Hier is zo’n verhaal dat je aan je kinderen vertelt en wat ze nooit zullen geloven: vroeger ging mama of papa naar de winkel, kocht daar voor veel euro’s een schijfje waarop twee liedjes stonden. Het gebeurde gewoon. De single is een even onbegrijpelijk als bepalend fenomeen geweest in de popgeschiedenis. Nu kennen we het woord vooral nog in de betekenis als ‘een liedje dat door de platenmaatschappij wordt uitgekozen om te pluggen op de radio’.
Op de radio mag een liedje natuurlijk niet te lang duren. Dus is de gewoonte ontstaan om speciale (korte) single-versies te maken van albumtracks. Soms wordt er net een refreintje afgeknipt; in het geval van Light My Fire van The Doors ging er ruim vier minuten aan orgel- en gitaarsolo uit. Werkte wel, Light My Fire werd een kneiter van een hit.
Enfin, je raadt het al; wij zijn het natuurlijk niet eens met deze praktijken.
Keuze Marco Groen: Santana – Black Magic Woman/Gipsy Queen (1970)
Niet emmeren met volmaaktheid
Op de reguliere radio is het de schrijver van dit stukje een doorn in het oog: prima nummers waaruit een instrumentaal stuk uit is ge-edit of zelfs complete coupletten de eindmontage van de single niet gehaald hebben. Er is een tijd geweest dat ik ervan overtuigd was dat dit aan de DJ van dienst lag. Deze zou op eigen initiatief een nummer grondig verbouwen, teneinde meer ruimte voor zijn eigen geouwehoer te creëren. Dat laatste hoeft niet helemaal onwaar te zijn, maar de realiteit leert dat artiesten, waarschijnlijk onder druk van platenbonzen, daar zelf ook debet aan zijn. Binnen de cultuur van de Radio 538’s en de Radio 3FM’s van de wereld is het handig dat singles aan bepaalde voorwaarden voldoen. Ze moeten kort zijn. Dat hierbij het muziekstuk iets van zijn essentie verliest zal de pluggers worst zijn. Kwantiteit wordt verkozen boven kwaliteit.
Ook de klassiekers ontkomen hier niet aan. Het voor mij meest voor de hand liggende voorbeeld is Black Magic Woman van Santana. Het nummer werd oorspronkelijk gecomponeerd door Peter Green (geen familie) en in 1968 uitgebracht als single van Fleetwood Mac. Twee jaar later was het Carlos Santana die het lied vervolmaakte.
Persoonlijk heb ik Black Magic Woman leren kennen via een verzamelalbum van mijn ouders. Hierop was het te vinden tussen She Likes Weeds van Tee-Set en Does Anybody Really Know What Time It Is van Chicago (Aha, Dat Is Mary van de Wama’s verzwijg ik liever). Deze versie is in mijn hoofd gegrift. Het gaat om, zo weet ik nu, de ‘lange’, onverknipte versie. Dat blijkt ook wel uit de subtitel: Black Magic Woman/Gipsy Queen. In de praktijk komt het erop neer dat het laatste ‘jazzy’ gedeelte van Fleetwood Mac door Santana is vervangen door een stukje dat zich het beste laat omschrijven als een ‘fiesta Americana’. Wilde zigeunerklanken op elektrische gitaar. Het is precies deze ontlading die de single-edit niet gehaald heeft. Samen met een beginstukje mysterieus basgeluid vergezeld door een niet minder mysterieus orgelgeluid. Op de single begint de zang daardoor iets eerder dan zoals het hoort. Er waren tijden dat mensen daarvoor op de brandstapel zijn beland. Maar gelukkig zijn we tegenwoordig beschaafd roepen we hooguit ‘blasfemie’ op twitter. Radiostations die het lukt om Eye In The Sky van Alan Parsons te draaien zonder dat daar Sirius aan vooraf gegaan is, weten waarschijnlijk niet beter.
Soms is het trouwens precies vice versa. De single van All Is Full Of Love van Björk ‘wint’ het bijvoorbeeld van de albumversie. Andere voorbeelden van dit soort uitzonderingen zijn Nancy Boy van Placebo, Holiday In Cambodia van Dead Kennedys en (daar komt het) The Reflex van Duran Duran. Black Magic Woman behoort niet tot dat selecte clubje. Net als Light My Fire, Layla (niet geheel toevallig de naam van mijn kat), Suzy Q en zelfs Autobahn dienen natuurlijk altijd in zijn volledigheid te horen zijn. Doe je dat niet, dan ben je gewoon een met je vingers etende cultuurbarbaar.
Keuze Quint Kik: Etta James – Losers, Weepers (1971)
I didn’t take your man, you gave him to me
Eerst was er Top Pop, Top 40-krantjes en tapen van de radio. Als 12-jarige stond ik daarbij net zo open voor mannen (Prince, Duran Duran) als vrouwen (Madonna, Janet Jackson). In mijn puberteit fungeerde Veronica’s Top 100 Aller Tijden als brug naar het verleden, wat rond mijn eindexamen naadloos overging in grunge: de balans was definitief doorgeslagen naar ‘rock met ballen’. Tegen de tijd dat ik afstudeerde en stuitte op Lenny Kaye’s Nuggets – de bakermat van de garagerock – was het einde zoek: alarmerend vaak luisterde ik naar gefrustreerde heren, die allemaal droomden dat ze The Rolling Stones waren en zich verkeerd begrepen en behandeld voelden door het andere geslacht.
You’re pushin too hard on me en You’re gonna miss me when I’m gone: net voordat het sneue rakker-gehalte danig uit de klauwen begon te lopen, kruisten soul en funk mijn pad. Van Aretha Franklin en James Brown begrijp ik nog altijd weinig; destijds was ik vooral onder de indruk van kordate dames, die al die schuin marcherende heren rechts inhaalden (en zich daarbij niet de maat lieten nemen door zogenaamde vriendinnen). Iemand als Ann Peebles wisselde een smartelijke jammerklacht als I Can’t Stand The Rain met grootste gemak af met een schrobbering: I didn’t take your man, you gave him to me. De onbetwiste kampioenstitel op dit vlak: Etta James en het fenomenale Losers, Weepers.
Ze had bepaald geen makkelijk leven, als ik haar gedeeltelijk autobiografische Rage to Survive er nog eens op na sla. Tot haar 12de wisselde ze meer dan eens van pleeggezin, tussen de bedrijven door werd ze geregeld door haar losgeslagen moeder ‘gekidnapt’ en al op jonge leeftijd blootgesteld aan het woelige nachtleven. Nadat ze als 17-jarige was ontdekt door bandleider Johnny Otis maakte ze pas echt furore bij Chess Records met de georkestreerde souljazz van At Last en de southern soul-klassieker Tell Mama. Begin jaren ’70 stond het grootste deel van haar dag echter in het teken van de spuit. Alleen als het meezat kreeg Chess haar de studio in, waar ze overigens nimmer liet afweten.
Haar platen uit de periode 1970-1976 zijn een adembenemende mix van soul die je hart breekt en vuige funk van de straat. De single Losers Weepers van het gelijknamige album, deed mij in een Ierse pub vol ontzag naar adem happen. Met krap drie minuten veel te kort naar mijn smaak, maar wacht eens: als ik de tracklist van de verzamelaar die de serveerster omhoog hield goed begreep, betrof het hier een part 1 (in de tijd was het niet ongebruikelijk om lange nummers bruut op te knippen en uit te smeren over twee kantjes van een single). Een paar jaar later stond ik op de vrijmarkt uitzinnig van vreugde met het moederalbum op vinyl in mijn handen, met daarop part 2 (kortweg Weepers).
Het geluk was echter van korte duur: een onverlaat bij de platenmaatschappij bleek er destijds voor gekozen te hebben om botweg de twee kantjes van de single achter elkaar te plakken en daarbij fade out en fade in 1-op-1 van de single te handhaven. Deze historische blunder blijkt te zijn rechtgezet op de cd-uitgave uit 2011; voor dit blog kon ik me alsnog onderdompelen in het ‘ongedeelde’ genot van Losers Weepers, waarbij het laatste refrein naadloos overgaat in die bloedspannende, intense coda:
You done lost your man
And now I found him
Ooh oh I ain’t gonna give him up now
Die wereldgozer van je, die ben je kwijt schat!
Keuze Carlo Deuten: Steely Dan – FM (No Static At All) (1978)
Dynamisch!
Albumversies versus singlesversies. Soms een wereld van verschil. Soms een gevalletje rigoureus de schaar erin. Of een single-versie met in het outro een, al dat net subtiele, fade-out. It’s better to burn out than to fade away? Hiervoor zal ook gelden: muzikale smaken verschillen. Feit is dat er toch flink wat nummers zijn waarvan de single-versie moeilijk te vinden is. Hits die zijn terug te vinden op verzamelaars. Maar dan wel in de albumversie. En natuurlijk wil je dan ook juist die versie aan de collectie toevoegen. Gevalletje verzamelwoede? Compleetheidswaanzin? Noodzakelijk kwaad? Of gaat het puur om het completeren van de collectie? En hoe ver ga je? Schaf je alles blindelings aan?
Singles? Is er anno 2022 nog wel echt sprake van een single-markt? Is een single nog steeds een belangrijk promotiemiddel voor een album? Of staat elke (album)track op zich? Zeker in dit Spotify-tijdperk waarin de gemiddelde muziekconsument anders naar muziek luistert. Een kortere aandachtboog. Een groter aanbod en ook nog makkelijk binnen handbereik. De muzikale wereld ligt aan je voeten. Het gevolg? Kortere nummers! Kortere intro’s. Kortere titels. Meteen de luisteraar bij de kladden grijpen en proberen vast te houden. Straight to the point. Dat staat in schril contact met mijn eigen muzikale belevingswereld. Tenminste als ik bewust een album of een plaat opzet. Dat kan het mij soms niet lang genoeg duren. Een lang intro waardoor je getriggerd wordt. Waarin de spanning wordt opgebouwd. Een zorgvuldig gecomponeerde brug. Een fijne solo. Of juist een outro dat niet lijkt te eindigen. Dat laatste gaat in ieder geval op voor mijn keus voor de battle van deze week: Steely Dan en FM (No Static At All). In dit nummer komen mijn twee grote passies samen: radio en muziek. In het pre Facebook, en aanverwante sociale media, tijdperk heb ik een eigen blog. Een eigen (digitale) plek waar ik de liefde voor mijn twee passies deel. De titel verwijst naar dit nummer. M(usic)F(reak) – NoStaticAtAll. Een fijn (radio)plaatje met als onderwerp radio. En dan ook nog eens van één van mijn favoriete bandjes. Daarnaast kun je wel een boompje opzetten over de muzikale inhoud. Ik noem het werk van Steely Dan weleens ‘gekscherend’ hogere muzikale wiskunde. Het toverwoord? Perfectie! Over elke noot is nagedacht. Elke punt en komma klopt. Walter Becker en Donald Fagen, de drijvende krachten achter Steely Dan, zullen ongetwijfeld hun medemuzikanten regelmatig tot wanhoop hebben gedreven. Sleutel je dagen, weken of misschien zelfs wel maanden aan een nummer. Wordt vervolgens het hele idee in de prullenbak gegooid of wordt een muzikale bijdrage ingekort tot een paar seconden. De juiste noot op de juiste plek. Geen concessies. Maar verandering van spijs doet eten. Toch? Dat geldt in zekere zin voor FM. De ‘oer’ versie van FM is namelijk niet mijn eerste kennismaking met dit juweeltje. Dat gebeurt pas jaren later na de eerste release. Eerst terug naar 1977.
Fagen en Becker worden gevraagd om de titelsong te schrijven voor de film FM. Eén voorwaarde. Het nummer moet over het fenomeen FM radio gaan. Zo gezegd zo gedaan. In 1978 gaat de film in première, maar een groot succes wordt het niet. In tegenstelling tot de soundtrack waarvan er meer dan een miljoen exemplaren over de toonbank gaan. Dat is niet alleen de verdienste van Steely Dan maar ook onder andere Doobie Brothers, Eagles, Billy Joel, Tom Petty en Queen leveren een bijdrage. De titelsong wordt opgenomen tijdens de opnamesessies van Steely Dan’s album Aja (1977). Deze eerste versie is niet alleen terug te vinden op de soundtrack, maar ook op de 12 inch single die wordt uitgebracht. In het outro is een gitaarsolo van Walter Becker te horen. Daarnaast wordt een edit-versie gemaakt die op single verschijnt. Op de A-kant staat een radio-edit. De gitaarsolo wordt simpelweg ingekort. De totale lengte gaat van 4:50 naar een 3:49. Op de B-kant staat FM (reprise). En juist dat ‘B-kantje’ maakt het interessant. Het is een instrumentale versie. Zonder de kenmerkende gitaarsolo van Walter Becker. Deze is vervangen door een saxofoonsolo gespeeld door jazz- saxofonist Pete Christlieb. Het is een verlengde versie van de solo die in de oorspronkelijke soundtrack versie na een kleine twee minuten opduikt. Dit is niet de versie waar ik jaren later kennis mee maak. En voor de Steely Dan liefhebbers duurt het ook nog wel een tijdje voor het zover is.
Op de eerste Steely Dan verzamelaar Greatest Hits (1978) ontbreekt FM nog. Vier jaar later is het wel raak. De verzamelaar Gold bevat de volledige versie. Dat geldt ook voor A Decade Of Steely Dan (1985). Maar dan is het 1991. Gold wordt opnieuw uitgebracht. Er verschijnt een zogenoemde Expanded edition. Vier bonustracks als extraatje voor de fans en er is nog iets bijzonders aan de hand. Er is een nieuwe versie van FM. Het verschil? De gitaarsolo van Walter Becker is vervangen door de eerder genoemde FM (reprise) saxofoonsolo. In totaal klokt het nummer nu een slordige vijf minuten en zes seconden. In plaats van een ingekorte singleversie is er nu dus sprake van een verlengde variant. Die versie zorgt voor mijn eerste bewuste kennismaking met dit nummer. Dankzij The best of Steely Dan: Then And now (1993). De zoveelste Steely Dan verzamelaar. Een paar jaar later ga ik aan de slag bij de lokale omroep. Ik draai met enige regelmaat FM. Tijdens het ‘eindeloos’ durende outro roep ik ‘steevast’ dat dit nummer wat mij betreft nog wel even een tijdje mag doorgaan. Geen singleversie maar de xxl-variant. Heerlijk!
Tijdens het schrijven van bovenstaand verhaal kom ik erachter dat er nog een versie is. Niet officieel uitgebracht en/of officieel goedgekeurd door de heren Fagen en Becker. Een creatie van een aantal AM-radiostations. Volgens de overlevering worden in de tijd van de film FM de AM-stations qua luisterbereik voor het eerst in de geschiedenis ingehaald door de FM-collega’s. En wat doe je dan als radiostation met een nummer waarin de kreet FM volop voorbij komt? Dan maak je een nieuwe versie. AM it is! Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het nummer Aja. De oorspronkelijke F wordt vervangen door de gezongen A uit het refrein van Aja. Over dynamisch creatief knip en plakwerk gesproken. No static at all!
Keuze Joop Broekman: The Jam – Precious (1982)
Fantasieloze fade out
The Gift, de zwanenzang van The Jam. Niemand zag het aankomen, behalve Paul Weller. En ook deze band staat op de lijst van acts waarvan je met een beetje nadenken wel weet dat die nooit, maar dan ook nooit meer samen in de studio of op een podium te horen en te zien zijn. Alhoewel, met bassist Bruce Foxton was er nog wel even een korte samenwerking, ongeveer twaalf jaar geleden. Met de kennis van nu kun je zeggen dat The Gift best wel veel hints naar de toekomst bevat. De toekomst van Paul Weller, om precies te zijn. De plaat barst van de Soul-, Funk- en R&B-invloeden die je later blijft terug horen in zijn muziek.
Ik heb Town Called Malice als single grijsgedraaid en destijds nog speciaal een exemplaar van de Popfoto gekocht voor de songtekst. Helaas klopten de afgedrukte en ook nog incomplete tekst voor geen meter. Wat voelde ik me bekocht en ik bezwoer voortaan alleen nog maar de Hitkrant en de Muziek Express te kopen.
Trouwens, Town Called Malice was een single met een dubbele A-kant. Ook het feestelijke en heerlijk stampende Precious beviel meteen vanaf de eerste luisterbeurt, maar pas later ontdekte ik dat het een ingekorte singleversie was. Zo’n nummer had op het album best een paar minuten langer mogen duren. De 12-inch versie van bijna zes minuten maakte dat wel weer goed.
Keuze Jeroen Mirck: David Bowie – Let’s Dance (1983)
Vakkundig omver geblazen
Diehard Bowie-fans ervan overtuigen dat Let’s Dance een meesterwerk is, kan best lastig zijn. Een commerciële plaat, wordt door hen gesmaald. Me dunkt, riposteer ik dan: dat was precies wat Bowie wilde maken! En laten we er niet omheen draaien: zijn artiesten niet bij uitstek op aarde om populaire muziek te maken? Nou dan.
Bovendien onderschatten Bowie-snobs vaak de essentie van Bowie’s discoplaat: de man is een vleesgeworden kameleon, dus kon het niet anders dan dat hij zich ooit zou storten op disco en funk. Net zoals hij met Young Americans acht jaar eerder een briljant eerbetoon aan Soul en R&B bracht. Toen met een onbekende Luther Vandross in het achtergrondkoor, nu met Stevie Ray Vaughan als sologitarist. Maar vooral: met Chic-voorman Nile Rodgers als producer.
Bowie is een fijnproever van muziekstijlen. Hij neemt niet snel even een hapje, maar eet met huid en haar wat hij op zijn bord heeft liggen. Dat hoor je meer nog op het album Let’s Dance dan op de aangescherpte en ingekorte singles. Vooral het titelnummer is op het album onnoemelijk veel rijker en spannender. Ruim zeven minuten in plaats van de 3½ minuut die op single zijn geperst. Het draaien van de albumversie leidt ook geregeld tot verwarring wanneer na een halve minuut niet Bowie begint te zingen, maar een snerpende saxofoon de luisteraar vakkundig omver blaast.
Het nummer Let’s Dance is ontstaan in nauwe interactie tussen Bowie en Rodgers. De zanger kwam aanzetten met een folkriff, die door de producer/gitarist compleet werd hervormd tot een disco-riff die een octaaf hoger wordt gespeeld. Die zoektocht naar de ultieme sound is terug te horen in de albumversie, waarin meerdere instrumenten een eigen solo krijgen en het nummer uiteindelijk ontspoort in het kakofonie van jazzy blazers. Hoe kun je dit als Bowie-aficionado nou níet waarderen? De single is een toegankelijke samenvatting van deze zoektoch. Een fijne kennismaking, maar de albumversie is de kers op de taart. Bowie is een muzikale avonturier, ook als hij ogenschijnlijk veilig, commercieel terrein bewandelt. Onderschat de meester nooit!
Keuze Remco Smith: The Stone Roses – Fools Gold (1989)
Pyriet
Als ik geen stukjes schrijf voor dit onvolprezen forum, ben ik (onder meer) bouwrechtadvocaat. Bouwrecht is het rechtsgebied dat zich bezig houdt met alles wat met bouw te maken heeft en, als een bouwrechtadvocaat er bij betrokken is, alles wat in de bouw verkeerd gaat. Te late oplevering, meerwerkdiscussies, gebreken in de bouw. Discussies tussen opdrachtgever en aannemer, opdrachtgever en adviseur (architect /constructeur) of aannemer en onderaannemers – leveranciers, kunnen leiden tot geschillen. Veel problemen ontstaan door miscommunicatie: als bouwpartijen met elkaar kunnen communiceren, is er voor de bouwrechtadvocaat een stuk minder werk. Miscommunicatie betaalt mijn hypotheek, zeg ik wel eens.
Een esthetisch probleem dat regelmatig tot bouwgeschillen leidt is de realisatie van balkons en galerijen. Balkons en galerijen van appartementencomplexen zijn vaak prefab betonnen elementen. Gemaakt in de fabriek, gebracht naar de bouw waarna alleen maar voor montage hoeft te worden gezorgd. De betonnen elementen worden in de regel niet afgewerkt: de elementen zijn in dat geval van schoon beton. Ontwikkelaars en architecten willen zo strak mogelijke balkons hebben, omdat deze in het zicht zijn. Afhankelijk van de zorg van de producent van de betonnen elementen, lukt dat beter of minder goed. Een lastig op te lossen probleem is, op het oog, roest aan de oppervlakte van betonnen elementen. Het geeft het idee dat de wapening in de balkons roest maar dat is niet het geval; bouwtechnisch is er geen enkel probleem. Niettemin zijn de ontwikkelaar, architect en de uiteindelijke eigenaren lang niet altijd blij met het resultaat. Het is niet echt een fraai gezicht. Leveranciers van betonelementen hebben door de bekende kleine lettertjes vaak aansprakelijkheid voor dergelijke esthetische problemen uitgesloten, waarbij het dan de vraag is of dergelijke aansprakelijkheidsuitsluitingen stand houden.
Het materiaal dat wordt gebruikt voor het maken van beton, kan ijzersulfide bevatten, bijvoorbeeld pyriet. Pyriet is de oorzaak van de roestplekken in beton. Pyriet wordt ook wel klatergoud genoemd of het goud der dwazen. Gouddelvers in het Wilde Westen zagen pyriet vaak aan voor goud. Het heeft een beetje dezelfde goudglinsterende gloed. Dolblij gingen de delvers naar de handelaren om eindelijk te cashen, maar uiteindelijk bleek dat wat voor goud werd aangezien, pyriet te zijn. Vrijwel niets waard. In Engeland wordt pyriet Fool’s Gold genoemd.
Keuze Tricky Dicky: Sisters Of Mercy – More (1990)
Lou Reed meets Jim Steiman
In hun gloriejaren (eighties) had ik helemaal niets met Sisters Of Mercy. Aardig, maar geen reden om naar de platenzaak te rennen. Dertien in een dozijn. De stem van de zanger leek op die van Lou Reed, maar net even minder. Dat veranderde toen ik twee jaar geleden toevallig het album Vision Thing in mijn handen kreeg en besloot deze te beluisteren. Smaken veranderen tenslotte. In eerste instantie hoorde ik nog geen redenen om mijn mening bij te stellen, maar toen kwam More voorbij en mijn interesse was acuut gewekt. Wat een retegoede track met die geweldige achtergrondzang. Die heb ik toen even op repeat gezet.
Zoals gezegd, het album is redelijk met een vette uitschieter maar was wel aanleiding om de verzamelaar A Slight Case Of Overbombing aan te schaffen en die bevalt mij uitstekend. Genoeg goede tracks om het interessant te houden met natuurlijk More. En wat bleek? More is geproduceerd door zanger Andrew Eldritch mét Jim Steinman. En die combinatie maakt het waarschijnlijk waarom More meer dan het gemiddelde is en verklaard ook het überbombastische gevoel en het achtergrondkoor op de voorgrond.
More is in de oren van de gemiddelde Nederlander geen bekende single, maar in de V.S. werd het nummero uno in de alternatieve lijst. En sinds dit jaar een notering in de Snob 2000. Volkomen terecht, want net als ik hebben de DJ’s in Hilversum in 1990 lekker zitten pitten toen deze plaat uitkwam. Het enige excuus wat ik kan bedenken is dat de single-uitvoering niet echt goed is: het is een hele slechte knipbeurt geworden.
Keuze Freek Janssen: Vampire Weekend – Harmony Hall (2019)
Liefdesbaby van Freedom en Sweet Home Alabama
Ik schrok me helemaal het leplazarus. Father Of The Bride was in 2019 mijn jam. Op een bepaald moment draaide ik weinig anders meer. Behalve dan toch een keer de radio. Ik denk Studio Brussel.
De zender liet het op een bepalend moment afweten; op het moment waarop Harmony Hall op z’n lekkerst is, tijdens de paar maten die het liedje zo’n ontzettend fijne track maken. Luister maar eens vanaf 3:43:
Harmony Hall is de liefdesbaby van Freedom van George Michael (zo rond 0:42) en Sweet Home Alabama van Lynyrd Skynyrd. Die Americana-vibe die knalt er zo ontzettend lekker uit in dat tussenstukje. Het is alsof de heren van Vampire Weekend gewoon even lekker liepen te jammen op het akkoordenschema en dat de geluidstechnicus deze briljante improvisatie per ongeluk heeft opgenomen. Het speelplezier spat ervan af.
Dat kon natuurlijk niet op de radio. Ik kan overigens nergens online de officiële radio edit vinden, maar gelukkig bewijst Reddit dat ik niet de enige ben die deze blasfemische versie in de ether heeft gehoord.
[crowdsignal poll=11033260]