Wat voor muziekjaar was 2021? Ligt eraan aan wie je het vraagt. De verbubbeling van de samenleving dringt overal door, ook in de muziek – mainstream, alternatief of genre-specifiek. Zo kan het zo maar gebeuren dat veel bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes weinig weet hebben van wat er dit jaar in de top staat van de 3voor12 Song van het Jaar-verkiezing of de meest gedraaide liedjes op Spotify.

Dan maar onze eigen (ondergewaardeerde) bubbel. Dit zijn volgens ons de mooiste nummers van het jaar.

Keuze Tricky Dicky: Vlure – Shattered Faith

Dé ontdekking van 2021: ontkennen is zinloos.

Op 4 juni j.l. presenteerde ik (zoals elke vrijdagavond) het Snobuur, maar toen met liedjes die om vreemde en onverklaarbare reden onder het radar gebleven waren. In mijn oren allemaal toptracks en ik adviseer je de show (hier) terug te luisteren.

Een van de geweldenaars was de nieuwe Schotse band Vlure. Dansende Beren schreef in maart al dat het maar zelden gebeurt dat ze door een beginnende band zo van de sokken waren geblazen. Ik deel die mening volledig. Wat een geweldig geluid; wat een fantastische single. Postpunk vermengd met Electro. Een ware geluidsmuur. Dansbaar en om helemaal even lekker uit je dak te gaan.

Vlure gaat verder waar bijvoorbeeld Depeche Mode of Erasure al jaren geleden gestopt zijn. En waar die bands nog steeds op handen gedragen worden snap ik met de beste wil van de wereld niet waarom Shattered Faith geen hit geworden is.

Keuze Remco Smith: Fiona Brown – My Void

Indringend. Bezwerend. Intrigerend. Prachtig. En zeer ondergewaardeerd

Mundane. Mundane betekent burgerlijk. Gewoontjes. En Mundane is de titel van één van de meest intrigerende platen die in 2021 te horen zijn geweest. En daarmee allerminst gewoontjes. Of burgerlijk.

Fiona Brown is de zangeres die verantwoordelijk is voor Mundane. Een Belgische, afgestudeerd in Rotterdam aan Codarts. Haar album had alles in zich om met een bom in te slaan, begin van dit jaar. Kale drums en ijle muzikale omlijsting begeleiden de sensuele stem van Brown. Het is muziek die je opzuigt, betovert. Muziek die het in zich heeft je even alles uit de handen laat vallen, om je de kans te geven je te laten raken. De liedjes zijn prachtig, de sfeer beklemmend, en dan klinkt Mundane ook nog eens ontzettend goed. Perfect geproduceerd, alsof kosten noch moeite zijn gespaard om de plaat zo te laten klinken als dat moet. Referenties zijn er genoeg, bij beluistering van haar plaat. Portishead, Massive Attack. Fiona Brown is voldoende autonoom om hier een eigen draai aan te geven. Het is één van de platen die ik dit jaar het vaakst en met de meeste aandacht heb beluisterd.

Lovende recensies (onder andere in de OOR) waren haar deel; de weg naar de wereldwijde doorbraak lag open. Alleen, die doorbraak is er niet gekomen. Nog niet. Op Spotify is Mundane minder dan duizend keer gedraaid. Deze prachtplaat van Fiona Brown is onder de radar gebleven en dreigt in de vergetelheid te raken. Ten onrechte want Mundane van Fiona Brown is in een rijk muziekjaar (Low! Silk Sonic! Curtis Harding! Field Music! Rats On Rafts! Pip Blom!) de plaat van het jaar. En het zeer indringende My Void de single van het jaar.

Keuze Alex van der Meer: Richard Dawson & Circle – Lily

In de geest van bekende elementen

Het is niet alleen dat Richard Dawson wat mij betreft verantwoordelijk is voor een aantal van de beste nummers van dit jaar, ook in de voorgaande jaren was hij voor mij meer dan top. Bijvoorbeeld de singles uit 2019  – Jogging en Two Halves – waren uitzonderlijk. En vorig jaar nog was Dawson wederom (mede) verantwoordelijk voor twee zeer favoriete tracks: Trouble en Crimson Star van Hen Ogledd, de band waar hij ook bij hoort. De verwachting waren dus hooggespannen toen ik in de gaten kreeg dat er dit jaar weer nieuw werk van hem zou uitkomen. Zou ik er weer met zoveel plezier naar gaan luisteren?

Er is sinds eind november een nieuw album, Henki, een samenwerking met de Finse rockband Circle. Eigenlijk zou ik elk nummer wel willen nomineren voor song van het jaar. Zo tof is het album. Het is weer anders dan wat in voorgaande jaren van deze oorspronkelijk progressieve folkartiest is uitgekomen. Het bevat elementen als Prog-rock, Metal, en Folk, maar het geheel is wel zo gebracht dat het wederom niet een gewone luisterervaring wordt. Of je de manier van zingen van Dawson trekt is afhankelijk van je smaak. Als je houdt van een conventionele manier van zingen en componeren, begin dan vooral niet aan zijn muziek. Sta je echter open voor iemand met een zeer eigen stijl, dan valt er heel veel te genieten.

Het nummer Lily – de eerste single van het album – is wellicht gewoonweg het meest rechttoe rechtaan nummer van het album. Maar saai zal het nooit worden, zeker ook tekstueel niet. Elk nummer van Dawson heeft een intrigerend verhaal, dat maakt de luisterervaring nog eens extra bijzonder. Het is steeds prachtige proza. Lily laat een verpleegster aan het woord die vertelt over de vreemde gebeurtenissen die er plaatsvonden zodra patiënten in het ziekenhuis, waar ze werkte in de jaren tachtig, kwamen te overlijden. Als je goed luistert hoor je de geesten terug in het nummer. De videoclip zou je ook geestig kunnen noemen, met een prachtige bijdrage van snookerlegende Steve Davis.

Keuze Halbe Kroes: Ramkot – Red

Belgische bunker beukers

Powerrock gemaakt door een trio op bas, drums en gitaar. Zo zijn al vele bands hun voorgegaan. Vaak zie je dat deze constructie dan ook goed werkt. Geschoold op de ruigere Stoner-rock en garagesounds uit the States slopen ze bedachtzaam je speakers. De gebroeders Leyman (Tim & Tom) samen met jeugdvriend Hannes Cuyvers maken dan ook hun eigen genre, te weten ramrock.

Dit nummer van hun debuut-EP heeft onze jonge zuiderburen op de kaart gezet in het landschap van nieuwe alternatieve rockmuziek. Waar voor vele nieuwe bands het jaar 2021 toch erg lastig bleek te zijn bouwde Ramkot aan een degelijk huis waarin heerlijk op los kon worden gebeukt. Begin januari kregen ze in hun thuisland vanuit Studio Brussel de prestigieuze prijs De Nieuwe Lichting 2021. Meer dan terecht, zo is gebleken. 

Hetgeen mij intrigeert is de productie van het nummer, wat al erg duidelijk naar voren komt in de eerste paar seconden van Red. Een soort overdub van de gitaar die je direct meesleurt in de diepe baslijn en stuwende drumpartij. Na 20 seconden opent de mic en met sluwe en aangrijpende zangstem neemt de band je mee verder het nummer in. Krakende deuren, piepende sloten, alles giert en wringt in de loop van deze song. Maar WD-40 is allesbehalve wat dit Ramkot nodig heeft, het loopt met deze fijne track direct al gesmeerd in het prille begin van hun loopbaan.

Wat mij betreft zijn de mannen van het Belgische Ramkot (kot betekend zoiets als huis, hok of bunker) de onbetwiste beste nieuwkomers van het jaar 2021. Met hun nummer Red meten zij zich met vele voorgangers en kunnen ze bouwen aan een rammelende maar toch gefundeerde toekomst.

Keuze Freek Janssen: Sylvie Kreusch – Let It All Burn

Dat je niet zeker weet of het liedje een keer moduleert of constant

België heeft in 2021 nog meer moois voortgebracht. Helemaal was Sylvie Kreusch niet helemaal. Al jaren is ze de ‘muze’ van Balthazar-voorman Maarten Devooldere, en ook zong ze regelmatig mee in zijn soloproject Warhaus. Dit jaar maakte ze haar solo-entrée, die niet alleen in België werd opgemerkt, maar ook in Nederland.

Vooral Let It All Burn viel (mij) op. Heerlijke openingszin (Look at me know, I’m a redhead and I’m rageing). Heeft de heerlijke vibe van een festival dat we in 2021 weer niet hebben gehad. Hypnotiserend herhalende tekst in het refrein, kleine sneer naar zichzelf in de brug (The only reason why I will go this far, the only reason why I did it after all, all to be praised by a rock-’n-roll star).

Maar het aller-aller-fijnste aan Let It All Burn is die modulatie aan het eind. Hij werkt echt hallucinerend. Zo erg zelfs dat je achteraf niet meer weet of het nu één modulatie was, of dat het liedje bij elke ‘and now we’re in a big fire’ moduleerde.

Like the fuck-up you are, Sylvie. Laat maar branden!

Keuze Erwin Herkelman: R Plus feat. Amelia Fox – Love Will Tear Us Apart

Return of a legend

Je moet het maar durven. Een van de monumenten binnen de alternatieve popmuziek naar het heden transformeren. Zeker als het gaat om een nummer met zó’n roerige geschiedenis. Dan moet je wel écht ruimschoots je sporen hebben verdiend als muziekmaker.

Toch is R Plus een naam die wij een paar jaar terug nog niet kenden. Maar wees gerust: achter dit alias schuilt een ware legende: Rollo Armstrong. Grondlegger van onder andere Faithless en co-producer van een van de belangrijkste platen uit de dance-scene: Don’t You Want Me van Felix.

Hij durfde het aan om Love Will Tear Us Apart van Joy Division opnieuw op band te zetten. Een ode. Want als tiener betekende het nummer veel voor de producer. En dat doet het nog steeds. Zijn versie ziet hij als een tijdcapsule: hij wilde het trieste van de plaat combineren met de staat van euforie van de late uurtjes in een van de beroemdste clubs ooit: de Manchester club Haçienda. Grotendeels gebouwd op de nalatenschap van Ian Curtis.

De vocalen vond hij bij jong talent Amelia Fox. Een leraar aan de school van zijn kinderen had haar bij de producer getipt toen zij in haar laatste jaar zat. En in 2021 was dan eindelijk de tijd rijp om haar te introduceren bij het grote publiek. Met dit geweldige nummer als resultaat.

Keuze Alex van der Heiden: Anneke van Giersbergen – Agape

De hoopvolle keerzijde

De moeilijkste battlekeuze van het jaar is vaak de keuze voor het mooiste ondergewaardeerde liedje van het jaar. In dit geval niet, want het allermooiste en meest hoopvolle nummer is de titelsong van Anneke van Giersbergen haar album The Darkest Skies Are The Brightest. Dat staat voor mij als een paal boven water. Echter ineens kwam de vraag op: is Anneke nog wel ondergewaardeerd? Halverwege het jaar ging Van Giersbergen ineens deelnemen aan het programma Beste Zangers en zij werd daarmee publiek bezit. Daar zaten we dan met onze snobistische podcast over de ondergewaardeerde playlist waar de altijd vriendelijke Anneke notabene zelf aan had deelgenomen.

Met enige glimlach stap ik dan toch uit dit snobisme, want wat is het fantastisch dat een miljoenenpubliek heeft gezien en genoten van een prachtige artiest die zelfs andermans liedjes met een ongelofelijke diepgang kan brengen! Ik hoop dat het muziekminnend Nederland ook zover brengt dat het eigen werk van Anneke geluisterd gaat worden. Ik hoor haar namelijk nog steeds veel te weinig op de radio, ondanks het feit dat er een veel bredere bekendheid kwam afgelopen jaar. Echt een gemiste kans van de radiozenders en vandaar dat ik vol overtuiging Agape neerzet voor het mooiste lied uit 2021.

Agape is zo mooi en klein qua liedje. Waarschijnlijk omdat het een erg persoonlijk geschreven nummer is over de donkere kant die er kan zijn in een relatie. Onbegrip en onbereikbaarheid worden in hele mooie woorden neergezet en daartegenover de hoopvolle keerzijde:

The darkest skies are the brightest
In the shadows of our eyes there’s a star
The darkest skies are the brightest
In every chance we long to take
Lies a radiant golden shimmering luminous star

Ik vind de titel Agape zeer treffend gekozen. Hoewel ik het woord nergens in de tekst heb kunnen terugvinden is het zoveel zeggend. Agape staat voor onvoorwaardelijke liefde. Vooral die onvoorwaardelijkheid zegt heel veel over de bedoeling van het nummer. Dat liefde er is in voor- en tegenspoed en dus ook als je elkaar even kwijt bent. Feitelijk zoemt het woord Agape dieper in op de woorden The Darkest Skies Are The Brightest welke terecht toegekend werden aan het volledige album.

Buiten de prachtige teksten vind ik het muzikaal enorm diepgaand. Het klinkt misschien niet heel uitnodigend, maar na een luisterbeurt van dit album kan ik zelfs gewoon moe zijn, omdat je een beetje kapot gaat door de schoonheid en diepgang van de muziek en de stem. Om het toch wat uitnodigender te maken; het voelt wel aan als op een warme en prettige manier kapot gaan. Ik heb dat overigens bij meer albums van Anneke van Giersbergen, omdat ze ook prachtig de moederliefde kan bezingen…. Over Agape gesproken.

Keuze Der Webmeister: Pixey – Sunshine State

De Perfecte Zomerhit

Zelden kwamen alle ingredienten voor een zomerhit zo perfect samen als dit jaar in Pixey‘s Sunshine State: een vrolijke, energieke, niet al te ingewikkelde melodie; vervolgens wat gekke gitaarhooks om het wat smoel te geven; daarnaast een tekst over Sunshine en genieten van de kleine dingen des levens; en niet op de laatste plaats de uitbundige, aanstekelijke stem van Pixey zelf. Dat alles overgoten met een lekker retrosausje, en wat je krijgt is lekkere, ongecompliceerde bubblegum-pop die het wolkendek openscheurt, zelfs op een grijze winterdag als deze.

Het klinkt allemaal enigzins vertrouwd en conventioneel, maar is eigenlijk nergens mee te vergelijken. Nou ja, enige wat me te binnen schiet is Groove Is In The Heart van Dee-lite, dat eind jaren ’80 ook zo’n unieke, kaleidoscopische oorwurm was. Nu ik erover nadenk: ze zou niet misstaan hebben in de Madchester hype uit die tijd.

Pixey, afkomstig uit Liverpool, verraste me vorig jaar al met deze indie kneitert, scoorde bij Kink er een nummer één hit mee, en ze noemt zichzelf in haar Twitter bio ‘the indie Britney Spears’. Dat dekt de lading wel aardig, en hopelijk vergaat het haar op termijn beter dan de echte Britney.

Keuze Jan-Dick den Das: The Limiñanas & Laurent Garnier – Saul

Geniale eentonigheid

Welk lied uit 2021 vind jij het allerbeste is de vraag die centraal staat in deze battle. Lijstjes op zich heb ik er niet veel mee en toch laat ik me ieder jaar weer verleiden om mee te stemmen. Stemmen in de soms ijdele hoop dat het pareltje wat ik zo mooi vind een prachtig plekje krijgt. En dus ja ook aan deze battle doe ik weer mee. Ik zou in eerste instantie is schrijven over Emma Ruth Randle, maar helaas…het nummer wat ik prachtig vind werd uitgebracht in december 2020. En spelregels ze zijn er niet voor niets, dus werd het een ander maar eveneens prachtig nummer. Wel in in een geheel ander genre.

The Limiñanas een duo uit Zuid Frankrijk brachten dit jaar het album The Pelicula uit. En daarop staat het openingsnummer dat ik voor het eerst op Pinquin Radio hoorde. De eerste gedachte was dat het een nummer van dEUS was, maar niets was minder waar. Het nummer greep me en liet niet meer los. Op zich opmerkelijk want zoveel gebeurd er niet in het nummer maar misschien is dat de grootste kracht van het nummer, eentonigheid die hypnotiserende vormen aanneemt. In de pers wordt het duo omschreven als dat zij de sixties, psychedelica, rock tot een sexy mix weten om te toveren. Op dit nummer en het album waar dit pareltje op te vinden is werden zij bijgestaan door Laurent Garnier. Als we het hebben over een pionier in de Dance, zeker in Frankrijk is Garnier een naam die zeker genoemd moet worden. Ik ben over het algemeen niet zo van de dance maar dit is gewoon prachtig en niet alleen het nummer maar het gehele album. Een muzikale film, een soort van roadmovie.

Een diepe sonore stem die niet zingt maar verteld en ja, in het Frans klinkt dat dan net even mooier. Ze hebben me, zoals al eerder gezegd, meteen te pakken. Al die geluiden, klankkleuren en het ritme. Een muzikale trip die maar door blijft gaan, het begin van die roadmovie maar dan in muziek.

Ja, het is geweldig dus stem op The Limiñanas met Saul, het nummer van 2021. Laat je meevoeren en geniet van dit geniale nummer.

Keuze Reimer Ikink: Armand Hammer & The Alchemist – Stonefruit

Puinhoop

Armand Hammer is het ondergrondse hiphop duo bestaande uit rappers Elucid en billy woods, die op hun meest recente album de productie volledig hebben overgelaten aan The Alchemist. De legendarische hiphop producent werd vorig jaar nog genomineerd voor een Grammy, en verschaft hier het duo van veertien psychedelische en grimmige tracks. Na dertien nummers lang alles haram te hebben besproken, komen billy woods en Elucid op het laatste nummer van het album aan bij het onderwerp van de liefde. De beat van The Alchemist hier is simpeler dan op de rest van het album, bijna gelukkig en helend in contrast. Een piano-arpeggio, wat percussie en bastonen. Daar overheen piept een sirene-achtige synth triomfantelijk. Soms valt het allemaal weg om de teksten van de twee rappers meer aandacht te geven.

Elucid neemt de taak van vocalist als eerste op zich. Zijn houwtje-touwtje, grommende zang is misschien niet van het hoogste niveau, maar hij doet het wel met overtuiging. Soms hoor je hem ook nog op de achtergrond neuriën, als een kettingrokende beer die zijn best doet harmonieën te zingen. Hij overdenkt wat het betekent om lief te hebben, en hoe hij zichzelf hierin ziet. De teksten zijn abstract, als een doolhof van woorden waar je meerdere keren doorheen moet lopen voordat je überhaupt een idee hebt welke kant je op moet.

Elucid laat een refrein, couplet en een tweede keer het refrein horen. Dan besluit billy woods dat het zijn beurt is. Hij klinkt geanimeerder en overtuigender dan hij tevoren deed op het album, en met goede reden; woods heeft, naar mijn mening, het beste stukje tekst van het afgelopen jaar weten te schrijven. Alles rijmt, beginrijm, eindrijm, het mag er allemaal bij zijn. Met de woorden die hij over de rustige beat bijna uitschreeuwt, schildert hij beelden van zwarte regalia en tropische bloemen. Liefde wordt billy woods fataal, en zijn lichaam wordt slachtoffer van een kannibalistische ex-geliefde. Symbolisch, vast en zeker, maar dat maakt niet dat teksten als the pavement gave way to a thicket of thorns / where my body lay naked as the day I was born of she dragged the bones home and built a bed / she drank rosé out the skull but held it gentle as my living head minder door mijn hoofd blijven spoken.

Nadat ELUCID dan nog een laatste keer het refrein heeft gezongen, wordt het nummer overgenomen door eenzelfde ruis waar het ook mee opende. Hierover mag de sirene haar laatste adem uitblazen. Daarna klinkt enkel nog het puin waar Armand Hammer en The Alchemist je in achterlaten.

Keuze Dimitri Lambermont: Lorna Shore – To The Hellfire

Loodzwaar, blubbervet en supersnel

In de wondere wereld van Metal zijn er een paar termen die je altijd wel hoort langskomen. Een nummer is vet, met als afleiding moddervet of blubbervet. Een nummer is zwaar. Of een nummer valt op omdat het snel is. Als je muzikale pallet zich verder ontwikkelt na je eerste kennismaking met metal kun je een paar kanten op: nog sneller. Of nog vetter. Of nog zwaarder. Het kan trouwens ook en/en zijn. Dat hangt allemaal een beetje samen en is op momenten onderling inwisselbaar, maar dat terzijde.

Ik maakte zelf ook zo’n ontwikkeling door. Van de eerste keer hard rock tot uiteindelijk stappen richting genres als metal en daarna hardcore, death metal, deathcore, black metal en death grind. Het werd sneller, zwaarder en vetter. Blubbervet, supersnel, loodzwaar en retestrak, zoals metalheads dat zouden zeggen.

Hoe verder je op het pad van de extremere genres wandelt, hoe vetter de vocals ook worden. Veel artiesten in de rock of metal zingschreeuwen gewoon of zingen hoog. Dat is zo’n beetje de standaard van veel eerdere rock. Maar voor de lagere tonen van het grunten, gutturals, death growls of low growls heb je echt wel een stukje techniek nodig. Anders zijn je stembanden zo aan gort.

Dit zijn de klanken die langs komen in de brutere genres zoals death metal, death grind enzovoort. Een lage rommelende grom die haast onmenselijk is. Aan de andere kant van het spectrum kom je dingen tegen als Shrieks. Een hoge krijs die meer thuishoort bij de black metal. En ja er zijn zelfs vormen van zingen genaamd pig squeals. En ja dat klinkt alsof je een varken keelt. Kijk hier naar een tutorial en jij kunt ook klinken als een varken! Binnen de context klopt ook een krijsend varken.

Waarom ik dat allemaal vertel? Omdat het essentieel is om te begrijpen waarom dit nummer Hét Ondergewaardeerde Nummer van het jaar 2021 is. In tegenstelling tot muziek die meestal via vrienden komt, kwam dit nummer via een heel andere weg op mijn pad. Namelijk via de YouTube reactievideos. Het principe is simpel. Iemand luistert voor het eerst een stuk muziek en geeft een reactie. In de wereld van Reactievideos begon het namelijk een beetje te buzzen. Er was een nieuw nummer. En dat was supervet. Blubbervet. Ongekend vet. En loodzwaar. Vooral in de breakdown.

Nog even snel een stukje achtergrond. In een Metalnummer zit soms een stukje genaamd een breakdown. Het gas gaat even terug. Het tempo wordt wat trager en de slagen op de drums dieper en slepender. Het is vaak een stuk waarin de zaal bij een concert ontploft. De breakdown is natuurlijk supervet en loodzwaar. En als band kun je goed opvallen met een vette breakdown.

Tot juni 2021 was de titel voor Vetste Breakdown aller Tijden zonder twijfel voor Slaughter To Prevail met Demolisher – vanaf ongeveer 2 minuut 51 kun je de break down zelf ervaren. Op 11 juni 2021 stond er echter opeens een nieuwe koning op YouTube. Lorna Shore met To The Hellfire. En het internet werd gek. Let vooral op de pig squeals aan het einde. De lage ‘afvoerputje dat leegloopt’ growl. Vooral op YouTube is het komisch om te zien hoe mensen omgaan met deze VETSTE ALLER BREAKDOWNS tot nu toe. Loodzwaar. Blubbervet. Supersnel. En bovendien retestrak. U bent gewaarschuwd. Kijk gerust eens naar deze samenvatting van reacties (deel 1 en deel 2), en nog wat meer geschokte mensen.

Voor meer informatie over de techniek achter de zang. Deze gast legt het in 40 minuten uit.

Keuze Stefan Koopmanschap: Pip Blom – Keep It Together

De single waar ik het meest enthousiast van werd

Mensen die mij kennen worden wel eens gek van me als het om muziek gaat, en dan vooral om Pip Blom. Ik ben fan. En dat is een understatement. Nou moet ik wel zeggen dat als ik een enkel liedje zou moeten kiezen die liedje van het jaar 2021 is, dat dat niet Pip Blom zou zijn maar Chvrches. Maar Joop was me voor bij het kiezen van dat liedje.

Maar goed, het gaat me niet om een liedje eigenlijk. 2021 was het jaar dat het tweede album van Pip Blom, Welcome Break, uit kwam. We werden voor de release al warm gemaakt met een aantal singles en de single waar ik het meest enthousiast van werd was Keep It Together. Maar eigenlijk moet je voorbij de singles kijken. Want Different Tune, I Love The City, en Trouble In Paradise zijn ook fantastisch. Ach, eigenlijk is het hele album te gek. Ook de huidige single, I Know I’m Not Easy To Like, is weer te gek.

Maar goed: Keep It Together. Het was ook een single waarmee werd geëxperimenteerd. Er kwamen remixes en je kon zelfs zelf een remix maken, want alle sporen werden los beschikbaar gesteld voor leden van Pip Blom Backstage. En zeg nou zelf, Keep It Together is toch gewoon een heerlijk catchy liedje?

Keuze Willem Kamps: Amyl & The Sniffers – Security

Onbaatzuchtige opstandigheid

Security. Nou die hebben we wel nodig tegenwoordig met al die mafklappers tegen van alles en nog wat. Een paar weken terug was het centrum van Rotterdam nog een slagveld en waarom? Gezeur over vrijheid, alsof we hier onder een Talibanregime leven, in Belarus of Saoedi Arabië. Overigens kun je vraagtekens zetten bij de intenties van de demonstranten. Die zogenaamde beknotting van de vrijheid was voor het overgrote deel van de aanwezigen niet meer dan een mooie aanleiding om te rellen, te slopen en te matten. Vervolgens spreken ze er schande van dat de hermandad gericht schiet – uit lijfsbehoud, maar dat dringt niet door tot hun reptielhersenen.

Druktemaker Amyl van de Sniffers vraagt gewoon netjes aan de beveiliging of ze bij haar pub naar binnen mag, wetende dat zij er niet standaard en daarom in de ogen van de portier vermoedelijk probleem veroorzakend uitziet. Nee, Amyl ís helemaal niet op zoek naar moeilijkheden, zij is op zoek naar liefde, al heeft ze de in stereotypen denkende beveiliger wel eerst op het verkeerde been gezet door haar uiterlijk en afwijkende gedrag. Maar, zo zegt ze, dat is niet zoals zij eigenlijk is.

I covered myself in distractions
Colours and patterns, you couldn’t see the real me

Dat hebben we vaker gehoord, zal de beveiliger zeggen, maar Amyl lijkt toch echt goede bedoelingen te hebben en verdomd, het is een feest om haar en die raggende snuivers te horen. Die onbaatzuchtige opstandigheid. Het gestuiter. Die ik-doe-waar-ik-zin-in-heb-houding. Juist van dat afwijkende gedrag word ik helemaal blij, afwijkend, maar niet totaal losgezongen van alles en iedereen, zoals die hufters in Rotterdam.

Amyl en haar metgezellen snuffelen al langer aan de weg, In 2016 begonnen ze in Melbourne, brachten in eigen beheer twee EP’s uit, tekenden in 2018 bij Rough Trade en het eerste album verscheen in 2019. Dat titelloze Amyl And The Sniffers viel in goede aarde en het dit jaar uitgebrachte Comfort to me opnieuw. Punk zoals punk bedoeld was, al klinkt op Hertz zowaar een volvette wahwah solo, wat weer behoorlijk afwijkend mag worden genoemd, maar ja, wie zegt een punker dat ie zich aan de regels moet houden?

I’m not looking for harm, I’m looking for love
Will you let me in your hard heart? Let me in your pub

Security is zó 2021. Letterlijk het deurbeleid, maar ook het recalcitrante, het verschil van inzicht, de aannames, de onvermurwbare stellingnames, met daartegenover de behoefte aan liefde of, om te beginnen, toenadering. Dus, beste handhaver, beveiliger, uitsmijter of wie de orde ook moet bewaken, wat doe jíj met Amyl aan je deur? Laat je haar buiten staan of vier je aan het eind van dit troosteloze kutjaar alsnog een feestje?

Keuze Naomi Mertens: Wet Leg – Chaise Longue

Oorwurm

Ken je dat, dat een liedje vanaf het allereerste moment in je systeem blijft plakken? Vanaf de eerste keer dat ik Wet Leg op de radio hoorde, ergens eind juni, was ik ‘hooked’.

Wet Leg is een Brits duo (van het Isle of Wight), bestaande uit Rhian Teasdale en Hester Chambers. Ze startten hun (post-punkpop)band in 2019, tekenden bij Domino en hebben inmiddels vier singles uit. Chaise Longue was de eerste. De andere nummers op hun aanstaande debuutplaat Wet Leg (april ’22) zijn al minstens zo catchy en aanstekelijk lekker. Alan Moulder (Arctic Monkeys, Foals) bemoeide zich met de mix.

Chaise Longue is naar verluidt geschreven terwijl Rhian Teasdale op opa’s bank zat in het huis van Chambers. Het nummer begint met een kale drum- en baslijn. Daaroverheen komt een enigszins monotone, nonchalante zanglijn, waarna het verhaal zich ontvouwt met een jengelend gitaartje en de bas het tempo verder opstuwt. En waar gáát het over?!

Mummy, daddy, look at me
I went to school and I got a degree
All my friends call it ‘the big D’
I went to school and I got the big D

En even verderop:

Hey you, in the front row
Are you coming backstage after the show?
Because I’ve got a chaise longue in my dressing room
and a pack of warm beer that we can consume

Is hier sprake van een wens om een beetje serieus genomen te worden als mens en artiest? Of zoeken we er dan teveel achter? Een beetje hangen op je sofa, thuis of in de backstage met een lauw biertje, zo ‘easy’ kan het leven soms zijn.

Het refrein is ook al zo verbazingwekkend simpel en in zichzelf herhalend: On the chaise longue, on the chaise longue, on the chaise longue, all day long, on the chaise longue en dat herhaalt zich weer. Deze oorwurm heeft zich hiermee vastgeklonken aan de zomer van 2021 en me daarna niet meer losgelaten. Ik heb zo het idee dat het niet heel lang meer een ondergewaardeerd liedje zal zijn!

Keuze Marcel Klein: Meer – Across The Ocean

Noorse vergezichten

De vraag die elk jaar natuurlijk wordt gesteld is of het jaar wat we afsluiten een goed muziekjaar was. Mijn ervaring is eigenlijk dat je dat pas na een paar jaar echt kan beoordelen, want niet alleen komt het bij mij vaak voor dat ik jaren later nog een aantal goede albums en tracks luister die ik in het jaar zelf niet had gehoord.

Maar in 2021 heb ik wel aardig wat nieuwe muziek geluisterd en de keuze voor een favoriet is niet zo makkelijk. Nieuwe muziek van The War On Drugs met een heerlijk album, Transatlantic die zelf een driedubbel album afleverde, Elbow, Blackbird, een nieuwe versie van Crowded House en ga zo maar door.  Mijn keus was echter een andere.

In 2021 kwam er weer een Noorse band bovendrijven die met Across The Ocean een fantastisch album afleverde. Het titelnummer is mijn favoriet van het jaar. Een bijzonder album, aanleunend tegen progressieve rock, maar meer dan dat. Een album wat langzamerhand vorm kreeg, de band deed er lang over om tot dit resultaat te komen. Meer bestaat uit zeven personen en weet een breed scala aan instrumenten op authentieke wijze te gebruiken, naast de vaak meerstemmige zang. Synths worden niet gebruikt om instrumenten te vervangen, maar klinken als ondersteunende op zichzelf staande muziekinstrumenten en echte strings maken het album af.

Het titelnummer is wellicht het meest positieve nummer van het album.  Dat klinkt door in de tekst, maar ook in de muziek. Allereerst de tekst dan. Across The Ocean verwijst naar het gevoel van openheid, dat alles kan, de wereld voor je open ligt. De oceaan is dan de metafoor van de wijde grote wereld. De tekst was zo geschreven en de muziek past als een symfonie. Met diverse delen in het nummer die ongeveer even groot zijn, wordt gebroken met het ‘vers – refrein – vers’ ritme. Geen echte kop en staart, maar door alle wijzigingen in stijlen een nummer wat boeit van de eerste tot de laatste seconde.

Keuze Marco Groen: Avatar – Going Hunting

Briefje

Beste Avatar,

Over het algemeen ben ik zeer content met mijn dubbele nationaliteit. Tijdens jullie tour van het Feathers And Flesh-album speelden jullie in Nijmegen en deelde zanger Johannes Eckerström ons mede dat alle bezoekers als ‘citizens of Avatar Country’ beschouwd werden. Een burgerschap dat met behulp van de nodige drank aanvaard werd. Sindsdien vul ik dat doodleuk in wanneer ik een of ander vragenformulier onder mijn neus krijg – Nationaliteit: Avatari. Tijdens de hierop volgende tour werd dit nog eens groot uitgepakt. In Paradiso kregen we de nodige nummers van het album Avatar Country te horen. Wat we erbij te zien kregen was een show dat eigenlijk meer een soort ritueel was waarbij ‘onze koning’ in het middelpunt stond. Puntje van kritiek: ik heb het niet zo op monarchie. Zelfs niet wanneer de nobiliteit gitaar speelt en een ring door zijn neus draagt. Toegegeven, Avatar Country is een prima album, maar het doorgeslagen nationalisme begon wel een beetje jeuk te geven. Dit werd nog eens versterkt door een speech van (lakei) Eckerström, die in Paradiso een verhaal afstak waarbij de lengte ervan sterk aan de voordrachten van Fidel Castro deed denken. Gelukkig was de inhoud totaal anders.

Het deed mij dan ook deugd toen het album Hunter Gatherer verscheen. Men had het concept van blauw (en wellicht geel) bloed vaarwel gezegd en de focus kwam weer te liggen waar deze behoort: op het maken van fatsoenlijke teringherrie. De hermelijnen mantel verdween in de kast en de ‘koning’ ging weer gewoon Jonas Jarlsby heten. Zijn achternaam doet trouwens vermoeden dat hij werkelijk van adel is, maar dat laten we vanaf nu gewoon links liggen, goed? Het lijkt erop dat jullie jezelf de pleuris verveelden na het verschijnen van Hunter Gatherer. Geen reizen, geen tour, geen promotie. Dit uitte zich in een verhoogde productiviteit. Er verschenen twee apocriefen: Construction Of Souls en, iets daarvoor, Going Hunting. Hierbij wordt het patroon doorgezet. De joligheid is duidelijk definitief overboord gesmeten. Avatar zit gelukkkig weer helemaal aan de duistere kant van het universum. Eckerström is geen spreekbuis meer van een sprookjesfiguur, maar zit weer in de rol die hem als gegoten zit: een maniakale harlekijn. Kortom, het evenwicht is hersteld en dat bevalt mij prima! Dit evenwicht drukt zich goed uit in het beste nummer van 2021, het al eerder genoemde Going Hunting. Hierbij is zowel ruimte voor fijnbesnaarde, melodieuze lijnen, als voor de bekende blinde woede. De symboliek van de (wederom magnifieke) videoclip lijkt terug te slaan op de metamorfose van de band zelf. Om maar een foute stereotypering te gebruiken: de Feniks herrijst uit het as (in dit geval vertegenwoordigd door een raar dier). Muziek en beelden waar de gemiddelde Avatar-dienstige er blij van wordt. Maar toch… het is niet hetzelfde als lijfelijk aanwezig zijn. Ergo, wij, de burgers, zouden het vertoonde graag weer eens met eigen ogen willen aanschouwen. Mocht de voortdurende pandemie niet wederom roet in het eten gooien, dan gaan we in maart lekker mee gillen. We zien elkaar (hopelijk) in Tilburg!

Een contente onderdaan

Keuze Erwin Tijms: Arooj Aftab – Mohabbat

Nominatie

Het meest verrassende album dat ik dit jaar heb gehoord, is grotendeels gezongen in een taal waar ik helemaal niets van begrijp. En dan bedoel ik niet het Schots van het verrassend goed teruggekeerde Arab Strap, maar het Urdu van de van oorsprong Pakistaanse zangeres Arooj Aftab.

Met Vulture Prince maakte zij een prachtig album met diepe, intens gezongen nummers, vol melancholie en verdriet. Het meest toegankelijke nummer is het jazzy-reggaeachtige Last Night, maar het nummer waar ik steil van achterover sloeg was Mohabbat. Het is een gazal; een dichtvorm uit Zuid-Azie en de Arabische wereld en gaat over het gescheiden zijn van iemand waar je van houdt. Zomaar een van de thema’s van 2021. En hoewel het de bedoeling is dat we hier ondergewaardeerde liedjes insturen, lijkt er de laatste tijd zowaar wat waardering te komen voor Arooj Aftab en dit nummer.

Kort geleden speelde ze op Le Guess Who en als ik mijn timeline goed interpreteer, werd dat concert zeer goed ontvangen. En nu blijkt het nummer ook nog eens genomineerd te zijn voor een Grammy. Maar er is nog wel wat ruimte over voor meer waardering en meer fans.

Keuze Peter van Cappelle: Bertolf – Don’t Look Up, Don’t Look Down

Onderschat niemand zomaar

Bertolf is iemand die ik al jaren volg. Wat deels zal komen doordat hij door artiesten die ik ook hoog heb zitten beïnvloed is zoals onder andere The Beatles en Crosby, Stills, Nash & Young. Mede daarom voelde zijn album Happy In Hindsight dat hij dit voorjaar uitbracht als een warmbad. Alle invloeden uit de jaren ’60 en ’70 waar ik van houd zijn op een bepaalde manier wel terug te horen op dit album.

Het meest catchy was het Beach Boys-achtige Back To The Garden, tekstueel sprak vooral Don’t Look Up, Don’t Look Down mij aan. De inspiratie van het nummer vond ik in zowel een biografie over Johan Cruijff als in een interview met Paul McCartney. Beiden helden hadden dezelfde strekking: Kijk niet tegen mensen op, maar ook vooral niet op mensen neer. Onderschat mensen niet in hun kunnen en hun kwaliteiten. McCartney noemde als voorbeeld in een interview een oom van hem die een laagdrempelige baan in Liverpool had, maar wel het beste was in het maken van kruiswoordpuzzels.

Niet alleen het feit dat de tekst geïnspireerd is op een uitspraak van mijn held Sir Paul sprak mij aan, maar het is voor mij persoonlijk ook toepasbaar op mijn eigen leven. Echt een hoogvlieger ben ik nooit geweest en als kind kreeg ik zelfs ooit de diagnose zwakbegaafd. Een stempel dat ik lang met mij heb meegedragen en wat mij jarenlang een minderwaardigheidscomplex opleverde. Totdat ik jaren later getest werd op mijn intelligentie en daaruit een gemiddeld IQ als resultaat werd vastgesteld. Ver boven zwakbegaafdheid. Iets wat mijn familie altijd al wel wist, maar waar ik zelf opnieuw van overtuigd moest worden. Ik kan mezelf ondanks alles inmiddels aardig staande houden in het leven en heb ook eigen kwaliteiten. Zoals een ruime kennis van muziekgeschiedenis die goed van pas komt bij mijn radiowerk.

Daarom vind ik de tekst van Don’t Look Up, Don’t Look Down zo belangrijk. Veroordeel mensen niet te snel, ieder heeft eigen kwaliteiten om in uit te blinken.

Keuze Guido de Greef: Inhaler – It Won’t Be Always Like This

Post-coronamuziek

Bestaat er coronamuziek? Di-rect scoorde een grote hit met Soldier On, wat helemaal niet over corona gaat, maar wel als anthem werd geadopteerd. En er was vorig voorjaar, toen Nederland voor het eerst in een lockdown zat, een goedbedoeld maar wanstaltig slecht lied van BN’ers om zorgverleners een hart onder de riem te steken. Alsof die mensen het niet al zwaar genoeg hadden.

Rockartiesten pakken het subtieler aan, want je wilt die liedjes ook nog kunnen spelen als, ooit, corona voorbij is. Courtney Barnett heeft op haar laatste album (Things Take Time, Take Time, alleen de titel al) een song met als titel Write A List Of Things To Look Forward To. Dat gaat over een moeizame relatie, maar het kan net zo goed over corona gaan. Barnett kan het weten; Melbourne is wereldwijd de stad die het langst in lockdown is geweest.

Dingen Om Naar Uit Te Kijken. Concerten horen daar bij. Mijn laatste live concert was twee jaar geleden. Johan, in de Effenaar. Daarna werd het stil; concerten werden verplaatst, nogmaals verplaatst, nog een keer verplaatst en uiteindelijk afgelast. Maar april volgend jaar ga ik, corona volente, naar Inhaler. Een jonge Ierse band met fijne popliedjes en zanger Elijah Hewson die qua uiterlijk en stem heel erg op Bono lijkt. Dat laatste komt doordat de U2-zanger z’n vader is.

Hun eerste elpee heet It Won’t Always Be Like This. Het is een typisch onevenwichtig debuut; een A-kant met sterke singles als My Honest Face, Cheer Up Baby en de titelsong, en een B-kant met iets mindere tracks. Muzikaal haalt de band inspiratie uit de immer aanwezige jaren tachtig. Niet altijd even origineel, maar op z’n beste momenten heel leuk.

Op de titelsong tapt de band uit hetzelfde vaatje als Barnett. De titel doet vermoeden dat Inhaler na jaren ploeteren in de repetitieruimte en een op handen zijnde doorbraak zich nu in de coulissen stierlijk aan het vervelen is, maar de tekst gaat over een relatie die kan worden omschreven als ‘gecompliceerd’. Daarmee kan de band straks, ooit, wie weet in 2022, prima het podium op.

Barnett en Inhaler maken post-coronamuziek. Muziek om nu in te zwelgen, om verwachtingsvol bij te blijven hopen op betere tijden. Want Het Zal Niet Altijd Zijn Zoals Dit.

Keuze Vincent van der Vlies: Balthazar – On A Roll

Rock & roll?

Weten jullie nog? 2020? Wat een klote jaar was dat he met dat stomme covid gedoe. Of zoals een grote Duitse hedendaagse filosoof *kuch* zei: I don’t give a penny, fuck 2020. Nee, 2021 zou weer een mooi jaar worden. In 2021 zouden we allemaal on a roll zijn. Maar dat bleek nog wat voorbarig.

De tweede lockdown kende voor mij als muzikaal hoogtepunt dat ik meer naar Balthazar ging luisteren. Fever kende ik al wel een beetje, maar Thin Walls en Rats kende ik eigenlijk niet. Ik ben een klassieke late adaptor. Maar goed Fever ging tijdens de tweede lockdown op repeat en toen kwam eind februari het album Sand uit. Ik houd echt van de geweldig volle productie van de albums met een prominente rol voor de bass en de fenomenale loopjes die gespeeld worden. Het is lekker laidback luisteren naar klasse muziek. Dus ook Sand ging vervolgens op repeat. Niet veel later heb ik dan ook een groot deel van het oeuvre op vinyl aangeschaft in het kader van het steunen van de lokale vinylboer en een bescheiden bijdrage te leveren aan de uitgemolken culturele sector.

En zo raakte Balthazar voor mij enigszins verknoopt met corona, maar dan vooral als muzikaal lichtje in het epidemiologische duister. De samenhang tussen Balthazar en corona werd nog groter toen ik de aankondiging zag dat de band in Tivoli zou spelen eind september. Dus vanzelfsprekend heb ik gelijk kaartjes gekocht. Helaas bleek het door de nieuwe maatregelen niet mogelijk om een van de twee avonden te gaan, omdat 70% van de maximale capaciteit maar mocht worden benut. Dus ik dacht, prima, doen we een alternatieve datum in november. Uiteraard weten we inmiddels allemaal dat ook dat niet doorgegaan is en is er nu een datum in maart gepland. Pas later begreep ik dat het artwork van het album de beeltenis is van de Homunculus Loxodontus, oftewel de wachtende in de wachtkamer van een ziekenhuis. De lethargie van corona in een beeld gevangen.

De tweede lockdown vond ik erg taai, maar de naarmate het jaar vorderde werd het steeds draaglijker. Uiteindelijk was het tweede deel van 2021 best prima. Natuurlijk zitten we nog steeds in de wachtkamer tot betere tijden, maar met een goede soundtrack wordt alles beter. Dank u wel voor die soundtrack Balthazar. En in 2022, man…dan zijn we echt weer on a roll.

Keuze Ton van Hoof: Deadly Guns ft. Disarray – Kingdom Will Fall

Fok hokjes: het beste van twee werelden in één track

25 februari 2021. Nederland gaat nagenoeg een jaar gebukt onder de COVID-19. Culturele sectoren, zoals podia en party-organisers zijn de dupe van het beleid van de overheid. En dus besluit Michael Augustus, ook wel bekend als Deadly Guns, dit te verwerken in een track, die het beste van twee werelden in zich heeft.

Op zich is het niet de eerste keer dat Deadly Guns deze werelden samenbrengt. Ho-Ho-Ho Ton! Welke werelden bedoel je dan? Hardcore (gabber wel te verstaan) en (Nu-)Metal. Eerder ‘coverde’ hij Smells Like Teen Spirit met N-vitral, en regelmatig sampelt hij uit de ruime Rock- en Metalcatalogus uit het verleden.

Was dat dan wel een origineel idee? Nou nee. De Amerikaan Rob Gee besluit op Sensation Black in 2006 al om metal te combineren met zijn hardcorebeats. En ook dat was wel te verwachten, want meerdere tracks van hem (die je zou kunnen moeten kennen van Ecstacy You Got What I Need) bevatten ook gitaarsamples. Dat liep vreselijk uit de hand door een liefhebber van gabber die hier niet voor open stond, het podium beklom, en uiteindelijk harde klappen kreeg. Ook de koningen van de happy hardcore, Charly Lownoise & Mental Theo, waagden zich in de jaren ’90 aan een ‘Whole Lotta Rosie-remix van AC/DC. Werd geen hit uiteraard.

Maar goed, terug naar 2021. Wat maakt deze track Kingdom Will Fall van Deadly Guns nou zo’n enorme ondergewaardeerde rammer, en daadwerkelijk beter dan alle eerder genoemde voorbeelden?
Is het de tekst? Wellicht voor de partygangers wel, het zich afzetten tegen het beleid van de overheid waardoor hun geliefde hardcorefeesten niet door konden gaan. Persoonlijk voor mij niet, maar dat is een andere discussie, die we hier niet moeten voegen.
Zijn het de vocalen van Disarray? Wellicht wel, deze zijn met volle overgave in de mic gespuugd.
Is het de combinatie met de daadwerkelijk ingespeelde metalriffs en metalritmes, en de onorthodoxe overgangen tussen de twee stijlen? Ja voor mij wel. Gedurende 250 seconden wordt je continue in een andere muzikale dimensie gesmeten. En toch is het ondergewaardeerd. Metalliefhebbers zijn niet allemaal even dol op hardcore gabber, en vice versa.

En daarom: fok hokjes. Kijk verder dan je muzikale wereld, verruim je muzikale spectrum en stel je open voor andere geluiden. Deadly Guns (ft. Disarray) verdienen met Kingdom Will Fall voor mij het predicaat Ondergewaardeerd in 2021.

Keuze Carlo Deuten: The Artisanals – Driftwood

Een vertrouwd geluid voorzien van een eigentijds jasje

It’s the most wonderful time of the year. Toch!? Lijstjestijd! Van de ‘aller tijden’ lijstjes tot het persoonlijke lijstje met de verrukkelijke favorieten van het afgelopen jaar. Lijstjes. De belangrijkste bijzaak in het leven van een muziekliefhebber. En zoals altijd onder het motto subjectief, onbetrouwbaar en onvolledig. Met een brede muzieksmaak is het onmogelijk om alles te beluisteren wat mij maar enigszins aanspreekt. Laat staan aan de verzameling toe te voegen.

In dit concert-loos jaar heb ik redelijk veel nieuwe muziek aangeschaft. Wat te denken van John Hiatt’s samenwerking met Jerry Douglas? Het levert in de vorm van Leftover Feelings een prachtalbum op. Puur! Bezieling. Over samenwerkingen gesproken. Aan de andere kant van het muzikale spectrum begeven zich The Limiñanas en Laurent Garnier. Franse noir-psychedelica gecombineerd met de elektronische klanken van techno-pionier Garnier. De muzikale zuiderburen doen ook een duit/deut in het zakje. Niet alleen oudgedienden Novastar en Admiral Freebee maar ook recente ontdekkingen als The Calicos en Mooneye. Uit eigen land Yorick van Norden en Anne Soldaat. De onheilspellende klanken van Besnard Lakes. Psychedelische soul van Curtis Harding. Ambachtelijk vakmanschap van Neil Finn die met Crowded House weer een fijn album aflevert. Puur popmuziek. Oh ja vergeet Matt Berry niet. De Britse muzikant zorgt met zijn album The blue elephant voor een aangename muzikale trip down memory lane. Zo kan ik nog wel even doorgaan.

Maar waar zijn Low, Floating Points, The Weather Station en Little Simz? Namen die ik veelvuldig tegenkom in de diverse ‘best of 2021’-lijstjes. Het is geen kwestie van goed of fout. Deze, en vele andere, albums zijn erg goed. Punt! Maar er ontbreekt iets fundamenteels. Muziek moet mij raken. Een gevoel overbrengen. Een bepaalde sfeer creëren. Zorgen voor een trigger in het muzikale deel van mijn hersenen. Een fantastische productie, het bewandelen van nieuwe muzikale paden of de naam en faam van de artiest of band in kwestie is niet voldoende. Iedereen zal dat op zijn of haar eigen manier beleven. Daniël Lohues zong ooit het volgende:

Ien ding maakt ons allemaol geliek
We hebben allemaol baat bij muziek

En misschien is dat juist in deze bijzondere tijd waarin we leven belangrijker dan ooit. Zoals hierboven geschreven voor mij een jaar zonder concerten. Het bezoeken van een concert is voor mij de ultieme vorm van ontspanning. Je even onder laten dompelen in een muur van geluid. Opgaan in de muziek. Of genieten van de stilte tussen de muzikale regels door. Dat je een speld kunt horen vallen. Ademloos luisteren. Maar als dat ontbreekt wat doe je dan? Grijp je als muziekliefhebber terug op het oude vertrouwde werk uit de platenkast? Of laat je je verrassen? En moet nieuwe muziek vernieuwend zijn? Of zijn juist de vertrouwde elementen uit tig jaar muziekgeschiedenis voldoende? Muziek uit het verleden als inspiratiebron voor het heden. Pure retro of voorzien van een fraai hedendaags jasje? The best of both worlds!

Muziek van de toekomst,
muziek die is west

Een vertrouwd geluid voorzien van een eigentijds jasje. Dat geldt wat mij betreft voor mijn persoonlijke favoriet van 2021: het album Zia van The Artisanals. Vernieuwend? Nee dat niet maar wel ontzettend fijn. Een aangename muzikale trip. Een mix van rock, Americana en country. Geworteld in de jaren zeventig. Authentiek. Sfeervol. Het karakteristieke stemgeluid van frontman Johnny Delaware. De galmende en uitwaaierende gitaarpartijen van gitarist Clay Houle. Meeslepend en weids. Op het bijna zeven minuten durende Driftwood gaat de band lekker los. Een melancholische (road)trip. Met een beetje fantasie zie je het plaatje zo voor je. Voor je een eindeloze weg die achter de horizon verdwijnt. Onderweg naar een eindbestemming ver achter de horizon. De trillende lucht boven het wegdek. De zon die je op je huid voelt branden. Geïmponeerd door het weidse en indrukwekkende landschap. The Artisanals op de autoradio als bijbehorende soundtrack. Even wegdromen met de hoofdtelefoon op. Een beetje onderuitgezakt in de relaxstoel in mijn muziekhok. Ontsnappen aan de waan van de dag en je mee laten voeren dankzij de muziek van deze, uit South Carolina afkomstige, band. Dat gebeurt overigens ook op een zonnige herfstdag. Rustig rijdend over de Drentse hunebed highway. De zon die langzaam ondergaat. Uitzicht op een glooiend landschap. De Drentse Hondsrug. Achter de horizon ligt het vlakke Groningse land. Onderweg van mijn Zuidoost-Drentse geboortegrond naar thuis in Groningen. Gedachten laverend tussen heden en verleden. Dat allemaal onder begeleiding van The Artisanals. ‘k Zol haost zeggen, jao het mag wel zo.

Zia van The Artisanals. Voor mij in alle opzichten de persoonlijke soundtrack van 2021. Vanzelfsprekend vanwege het muzikale karakter van de plaat. Dat heeft vooral te maken met de sfeer van het album. Voor mij een zeer belangrijk aspect als het om de persoonlijke muziekbeleving gaat. Sommige nummers weten ook in tekstueel opzicht een gevoelige snaar te raken. Soms moet je op de rem trappen. Even terugschakelen. Juist wat meer bewust zijn van de ‘kleine’ dingen die ’t me doen.  Waar je op de ‘highways of your life’ misschien wel (te) vaak plankgas aan voorbij gaat. Af en toe wat gas d’r bie maar op het juiste moment afremmen en terugschakelen zodat je keurig ‘binnen de lijntjes’ blijft. Niet bang zijn om falen. Vaak bu’j te bange! On the road met een nieuw muzikaal en creatief jaar aan de horizon. On my way to 2022. Het zaadje voor 2022 is geplant. Way up!

Keuze Mersad Rebronja: Lana Del Rey – Chemtrails Over The Countryclub

Meesterwerk

Dat Lana Del Rey één van mijn meest geliefde artiesten is, mag geen geheim meer heten. Ik heb inmiddels al twee keer een bijdrage over haar geschreven. Dit jaar bracht ze twee albums uit: Chemtrails Over The Countryclub en Blue Bannisters. Als Lana fan had ik bijzonder veel mazzel en ze heeft ons weer getrakteerd op verschillende pareltjes. Daar kom ik zo op. Eerst nog maar eens kort benoemen dat ik het zo raar vind dat Lana, zeker hier in Nederland, zo ondergewaardeerd is, haar muziek is toch veel beter dan dat van Adele (excuus aan alle Adele fans)! Alleen Video Games, een enorme parel, is hier een hit geworden. Zelfs het wonderschone Summertime Sadness sloeg hier niet aan. Ik begrijp er niets van. Lana’s stem, de songteksten, de instrumentalen. Deze vrouw is echt een kunstenares en voor mij één van de beste artiesten die we ooit op deze wereld gehad hebben.

Dan nu de twee albums van dit jaar. Chemtrails Over The Countryclub is de opvolger van het zeer goed ontvangen Norman Fucking Rockwell! Daarvoor werden haar albums nog wel eens met gemengde kritieken ontvangen, volledig onterecht natuurlijk. Chemtrails Over The Countryclub bestaat uit Folk-, Americana-, Country Folk- en alternatieve muziek. Thema’s als het ontvluchten van de werkelijkheid, liefde, liefdesverdriet en nostalgie staan centraal. Emotionele verwijzingen naar de Americana met daarbij de nodigde desillusies ontbreken niet. Blue Bannisters is wellicht Lana’s meest persoonlijke album ooit. Over het album zei ze dat ze nooit de noodzaak heeft gevoeld om haar verhaal te vertellen maar dat, wanneer je geïnteresseerd bent, Blue Bannisters precies datgene doet en meer niet. Het album bestaat uit alternatieve, Pop-, Jazz- en Folkmuziek. Blue Bannisters is mijn favoriete album van de twee. Daar staan echt een aantal pareltjes op: Dealer (zo hoorden we Lana nog nooit, kippenvel!), Thunder, If You Lay Down With Me, Arcadia en Blue Bannisters.

Voor deze bijdrage heb ik uiteindelijk toch gekozen voor Chemtrails Over The Countryclub. Het nummer gaat over Lana’s vriendinnen, broers en zussen en over de wens om normaal te zijn, terwijl Lana zich realiseert dat ze een overactieve en excentrieke geest heeft. Ze eert met het nummer dan ook deze excentrieke persoonlijkheid: I’m not unhinged or unhappy, I’m still so strange and wild. Lana zelf en Jack Antonoff schreven het nummer. Chemtrails Over The Countryclub is een meesterwerkje. Een sublieme, dromerige plaat met emotionele vocalen. You won’t play, you’re no fun. Alleen dat kleine zinnetje al is zo briljant gezongen. De nostalgie die Lana telkens oproept weet mij altijd zo te raken en dat terwijl ik nog een aantal jaartjes jonger ben dan Lana zelf: There’s nothing wrong, contemplating God, Under the chemtrails over the country club. Het nummer is sprookjesachtig, magisch en Americana in zijn meest poëtische vorm.

De clip is echt schitterend en die moet je echt eens gezien hebben. Maar er is wel een kleine onderbreking in de muziek en dat vind ik dan weer jammer. Bij het audioclipje zie je ook de cover van het album, waar Lana bijna onherkenbaar op staat. Een leuk detail.

Keuze Joop Broekman: Chvrches ft. Robert Smith – How Not To Drown

De beats nemen je mee

Bijzondere combinaties kunnen werken. En ze zeggen vaak dat de combinaties die je niet zag aankomen, meestal de beste zijn. Daar ben ik het niet mee eens, het was bijvoorbeeld een van de redenen dat ik na hun eerste drie albums afknapte op Coldplay. Maar goed, samenwerkingen ontstaan nou eenmaal en later blijkt of het ook vruchtbaar is. Of was.

The Cure is al zo’n 30 jaar van mijn radar af, dus wat Robert Smith solo doet houd ik niet echt bij. En Chvrches, ze hadden zo’n leuke start. Maar mijn aandacht wisten ze niet vast te houden na het veelbelovende The Bones Of What You Believe. Tot begin juni van dit jaar. Vierde album Screen Violence wordt aangekondigd, en tweede single How Not To Drown waarop Smith meezingt. De samenwerking ontstaat uit een geintje, ruim een half jaar eerder. In een vrolijke bui (iets met drank, maar toch ook wel met veel bewondering) stuurde de band een demo naar Smith. Die dacht er eens serieus over na en stuurde de demo bewerkt terug op de avond van Halloween. De band had eigenlijk niet meer gerekend op een reactie, maar was meer dan aangenaam verrast met het resultaat. En de track zorgt ervoor dat Screen Violence best een fijne plaat is geworden. Het Schotse trio klinkt eindelijk volwassen, de songs liggen fijn en blijvend in het gehoor. Ook al is het thema (iets met horror) niet heel erg vrolijk. Maar misschien kunnen ze hier mee eindelijk eens naar de wat grote zalen en festivalweides.

En wat is er nou zo goed aan How Not To Drown, wil je weten. Da’s simpel, vanaf het eerste moment dat ik het hoorde (in de auto!) lag het meteen goed in het gehoor met een lekker voort dreinend ritme. Smith’s ingetogen vocalen zijn mooi gelaagd met die van Lauren Mayberry. Extra lekker is het wanneer het nummer voorbijkomt tijdens het rijden, om een of andere reden koester ik blije momentjes zoals deze meer dan ooit.

Keuze Jeroen Mirck: William Doyle – And Everything Changed (But I Feel Alright)

 

Dit tweede jaar vol coronamaatregelen betekende ook een jaar met weinig concerten. Toch is er veel mooie muziek uitgebracht. Een absolute favoriet is lastig te vinden, dus kies ik voor een nummer waarvan de titel mijn gemoedstoestand het best uitdrukt.

William Doyle sleutelde vier jaar aan de perfecte sound van zijn vorige (pre-corona) album. Bij zijn nieuwe productie crashte zijn harddrive en moest hij met minder monnikenwerk genoegen nemen. Het resultaat heet Great Spans of Muddy Time en klinkt misschien wel juist door het loslaten van Doyle’s perfectionisme echt heel heerlijk.

Het prijsnummer van dit album heet And Everything Changed (But I Feel Alright). Inderdaad, een ideale uitdrukking van mijn (en veler) state of mind. Ja, corona heeft veel impact op ons leven, maar het gaat toch eigenlijk best goed? Daarom sluit ik me graag aan bij deze poëtische woorden:

As time rolled in from the East
The love stopped its happening
And everything changed
As though it had been agreed
Like wind blowing off the leaves
And scattering them
But I feel alright, I believe

Als je de muziek van Doyle nog niet kent, check hem dan uit. Het is verfijnd en gevoelig. Precies wat we in deze tijden nodig hebben.

[crowdsignal poll=10990690]

P.S. Je kan natuurlijk ook stemmen op de Pinguin 75; de beste liedjes van het afgelopen jaar. Pinguin-style!

 

2 comments

  1. Vind het altijd wel boeiend te lezen wat andere dit jaar geluisterd hebben.
    Maar ik zie nooit artiesten als: “Nation of Language” of “Victories at Sea”.
    Vooral de eerste heeft nu twee steen goede albums afgeleverd, heerlijk elektronische mee zing/dans muziek, met gotische echo vocals.

    1. Jij lijkt mij een geëigende muzieksnob.

      ..en ik ga misschien maar eens opzoeken waar je het precies over hebt

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.