André van Duin zong ooit eens dat ‘alles er anders uit ziet als de zon schijnt’. Maar donkere hemelen met krakende donderflitsen hebben ook hun charme en zijn een rijke voedingsbodem voor melancholieke liedjes. Of toch niet? We hebben de mogelijkheden eens op een rijtje gezet.

Keuze Jan-Dick den Das: The Kinks – Johnny Thunder (1968)

Voorbeeld

Inspiratie haalde hij uit een film waarin Marlon Brando een hoofdrol vervulde; hij zou daar niet de enige in zijn. Marlon Brando speelde daar Johnny Strabler, Elvis gebruikte die rol bijvoorbeeld voor zijn Jailhouse Rock. En de hij waar ik het net over had is Ray Davies van The Kinks. Een band opgericht in 1964, 55 jaar geleden alweer. Hun derde album met de prachtige titel The Kinks Are the Village Green Preservation Society herbergde een nummer over ene Johnny Thunder. Johnny lijkt niet te doorgronden, woont in een klein dorpje. Ontzag voor niemand en gaat graag op de vuist al het hem niet zint. De donder en bliksem in eigen persoon.

Johnny wil van geen wijken weten, als een lichtschicht over de snelweg, met zich zelf afgesproken dat hij niet wil eindigen als de rest.

Though everybody tried their best,
Old Johnny vowed that he would never, ever end up like the rest.
Johnny Thunder rides the highway, moves like lightning.
But sweet Helena just says,;God bless Johnny

Johnny Thunder: Ray Davies haalde zijn inspiratie van het witte doek, Pete Townsend van The Who (go to the mirror) haalde zijn inspiratie weer uit Johnny Thunder. Luister eens naar beide nummers en dan vooral de eerste maten. Niet gekopieerd maar zoals gezegd vooral geïnspireerd. Ach het zou Johnny niet zoveel uitmaken, hij ging toch zijn eigen gang. En zijn Helena zich zorgen makend en hopend en biddend op een goed einde.

En vaak weet je niet hoe het verder gaat met de held van het lied maar in dit geval wel. Jaren later komt Johnny terug in het werk van The Kinks. In het nummer One Of The Survivors horen we hoe het met hem gaat. Toch wel dondersmooi gedaan van die Ray Davies.

He’s one of the survivors,

The motorbike riders.
You ought to see Johnny Thunder
Riding down the highway
One of the rock and roll survivors,
Twelve bars flowing through his brain.
He digs Jerry Lee Lewis, Dion and The Belmonts,
And Johnny and The Hurricanes

Keuze Marcel Klein: The Common People – Soon There’ll Be Thunder (1969)

Stilte voor de storm

 In deze tijd van het internet en social media zal het niet zoveel meer voorkomen. Een band waarvan men toen eigenlijk niet goed wist wie er achter zat. Nog gekker, deze Californische band maakte een album (Of The People, By The Peope, For The People), maar hun platenmaatschappij Capitol bracht het album eerst niet uit en uiteindelijk toen het uitgebracht werd, bleef het zo onder de radar dat dit (concept) album een echte obscuur item is en zeker eind 60’er jaren erg lastig te vinden was.

Als je zo wordt behandeld door de platenmaatschappij is het niet wonderlijk dat de band uit elkaar viel en het album eigenlijk pas in 2006 echt uitgebracht is. Inmiddels leven ook niet meer alle leden en zal er ook verder geen promotie meer voor gemaakt worden.

Dan is het ook nog zo dat de productie wordt toegeschreven aan de bekende producer David Axelrod, later zou zijn muziek veel worden gesampled door hiphop artiesten, maar het feit is dat ondanks dat zijn naam genoemd wordt, hij met dit album eigenlijk niets te maken had. Veel onduidelijk dus, maar de muziek maakt veel goed.

Invloeden van The Doors en The Moody Blues, maar ook op het album wat meer improvisatie. Het nummer Soon There’ll Be Thunder heeft wel een Moody Blues-vibe en klinkt ook echt zo. Dit nummer blijft wel hangen en hoort een podium te krijgen. Bij deze dus. In 2012 is dit nummer ook nog gecovered door Ulver.

Als je het hebt over donder, onweer, storm en regen, ben je bij dit nummer dus aan het verkeerde adres. Rustige muziek die eerder klinkt als stilte voor de storm. Het moment dat je voelt de bui zo kan losbarsten, de donder in de lucht hangt, het moment dat je hoort dat het harder gaat waaien, de eerste regendruppels tegen het raam aantikken en de lucht langzaam donker wordt. Op dat moment stel ik mij deze band voor, die langzamerhand de stilte opvult.  En als dan de klanken wegsterven, begint het te regenen en te waaien. Hoor ik daar de eerste onweersslag?

Keuze Willem Kamps: Stray – After The Storm (1972)

Nog nat achter de oren

Noodweer, storm en bliksem en regen, veel regen. Dan, de stilte. Del Bromham van Stray draait het om, althans, er is altijd een voor en een na. Hij benoemt de stilte ná de storm: There’s always the quiet – after the storm, al houden Del en zijn kompanen het niet bepaald stil. Een vette mid-tempo bluesy gitaarriff is de stevige basis met daaroverheen het rauw-hese stemgeluid van Steve Gadd. Halverwege na weer een donderslag gaat het tempo omhoog en kan gitarist Bromham verder freaken. Heftige omstandigheden.

After The Storm is het tweede nummer van Saturday Morning Pictures, het derde album van Stray. Hoe vaak en hoe lang heb ik niet naar de binnenhoes gekeken, vol met jeugdfoto’s van de bandleden, waarvan het raden was wie nou wie was, de bassist, de drummer? Foto’s uit de vroege jaren zestig, waarvan ik meende dat het de pictures uit de albumtitel waren. Niets is minder waar. De Saturday Morning Pictures blijken een fenomeen uit de jaren veertig en vijftig te zijn. Matinees voor de jeugd, zodat pa en ma rustig de boodschappen konden doen.

Een jaar nadat Del Bromham van zijn ouders zijn eerste gitaar had gekregen, een Hofner Compensator, richtte hij Stray op. Veertien waren ze. Nog nat achter de oren maar te oud voor de zaterdagochtendfilms begonnen Bromham en Gadd met medescholieren Gary Giles en Steve Crutchley een band die vandaag de dag na enkele pauzes en personeelswisselingen nog altijd bestaat.

Live wordt Stray alom gewaardeerd, in hun beginperiode pionierend met lichtshow en vuurwerk. Ze doen voorprogramma’s van Groundhogs (ook ondergewaardeerd), Ten Years After, Status Quo en Black Sabbath en staan twee jaar achteren op de mainstage van Reading. Echt commercieel succes bleef echter uit ondanks enkele prima albums. Ook de voorganger van Saturday Morning Pictures, Suicide, en opvolger Mudanzas mogen er zijn, waarvan Come on Over al klinkt als Oasis terwijl de Gallaghers amper uit de luiers waren.

Meteorologisch gezien had Stray de wind flink in de rug in de eerste helft van de jaren zeventig. In ’77 is de storm over en valt de eerste stilte; de band wordt ontbonden. Het is telkens Del Bromham die de band opnieuw leven inblaast, maar wervelen doet het niet meer. Het blijft bij fletse briesjes waarvan Beaufort niet wakker ligt. Toch, Del Bromham, inmiddels 67, schnabbelt en schmiert er nog lustig op los. Succesvol of niet, hij doet al 53 jaar datgene waar ie lol aan beleeft, en dat, ja dát kunnen we niet allemaal zeggen.

Keuze Tricky Dicky: Electric Light Orchestra – Concerto For A Rainy Day (1977)

Na regen komt zonneschijn

In 1974 sloeg ik stijl achterover van Eldorado van Electric Light Orchestra. Wat een plaat! Heerlijke bombast en orkestratie. Steengoede liedjes. De opvolger had helaas niet de brille van de voorganger, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik dit album elke keer weer beter vind wanneer ik het draai. Het daaropvolgende A New World Record is fantastisch, maar Out Of The Blue overtrof dit.

Grijs gedraaid heb ik de dubbelelpee. Letterlijk, want ik was genoodzaakt het album op ceedee aan te schaffen. Met name kant 3 waar Concerto For A Rainy Day opstond. Bijna 19 minuten muzikale perfectie waar Jeff Lynne’s adoratie voor The Beatles overduidelijk aanwezig is. Mr. Blue Sky werd een hit, maar eigenlijk zijn alle vier tracks van kant 3 onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze hele zijde is gebaseerd op het weer en de invloed hiervan op ons humeur. Iets uit persoonlijke ervaring van zanger Jeff Lynne die tijdens een verblijf in een Zwitsers chalet in de stromende regen liedjes voor het album aan het componeren was.

De regen en onweer aan het begin van Standin’ In The Rain werd door Lynne tijdens een donderbui opgenomen en tijdens een onweerslag hoor je de woorden Concerto For A Rainy Day (vervormd) genoemd worden. Big Wheels en Thunder And Lightning borduren verder op het thema, maar met Mr. Blue Sky komt na de regen de zonneschijn en langzaam verandert het weer naar zonnig op de plaat. Lynne weet het melancholieke gevoel tijdens een mega-regenen onweersstorm perfect te vertalen.

Keuze Der Webmeister: The Clash – Lightning Strikes (Not Once But Twice) (1980)

Lappendeken

Punk is verandering, als je het mij vraagt, en als één punkband dat donders goed heeft uitgedragen is het wel The Clash. Weliswaar in 1976 gestart als punkband in het beperkte idioom van het genre, maar in de loop der jaren als een bliksemschicht alle muzikale kanten op gestuiterd, steeds de grenzen verleggend, zichzelf opnieuw uitvindend. London Calling uit 1979 was al een aardig voorproefje van The Clash als muzikale melting pot,maar als een donderslag bij heldere hemel was daar in 1980 de driedubbel-LP Sandinista!: een onbetwistbaar hoogtepunt in het oeuvre van The Clash. Drie stuks vinyl met een bonte lappendeken aan stijlen: Funk, Reggae, Jazz, Gospel, Rockabilly, Folk, Dub, Rhythm & Blues, Calypso, Disco, noem het maar op, maar wel steeds met dat herkenbare Clash-geluid, niet in het minst vanwege de lispelende zangstem van Joe Strummer.

Op dat album Sandinista! prijkt het nummer Lightning Strikes (Not Once but Twice), waarin de band een haat-liefde ode brengt aan de stad New York: de enorme culturele diversiteit, de dynamiek, de tomeloze energie; precies die eigenschappen komen langs die The Clash zelf ook bezit. Maar ook de donkere zijde horen we langskomen: de verloedering, het geweld, harddrugs. Lightning Strikes is zo’n beetje het eerste Rap/Hiphop nummer van The Clash, en niet geheel onverdienstelijk. Wie goed luistert zou haast kunnen concluderen dat het simpelweg een Spoken Word-cover is van The Magnificent Seven.

De titel lijkt vrijwel zeker te refereren aan de grote stroomstoring in New York van juli 1977, toen kort achter elkaar de bliksem twee keer insloeg in cruciale delen van de stroomvoorziening van New York waardoor de complete stad meer dan 24 uur zonder stroom kwam te zitten, midden in een hittegolf met temperaturen van boven de 40 graden Celsius. Er werd tijdens deze Black-Out op grote schaal geplunderd en brand gesticht. Dezelfde stroomstoring werd in 1978 ook al door The Trammps werd bezongen in The Night the Lights Went Out.

Keuze Carlo Deuten: Normaal – Deurdonderen (1982)

Gewoon Deurdonderen!!

Een  zaterdagavond ergens begin jaren ’80. Na het eten onder de douche. Daarna pyjama aan en met gekamde haartjes voor de buis. Bakje chips en glaasje limonade binnen handbereik. Een vast ritueel. Maar deze zaterdagavond is toch net even iets anders dan normaal. Voor het slapen gaan mag ik nog even samen met mijn ouders naar buiten. Het is schemerig. Een warm briesje waait door mijn haren.  In de verte klinkt muzikaal geschut. Bekende klanken. Normaal is in de buurt! De muziek van de Achterhoekers galmt over het Dréentse plattelaand. Ik vind het best spannend. Het schijnt er nogal ‘roeg an toe te gaon’ bij de concerten van Normaal. Je pikt als klein jochie weleens wat op. Dat gevoel wordt versterkt door de verhalen van mijn oom. Hij gaat elk jaar naar het Lochem Festival. Heilige grond! Daar begint het halverwege de jaren ’70 voor Bennie en consorten. De Normaal LP’s worden ook steevast door mijn oom gekocht. It’s all in the family. Als Oerend Hard op de radio is zet mijn vader ‘m daadwerkelijk op standje Oerend Hard. In  die tijd koop ik mijn eerste Normaal-singletjes.

Blijkbaar maakt Deurdonderen de meeste indruk. Jaren later vind ik een tekening terug. Een tekening met mijn eigen interpretatie van de bekende ‘Deurdonderen’ hoes. De bliksemflitsen en natuurlijk de naam van de band. Het bijbehorende landschap laat ik achterwege.  Pas dan valt het me ook dat op de tekening Buizerd Berend staat in plaats van Buizen Berend. Das ja niet normaal! Ach dat buizen is sowieso tot op de dag van vandaag niet echt aan mij besteed. Live is life.

Een zaterdagavond ergens begin jaren ’90. Na het eten  even snel douchen en op pad. Vroeger dan normaal  het geval is. Geen (bijna) nachtelijke fietstocht richting de plaatselijke discotheek. Vroeg op de avond op fietse richting de vriendenploeg en dan samen naar de eindbestemming. Een grote feesttent in een weiland. Er hangt letterlijk en figuurlijk iets in de lucht. De spanning is letterlijk voelbaar. Normaal is back in town. Allemaal ‘goed te passe’ richting de feesttent. Op fietse of met de trekker met kiepkar. Niet gevuld met bieten of aardappelen maar met enthousiaste Normaal-fans. As dat maor goed giet! Kom maar op Bennie!

Er hangt ook figuurlijk iets in de lucht. Na een warme dag voelt het klam en benauwd aan. Een dreigende lucht. In de verte donkere wolken. De donder rolt. Het lijkt of het onweer op elk moment kan losbarsten. Eerder op de avond heeft het al geonweerd. Hoogspanning! In de tent gonst het. Het duurt even voordat Normaal het podium betreedt. Als snel wordt duidelijk dat eerder die avond achter de tent de bliksem is ingeslagen. Letterlijk wel te verstaan, want in de spreekwoordelijke zin van het woord gebeurt dat wel vaker. Achter de tent oftewel brommers kiekn op zien Dreents. De dreigende lucht blijft. Alleen het gerommel buiten wordt al snel overstemd door Normaal. Code rood, oranje of geel bestond toen waarschijnlijk nog niet. Alleen code geel vanwege het overtollige gerstenat dat door de lucht vliegt. Een sterk aroma van bier en zweet vult de tent. Een vaal shirt, een olde spiekerbokse en de legerkisten met stalen neuzen zijn geen overbodige luxe. Met terugwerkende kracht zie ik het plaatje voor mij. De hoes van Deurdonderen gesitueerd in Drenthe. Geen afbeelding van een Achterhoekse dorpje met kerktoren. Een feesttent in een weiland in Zuid Oost Drenthe. In plaats van de kerktoren slaat de bliksem achter de tent in. Onweer of niet. Gewoon Deurdonderen.

Nog één keer deurdonderen. Zaterdagavond 19 december 2015. Høkers Aller Landen verenigt u. Het Gelredome in Arnhem wordt ingenomen door de aanhangers. De Gelderse voetbaltempel lijkt niet voorbereid te zijn op deze invasie. Al snel moet de drank en voorraad overige versnaperingen worden aangevuld. Even wachten voordat de vette hap arriveert. Gelukkig begint het concert nog niet. Alhoewel!? Terwijl de eerste vette hap wordt genomen telt Bennie van 1 tot 40. Snel richting de arena waar de strijd al gauw losbarst. Bennie zweeft zittend op zien Norton (of is het BSA?) boven het publiek richting het podium. De haan kraait en dan weet iedereen hoe laat het is. Het afscheidsfeest kan beginnen. De toon is gezet. Het publiek is in extase. Van begin tot eind wordt luidkeels meegezongen. Het bier vliegt door de lucht. Ontblote bovenlijven. Schouder aan schouder. Grote kerels met een klein hartje. Jong en oud. Drie generaties die genieten. Vreugde maar ook ruimte voor emotie. Niet alleen voor fans maar ook voor de band. Groots rockend op het podium maar ook klein en intiem op een klein podium tussen het publiek. Machtig mooi om te zien en mee te maken. Een rollercoaster.  Na ruim 2 uur is het tijd voor het slot-akkoord.

De laatste drie nummers. De dondert rolt. De bliksemflitsen verlichten het podium. Vergezeld door de aanzwellende drums  van Timo Kelder. De spanning wordt opgebouwd. Bennie laadt zich aan de zijkant van het podium nog even op. Een diepe buiging van de drummer richting het publiek met een goedkeurend duimpje van de frontman. Na het kenmerkende basloopje van, rots in de branding, Wimken van Diene barst het muzikale noodweer los. Roel Spanjers gaat tekeer op de toetsen en Jan de Ligt laat zijn sax scheuren. Het dondert en ’t bliksemt en het regent meters bier. Maar dan wel op zien Achterhoeks. Bennie straalt en geniet en probeert nog één keer alles uit de kast te halen. De vermoeidheid slaat zichtbaar toe. Nog één keer gas geven met Oerend Hard en, letterlijk en figuurlijk, het licht uit doen met de ballade van een muzikant.

En dat deurdonderen? Dat dut Bennie nog steeds. Allent dan in zien eigen tempo. Maar dat lek mij vrij normaal veur een 73 jaorige olde rocker! Ondergewaardeerd? Als het an de anhangers ligt zekers niet. Blaksem zul mien overgrootopa zeggen.

Keuze Edgar Kruize: Prince & The New Power Generation – Thunder (1991)

Herwaardering

Met de hele Diamonds And Pearls-periode van Prince heb ik een haat-liefde verhouding. De tournee is er eentje waar ik half Europa voor doorkruiste, toch herinner ik me vrijwel niets meer van die shows. Zin mijn hoofd zijn ze één geheel geworden. Het album komt nog maar zelden… Nou ja, wie hou ik voor de gek… Het album komt nooit meer de kast uit. Toch hou ik wel een zwak voor één track en dat is album- en showopener Thunder.

Het nummer is op zich geen echte hoogvlieger, maar je moet het ook in de tijd zien. Het album waarop het staat kwam uit toen ik net volledig in de hardrock en grunge verloren was geraakt. In dezelfde periode verschenen No More Tears van Ozzy Osbourne, beide Use Your Illusions vvan Guns N’ Roses, Ten van Pearl Jam, Nevermind van Nirvana, Screamadelica van Primal Scream, Blood Sugar Sex Magic van Red Hot Chili Peppers en Badmotorfinger van Soundgarden. Albums waar ik direct dol op was en die de nieuwe van Prince in één klap heel oubollig deden klinken.

Maar live opende hij de show met Thunder en toen viel het kwartje wel ineens. Prince maakte er een verzengende rocker van waarin direct alle registers open gingen. De gitaar rukte je oorschelpen van het hoofd, de donderende drums klonken alsof het noodweer daadwerkelijk in de zaal was losgebarsten en ondanks alle show er omheen was de uitvoering rauw. Het was fantastisch! De albumversie klinkt daarmee vergeleken wat tam en overgeproduceerd. Toch zit er nu ik er ruim ene kwart eeuw later weer naar luister veel meer in dan ik in eerste instantie had gehoord. Dat ‘meer’ komt pas na een jarenlange analyse van ’s mans werk, dus het zal meer mensen over het hoofd gevlogen zijn.

In 1988 declameerde Prince in het nummer Anna Stesia Love Is God, God Is Love. Gek genoeg komt decennia later bij mij pas dat waar Prince in Thunder ‘Love’ zingt, hij gewoon ‘God’ bedoelt.

Love, nobody knows just how it was born, love first came 2 me with the radio on.

Ik heb her en der gelezen dat mensen vermoeden dat Prince hier de openbaring bezingt die hij tijdens de slechte trip had die hem deed besluiten The Black Album terug te trekken. Ik vermoed dat het zelfs verder terug gaat. Prince heeft, zo stelde hij in 2009 in een interview, tot zijn zevende last van epileptische aanvallen hebben gehad (dat bezingt hij ook in The Sacrifice Of Victor op het Symbol album overigens) en dat was voorbij nadat hij door ‘een engel’ werd bezocht. Dat verhaal lijkt verdacht veel op wat hier wordt bezongen. Daarnaast vind ik ook dat radio-zinnetje uitermate interessant. God die via de radio binnenkomt is een thema dat veel vaker wordt bezongen, ook door andere artiesten (God Is In The Radio van Queens Of The Stone Age, I Of The Mourning van Smashing Pumpkins bijvoorbeeld – die laatste heb ik al eens in een battle ingebracht. De dialoog met God (Don’t do it like that. Do it like this) sluit ook wel aan op de dialoog in Temptation (Oh silly man, that’s not how it works). Bijzonder zo veel jaar na de originele release het kwartje pas valt bij me.

Ondergewaardeerd? Nou ja, door mij in ieder geval wel. De gitaren zijn toch wel lekker zwaar en log, maar zeker tegen het einde (nadat het nummer na ruwweg drie en een halve minuut eigenlijk wel klaar is) gaan ze een mij nooit eerder opgevallen duel aan met meer lichte tonen die er op volgen. Eigenlijk zoals onweer ontstaat door botsende warme en koude lucht. Al moet gezegd dat Thunder mij wel ietsje te lang doorgaat, verder een erg puike albumopener waar veel meer in zit dan ik me herinner.

Keuze Alex van der Heiden: Apocalyptica – Enter Sandman (1996)

Mooi, weergaloos, maar ook angstaanjagend

Waterpop in Wateringen is één van de mooiste festivals van Nederland. Uiteraard zijn er de grote festivals zoals Lowlands en Pinkpop die heel mooi zijn, maar van de regionale festivals vind ik Waterpop een pareltje. Grote bands als Radiohead, Faithless en Manic Street Preachers traden er op, vaak vlak voordat ze écht doorbraken. Dus zorg dat je er bij bent op Waterpop om grote artiesten te ontdekken. Sinds mijn veertiende ongeveer was ik erbij en onder andere getuige van eerder genoemde bands. Ook was ik getuige van Nederlandse bands die inmiddels een cult-status hebben zoals The Serenes en Spasmodique.

Een editie die ik nooit zal vergeten was in 2001. Donkere wolken trokken samen boven het Hofpark in Wateringen. Van een beetje water schrikken Westlanders niet zo snel terug en het doet de plaats in kwestie zelfs eer aan. Echter het werd zwart, het werd ook windstil en Apocalyptica betrad het podium. Sinister klonken de eerste tonen van dit Cello kwartet, om vervolgens vol vuur te gaan strijken.

Na enkele Metallica nummers begon de regen en stak de wind op. In de verte lichtte het zo nu en dan op, en de festivalbezoekers zag je zorgelijk kijken van Apocalyptica naar de lucht en weer terug. Toen brak de hel los met Enter Sandman: exit light een lichtflits Enter night een donderslag die samenviel met de pompende cello’s.

Somethings wrong, shut the light
Heavy thoughts tonight
And they aren’t of Snow White
Dreams of war, dreams of liars
Dreams of dragon’s fire

Tenten moesten vastgehouden worden en bezoekers kropen bij elkaar onder de bomen van het Hofpark, terwijl Apocalyptica snoeihard en vol overgave doorzaagde om hun cello’s naar apocalyptische hoogte te brengen…. En het was mooi, het was weergaloos, maar ook angstaanjagend. Of het verantwoord was, weet ik niet, maar terugkijkend was het in ieder geval onvergetelijk.

Keuze Alex van der Meer: Dorian – La Tormenta De Arena (2009)

Wat een muziek! Dansen in de storm.

Ver in het zuiden is het schone Spanje. Het land van Pablo Picasso en paella. Maar ook het land van de heerlijke muziek. Eind vorig jaar was ik met name erg onder de indruk van het album van Rosalia, maar er zijn natuurlijk nog veel meer acts om naar te luisteren. Zo is daar ook een band uit Barcelona met de naam Dorian.

Dorian is natuurlijk ook de naam van de storm die zeer recent met name heeft huisgehouden op de Bahama’s en waarvan vroeg duidelijk was dat het zeker niet over Alabama zou gaan. De band is wat dat betreft een stuk vriendelijker. Hun leukste nummer is voor mij La Tormenta De Arena. De titel is ook stormachtig, dus qua bandnaam en titel van het nummer zit ik hier wel goed.

Dorian bestaat vanaf 2002 en is behoorlijk populair in eigen land. Maar ook in Mexico, Argentinië, Canada en in de U.S.A. zijn ze geen onbekenden. Op Spotify heeft de band een playlist staan met liedjes van acts waardoor ze erg geïnspireerd zijn. Daar zie je dan namen staan als Indochine, Hot Chip, New Order en Underworld. Dit maakt gelijk duidelijk hoe het geluid van de band zelf is. We hebben het hier dus over indie pop met een dikke vette dansbare electro-saus.

Vaak is de muziek van Dorian lekker catchy. Maar heel eerlijk, het is niet altijd overweldigend. Het klinkt soms wel eens wat te eenvoudig. De composities weten niet in alle gevallen te boeien. Af en toe lijk ik zelfs naar een soort van electro-BLØF te luisteren. Echter bij La Tormenta De Arena valt veel – zo niet alles – wél op zijn plek. Vanaf de eerste beluistering is het raak. Je hoort de populaire hitpotentie, maar dat kan je als muzieksnob nu even geen fluit schelen. Het is gewoon ontzettend lekker! Met deze stormwind wil je wel even meewaaien. Je kunt het een guilty pleasure noemen. Een nummer om je hoofd mee leeg te maken, en een plek om heen te gaan als het heel erg stormt.

Keuze Marco Groen: Heidevolk – Dondergod (2010)

Hamertje Tik

Donar/Thor, vroeger in deze streken een grote jongen, maar tegenwoordig reikt zijn populariteit niet verder dan een quasi-grappige rol in het Marvel Universum, waarin hij onder meer tegen groene mannetjes vecht. Een gegeven dat nergens in de Edda terug te vinden is. Het is een beetje ondankbaar, want tot op de dag van vandaag is de zoon van Wodan/Odin verantwoordelijk voor het spektakel dat wij bliksemschichten en donderslagen plegen te noemen. Vroeger werd de man iets meer op zijn waarde geschat: we hebben zowel het woordje donder als donderdag naar de Germaanse god vernoemd.

Gelukkig is er een band die regelmatig, onder het genot van een kruikje mede, de Germaanse mythologie, de natuur en diverse folklore in het zonnetje zet. Deze band heeft de toepasselijke naam Heidevolk. Skalden van de moderne tijd. Een dikke plus is dat ze voornamelijk in hun moerstaal de goden- en heldenliederen ten gehore brengen. Dit doen ze niet volgens de oorspronkelijke, doch  verouderde vorm van ritme en alliteratie, waar de onze verre voorouders gek van waren, maar spelen een muzieksoort die ze zelf als ‘Viking- of Folkmetal’ omschrijven. Hoewel men ook niet vies is van een meer klassieke vorm waarbij ze gebruik maken van ‘truukjes’ op vocaal gebied die toch sterk doen denken aan tijden waarin men nog gezellig tegen elkaar ging liggen onder een berehuid, terwijl er verhalen werden verteld van reusachtige wolven, Koning Radboud, trollen en meer van dat soort leuks.

Het nummer Dondergod gaat over de Dondergod. Het verhaalt van de favoriete hobby van Donar: vechten tegen de IJsreuzen. In de – soms lastig te doorgronden – oude mythologische verhalen staan de reuzen symbool voor destructie en chaos. Iets waar geen zinnig mens behoefte aan heeft. Het werk van Donar was (en is) dus nuttig voor ons allen! Het is dan ook volkomen terecht dat Heidevolk een ode brengt aan deze koninklijke lomperik. Een sappig detail is trouwens dat zijn adoptiebroertje Loge/Loki zelf uit een reuzenest afkomstig is. Het is dan ook een enorme doerak.

Keuze Joop Broekman: Gary Allan – Every Storm (Runs Out Of Rain) (2013)

Ooit komt het weer goed

Tsja. Een song vinden over slecht weer, die niet iedereen kent, en ook niet in de Top-2000 staat. Met gezongen tekst, ook nog. En een waar je een beetje fatsoenlijk verhaal bij kan bedenken. Dan rest er nog maar één ding. Juist, een digitale zoektocht.

Dan is de kans groot dat je op bagger stuit. Maar soms is bagger heel fijn. Vooral als het van die zoete, kleffe bagger is. Vol met clichés. Net effe dat ene pareltje vinden waar je verliefd op wordt. En dan is het eigenlijk geen bagger meer, vind je al snel. Dan verdiep je je in iemands verhaal. Heerlijk.

Heel af en toe moet ik toegeven aan moderne Country. Het soort dat tussen Americana en line dance shit in zit, zeg maar. Geen bijzondere teksten, maar hey…voor Noel Gallagher heb ik ook een zwak. Al zoekende kom ik Gary Allan tegen. Deze in Californië geboren Amerikaan krijgt al vroeg de liefde voor gitaarmuziek mee van zijn ouders. In 1996 scoort hij met zijn eerste album Used Heart For Sale al goed. Het poppy Country-geluid is een lekkere combinatie met alledaagse teksten en zijn ietwat rasperige stem. Een succesvolle formule, blijkt al gauw. Negen platen brengt hij uit, waarvan de laatste (Set You Free) in 2013. Daarna blijft het wat stil, omdat de paar singles die dan volgen, niet zo heel veel doen. Het zorgt er zelfs voor dat de release van zijn tiende schijf uitgesteld wordt.

Op 25 oktober 2004 zet hij zijn gitaar even opzij. Zijn zwaar depressieve en aan migraine lijdende vrouw Angela pleegt zelfmoord. Om dit heftige verlies te verwerken gaat hij een paar maanden later toch weer aan de slag. Het album Tough All Over staat dan ook volledig in het teken van het verwerken van de rouw om de dood van zijn echtgenote.

De teksten van Gary zijn zeker niet de allermoeilijkste, maar in deze tijden zoeken mensen nu eenmaal houvast. En Gary biedt je die houvast. Want een storm houdt op als er geen regen meer is. Pijn vervaagt wel weer. Er is meer, daarbuiten. Ga maar kijken. Kop omhoog in de wind. En wees niet bang om te vallen. Straks sta je er weer beter voor. Een heel erg simpele tekst. De muziek erbij is ook niet al te moeilijk. Maar het werkt

So hold your head up and tell yourself that there’s something more
And walk out that door
Go find a new rose, don’t be afraid of the thorns
‘Cause we all have thorns
Just put your feet up to the edge, put your face in the wind
And when you fall back down, keep on rememberin’
Every storm runs, runs out of rain
Just like every dark night turns into day
Every heartache will fade away
Just like every storm runs, runs out of rain

Keuze Jeroen Mirck: Jeffrey Lewis & Los Bolts – Thunderstorm (2015)

Kabbelend

Wie een liedje wil schrijven over onweer, zal ongetwijfeld de aandrang voelen om het stevig te laten knetteren. Om je de regen en het gedonder te laten voelen, om de bliksem genadeloos te laten instaan. Laat dat maar over aan AC/DC met z’n Thunderstruck of Neil Young met z’n Like A Hurricane. Sommige artiesten pakken het anders aan, verkapter en ingetogener.

Neem nou Jeffrey Lewis, een Amerikaanse singer-songwriter die een beetje klinkt als Lou Reed. Zijn album Manhattan uit 2015 (ja, net als wijlen de Velvet Underground-voorman heeft hij een voorliefde voor New York City) is een verdekte, veelzijdige parel die ik iedereen kan aanbevelen. Met een paar zeer expressieve liedjes, zoals Outta Town en de jiddische spoken word van The Pigeon, maar ook met meer rustig opgebouwde sferische composities die doen denken aan het werk van stonerocker Kurt Vile. Een goed voorbeeld (naast het titelnummer) is de tweede track van het album, getiteld Thunderstorm. Geen kakofonie van donder en bliksem, maar een kabbelend nummer met een dito tekst. Lewis lijkt zich op te maken voor een nadere storm, maar hij is met zijn gedachten meer bij het leven van alledag, dat in feite gewoon door blijft draaien. De storm wordt niet echt als een bedreiging gezien, maar als een gezonde afleiding van de dagelijkse beslommeringen.

De storm is in feite vooral beeldspraak, zo blijkt uit een stukje zelfanalyse van Lewis op een muziekforum. Daar schreef hij in 2016: When a mystic person looks in a crystal ball to see into the future, but they say ‘I currently can’t predict the future, because I’m not seeing a clear vision of the future, it’s just too cloudy in the crystal ball’… I thought it would be weird if that really wás what was coming up in the future, like, it was about to get cloudy. So the cloudy view in the crystal ball is not obscuring the future, it’s a clear view of a cloudy future.

To me at first the future looked clouded
Then I saw clearly and shouted
See, it’s about to be

Thunderstorm, on its way
Thunderstorm, hell to pay

Keuze Roland Kroes: Kali Uchis – After The Storm (2018)

Feat…

Je doet je ogen dicht en in je hoofd zie je het meteen voor je. Er is een fiks onweer over het zuiden van Florida getrokken. Het is iets afgekoeld, maar die typische hoge luchtvochtigheid voel je nog steeds. De druppels vallen van de bomen naar beneden. Dan rijdt er een auto voorbij met het geluid op standje 11. After the Storm van Kali Uchis.

De onvolprezen Hitparade-podcast van Chris Molanphy had er een speciale editie over: de opmars van ‘feat.’-tracks. De tijd dat iemand gewoon meezong of meedeed met een ander, zonder bijzondere naamsvermelding, is wel voorbij. Werd Uncertain Smile in 2019 uitgebracht, dan zou het nummer van The The ft. Jools Holland zijn.

After the Storm uit 2018 is wat dat betreft een kind van deze tijd. Kali Uchis (geboren Karly-Marina Loaiza) werkt op het heerlijk lome nummer samen met Funk-veteraan Bootsy Collins (die en passant nog George Clinton citeert met … and look both ways before you cross my mind…, die hetzelfde zong op Kendrick Lamarr’s Wesley’s Theory. En dat niet alleen, ook Tyler, tThe Creator draagt zijn steentje bij. Op het album waar After the Storm deel van uitmaakt, is het niet de enige geslaagde samenwerking. Zo komt Jorja Smith voorbij én (gek genoeg zonder feat.-status): Damon Albarn. Dat In My Dreams is ook een fijn nummer, maar het haalt het niet bij After the Storm. Bij dat nummer, vergeet je al het slechte weer dat er aan voorafging.

Keuze Alexander Honderd: The Picturebooks – The Day The Thunder Arrives (2019)

Wachten op de 1ste klap

Als kind gingen mijn ouders iedere zomer met mij en mijn broertje drie weken kamperen op Schiermonnikoog met een bungalowtent. Voor mij waren het altijd een zorgeloze drie weken buiten spelen, in bomen klauteren, naar het strand en Suske & Wiske’s lezen. Maar er was iedere zomer tenminste een avond die spannender was dan de andere: wanneer m’n vader, die altijd het weerbericht nauwlettend in de gaten hield, ons voor het slapen nog even meegaf dat  er onweer was voorspeld. Dan lig je als 8- of 9-jarige dus gewoon de hele avond wakker. Niet dat ik bang was voor onweer, maar wel gespannen en  benieuwd hoe de bliksem er uit zou zien door het tentdoek en hoe hard de knallen zouden zijn. Dat gevoel roept The Day The Thunder Arrives ook bij mij op. Een opbouwende spanning, tot die ontlading komt bij die 1ste donderklap.

The Picturebooks is een Duits blues-rock duo bestaande uit Philipp Mirtschink op drums en Fynn Grabke op gitaar en vocals wat allesbehalve Duits klinkt. Ze klinken namelijk als de soundtrack voor een spannende Sons of Anarchy-achtige serie waarbij je de uitlaatgassen van de Harley’s en tabaksrook uit je tv-scherm ruikt komen.

The Day The Thunder Arrives is afkomstig van hun nieuwste album The Hands Of Time. Naast drums en gitaar zetten The Picturebooks op dit album ook een piano en diverse andere slagwerkinstrumenten in. Het zorgt voor een vol geluid, wat mij aan The Heavy doet denken, maar dan met een meer drijvende dan funky beat. Het nummer zelf is daar een mooi voorbeeld van, de het simpele pianoritme en de steeds terugkerende riff duwen het nummer traag maar met de nodige branie naar een ontlading met jankende gitaarsolo.

[polldaddy poll=10415235]

One comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.