Op #1500 in de Snob 2000

Begin jaren zeventig was de aandacht met betrekking tot symfonische  muziek met name op Engeland gericht. Niet geheel ten onrechte, want bands als Pink Floyd, Genesis, Yes, Jethro Tull en King Crimson brachten het éné naar het andere schitterende album uit. Maar toch schudde Nederland ook aan de symfoboom; denk aan Focus, Supersister, Solution, Kayak en Alquin.

De laatste was in 1971 begonnen als Threshold Fear en had een single uitgebracht: Sally Saddlepain. Een grappig instrumentaaltje, maar indien zij op deze weg waren doorgegaan hadden we never nooit meer iets van hen vernomen. Ze veranderde hun naam naar Alquin; naar het Alcuinklooster waar de band repeteerde. Een jaar later zag het debuutalbum Marks het levenslicht. Dat was even andere koek; een heel gevarieerd album met een vleugje jazz. Het leverde hen interesse vanuit het buitenland op, waardoor de opvolger Mountain Queen in Londen kon worden opgenomen met Derek Lawrence; de producer van Deep Purple. Dit album markeert hun hoogtepunt als symfonische rockband en leverde hen optredens in het buitenland en op Pinkpop op.

Voor hun derde album, Nobody Can Wait Forever, wordt Michel van Dijk als zanger aan het collectief toegevoegd, mede vanuit de wens iets meer rock te spelen waardoor er kortere liedjes uit de pen kwamen rollen. Op dit album staat Wheelchair Groupie; hun bekendste lied. De opvolger was overigens wat ‘bluesier’ met Fool In The Mirror als uitschieter. Het zou hun laatste studioalbum in de vorige eeuw worden, want door interne onvrede en frustratie over het afschieten van een toernee door de V.S. viel de band in 1977 uit elkaar met een nalatenschap van vier verschillende, maar uitstekende albums op hun conto.

Toen ik als puber op de middelbare school zat werd er tijdens de lunchpauze muziek gedraaid en Alquin kwam regelmatig voorbij. Muziek waar je een beetje op kon zweven, waarbij The Dance van het album The Mountain Queen altijd een favoriet van mij gebleven is. Wellicht omdat Alquin met dat nummer verdacht veel op een combinatie van Genesis, Jethro Tull en Gentle Giant leek? Een opening met scherpe gitaarlicks en vet orgelwerk om halverwege lekkere funk te worden dankzij de sax. Een meesterwerk van Hollandse bodem. In alle eerlijkheid moet ik wel bekennen dat zanger Michel van Dijk (vanaf Nobody Can Wait Forever) een veel betere zanger mét een uitstekende beheersing van de Engelse taal was.

4 comments

  1. Alquin voor even op reünie

    Alquin boekte begin 1973 forse terreinwinst onder de grote rivieren en trad op 10 september dat jaar op in het Tilburgse studententrefcentrum Posjet. Een ontmoeting van academisch geschoolden met gelijkgestemden. De Delftse groep zou om tien uur beginnen. Pas rond half twaalf floepten de eerste versterkerslampjes op het podium aan. Zo groot als de irritatie was over het lange wachten met velen in een kleine ruimte vol hasjlucht zo snel was die vergeten toen Alquin begon met het dertien minuten durende ‘The Dance’, opener van de tweede elpee ‘Mountain Queen’, die toen nog niet uit was. Met Ferdinand Bakker op gitaar, Dick Franssen achter orgel, Ronald Ottenhof op saxen en fluit, Job Tarenskeen voor zang, Hein Mars op bas en de strak meppende Paul Westrate op drums.
    Nog geen vijf jaar later zette de groep al een punt achter de heftige carrière. Pas beginjaren ’90 kwam het zestal weer bij elkaar om nog één keer te spelen tijdens het afscheidsfeestje van hun voormalige manager. Arie Verstegen, programmeur van popzaal De Nieuwe Pul in Uden, greep de telefoon om te polsen of Alquin er iets voor voelde opnieuw het podium te betreden. De heren gaven zich niet meteen gewonnen. Maar de aanhouder wint, moet Verstegen gedacht hebben. En zie, vrijdag 10 november 1995 gaf Alquin een concert in De Pul, het eerste van een wederom heftige reünietournee.
    Hoofdrolspeler Ferdinand Bakker was zijn weelderige krullen en dito baardgroei inmiddels verloren en ging door het leven onder spaarzaam zilvergrijs haar. Nieuwe basser was Dick Nordholt Schulte, die nimmer van Alquin deel uitmaakte, maar door Bakker was meegetroond uit Hugo Sinzheimer’s The Meteors. Baardmans Tarenskeen, eveneens glad geschoren en met kalende kruin, had zijn witgrijze haren in een kort staartje gebonden. Hij droeg een keurig colbertje. Blazer Ottenhof, vroeger schuilend onder een enorme bos pikzwart permanent, was kortgeknipt, op zijn snorretje na. Dick Franssen leek een wat bollere toet te hebben, lachte als vroeger veelvuldig, en was stemmig gekleed in kostuum. Zanger Michel van Dijk had zich in een wijde blouse, strakke spijkerbroek en gympies gehesen.
    Alle symfonische puzzelstukken van het complexe Alquin-repertoire vielen 20 jaar na dato weer naadloos in elkaar, van het fuzzy ‘The Dance’ tot het breekbare instrumentaaltje ‘Soft-Eyed Woman’.

    *******

  2. Je vergeet te noemen Alquin on Tour, en de laters albums Blue Planet en Sailors en Sinners. Ik heb ze o.a. gezien in het muziekcentrum Oost-Gelre in Silvolde (nu de DRU-cultuurfabriek) en in het piepkleine bluescafe in Apeldoorn. Ferdinand Bakker en Michel van Dijk vormen nu Lone. http://www.loneproject.nl/

  3. Veel plezier gehad in onze studententijd met Alquin @ Studenten sociëteit Alcuin , veel mee op stap geweest oa naar Luilak Haarlem met Barcommissie / dispuut Nadorst . Nog een keer in 013 Tilburg gezien .
    Hoog tijd voor een ( eenmalige ) reünie / optreden

    1. Klopt, zeker doen die reünie.
      Kijk er al helemaal naar uit.
      Nu de heren nog!!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.