In juli en augustus blikken we (terug) naar de Summer Of Love. Verhaaltjes over verliefdheid, (verloren) liefdes en relaties, het zomergevoel en de liefde voor muziek.
Popfestivals horen bij de zomer als de lange warme bergetappes van de Tour de France en het vergeelde gras op Wimbledon. Wij hebben Pinkpop en de Britten hebben Glastonbury. Op 27 juni 2008 gebeurde iets opmerkelijks op het podium van dit historische festival: Edwyn Collins trad op, samen met Roddy Frame. En de leden van Franz Ferdinand keken ademloos toe.
Om de impact van dit optreden te begrijpen, keren we terug naar Schotland eind jaren ’70. Punk is uitgeraasd. Onder aanvoering van Joy Division zoeken tal van post-punk bands nieuwe wegen. Bijna zonder uitzondering begeven ze zich op een donkere muzikale route. Het zijn dan ook geen vrolijke tijden. Maar een bandje in Glasgow, gevormd in 1979, neemt een andere afslag. Onder de naam Orange Juice maken Edwyn Collins, James Kirk, David McClymont en Steven Daly geen donkere new wave, maar eigengereide vrolijke gitaarliedjes. Geheel ingaand tegen de tijdgeest klinken Chic-akkoorden en Motown samenzang door. Om Orange Juice aan de man te brengen richt Alan Horne met Collins datzelfde jaar Postcard Records op. Het label, dat wordt gerund vanuit de zit-slaapkamer van Horne in West-Glasgow, brengt in 1980-1981 niet alleen singles van Orange Juice uit, maar ook van de eveneens Schotse bands Josef K en Aztec Camera van Roddy Frame. Ook de Australische band Go-Betweens zit kortstondig op het label. En dat alles onder het motto ‘The Sound of Young Scotland’.
Ondank slechts 14 officiële releases wordt Postcard Records legendarisch. Ten eerste omdat het label de Schotse popmuziek op de kaart zet. Ten tweede omdat de muziek én het label zelf, het format scheppen voor de indiepop-scene. Bewijs daarvoor vinden we op de al even legendarische cassette C86, een promo van het Engelse muziekblad NME. Op deze heilige graal van de indie muziek vinden we tal van Schotse bands: onder andere Primal Scream, The Mackenzies, The Soup Dragons en The Pastels. Het label inspireert anderen om ook Indiepop platen op eigen labels uit te brengen, zoals Sarah Records in Bristol. Maar, als het succes van de bands groeit, vertrekken ook Orange Juice en Aztec Camera naar grote labels en tekenen daarmee het doodvonnis van Postcard. In 1983 brengt Orange Juice bij Polydor Rip It Up uit, dat in Engeland een bescheiden hit wordt. Anorak fact: het is de eerste hit waarop de Roland TB-303 wordt gebruikt.
Rip It Up zal in latere jaren het motto worden voor de vernieuwende rimpels die Edwyn Collins en Alan Horne teweeg hebben gebracht. Muziekjournalist Simon Reynolds noemt zijn boek over de postpunk periode 1978-1984 niet voor niets Rip It Up And Start Again. Indiepop wordt groot in de jaren ’80. De muzikale invloed van Orange Juice reikt tot in bands als R.E.M. en The Smiths. Latere Schotse bands als Teenage Fanclub, Belle & Sebastian en Franz Ferdinand beschouwen de band als hun muzikale stamvader. Inmiddels heeft Postcard Records zelfs museale status bereikt. Er zijn meerdere documentaires (Big Gold Dream, Out There, Caledonia Dreamin), een boek en – inderdaad – was er een expositie over het label: Rip It Up – The Story of Scottish Pop.
Orange Juice gaat in 1985 uit elkaar als, oh ironie, Polydor de band uit gebrek aan succes ontslaat. Edwyn Collins scoort nog een weergaloze wereldhit, maar wordt in 2005 getroffen door twee hersenbloedingen. Hij opnieuw leren lopen, praten en zingen, maar zijn creatieve geest is niet verslagen. Tot veler verbazing en ieders ontzag verschijnt hij, nog steeds licht verlamd, op 27 juni 2008 – voor het eerst! – op het podium van Glastonbury. Het geeft de woorden Rip It Up and Start Again een diepere betekenis.
Volg de Summer Of Love op Spotify:
Helaas niet op Spotify:
Love Gang – Can’t Seem To Win
Axis – Someone