rit in de auto naar huis toch weer iets aangenamer maakte. Al had ik geen idee hoe bijzonder deze samenwerking tussen B.o.B. en Hayley Williams eigenlijk was.

Lang heb ik namelijk gedacht dat de zangeres onderdeel uitmaakte van het nieuwe contingent jonge, zelfbewuste popzangeressen dat op dat moment hard op de deur bonkte. Ariana Grande, Alessia Cara, Eliza Doolittle, Esmee Denters, die categorie. En ja, jong en zelfbewust was Hayley Williams zeker, maar met haar band Paramore kwam ze uit een héél andere hoek van het muzikale spectrum. Niet per se een logische keuze dus voor een mainstream rapper als B.o.B. Maar het leverde hem een gigantische hit op, die in verschillende landen over de hele wereld op nummer één stond.

Maar nu, een paar maanden later, hier op die brug, enkele kilometers buiten de ring van Amsterdam op de A1, viel mij iets op. Het liedje klonk opeens rauwer… intenser… En ook de tekst was anders. Ik zette de radio wat harder om het goed te kunnen horen. Het refrein was hetzelfde, maar de teksten anders. De grootste verrassing moest echter nog komen. Want… hoorde ik daar niet Eminem?!

En inderdaad, het was Eminem die het laatste ‘verse’ van Airplanes verzorgde. Of eigenlijk… Airplanes pt. 2. Een vervolg op die megahit, waarin de beide rappers zich afvroegen wat er zou zijn gebeurd als zij zich níet het snot voor de ogen hadden gewerkt om hun carrières tot een succes te maken. Hoe het zou zijn afgelopen als zij ervoor hadden gekozen om lekker achterover te leunen, in de hoop dat het succes hen vanzelf kwam aanwaaien.

Sinds dat ene moment is Airplanes, Part II mijn favoriete versie van het liedje. Het is minder gepolijst dan deel 1. Krachtiger en sterker qua tekst en door de bijdrage van Eminem scherper, terwijl dat prachtig gezongen refrein nog steeds staat als een huis.

Keuze Alex van der Meer: Julia Holter – Goddess Eyes II (2012)

Tragedie en begeestering

Julia Holter’s debuutalbum Tragedy uit 2011 is een fascinerende plaat. Voor echte liedjes moet je hier niet direct zijn, maar als je van elektronische avantgarde en van meer experimentele muziek houdt dan ben je bij Tragedy aan het juiste adres. Je voelt de tragiek als een baksteen in je buik. Bij elke nieuwe draaibeurt lijkt het album meer intens en magischer te worden. Een van de tracks die dan relatief wat minder experimenteel is is het nummer met de titel Goddess Eyes. Het voelt eenvoudig en ook herkenbaar, bovendien ligt de duidelijke invloed van Laurie Anderson er flink bovenop. Op Holter’s tweede album komt Goddess Eyes terug. Het album Ekstasis komt uit 2012 en kent wat meer nummers met een songstructuur. Goddess Eyes kreeg een nieuwe versie en heet nu Goddess Eyes I, en er is zelfs een langer vervolgliedje op hetzelfde album terug te vinden: Goddess Eyes II.

Ook Ekstatis is wat mij betreft een meesterwerk. (Ik ben extatisch.) Al vond ik in eerste instantie juist de twee Goddess Eyes tracks wat te veel repeterend naar mijn smaak. En ik snapte het niet helemaal: waarom moest het muzikale thema van Goddess Eyes nu ten tweede (en derde!) male worden opgevoerd? Nu ben ik echter wat meer ruimdenkend geworden en snap ik het denk ik meer. Artiesten kunnen terugkeren naar oudere thema’s of kunnen altijd op zoek gaan naar vernieuwde versies van een eerder concept. Bovendien past Goddess Eyes muzikaal gezien op beide albums, en vooral is dat geen probleem omdat het op elk album een volledig andere en onmisbare rol opeist. Op Tragedy is Goddess Eyes een anker om niet op drift te raken. En op Ekstasis zijn de twee nieuwe versies een stevig fundament waarop de rest van het album juist zo ontzettend weet te groeien.

Uiteindelijk is Goddess Eyes II een nummer waar je ook buiten de context van de albums heel goed mee kan worden geraakt. Ook al zal het voor velen als stand-alone track voor altijd een onbegrepen nummer zijn (oh tragiek!). Wat mij betreft is het vooral een groeidiamant. De initiële eenvoud is uiteraard slechts schijn: het kent veel mystiek en het weet te hypnotiseren. De opbouw is haast té subtiel, maar langzaam doch trefzeker neemt de begeestering naar het eind van dit diepe droompop-nummer toe. Al met al is dit dus in mijn ogen een goddelijke track.

Keuze Noah Lefébure: Foals – Into The Surf (2019)

Het is gewoon één groot geheel

twee albums in een jaar met  één overkoepelend thema. Foals deden dit in 2019. In maart van dat jaar brachten ze Everything Not Saved Will Be Lost Part I uit en zeven maanden later Part II van het gelijk getitelde album. De verdeling van deze albums was vooral gericht op de klank van de muziek. Part I zou meer een synthpop album worden en deel II een rock album. Beide albums draaien om het idee van een apocalyptische wereld, die voornamelijk verwoest is door de mensheid. Part I introduceert het thema en Part II breid het uit met een wat stevigere muzikale klank.

Maar Part II is niet alleen een vervolg album, er zijn ook directe verbanden tussen nummers zelf. Zo staat op Part I Surf, Pt. 1. Het is maar een kort nummer wat een muzikaal thema introduceert die nergens ander in Part I voor komt. Surf, Pt. 1 fungeert als een muzikale brug tussen Cafe D’Athens en Sunday. De eerste is een nummer met een relatief hoog tempo en Sunday is een stuk rustiger. Surf, Pt. 1, hoewel de melodie vrij snel gespeeld is, voelt heel vrij en kalm door het gebrek en percussie, hierdoor vloeit het goed door naar het rustigere Sunday.

Vervolgens staat op Everything Not Saved Will Be Lost Part II het vervolg van Surf, Pt. 1. Deze is niet Surf, Pt. 2 genoemd, maar Into the Surf. Het is de volledige versie van wat we gehoord hebben op Part I, vertellend over rouwen om een geliefde. Het is gebaseerd op het Griekse idee dat ver weg van thuis sterven één van de meest verschrikkelijke dingen ter wereld is. Zanger Yannis Philippakis komt zelf uit Griekenland. Met dit onderwerp past het nummer perfect in de zeer dystopische verhaallijn van de twee albums.

Het duurde bij mij een tijdje totdat deze twee albums een impact bij mij maakte, maar dat lag er vooral aan dat ik het volledige beeld wat de band schetste niet inzag. Sindsdien voelen de twee albums eigenlijk aan als één. Voor mij hebben deze albums ook geen specifieke nummers die enorm boven de andere uit stralen, zoals in hun voorgaande albums, maar het is gewoon één groot geheel. Het verhaal is onmisbaar voor de muziek en dit is in ieder nummer terug te horen. Philippakis bekende in een interview dat Surf, Pt. 1 eigenlijk vooral een voorproefje was om luisteraars meer te laten willen, wat dus op Part II zou komen en het is ook zeker gelukt. Maar dus hoewel het maar een ‘tease’ was, zou ik Surf, Pt. 1 voor geen goud willen missen omdat het zo veel meer belang geeft aan Into The Surf.

Keuze Freek Janssen: Arcade Fire – The Lightning II (2022)

In een zwart gat springen lijkt met niet de juiste oplossing

Muzikaal gezien was 2022 was voor onder meer het jaar van de wederopstanding van Arcade Fire. De band die al jaren hofleverancier is van de Snob 2000, zelfs meerdere keren op 1 stond met Rebellion (Lies), en eigenlijk al jaren consistent goede albums aflevert, maakte in 2017 ineens een misstap.

Everything Now was de grootste flop én het grootste succes van de Canadese band tot nu toe. De titeltrack geldt als hun grootste hit, die zelfs op Radio 538 werd gedraaid. De fans haalden er hun neus voor op: goedkoop effectbejag, ABBA-kloon. En dan te bedenken dat de rest van het album eigenlijk nog zwakker was.

Toen kwam We, in 2022. Omgeven door een hoop gedoe ; Will Butler verliet de band vlak na de release van het album, broer (en hoofdman) Win kreeg een vloed van kritiek over zich heen na beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. Toch was (is) We Arcade Fire in optima forma. Het album heeft een weergaloze opbouw, met een pessimistisch en onheilspellend eerste deel, dat met name gaat over de shit waarin we als maatschappij in terecht zijn gekomen. Halverwege (End Of The Empire IV, met de strijdkreet We unsubscribe, fuck season five) komt het verhaal tot een climax, als de hoofdpersonen zelfmoord plegen door in een zwart gat te springen. Daarna worden ze als het ware herboren, en dat is dus tijdens The Lightning. We can make it if you don’t quit on me.

Het hele verhaal van het zwarte gaat gaat mijn verstand te boven, maar ik voel alles wat de band met dit album wil zeggen in mijn vezels: we zijn op de verkeerde weg, maar er is hoop, als we niet opgeven en samen blijven optrekken (in een zwart gat springen lijkt met niet de juiste oplossing).

Eerder dit jaar nam ik met een aantal andere liefhebbers de Ondergewaardeerde Playlist-podcast op over Arcade Fire en toen leerde ik dat de meningen niet onverdeeld positief zijn over We. Voor mij is het de soundtrack van 2022. Ik heb zelfs het boek gelezen waar het album naar vernoemd is, We van de Rus Yevgeny Zamyatin uit 1922 (een soort voorloper van 1984, maar dan minder goed leesbaar). Tijdens hun optreden in de Ziggo Dome waren eigenlijk Age Of Anxiety II (Rabbit Hole) en End Of The Empire (I en II-IV) beter. Maar The Lightning is ontegenzeggelijk hét liedje van We.

En ja, ik ga hier dan wel voor II, maar zoals we in de podcast eigenlijk ook al hadden geconcludeerd: de twee delen kun en mag je eigenlijk niet los van elkaar zien. Vandaar dat het ook als combi op één stond in de Ondergewaardeerde Playlist van Arcade Fire. Laten we hopen dat het hoge ogen gaat gooien in de Snob 2000 dit jaar.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.