Het staat er echt: ‘was’. Op Wikipedia: Golden Earring was een Nederlandse rockband (1961-2021). Nederland moet het sinds vorige week doen zonder zijn meest legendarische band. En zonder het muzikale genie van oprichter, zanger en gitarist George Kooymans die aan ALS lijdt en niet meer in staat is muziek te maken. Earring-lid inderdaad, maar ook soloartiest, vreemde kostganger, kompaan van Frank Carillo, ondersteuner van Anouk, producer van vele Nederlandse artiesten.

Sowieso moet er een landelijke Golden Earring-feestdag komen (kan wel in de plaats van Koningsdag), maar tot die tijd eren wij Kooymans in deze battle.

Keuze Jeroen Mirck: Golden Earrings – Pam Pam Poope Poope Loux (1969)

Veelzijdig

Golden Earring is jeugdsentiment, al is die jeugd voor iedereen relatief. Mijn muzikale bewustwording viel samen met het succes van de single Twilight Zone, waarbij elke deejay trots meldde dat de band ermee de Amerikaanse Billboard Chart bestormde, net zoals dat met Radar Love negen jaar eerder ook was gelukt. Meer ouder werk kende ik toen nog niet van de band. Alles wat de Earring sinds begin jaren tachtig maakte, beschouw ik niet als ondergewaardeerd. Daarom ben ik terug gaan zappen naar hun oudere muziek om iets uit te lichten dat mij bovengemiddeld inspireert uit hun oeuvre.

‘Een album dat mij bij uitstek bekoort, is het experimentele dubbelalbum On The Double uit 1969. De toen nog Golden Earrings wilden nadrukkelijk laten zien hoe veelzijdig ze waren en brachten in navolging van The Beatles een dubbelaar uit. Muzikaal schiet het alle kanten uit, tot aan een pianoballad als afsluiter. Toepasselijk wellicht, die ballad, over een artiest en ouderdom. Toch kies ik liever voor een totaal anders klinkend nummer: het swingende Pam Pam Poope Poope Loux, geschreven door de nu dusdanig zieke George Kooymans dat de band genoodzaakt is om te stoppen. Ik word intens vrolijk van deze track, die met een extra zware beat moeiteloos een discokraker was geworden. Ook de tekst valt op, want wie had er na het ritmische intro nou een liedje verwacht over een heks met een raaf op haar schouder?t

Laten we het trieste nieuws over de zieke van Kooymans bestrijden met onze liefde voor de muziek die hij met zijn maten maakte. Hoeveel beter kun je dat doen dan met vrolijke, inspirerende muziek die je lekker mee kunt neuriën, zoals pam pam poope poope loux?

Keuze Willem Kamps: Golden Earrings – Murdock 9-6182 (1969)

Vergeefs

Opgroeiend onder de rook van beatstad nummer één, Den Haag, kon ik niet om de Golden Earrings heen. Dankzij mijn oudste broer kwamen de Hagenezen naast de Beatles, de Stones en de Kinks al snel op de draagbare Philips pick-up terecht. Voor het eerst in plastic vorm, met het in 1966 aan het blad Teenbeat toegevoegde Things go better with Coca Cola. De koffergrammofoon stond standaard met enige trots geplaatst bij onze eerste zithoek, op een halfhoge teakhouten boekenkast. Het flinterdunne plaatje golfde prachtig op het kleine kunststof draaitafeltje en verkleurde net als alle andere singeltjes in recordtijd tot de kleur grijs dankzij de vele draaibeurten. Uiteraard werd gekeken wie nou in al die bandjes zaten, en zo daalde ook de naam van George Kooymans in mijn geheugen om er nooit meer uit te verdwijnen.

Na de singles kwamen de elpee’s, zoals Well Respected (Kinks) en High Tide and Green Grass (Stones), beiden verzamelaars. Maar ook gewone albums waaronder On The Double en Eight Miles High van de Earring(s). Vanaf 1970 werden deze gedraaid op de eerste uitgebreide geluidsinstallatie: een Dual draaitafel met Sony versterker en Wharfedale boxen. Al snel volgde Golden Earring en niet veel later, 2 januari 1971, kocht ik van mijn zakgeld mijn eerste elpee, met ook daarop een bijdrage van George Kooymans: Seasons. Yep, de gelijknamige eersteling van Earth & Fire. Kort daarna kwam ik met een dubbelaar thuis, The Musicians Union Band. Ook daarop een onmiskenbaar aandeel van George, de gitaarsolo van de Hans Brinker Symphony.  En dik twintig jaar later, weer George in mijn verzameling: background vocalen en productie van Sjako!’s Livewire.

De Earring was ook een van de grotere bands die ik al vroeg live mocht aanschouwen, mee onder de hoede van m’n broers. Geweldig (toen nog) met bas- en drumsolo’s van Rinus en Cesar (nu denk ik: knap hoor, maar speel maar met de hele band). En uiteraard met Barry de rockzanger en George voor de mooiere melodieën en de hoge noten. Daarbij, zowel live als op de plaat was je voor puik gitaarwerk ook bij George aan het goede adres. Iedereen liep toentertijd weliswaar weg met enfant terrible Jan Akkerman, maar George vond en vind ik nog steeds de betere rocker, al klinkt dat nu met de ALS-wetenschap eigenlijk erg ongelukkig.

Ergens in de punkperiode stond George ineens voor mijn neus. Barry naast zich. Plaats en gelegenheid: Jongerencentrum De Sater in Leidschendam. Ze kwamen kijken naar een inmiddels vergeten Haags punkbandje dat door hen een beetje werd gepusht. Ik had bardienst en tja, wat zeg je dan als een paar van je helden bij jou een biertje bestellen? Niks dus. Te perplex en niet ad rem genoeg. Ik had nog wel het besef te doen alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Ongetwijfeld met een overdreven achteloosheid om geen opwinding te laten merken; ik heb biér verkocht aan George Kooymans en Barry Hay!! Na een halfuurtje teringherrie waren ze alweer pleiten. Terug naar Den Haag.

De laatste keer dat ik de Earring zag was in Den Haag. The Night Before Parkpop op 28 juni 2014 in het Zuiderpark. De Earring zoals de Earring maar kon klinken, Een heerlijke thuiswedstrijd op een steenworp afstand van hun geboorteplaats, de Terletstraat. Barry zag ik daarna nog een keer met zijn Flying V in ’t Paard en George, ja van George genoot ik nog twee keer met Vreemde Kostgangers, het onverwachte trio De Groot, Vrienten en Kooymans. Zij speelden eigen nummers en ieder voor zich enkele klassiekers. George Another 45 Miles, A Little Bit Of Peace In My Heart en het schitterende kleine liedje Murdock 9-6182. George bezingt zijn ex en hangt dagelijks aan de telefoon, hopend op haar terugkeer. Vergeefs. Het kost weinig moeite dit te vertalen naar het nu. George terugverlangend naar gezond en muzikant zijn, zingen en gitaarspelen – op een podium staan. Helaas. Vergeefs.

Keuze Kari-Anne Fygi: Golden Earring – The Song is Over (1973)

Het eindliedje was er al in 1973

Thomas Verbogt schreef aan het eind van zijn HP/De Tijd-column in 2003 over Golden Earring: Zonder Earring geen home. That’s it. Menno Pot in de Volkskrant van 6 februari 2021: Bij de Earring hoorde het beeld van een door licht en geluid overdonderend kind, generatie na generatie, bij papa op de schouders met twinkelende ogen, open mond en de handen op de oren van ontzag. Dat dat nu zomaar stopt, door een achterbaks een-tweetje van covid-19 en ALS, daar kun je als oude fan om huilen.

De Earring is heel lang mijn thuis geweest. Ik was twaalf jaar oud toen ik fan van een band met oude mannen werd. En ik was zó bang dat ze uit elkaar zouden gaan. Moest drie jaar wachten tot ik ze live zag. Met mijn oom naar De Nieuwe Slof in Beverwijk. 10 april 1987. Oké, als ze nu stoppen, heb ik ze in ieder geval gezien, schreef ik als 15-jarige in mijn schoolagenda.

Altijd bang dat ze zouden stoppen. Zoals die avond in Lelystad in 1988. Nauwelijks een kip in de zaal. Als fan mocht je na de show altijd backstage. En daar gebeurde het: Kooymans had ruzie met Gerritsen. Hay en Zuiderwijk zaten met ons, drie jonge meisjes, in de gang te wachten terwijl de manager tussen de kleedkamers van George en Rinus heen en weer liep (ze hadden nooit verschillende kleedkamers!). Ik wist het zeker. Nu was daar het einde. En ik maakte het mee! Nee! Maar een week of twee later stonden we weer ergens in een tochtige hal in Noord-Brabant of in de Achterhoek. En het was weer een tof concert.

Het was altijd goed. Altijd. En ze bleven bij elkaar. Ik kon ze dus alleen laten. Rond 2000 nam ik afscheid van ze en eigenlijk ook van mijn jeugd als je het poëtisch wilt stellen, haha. In de jaren daarna heb ik ze af en toe nog gezien, met als absolute hoogtepunt de twee akoestische Panama-shows in Amsterdam in 2005.

De beste band in de wereld, dat bleven ze voor mij – ook op afstand. Het heeft nog 37 jaar geduurd voordat ze zouden stoppen. De twaalfjarige Kari-Anne had zich nooit zorgen hoeven te maken.

Maar ik ben blij dat zij nooit had kunnen bedenken dat haar held George Kooymans de zeldzame spierziekte ALS zou krijgen. Het had haar hart in tweeën gebroken. Die Kari-Anne ontdekte in 1989, toen ze – éindelijk – op een platenbeurs de single Radar Love scoorde, een totaal onbekend nummer op de B-kant. The Song is Over. WTF? Wat is dit voor magistraal, prachtig mokerslag uitdelend liedje, dacht ze. De zang, de tekst. Dat nummer als een bastaard in een hoek gedrukt! Alsof het een rotte banaan was in plaats van de diamant die het is!

Ik wíst zo zeker dat ik The Song is Over op mijn crematie wilde horen. Lees dan!

The song’s over
The song’s over now
Assuming our sad goodbye
The song’s over the tune stays in my mind

32 jaar later, toen ik voor deze battle op zoek ging naar dit nummer, opnieuw dezelfde verbazing. Niét op Spotify. Hoe dan? Ik wist dat ik hem ergens had. Ergens op een van de vele verzamelboxen. The Song is Over staat op ‘Golden Earring – The Complete Single Collection 1965-1991’. De Earring is nooit erg legacy-bewust geweest, en dit is bewijsnummer 36478. Ofzo. Gelukkig is-ie voor jullie wel te vinden op YouTube.

Verbogt schreef in diezelfde column in 2003 over Kooymans: (…) de beste zanger in zijn genre: dramatisch, melancholiek, op en top meeslepend. Dat geeft mij groen licht om net zo dramatisch en melancholiek te zijn. Niet alleen over Kooymans’ zang, die prachtig is in dit nummer (luister dan!). Maar het nummer gaat gewoon over het einde van Golden Earring:

The song’s over
The singer said goodbye
The song’s over
It’s Doomsday on my mind
I close my eyes and sail away
The juke-box played your song today
Tomorrow has been like your yesterday
I can’t forget what you used to say
Open your eyes and live my love!
You see it’s not me you’re dreaming of
Though it seems so important now
Singing makes it all seem so good somehow
The song’s over

Mijn hart breekt in tweeën.

Keuze Marco Groen: Golden Earring – Mad Love’s Coming (1976)

Contra

Soms laat de grijze massa mij in de steek, waardoor ik werkelijk geen idee meer heb hoe ik aan het album Mad Love van Golden Earring ben gekomen. Een bijzonder feitje hierin is dat dit alternatieve versie is van het album Contraband. Mad Love kreeg een andere foto en een andere trackindeling, waarbij I Need Love het nummer Faded Jeans verving. Het album was bestemd voor de Amerikaans/Canadese markt en daar hielden ze in 1977 blijkbaar niet van schrale broeken. Het zou kunnen zijn dat deze versie via een muziek liefhebbend familielid bij mij is terecht gekomen. Of wellicht heb ik ‘m als puppie wel uit de aanbiedingenbak bij  Diskoland gevist. In ieder geval had ik het album al in bezit ver voor het overgangsritueel van kind naar volwassene. Zo kon het dus gebeuren dat ik een nummer als Bombay een van mijn vroegste herinneringen aan de Haagse band was.

Een wat, naar mijn bescheiden mening, merkwaardige loot op Mad Love was de titelsong: Mad Love’s Comin’. Een nummer met een ogenschijnlijk eenvoudige riff, maar met een structuur die de jonge Marcus niet gewend was. Een wat andere indeling dan het geijkte couplet, couplet, refrein, couplet, refrein, couplet, reifrein, refrein. Mad Love’s Comin’ begon gewoon en eindige na een tijdje. Wat ook niet hielp was dat mijn kennis van de Engelse taal eveneens nog in de kinderschoenen stond. Wel hoorde ik Barry Hay af en toe mad love’s coming kwelen. Dat hielp een beetje. Het nummer ging ik pas echt waarderen toen ik het op latere leeftijd nog een keertje terugluisterde. Bij die luisterpoging bleef het vinyl keurig in het hoesje, daar ik zo handig was geweest mijn platenspeler weg te doen. Gelukkig kon je toen al gewoon CD’s lenen uit de ‘bieb’. Het bleek een minuscuul bewijsstukje te zijn dat muzikale ervaring vormend is voor je hersenen, want op latere leeftijd viel mij op dat het eigenlijk niet zo’n heel erg ingewikkeld stuk is. Het is zelfs redelijk toegankelijk voor iedereen die niet alleen de hapklare brokken van Radio 538 tot zich neemt.

Hekel punt blijft voor mij Barry Hay. Als ik ooit de moeite zou nemen om de wiki-pagina voor het begrip arrogantie te gaan aanpassen, dan ben ik geneigd daar een foto van hem erbij te plaatsen. Dit gegeven heeft mij altijd een beetje tegengehouden om mij wat meer in een Neerlands grootste bands te verdiepen. Aan het overbekende werk plus Mad Love had ik eigenlijk wel genoeg. Misschien is dat onterecht. Wie weet neem ik ooit een meer objectieve houding aan ten opzichte van hun muziek. Maar dat wordt niet dit weekend. Voor nu doe ik mijn ogen dicht en hou ik het op een auditieve beleving van Mad Love’s Comin’.

Keuze Joop Broekman: The Godz – Candy’s Going Bad (1978)

Gevalletje goed bedacht, matig gestolen

Toen ik besloot een bijdrage leveren aan deze battle, bekroop me even het gevoel een gloryhunter te zijn. Van Golden Earring ken ik alleen de hits, maar veel daarvan zijn gewoon goed. Al ben ik echt gestopt met volgen, nadat ik toch iets te hard moest lachen om Burning Stuntman. Maar okay, je bent niet voor niets 50 jaar lang een populaire band. En daar heb ik respect voor, ook zonder werk van de band in de kast. Dat maakt het dan wel weer lastiger om specifiek iets van George Kooymans te kiezen. Dus wordt het een cover van een track waar hij aan mee geschreven heeft.

Het bekende verhaal: ooit had ik Moontan op cassette staan. En als je eenmaal een sucker voor albumversies van hits bent, is het logisch dat je iets mist wanneer Radar Love in de singleversie op de radio voorbij komt. Van Twilight Zone hoor ik na al die jaren ook nog steeds liever de volle bijna 8 minuten. Als zulke songs (of eigenlijk versies) in je jeugd precies op de goede plek tussen je oren belanden op het moment dat je ze voor het eerst hoort, dan gaat dat er nooit meer uit. Hetzelfde heb ik met Black Betty (Ram Jam) en Don’t Let Me Be Misunderstood van Santa Esmeralda, even een zijstraatje.

Candy’s Going Bad kwam al eens eerder aan bod op deze site, trouwens. Een rauwe song over prostitutie, er wordt niks in verbloemd. Het nummer komt uit de koker van Kooymans en Barry Hay. En omdat een beetje muzieksnob af en toe met onverklaarbare feitjes moet strooien: ik herinner me een interview met beide heren in een muziekblad (ooit muziekkrant) van lang geleden. Geen idee meer of het Barry of George was die zei dat er een coverversie van Candy’s Going Bad was, uitgevoerd door The Godz. Even zoeken. Ah, dan kom je uit in 1978 op het titelloze debuutalbum.
Mocht je een keer een roadtrip maken door de Verenigde Staten en je zet een van de talloze classic rockstations op, dan is de kans groot dat The Godz voorbij komt. De band was aan de overkant van de Atlantische oceaan bekender dan hier en een paar originele leden zijn intussen gestorven. Hun versie van Candy’s Going Bad is een stuk steviger en ook langer (zo’n vier minuten) dan het origineel. Maar beslist niet beter. Het beukt redelijk weg, meer niet. Gewoon geinig om een keer gehoord te hebben.

Keuze Jan-Dick den Das: Golden Earring – Mission Impossible (1984)

Lyrische gitarist

Drie jaar voordat ik zelf het levenslicht zag werd de Golden Earring opgericht, hoewel de band tot 1969 in het meervoud werd geschreven. Zover ik me dus kan herinneren, tot de dag van vandaag waren de Earrings een deel van mijn leven. In mijn tienerjaren en later verschillende keren de band tijdens optredens in sporthallen gezien en altijd was het gewoon goed. Een Nederlandse band die het in Amerika gemaakt had, en waarvan de bassist van Iron Maiden groot fan was. En hoewel ik nou niet meteen heel snel ondersteboven ben van nieuws raakte het mij wel dat George Kooymans ernstig ziek was. De gitarist/zanger van de band waarmee ik was opgegroeid, volwassen mee was geworden en kleinkinderen heb gekregen was ziek. De ziekte ALS was de reden dat hij gedwongen heeft moeten stoppen en de band zichzelf heeft opgeheven. Snel was er het idee van de battle hoewel ik in dit geval  liever zou spreken van een hommage.

Welk nummer je centraal zet is dan ook zo’n exercitie waarvan vele nummers de revue gepasseerd zijn. Ik heb zelfs even overwogen om het nummer Filmverdriet van Kinderen voor Kinderen te kiezen. Enkel en puur omdat we dit in de auto vaak draaide en ik schijnbaar tot vervelens toe zei dat dit geschreven en gespeeld werd door de gitarist van de Earring. Ik heb toch gekozen voor een ander nummer. Mission Impossible een prachtig nummer, vooral in de live uitvoering en misschien ook wel omdat het vechten tegen ALS ook een mission impossible is.

Het nummer zelf staat eigenlijk voor wat de Earring is, gebruik maken van de krachten die de band heeft. Twee goede zangers, een ritmesectie waar je ‘U’ tegen zegt en het prachtige gitaarspel van Kooymans. Het solospel van George Kooymans, ook in Mission Impossible, heeft altijd een soort van heerlijke drijvende swing in zich, en ook ritmisch is het zeer sterk. Hij is goed, en dat leidde er toe dat hij in 2012 de Eddy Christiani Award kreeg. Een prijs voor gitaristen die een inspirerende bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van de elektrische gitaarmuziek.

En inspirerend is ook Mission Impossible, de live uitvoering van het Back Home Concert in Leiden, de mannen waren op tournee geweest in Amerika en waren dus weer thuis. Ik was toen twintig en nog heeft het nummer dezelfde magiek als toen ik het hoorde nadat het op elpee was uitgebracht. Het is niet alleen maar recht vooruit maar is muzikaal net wel even wat meer, prachtig uitgevoerd met passie en energie. Het gemak waarmee Kooymans zijn gitaar bespeeld en er prachtige licks en lyrische solo’s mee voortbrengt is iedere keer weer jaloersmakend.

Mission impossible
Chased by a law invincible
I don’t mind, I don’t care
I’m used to fighting my way back
Unaware of a mission impossible

Terugvechten is niet zo heel gemakkelijk. Sterker, heden ten dagen nog onmogelijk. Het is niet alleen verdomd jammer maar vooral  zeer verdrietig vooral voor de mens George Kooymans. Gitarist Kooymans zal altijd blijven en wat is hij goed. George Kooymans is gewoon een muzikale held, niet anders en niet meer. Stay Strong George.

Keuze Martijn Janssen: Golden Earring – Pouring My Heart Out Again (1991)

Gebroken hart

Zoals velen hier was de Golden Earring in mijn muzikale leven voor zolang als ik me muzikaal iets kan herinneren. Naast de kennis van klassiekers zoals Radar Love of Another 45 Miles bleven ze ook bestaan en bleven ze goede nieuwe muziek uitbrengen. OK, misschien was niet elk album, elke single, even geslaagd, maar het was nooit beschamend. Je kan het afdoen met dat Golden Earring een instituut was in Nederland, maar het was dan wel een zeer gerenommeerd instituut!
Frontmannen (of -vrouwen) zijn altijd de aandachtstrekkers, daar zijn ze immers frontman voor. Zij zingen (de meeste) liedjes, zijn voornamelijk aan het woord tijdens interviews en zijn de namen waar je het eerst aan denkt bij het zien van een bandnaam. Maar vaak blijkt dat, als je wat verder kijkt, de muzikale kracht bij anderen te zitten. Zo werd ik me na verloop van tijd ook bewust dat veel van de Earring nummers (mede) geschreven waren door George Kooymans. En ik begon me ook te realiseren dat hij ook de vocalen van sommige nummers op zich nam. Barry Hay mag dan de rock ‘n roller zijn met ditto krachtige stem, ook vele andere prachtige nummers werden gezongen door George Kooymans. Bij die nummers komt vaak het verlangen meer naar voren, waar de meer melodieuze stem van Kooymans mooi op aansluit.

Voor deze dag na Valentijnsdag vind ik het nummer Pouring My Heart Out Again erg geschikt. Het is afkomstig van hun album Bloody Buccaneers, een album waarop de Golden Earring zich weer herpakte na wat minder succes halverwege de jaren tachtig. En vlak hierna zou het succes ze weer toelachen met hun akoestische live-plaat The Naked Truth. Maar in Pouring My Heart Out Again is het laat op de avond en heeft George het zwaar. De gedachte aan zijn (ex?)geliefde doet zijn gebroken hart overstromen.

Met het nieuws dat George Kooymans ernstig ziek is en dat daarmee ook Golden Earring is opgehouden te bestaan breekt ook mijn hart een beetje. Het instituut is een monument geworden. De liedjes en de herinneringen blijven maar ze behoren nu echt tot het verleden.

Another hour past midnight
Moonshine through the skylight
The bottle’s empty and my mind is full
Of your ghost that keeps hauntin’ this room

Keuze Alex van der Heiden: Golden Earring – Hold Me Now (1994)

Omdat het George gegund is

Ik heb niet heel veel materiaal van de Golden Earring, slechts één elpee en dat is Face It. Dat hadden er veel meer kunnen zijn, maar ze ontbreken simpelweg. Ik heb wel een paar verzamel-CD’s, maar die tellen niet echt vind ik. Toch heb ik mijn leven lang veel sympathie gehad voor deze band. Ik ben opgegroeid met nummers als Twilight Zone en When The Lady Smiles, heerlijke rock met een vuig randje. Ook heb ik ze vaak live gezien, meestal op festivals en één keer een prachtig concert in de Philharmonie van Haarlem. Dat was niet eens zo heel lang geleden en je zou dus kunnen zeggen in hun nadagen. Het mooie aan deze mannen is het tomeloze plezier dat ze samen hebben tijdens het spelen en daarnaast ook een gezonde dosis zelfspot als het gaat over hun leeftijd bijvoorbeeld.

Wat meteen opvalt is natuurlijk de kwaliteit van de muziek en wat te denken van de stemmen. Ik denk dat veel zangers ervoor tekenen om na hun zestigste nog zo goed bij stem te zijn als Barry en George. Ik heb altijd de combinatie van de twee erg mooi gevonden en heb een voorkeur voor de wat meer maagdelijke stem van George. Deze komt enorm goed tot zijn recht in het nummer Hold Me Now. Het is gewoon een goed nummer, maar welk nummer is dat eigenlijk niet? Ik heb het gekozen, omdat het op mijn enige elpee staat en omdat George het zingt. Vorige week werden we opgeschrikt door het plotselinge eind van zijn carrière. Dit nummer schoot direct in mijn hoofd, omdat ik het George gun dat iemand hem vasthoudt, letterlijk en misschien ook wel figuurlijk door alle steunbetuigingen, deze ode op ondergewaardeerde liedjes en met (zijn eigen) muziek.

Keuze Peter van Cappelle: Golden Earring – Whisper In A Crowd (1999)

Allerminst een whisper in a crowd

Het nieuws dat een band als Golden Earring er noodgedwongen mee moet stoppen is niet alleen verdrietig, maar ook niet te bevatten. Bij elkaar bestond de band al sinds 1961 (zei het vanaf 1965 als Golden Earrings en vanaf 1969 als Golden Earring) en hele generaties zijn met de band opgegroeid. Voor mij (geboren in 1988) waren ze er altijd en is een leven zonder Earring nauwelijks voor te stellen. Zelfs in mijn tijd, waarin de hitlijsten werden gedomineerd door R&B, hiphop en trance wisten de heren nog enkele bescheiden hits te scoren (Albino Moon in 2003 en de akoestische remake van I’ve Just Lost Somebody in 2005). Ik werd op school altijd vreemd aangekeken om mijn wat oudere muzieksmaak, maar omdat de Earring nog altijd in de Top 40 stonden konden mijn klasgenoten er weinig tegenin brengen.

Naast het stevige materiaal (noem alle hits maar op) was George Kooymans bijna altijd degene in de band die altijd met een mooie ballad wist te komen op de albums. In het begin natuurlijk met Just A Little Bit Of Peace In My Heart en Another 45 Miles, en vanaf het verkoopsucces van The Naked Truth in 1992 bevatte bijna ieder album wel een akoestisch pareltje van Kooymans. Zoals Hold Me Now op het album Face It uit 1994 (dat nog een bescheiden hitsucces wist te behalen) en Whisper In A Crowd op het album Paradise In Distress uit 1999 (dat ook wel als het broertje van Hold Me Now wordt gezien). Het daaropvolgende album Millbrook USA uit 2003 bevatte met The Last Frontier Hotel zo’n nummer met hetzelfde recept. Echter voldeed dat nummer het perfect als albumafsluiter, terwijl Whisper In A Crowd wel hit potentie had. Het kwam echter niet verder dan de tipparade, terwijl het precies de moderne sound van eind jaren ’90 had.

Een geruststellende gedacht is echter dat de Golden Earring allerminst een whisper in a crowd zullen zijn. Zelfs nu er helaas een einde aan is gekomen. Radar Love is nog dagelijks wel op een Amerikaans radiostation te horen, en in ons land hebben vele van hun nummers een eeuwigheidswaarde.

Keuze Tricky Dicky: Kooymans/Carillo – Maybe Roses Never Die (2010)

Ondergewaardeerde roos in het oeuvre

Aan al het goede komt een eind; een tegeltjeswijsheid. We wisten allemaal dat Golden Earring een keertje moest stoppen; iets wat we ook al jaren van de Stones verwachten. Zij zullen waarschijnlijk stoppen wanneer de heren te stram zijn voor het podium of Mick Jagger de geest geeft. Golden Earring moet nu noodgedwongen stoppen. Ook dat zat er aan te komen, maar de reden is dieptreurig.

Persoonlijk vind ik de Earring op hun best vanaf Eight Miles High tot en en met Moontan. Zal wellicht met de leeftijd te maken hebben. Zet een pistool op mijn slaap en vraag naar het allerbeste Earring-nummer en dan zal ik negen van de tien keer She Flies On Strange Wings roepen.

Golden Earring zijn eigenlijk de Nederlandse Stones. Allebei vroeg in de jaren zestig opgericht. Bijna tegelijkertijd hun eerste album uitgebracht en het laatste decennium zelden in de studio te vinden. Allebei hebben ze een forse dip gehad; de Earring eind jaren zeventig en de Stones medio jaren tachtig, gevolgd door een stevig herstel in de ‘nineties’. Beiden leveren begin zeroes een klasseplaat af (Millbrook USA vs A Bigger Bang), maar dan gaat de vergelijking mank. Kooymans en consorten toveren met Tits ’n Ass en The Hague nog twee geweldige albums uit de hoge hoed, terwijl de Engelse evenknie slechts met een matig en in mijn oren slap blues-album komen.

Maar goed, meestergitarist/componist George Kooymans is het onderwerp van deze battle. Hij heeft ook wat solowerk gedaan, maar in alle eerlijkheid zijn die albums minder dan die van de Earring. Hetzelfde euvel kennen de Stones overigens ook. JoJo uit 1971 is niet bijster interessant, alhoewel het rustige Lovin’ And Hurtin’ nog terecht een hitje werd. Het tweede album Solo eind jaren tachtig is aanzienlijk rockeriger, maar heeft last van wat veel producties uit dat decennium overkomen is en hen daardoor tijdgebonden maakt: teveel synthesizergeweld.

Nee, dan luister ik toch liever naar zijn samenwerking met Frank Carillo uit 2010. De heren hebben elkaar al in 1992 leren kennen en tijdens de opnamen van Millbrook USA is hij ook van de partij. Op On Location blijkt de rauwe stem van Frank Carillo uitstekend bij het hoge(re) geluid van George K. te passen. Het allerbeste lied van het album is zonder meer Maybe Roses Never Die. Een geweldige Americana-track met sterk gitaarwerk. De samenzang klinkt als een mix van Willy DeVille en Tom Petty. Het is bijna niet te geloven dat dit geen internationale hit is geworden. Tegelijkertijd kunnen we rustig stellen dat de muziek van George Kooymans en de Golden Earring voor eeuwig is. Maybe roses never die….

Keuze Annemarie Broek: Vreemde Kostgangers – Nat (2017)

Briljant

Van alle supergroepen die er ooit bestaan hebben, vind ik Vreemde Kostgangers wel de allerbeste: Hennie Vrienten én George Kooymans én Boudewijn de Groot. Als buitenstaander denk je misschien dat het een samengeraapt zooitje is, maar als je de Nederpopgeschiedenis induikt, dan zie je hoe verweven ze met elkaar waren. Bij elkaar geharkt voor de 65ste verjaardag van Barry Hay bleek het drietal wonderwel te kunnen samenspelen.

De heren hadden er zoveel plezier in, dat er zelfs een album werd opgenomen en dat er getoerd werd langs de Nederlandse theaters. Het repertoire ging van oude De Groot – Vrienten – Doe Maar – Golden Earring hits tot speciaal voor dit trio geschreven liedjes.

Ik beluisterde het album een paar keer, tot mijn grote genoegen. Alleen dat nummer Nat, dat was het voor mij niet. Vrij instrumentaal, somber, met een grafstem gezongen… Nee, die sloeg ik voortaan over. Maar op een onbewaakt moment kwam het toch voorbij en ik meende George te horen zingen Als natte slakken op het behang. Als natte slakken op het behang? Wat is dat voor een tekst?

Ik draaide het nummer nog eens en nog eens. Toen moest ik me compleet gewonnen geven. Dit was niet somber, dit was geniaal. Laat het ook maar aan de oude meester Boudewijn de Groot over om een briljante tekst te schrijven! Op You Tube circuleren twee live-versies van dit nummer. Hier is de éné; de andere staat natuurlijk onder het verhaal.

Interessant is om te zien hoe de vertolking met een tussenruimte van slechts één maand aan kracht heeft gewonnen. Hoe George Kooymans het woord slijmerig voordraagt, met steeds meer plezier en passie… Hoe de mannen als trio ook op elkaar inspelen… Hoe ze elkaar toelachen en toeknikken… Grandioos en hartverwarmend!

[crowdsignal poll=10745691]

3 comments

  1. Pouring my heart out en Hold me now … daar hou je het niet bij droog… helden!!

    Prachtig artikel Ferry Visser!

  2. Mooi stuk.
    Zo beleefd ieder de Earring op een andere manier.
    Ik wist op 15 jarige leeftijd (1968) wie mijn muziek helden waren met George voorop en Rinus ernaast, Barry was niet mijn type maar god wat heeft die een inbreng gehad veel later nam hij een lp van mij mee naar de kl kamer om van handtekeningen te voorzien en bracht hem nog terug ook.
    Kan dus zeggen dat ik onder de gelukkigen was die nog decennis lang konden genieten van wat over 50 jr nog steedsgeluisterd zal worden.
    Eeuwig dus.
    Hoeveel mooier wil je het hebben.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.