Toen ik een jaar of 14 was zat ik op de middelbare school in het Friese Kollum. Daar zat ook een radiozaak waar we wel eens singletjes in de uitverkoop kochten. Ik kocht ‘Arnold Layne’ van Pink Floyd. Dat nummer was opnieuw uitgebracht, op de B-kant stond namelijk het nummer If dat veel later dateert dan Arnold Layne.

Ondanks dat ik maar één singeltje van de band had, raakte ik behoorlijk door hen geobsedeerd. Ik had in de Muziek Expres wat foto’s van de band gezien. Op een van die foto’s stond een vrij lelijke man met een basgitaar te zwaaien voor een enorme gong. Dat zag er heel indrukwekkend uit. Heel anders dan de Dizzy Man’s Band! De man van de basgitaar was Roger Waters, de componist van het B-kantje If. In de Muziek Expres had ik ook gelezen dat de leden van Pink Floyd hippies waren die verdovende middelen gebruikten en tijdens optredens vreselijk tekeer gingen, daarbij ondersteund door fantastische lichtshows: zogenaamde vloeistofprojecties. En dat hun vorige zanger, de componist van Arnold Layne gek geworden was van die verdovende middelen (LSD en hasjiesj). De band was kortom psychedelisch!! Ik zette If nog een keer op en hoorde Roger Waters zingen:

If I go insane, please don’t put
Your wires in my brain!!

Dit was andere koek dan I Want To Hold Your Hand’, al bleek dat achteraf ook minder onschuldig dan het in eerste instantie klonk. Die zomer ging ik liftend een keer naar de grote stad: Leeuwarden. In een of ander vaag winkeltje verkochten ze ook tweedehands elpees. Ik zag eentje met een roodbruine koe op de voorkant. Het bleek een plaat van Pink Floyd. If stond er ook op. Hij koste drie gulden.

Thuis gekomen bleken er best veel krassen op te staan. Maar dat wende snel. Minder snel als de vreemde muziek. Alleen Fat Old Sun klonk een beetje als de Pink Floyd die ik kende – op basis van twee nummers. En die A-kant?? Het leek verdomme wel klassieke muziek. Alleen die glijdende gitaarpartijen vond ik een beetje te pruimen. Dat veranderde echter snel. Binnen een week was ik helemaal verslaafd aan de plaat. En de hoes. Met name de binnenhoes. Had zo bij ons in de wâlden geschoten kunnen zijn. De combi van de voor mij nogal weirde muziek met het boerenlandschap op de hoes (ontwerp: Hipgnosis, het meest ‘normale’ ontwerp wat ze ooit hebben gemaakt), stond ook model voor mijn persoonlijke leven van zeg mijn 15de tot mijn 19de. Het plattelandsjongetje dat vreemde plaatjes ging draaien, rare gedichten ging schrijven en Van Nelle plus ging roken. Daarover later misschien meer.

2 comments

  1. Fijn debuut. Wel moet ik even de purist uithangen. De achternaam van Arnold, de broekjesverzamelaar, is Layne.

  2. Je hebt natuurlijk gelijk Willem. Vreemd genoeg zit de naam Lane als beton in mijn hersens gegoten. Meestal check ik verhalen wel even op namen en titels, maar dit is echt zo’n permanent blind spot. Misschien kan de beheerder het nog even aanpassen?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.