Je 27ste verjaardag kunnen vieren, feest vieren, optredens geven voor honderden of misschien wel duizenden mensen, omgaan met de druk van het artiestenleven, toegeven aan drugs of alcohol en nooit meer je 28ste verjaardag meer kunnen meemaken. Het overkwam in 1969 Brian Jones van The Rolling Stones en in de twee jaar daarna ook Jimi Hendrix, Janis Joplin en Jim Morrison. Pas na het overlijden van Kurt Cobain in 1994, werd het idee geopperd dat deze mensen samen een club vormden. Maar naast deze grootheden zijn er veel meer artiesten die dit lot zijn toebedeeld. Hoeveel artiesten kun jij er nog noemen?
En dat is de basis voor deze battle, wie van de 27 Club moet even extra onder de aandacht gebracht worden en welke van hun liedjes verdient meer waardering dan dat het tot nu toe gekregen heeft?
27 jaar zijn geeft overigens geen groter risico op overlijden, als je artiest bent, dan 26 of 28 jaar zijn, blijkt uit een Brits onderzoek. Artiesten die twintigers en dertigers zijn lopen wel meer risico op overlijden.
Keuze Martijn Janssen: Robert Johnson – Hell Hound On My Trail (1937)
Het begin van een mythe
De lijst met namen van de Club van 27 is, helaas, al best omvangrijk. Het is echter niet alleen de leeftijd die iets zegt over het lidmaatschap. Als je op 27-jarige leeftijd overlijdt is er over het algemeen meer aan de hand, want het is natuurlijk veel te jong om dan het leven te laten. De levensstijl van de artiest laat dan vaak ook zien dat er al meerdere levens geleefd zijn tegen de tijd dat 27 jaren zijn verstreken.
Een van de vroegste personen die tegenwoordig tot die fatale club wordt gerekend is blues-legende Robert Johnson. Zijn leven is al een mythe, want er is weinig bekend over hem, terwijl zijn invloed op de muziek wel erg groot is. Had hij nu een pact gesloten met de duivel waardoor hij van middelmatige bluesman transformeerde naar een gitaarmeester? Wat gebeurde er eigenlijke op dat befaamde kruispunt? En werd hij nu vergiftigd omdat hij iets te veel aandacht had voor een getrouwde vrouw in het plaatsje waar hij speelde?
Wat maakt het uit wat waar is of niet, we hebben gelukkig de muziek. Wellicht is het tegenwoordig wat lastiger om de impact van Johnson’s songs te bevatten. Na alle muzikale ontwikkelingen van de afgelopen 85 jaar klinken deze solo akoestische blues songs wellicht wat primitief. Maar luister eens goed! Hoor die angst en die wanhoop!
I got to keep movin’, I’ve got to keep movin’, blues fallin’ down like hail, blues fallin’ down like hail
Blues fallin’ down like hail, blues fallin’ down like hail
And the day keeps on worrin’ me, there’s a hellhound on my trail, hellhound on my trail, hellhound on my trail
Robert is op de vlucht, achterna gezeten door de hond die de hel bewaakt. Wat heeft hij gedaan? Heeft hij het pact met de duivel geschonden, het pact waarin hij zijn ziel verkocht voor de gitaarkunsten? Komt de duivel nu prijs opeisen? Of is dit het gevolg van de liefjes die hij in zowat elke plaats heeft? Johnson nam het nummer op tijdens de laatste opnamesessie die hij zou doen. Niet veel later zou die ‘hell hound’ hem inderdaad te pakken nemen, op 27-jarige leeftijd.
Keuze Mersad Rebronja: Rudy Lewis – I’ve Loved You So Long (1963)
Problemen
Het overlijden op 27jarige leeftijd gaf Rudy Lewis de twijfelachtige eer om een van de vroege leden van de 27 Club te zijn. Rudy begon zijn carrière in de gospel, bij de Clara Ward Singers. Op een zekere dag in 1960 volgde in het Philadelphia Uptown Theater een auditie ten overstaan van jazz trompettist en manager van The Drifters, George Treadwell. Hij werd meteen aangenomen en werd zo een lid van The Drifters.
Bij The Drifters volgde Rudy een bekende naam op, namelijk Ben E. King. Hiermee had hij misschien wel wat pech want hij heeft nooit de waardering gekregen die King wel kreeg. Aan Rudy’s stem lag het zeker niet, deze was rijk, zijdezacht, meeslepend, levendig en vol van passie. Fans van The Drifters waarderen hem dan ook (bijna) net zoveel als King en Clyde McPhatter. Rudy was hoofdzanger van de groep van 1960 tot aan zijn overlijden in 1964. Hij zong mee op veel hits, zoals Some Kind Of Wonderful, Please Stay, On Broadway, en Up On The Roof. Ook is hij te horen op B-kantjes (ik hou van B-kantjes!) en outtakes zoals She Never Talked To Me That Way, Stranger On The Shore, Somebody New Dancing With You, en Mexican Divorce.
Buiten het werk bij The Drifters, nam Rudy enkele soloplaatjes op. In 1959 verschenen Rainbow In My Eyes en Nobody Knows. In 1963 volgden Baby I Dig Love en I’ve Loved You So Long. Dit laatst genoemde soulpareltje toont de prachtige stem van Rudy zoals ik die net beschreef. Je hoort er nooit meer wat van maar het is zo mooi. Deze kleine ode in Nederland op een blauwe maandag in 2020 laat de schijnwerpers weer een klein beetje op Rudy’s talent neer schijnen. Soulmuziek laat mij altijd weer wegdromen naar een tijd toen het leven simpeler was, ook al heb ik die tijd zelf niet meegemaakt.
In de ochtend van 21 mei 1964 werd Rudy Lewis dood aangetroffen in het Harlem Hotel, vlak voordat The Drifters Under The Boardwalk zouden opnemen. Dit nummer was voor Rudy geschreven en werd diezelfde morgen nog ingezongen door Johnny Moore. Een dag later zouden The Drifters I Don’t Want To Go Without You opnemen, een ode aan Rudy. De doodsoorzaak zou een drug-overdosis zijn maar een autopsie is nooit uitgevoerd. Vrienden en familie denken dat Rudy is overleden aan een combinatie van een drug-overdosis, verstikking en een hartaanval. Problemen waren er al langer. Billy Vera schrijf in de liner-notes van de cd-box Rockin & Driftin: The Drifters Box (1996) dat Rudy homoseksueel was maar daarvoor nooit is uitgekomen en dat hij leed aan een heroïneverslaving en eetbuistoornissen. Al met al kunnen we zeggen dat de carrière van Rudy door trieste omstandigheden veel te vroeg tot een einde is gekomen. Maar dat geldt eigenlijk voor iedereen in de 27 Club.
Keuze Remco Smith: Jimi Hendrix Experience – 1983… (A Merman I Should Turn To Be) (1968)
Schrijven over één van de mooiste liedjes ooit, dat is eigenlijk geen doen
Sommige bijdragen voor battles op dit onvolprezen forum zijn in een vloek en een zucht geschreven. Een onderwerp voor een battle leidt tot een associatie naar een bepaald liedje, even broeden en hoppatee, er is weer een stukje ingeleverd.
Andere keren is een battle een ware battle. Naarmate een liedje belangrijker is, waardevoller, is het lastiger om de gedachten daarover te verwoorden. Op de een of andere manier voelt het alsof het liedje dat vraagt, alsof je daar als liefhebber een verplichting toe hebt. Wanneer een liedje echt een onderdeel van je leven is geworden is het moeilijk om daar de woorden voor te vinden. Dat heb ik met 1983 ….. A Merman I Should Turn To Be van Jimi Hendrix. Toen ik een jaar of 18-19 was heb ik Hendrix verslonden. En van Hendrix vond ik Electric Ladyland het mooiste en was 1983 mij het dierbaarst. Dat raffel je dus niet af in een stukje van een zin of wat.
Maar waarover schrijf je dan? Over Hendrix zelf, die uiteraard vanwege zijn gitaarspel bovenaan de apenrots staat, maar die ik vooral een geweldige rock ’n soulzanger vind? Die juist als zanger misschien wel ondergewaardeerd is. Dat gaat mij dan te zeer over hem en niet over wat het liedje met mij doet. Over het gegeven dat ik 1983 op mijn uitvaart wil? De reden daarvoor is logischerwijs dat ik het één van de mooiste liedjes vind, maar het heeft ook een wat klierige reden. Na een minuutje of drie begint een langdurige instrumentale jazzy jam die wel een beetje voor Hendrix liefhebbers voor gevorderden is. Ik zie dan na een minuutje of zes de bezoekers eerste zenuwachtig schuifelen op de stoel en naar verloop van tijd in opstand komen en daar heb ik dus op voorhand al lol om. Maar als ik dat verder uitwerk, krijgt het stuk wel een oink-oink gehalte wat totaal geen recht doet aan de schoonheid van het liedje.
Het gegeven dat hij tot de Club van 27 behoort. Man, wat heb ik gedaan voordat ik 27 was! Bescheidenheid is zeer op zijn plaats als je ziet wat niet alleen Hendrix, maar al die leden van de club uit hun vingers hebben gekregen in dat veel te jonge leven. Maar dat is wel wat cliché nietwaar.
Ik zou kunnen proberen om het liedje te analyseren. Het kunnen hebben over de invloed van Hendrix in het algemeen en dit liedje in het bijzonder, al is het maar omdat Lenny Kravitz voor de riff in Are You Gonna Go My Way overduidelijk leentjebuur heeft gespeeld (luisteren na 10:40 min.). Het virtuoze, niet alleen Hendrix maar zeker ook Noel Redding op bas en Mitch Mitchell op drums. Het is haast jazz op een manier die soms lijkt te refereren aan Kind of Blue. Maar dat gaat weer te zeer over het verstand en niet over het gevoel.
Dus schrijven over één van de mooiste liedjes ooit, dat is eigenlijk geen doen. Ik doe nooit recht aan het liedje maar vooral niet aan wat het liedje voor me heeft gedaan en nog steeds voor en met mij doet.
Als je het nog niet kent: zet het aan op Spotify als je de rust hebt om je een kwartier lang onder te dompelen in dit meesterwerk. En dan nog een keer. En dan nog een keer……
Keuze Tricky Dicky: Stone The Crows – Raining In My Heart (1970)
Aarde
Les Harvey heeft de twijfelachtige eer een (onbekend) lid van de Club van 27 te zijn. In 1969 was hij de mede-oprichter van de Schotse band Stone The Crwos; een bandnaam die de meesten niets zal zeggen en dat heeft alles te maken met het overlijden van Harvey. Overigens was hij de broer van Alex Harvey, die in de jaren zeventig furore maakte met zijn Sensational Band en niet te verwarren met de Alex Harvey die een hit in 1972 scoorde met To Make My Life Beautiful.
In de zestiger jaren werd Les Harvey door Alan Price gevraagd om bij de net gestarte Animals te komen spelen, maar hij prefereerde met zijn broer op te treden. In 1964 zou hij naar The Blues Council vertrekken, die slechts een album zouden opnemen tot de opheffing in maart 1965 toen hun toerbus in een ongeluk terecht kwam en zanger Fraser Calder en bassist James Giffin overleden.
In 1972 tijdens een optreden werd Les Harvey geëlektrocuteerd. Vlak daarvoor hadden mensen in de zaal de roadies al geattendeerd op het feit dat de bedrading van de installatie niet goed was. Ze hebben dit verholpen, maar vergaten een losse aardedraad van de microfoon. Harvey pakte de microfoon, terwijl zijn handen de snaren van de gitaar raakten en werd de lucht ingeworpen en viel op zijn gitaar die ook nog de microfoon-stand raakte. De toegesnelde roadies kregen ook diverse schokken, totdat iemand de gitaar wegtrapte. Maar het was te laat voor Harvey. Hij zou overigens vervangen worden door Jimmy McCulloch, die later naar Wings zou overstappen. Maar binnen een jaar zou Stone The Crows stoppen.
Stone The Crows heeft weinig commercieel succes gekend en dat is werkelijk ongelofelijk. Niet alleen maakten ze vier prima albums, maar zangeres Maggie Bell had dezelfde stemkwaliteiten als Janis Joplin en zanger en basgitarist Jimmy Dewar klonk als David Clayton-Thomas van Blood, Sweat & Tears. Hun debuutalbum is een mix van blues, psychedelica en soul en verdiende meer. Tijd voor een kennismaking met een ondergewaardeerd liedje van een ondergewaardeerde band.
Keuze Jeroen Mirck: Big Star – In The Street (1972)
Schatplichtig
Zo simpel als een popliedje kan klinken, zo heftig kunnen de emoties zijn die eraan ten grondslag liggen. Muziek componeren en uitvoeren is ook gewoon een emotionele bezigheid. Het creatieve proces (maar ook de druk, de roem of juist het uitblijven ervan) kan een zware wissel trekken op iemands leven. Dat is veelal de essentie van de 27 Club. Ook Chris Bell, samen met Alex Chilton het brein achter de powerpop van Big Star, worstelde met het leven en stierf veel te jong. Zijn auto-ongeluk was vermoedelijk geen zelfmoord, maar wel onder invloed van drugs. Pal na het prachtige maar commercieel tegenvallende (want slecht gedistribueerde) debuutalbum verliet hij al de band. Toch drukte hij daarmee zijn stempel op de Amerikaanse popmuziek. Neem nou het door hem geschreven en gezongen In The Street, over jongeren die een beetje lol willen trappen. Nauwelijks tekst, maar evengoed aansprekend en veelzeggend.
Steal your car, and bring it down
Pick me up, we’ll drive around
Wish we had a joint so bad
Het nummer zou beroemd worden als begintune van That 70’s Show, ook al is daar een coverversie van Cheap Trick te horen. De pure sound is kenmerkend voor Bell, die postuum nog extra diepgang kreeg door het bijeengeraapte album I Am the Cosmos. Veel latere bands zijn schatplichtig aan Big Star, zoals Wilco (dat ooit een prachtige versie opnam van de klassieker Thirteen), R.E.M., Beck, Pixies en The Replacements. Des te verdrietiger dat Bell niet meer muziek met ons heeft kunnen delen. Not a thing to do, but talk to you.
Keuze Joop Broekman: Inner Circle – Music Machine (1979)
Rocker
Inner Circle en Black Uhuru waren na Bob Marley & The Wailers de populairste reggaebands op Jamaica in de jaren ’70. Toen bekend werd dat Marley ongeneeslijk ziek was, waren de beste papieren voor Black Uhuru, maar die vergaten uiteindelijk door te breken. En Inner Circle? Die waren hun charismatische frontman kwijtgeraakt door een dodelijk auto-ongeluk. Lagen op hun gat en verhuisden naar Miami in Florida.
Jacob Miller komt op 4 mei 1952 ter wereld in het plaatsje Mandeville. Peter Tosh noemt het in de eerste regel van zijn (cover)hit Johnny B. Goode (1983). Op jonge leeftijd verhuist Miller van het Jamaicaanse platteland naar de hoofdstad Kingston. En hij wil erg graag zanger worden. Hij is nog maar een tiener als hij ontdekt wordt door Clement ‘Sir Coxsone’ Dodd, de eerste zwarte op Jamaica met een eigen studio. En dat was niet zo maar een opnamehut. Studio One (trouwens ook een platenlabel) was voor veel reggae-acts het begin van wereldfaam. Ook Bob Marley begon hier zijn loopbaan.
In 1974 vinden Miller en Inner Circle elkaar. De band is in 1968 opgericht door de broers Lewis, en hoewel Miller zijn solo-carrière er naast blijft doen, is de ontmoeting de start voor een succesvolle samenwerking. Twee jaar later volgt er een deal met een groot label (Capitol Records) en breekt de band definitief door met de albums Reggae Thing en Ready For The World. Optredens zijn een feest voor het publiek en het duurt niet lang voordat de band tekent bij Island. Ook volgt er een lichte koerswijziging. Jazz, blues en rock doen meer en meer hun intrede. De albums Everything Is Great en New Age Music bevestigen de status van de band als top-act. Miller schittert ook in de film Rockers als zanger van een hotelband (Inner Circle zelf), naast andere Jamaicaanse zangers. Het verhaal heeft niet zoveel om het lijf, maar de soundtrack is geweldig. Ik ben heel zuinig op mijn vinylversie, maar dat terzijde.
Op 23 maart 1980 komen Miller en een van zijn zoons om het leven tijdens een verkeersongeluk. Dit was vlak voor de start van een Amerikaanse tour met Marley en The Wailers. De band vind nog wel een vervanger, maar de dood van Miller heeft teveel impact. Na de tour gooien ze de handdoek in de ring. Het jaar er na volgt er een soort herstart. In 1986 komt zanger Carlton Coffey er bij, en volgen hits als Bad Boys en Sweat (A Lalalala Long). Ik ben dan al een tijdje voorgoed afgehaakt.
Keuze Mirjam Geertsma: Echo & The Bunnymen – The Killing Moon (1985)
Ouwe jas
Het blijkt dat de 27 Club groter is dan ik dacht en Pete de Freitas bleek ook toegetreden te zijn! Ergens had ik dat helemaal niet door gehad. In 1989 had je nog geen internet en een krant kopen deed ik niet. Ik kon mijn geld toen beter gebruiken.
Pete de Freitas was de drummer van Echo & The Bunnymen; een post punk/new waveband uit Liverpool. Opgericht in 1978 nadat zanger Ian McCulloch door Julian Cope uit een band genaamd A Shallow Madness werd gezet. A Shallow Madness werd later herdoopt tot The Teardrop Explodes. Vooral de tweede en derde LP van Echo & The Bunnymen waren succesvol in de UK. In Nederland was het vooral een leuke alternatieve band voor zwartgeklede jongeren zoals ik. Pete de Freitas is inderdaad in 1989 verongelukt met de motor toen hij 27 jaar en 316 dagen oud was. Hij was toen net uit de band gestapt.
Ik had al jaren niet meer naar hun muziek geluisterd, maar ik las laatst een interessant en ook wel grappig artikel in The Guardian over Courtney Love. Tenminste, ik vond het leuk want ik ben fan van Courtney en haar band Hole. Courtney is ook de weduwe van een ander lid van de 27 Club. Kurt Cobain werd 27 jaar en 44 dagen oud en zat in de band met de meest normale bandnaam uit dit stukje, Nirvana. En wat is de link? Courtney, toen nog Love geheten, de dochter van een paar bloemenkinderen. En met een ongelukkige jeugd door onder andere de vechtscheiding van haar ouders en een verblijf in internaten, Ze vertrok op haar 17de via Dublin naar Liverpool, omdat ze weg wilde van San Fransisco en graag rondhing bij bands. Vooral The Teardop Explodes en Echo & The Bunnymen. In Dublin drong zij zich op aan Julian Cope en hij nodigde haar en haar vriendin uit om te komen logeren in zijn appartement in Liverpool. Hij vergat alleen te zeggen dat hij er zelf niet was. In Liverpool was op dat moment een levendige bandscene die allemaal samenkwamen in een tent met de naam Eric’s. Love/Courtney hing daar ook rond. Later vertelde ze in een interview dat zij de jas van Ian McCullough toen gestolen heeft. Zo een dikke wollen jas die toen populair was. Alleen Ian zelf zegt dat hij van niets weet….
Over het nummer The Killing Moon heeft Ian McCullough ooit gezegd dat hij het mooiste liedje ooit vond. Ik heb het vooral gekozen wegens het refrein dat start met Fate, up against your will. Dat is combinatie met het melancholie van het liedje leek mij wel passend.
Keuze Kees-Jan van der Ziel: Manic Street Preachers – Condemned To Rock And Roll (1991)
Veroordeeld tot rock n roll
Van de meest bekende leden uit de 27 Club heb ik het meest met Hendrix en Cobain, maar ik ben eigenlijk van mening dat daar wel genoeg over geschreven is. Ondanks dat in hun repertoire genoeg ondergewaardeerde pareltjes zijn, die vast de moeite van het belichten waard zijn. Over Robert Johnson is een aantal maanden geleden nog een battle geweest op deze site. Dat zelfde geldt trouwens ook voor Manic Street Preachers, al was die battle wat langer geleden. De liedjes die daaraan meedoen zijn allemaal verschenen na het wegvallen van gitarist en tekstschrijver van de band, Richie James Edwards in 1995. Hij was toen, je raadt het al, 27 jaar.
Edwards is een bijzonder geval in de 27 Club, omdat de overige leden van de Preachers nog steeds 25 procent van hun royalty’s storten op een rekeningnummer van hem, voor als hij ooit zou komen. Je leest het allemaal maar eens na op Wikipedia, maar niemand weet voor 100 procent zeker dat hij dood is. Doordat hij door zijn ouders in 2008 legaal en officieel dood is verklaard, hoort hij sindsdien aan de club van artiesten die op hun 27 jarige lijftijd zijn overleden.
In het prille begin van de carrière van de Preachers, is Edwards als beste vriend van bassist Nicky Wire, de functie toebedeeld als roadie en chauffeur. Echter mede doordat hij cum laude is afgestudeerd in politieke geschiedenis blijkt hij een voortreffelijke liedjesschrijver te zijn. Niet alleen schrijft hij over Thatcher en kapitalisme, maar ook over zijn depressiviteit. Hij wordt officieel lid van de band, als 2de gitarist, maar kan eigenlijk nauwelijks gitaar spelen. Hij doet zelfs ook de meeste interviews met de media. Niet alleen depressiviteit teistert Edwards, ook snijdt hij zichzelf met enige regelmaat. Hij beweert zelf dat hij zijn zorgen vergeet als hij zich snijdt of een peuk uitdrukt op zijn arm. Door de pijn voelt hij zich dan rustiger. Op 15 mei 1991 vraagt een journalist hoe serieus hij is met de band. De Preachers hebben dan net hun eerste EP uit. Hij snijdt 4 real in zijn arm en moet daarna opgenomen worden in het ziekenhuis, waar hij 17 hechtingen krijgt.
Na de EP en wat gedoe met platenmaatschappijen komt hun eerste langspeelplaat uit, die Generation Terrorists heet met onder andere de klassieker Motorcycle Emptiness. Geen onbekende in de Top 2000, en terecht uiteraard. Het laatste nummer van de plaat, is een beetje anders dan de rest. Muzikaal gezien omdat het een geweldig proggy middenstuk heeft wat een stuk lastiger te spelen is dan het meeste van hun repertoire. Wellicht is dat de reden dat er bijna geen live uitvoeringen van zijn. Daarnaast bevat het een soort gedicht van Edwards waarin hij beschrijft hoe hij omgaat met zijn depressies. Het lied draagt de pakkende titel: Condemned To Rock ‘N Roll.
Lips I kiss just another plague
Love can’t fix the hole they made
Condemned to rock n’
Condemned to rock n’ roll
Hoeveel liefde is ook krijg of seks, niks kan mijn depressiviteit weghalen. Het nummer eindigt met:
Lips I kiss just another plague
Lips I kiss just another plague
Love can’t fix the hole they madeSterile like a line of piss, motherfucker
Review with avant garde lips, you’re just a motherfuckerThere’s nothing I want to see
There’s nowhere I want to go
Zeker de laatste twee zinnen maakt duidelijk dat de wanhoop nabij is. Als je nergens meer naar toe wil en niemand meer wil zien, dan is het wel heel ernstig met je gesteld. De wetenschap dat Edwards voor 99 procent zekerheid, zichzelf daadwerkelijk uit zijn leiden heeft verlost, maakt het een droevig verhaal.
Maar niet als je naar de muziek luistert, want het is echt een dijk van een nummer, met geweldige gitaren en de energie spat er vanaf. En dat is nou net waar het omgaat denk ik. De enige manier om nog om te gaan met zijn ziekte is de muziek. En ik denk dat het een rode draad is voor alle leden van de 27 Club. Het zijn allemaal jonge mensen, die in relatief korte tijd om hebben moeten gaan met de drukte van het bekend zijn. De druk die dat met zich mee bracht, vielen hun allemaal erg zwaar. De muziek is wat hun op de been hield, maar niet de rest er om heen. They were all condemned to rock n roll. Mogen jullie allen de rust vinden die jullie nodig hadden en dank je wel voor jullie muziek!
Keuze Marco Groen: Hole – Rock Star (1994)
Naamsverwisseling
Het lijkt wel een stelselmatigheid te zijn: grunge+Seattle+drugs= een vroege dood. Zowel Andrew Wood, Kurt Cobain, Layne Staley, Mike Starr, Chris Cornel als Scott Weiland hebben hun best gedaan om bovenstaande vergelijking te bewijzen. Het ‘goede’ voorbeeld werd vanzelfsprekend al eerder gegeven door Jimi Hendrix, een van de meest prominente leden van de Club van 27, die eveneens uit Seattle afkomstig is. Maar… hoe zit het dan met de mensen die menstrueren? In hoeverre deelden vrouwen mee met deze vreemde hype?
Het antwoord hierop is: volop. Zoals al eerder beschreven in een blog op deze site stierf Demri Parrot, de voormalige vriendin van Layne Staley (Alice In Chains) aan de gevolgen van drugsgebruik. Parrot is nu niet direct een muzikant, maar bewoog zich wel prominent in de grunge-kringen. Een andere vrouw die wél een gitaar kon vasthouden én elke variabele van bovenstaande som heeft ingevuld was Kristen Pfaff. Ze moest er wel voor verhuizen: de dame komt oorspronkelijk uit Buffalo, New York en kwam via Minneapolis,waar ze de basgitaar heeft leren spelen, in Seattle terecht. Oorspronkelijk wilde zij dit niet; in Minneapolis had zij het prima naar haar zin met de band Janitor Joe. Het nadeel van het hebben van talent is echter dat dit andere mensen ook kan opvallen. De bassiste werd tijdens een tour gescout door Eric Erlandson en Courtney Love van de band Hole. Het was uiteindelijk pappa Pfaff die Kristen overhaalde om zich aan te sluiten bij die laatste band, want daar zat wat meer potentie is dan Janitor Joe.
Dat ging een tijdje goed. Het Seattle-tijdperk was voor Pfaff een creatief vruchtbare periode en ze werd dikke vrienden met Erlandson en Love. De muziek was net zoals de bandleden: eigenwijs en confronterend. So far, so good (so what!) Het grote minpunt was echter dat vrijwel haar hele omgeving uit junkies bestond. Naar verluidt deed iedereen mee aan het amfetamine- en heroïnecircus. Drugs gingen (en nu gaan we op herhaling) over de toonbank alsof het kattenvoer betrof. Volgens ingewijden deed Parrot daar wel aan mee, maar toch met wat minder enthousiasme dan anderen. Het maakte helaas geen verschil voor het eindresultaat. Op 16 juni 1994 werd de dame dood aangetroffen in haar appartement door een vriend met wie ze die dag naar Minneapolis zou gaan. Op de vloer werden drugsspuiten en andere hulpmiddelen aangetroffen. Gezien haar leeftijd kon ze meteen haar lidmaatschapskaart van de 27 Club ophalen.
Het nummer Rock Star is een exemplarisch voorbeeld van de wereld van Hole. Het nummer had de afsluitende track moeten worden van het album Live Through This, ware het niet dat het nummer deze tekst bevat:
How’d you like to be Nirvana?
So much fun to be Nirvana
A barrel of laughs to be Nirvana
Say you’d rather die
Oh, you’d have to try
Oh, do you try?
Vlak voor de releasedatum stierf Kurt Coban, man van Courtney Love en vriend van de rest van de band. De tekst lag dus opeens wat gevoelig, waarop de band acuut besloot om dit nummer te vervangen voor het iets minder persoonlijke Olympia. Jammer genoeg had de drukkerij de persen al laten draaien en zo gebeurde het dus dat het nummer Olympia (hoofdstad van de staat Washington) voortaan door het leven ging als Rock Star. Hieronder hoor je het originele nummer.
[polldaddy poll=10570338]