Wij, bloggers bij Ondergewaardeerde Liedjes, kunnen schilderen met woorden. Het komt alleen niet elke keer uit de verf. Soms denken we de Mona Lisa qua verhaal in handen te hebben, maar blijkt het verhaal een papieren tijger. Wel zijn we allemaal bijzonder artistiek, want anders zouden we niet bijna dagelijks een blog aan liedjes wijden. Ja, dit intro mag met enige nuance gelezen worden en lach gerust in het vuistje.
Maar vandaag doen we een ultieme poging een waar kunststuk te produceren met een battle over schilderen en verven.
Keuze Tricky Dicky: Chicago – Colour My World (1970)
Een lied als schilderij
Tricky Dicky is een kladderaar. Na ettelijke pogingen mag ik van mijn vrouw niet meer verven. Spetters op alles in de onmiddellijke buurt en druipers in de verf. Het enige wat ik nog wel mag doen is een plafond sausen, mits alles afgedekt is. Het moge duidelijk zijn dat we het over schilderen helemaal niet hoeven te hebben, alhoewel ik persoonlijk vind dat ik wel een Mondriaantje in mij heb. Hoe moeilijk kan het zijn om binnen de lijntjes te kleuren……..
Ik zal het dus moeten doen met bloemrijk taalgebruik en dan is deze blog een mooie oefening, want deze maand is mevrouw Dicky jarig. Ik pijnig mijn hersenen al weken waarmee ik haar kan verrassen. Natuurlijk, een bos bloemen en een leuke avond uit, maar er moet nog iets bij. Iets speciaals waarmee ik haar vertel hoeveel ik na al die jaren nog steeds van haar hou. Ooit heb ik voor een speciale verjaardag een ceedeetje samengesteld met liedjes en teksten uit elk specifiek jaar sinds haar geboorte. Een verhaaltje bij elk plaatje. Dat viel in goede aarde. Het gaat tenslotte niet om het bedrag, maar de gedachte. Maar een herhaling is oude koek. En en plein publique op mijn knie vallen moet ik niet in mijn hoofd halen, want dan krijg ik een dreun met haar handtasje en loopt ze acuut weg. En gelijk heeft ze, ik zou ook niet blij worden van de aandacht van de omgeving. Ik zit nu te denken aan een gedichtje uit het hart, maar ondervind elke keer weer dat sommige musici veel mooiere woorden kunnen verzinnen dan ik.
Ik zal dus een beetje vals moeten spelen, want een halfbakken poging werkt alleen maar op de lachspieren met als gevolg dat de honden waarschijnlijk gaan meehuilen of blaffen. Niet het gewenste effect voor dat speciale moment. Ik zal dus – na het nuttigen van een goed glas whisky – met mijn donkerbruine stem een gedichtje oplezen als een Jan van Veen van Candlelight.
As time goes on
I realize just what you mean to me
And now now that you’re near
Promise your love that I’ve waited to share
And dreams of our moments together
Color my world with hope of loving you
Mooi hè? Geleend van Chicago. In 1970 kwam hun tweede (dubbel)album uit met daarop Ballet For A Girl From Buchannon; de eerste keer dat ze een lang conceptlied maakte. Gecomponeerd door James Pankow (trombone) vanwege zijn voorliefde voor klassieke muziek. Het lied bestaat uit zeven onderdelen: Make Me Smile, So much To Say (So Much To Give), Anxiety’s Moment, West Virginia Fantasies, Colour My World, To Be Free en Now More Than Ever. Het werd gezongen door de in 1978 overleden Terry Kath.
Niet aan mijn vrouw vertellen, hoor.
Keuze Hans Dautzenberg: The Modern Lovers – Pablo Picasso (1976)
Art-rock
When I Paint My Masterpiece schreef Bob Dylan in de periode dat hij Self Portrait uitbracht. Dat album zorgde destijds voor grote verwarring onder de luisteraars. En verdeeldheid onder critici. Door Dylan zelf werd het album ook wel afgedaan als een leuk tussendoortje, een geintje om nog verder van zijn imago als wereldverbeteraar af te komen. Met een paar ferme kwaststreken neergezet, net als het ‘blote’ gezicht in olieverf van zijn hand op de hoes. Met de release van The Bootleg Series Vol. 10: Another Self Portrait (1969–1971) ontdekten de critici in retrospectief een sleutelwerk in Dylan’s oeuvre. Dit keer een hoes met een rood gekleurd hoofd tegen een zwarte achtergrond van de artiest zelf.
Of hij nou schildert of schrijft, Dylan is een meester in mystificatie. En dat kunnen we ook zeggen van een ander album dat wordt gesierd door een geschilderd portret (van Frank Auerbach): het ‘live’ album Oil On Canvas van Japan. David Sylvian en consorten schetsen in een mix van live opnamen, nieuw studiowerk en geretoucheerd materiaal (Nightporter) een buitengewoon sfeervol album, dat zich bij meerdere luisterbeurten laat afpellen als een schilderij waar bij nader (röntgen)onderzoek langzaam de onderliggende schetsen de gedachten van de kunstenaar bloot komen te liggen. Schilderen is ook werken, when i paint my masterpiece.
Jonathan Richman kijkt daar heel anders tegenaan. In het gelijknamige liedje zet de zanger-leider van The Modern Lovers Pablo Picasso neer als een type waarvoor vrouwen bij bosjes in katzwijm vallen. Het perspectief is dat van een gefrustreerde puber die moeite heeft om een date te krijgen, terwijl het Picasso zo makkelijk afgaat. Het is duidelijk waar Richman staat. Geen pretenties, geen mystificatie, geen gelaagde schilderijen. Harde directe simpele muziek, in kale schetsen van dagelijkse problemen. Een inspiratie voor de punk. Dat plaatst proto-punk liedje Pablo Picasso historisch mooi tussen de crooner Dylan die zich afzet tegen de protestzanger Dylan en de post-punk van de art-rock band Japan.
Keuze Marcel Klein: Anthony Philips – Henri: Portraits from Tudor Times (1977)
Terug naar de Middeleeuwen
Als je aan schilderen en verven denkt, denk je toch al gauw aan schilderijen of portretten. En dan wil je toch wel een bijzonder schilderij of Portret pakken. Ik kies vandaag voor een bijzonder ondergewaardeerd musicus. Anthony Philips is wel een belangrijke naam in het ontstaan van een grote naam binnen de Progressieve Rock. Anthony was namelijk samen met Peter Gabriel, Tony Banks en Mike Rutherford een grondlegger van Genesis. Nog voordat Phil Colllins lid werd van deze band echter, had Anthony Genesis alweer verlaten. Podiumangst zorgde er (onder andere) voor dat de band zonder hem verder moest. Dit was echter wel een issue, want Philips was de de kracht achter de instrumentatie van de eerste albums.
Echter gaf het vertrek van Philips uiteindelijk Genesis wel een ‘boost’, maar ook zijn eigen creativiteit kreeg opeens de ruimte. Ruimte die hij binnen Genesis niet voelde. Binnen 10 dagen nadat hij de band verliet, schreef hij een groot deel van de nummers die op zijn album: The Geese And The Ghost terecht zouden komen. Dit album zou in 1977 verschijnen.
Dit nummer komt ook vanuit die periode dus, en niet alleen staat Portraits in de titel, ook schilderde Philips hier met muziek en woorden en luisterend naar de muziek komt Engeland in de middeleeuwen helemaal terug en tot zijn recht. Gitaar, fluit, stem smelten samen tot een typisch Engels geheel. Het lijkt wel of je 12 minuten lang terug bent in de middeleeuwen op het Engelse platteland bij Henri VII en het Tudor House. Philips schildert 7 portretten met tafereeltjes die zo in een museum zouden passen.
Genesis werd een grote naam, Anthony Philips verdween in de marge, maar zijn schilderkunsten met muziek mogen niet onbeschreven blijven.
Keuze Ronald Eikelenboom: Peter Gabriel – Fourteen Black Paintings (1992)
Het zwartste zwart kan licht geven
Ik ben helemaal niet zo’n reiziger. Andere plaatsen zijn wel leuk, maar het onderweg zijn vind ik vreselijk. Maar mocht er ooit een transporter à la StarTrek worden uitgevonden, dan beam ik naar het Rothko Chapel in Houston. Een achthoekig gebouw met daarin veertien zwarte schilderijen van Mark Rothko.
Zelf heb ik nooit een schilderij van Rothko gezien. Althans, niet dat ik weet. Ik heb er wel veel over gelezen. Joost Zwagerman was fan. In zijn boek Americana schrijft hij over Rothko: Bij Rothko kan zelfs het zwartste zwart licht geven.
Ook Peter Gabriel heeft zo’n ervaring blijkbaar gehad. Gitarist David Rhodes nam Peter Gabriel mee naar de Rothko Chapel toen ze tijdens de tournee rondom het album So in de Houston waren. Het leverde vijf zinnen tekst op, begeleid door noord Afrikaanse percussie. Vierenhalve minuut schoonheid.
From the pain comes the dream
From the dream comes the vision
From the vision comes the people
From the people comes the power
From the power comes the change
Keuze Alex van der Meer: Belle & Sebastian – Lazy Line Painter Jane (1997)
Buiten de lijntjes
Laten we het eens over Lazy Line Painter Jane van Belle & Sebastian hebben. Heb je er al eens naar geluisterd? Ik zeker wel. En noem me maar een rare kwast, maar ik vraag me dus af of dit nummer qua geluidspallet voor iedereen wel goed uit de verf komt. Oefening baart kunst, zou je zeggen, maar daar hadden deze dames en heren blijkbaar even lak aan. Ik ben geluidstechnicus noch producer, maar het klinkt alsof dit werkje zonder al te veel voorbereiding, direct in één keer, op de band is gezet. Stelletje lijntrekkers!
Stuart Murdoch zit er met zijn stem af en toe wat naast en gastzangeres Monica Green is soms te enthousiast. Er mist een soepele lijnvoering, en de instrumenten klinken wat te gekunsteld. Ook al is het nummer opgenomen in een kerk, het is dus bepaald geen Trinity Session.
Ik schets geen verkeerd beeld hoop ik, want ik wil dit zeker niet gaan afschilderen als een slecht nummer. Integendeel! Ik ben een groot fan van deze band én juist ook van dit nummer. Het is, mede door alle foutjes, erg spontaan en onweerstaanbaar aanstekelijk. Met deze ruwe schets lijkt deze band een waar meesterwerk te hebben gemaakt. En daar is absoluut niets kunstmatigs aan. Al klinkt het niet door de wol geverfd en wordt er vooral buiten de lijntjes gekleurd, dit is dus wel één van de aller- allerleukste Belle & Sebastian-nummers. Afgetekend!
Keuze Marèse Peters: Rufus Wainwright – The Art Teacher (2004)
Schets
Rufus Wainwright heeft een hoop mooie (en ondergewaardeerde!) liedjes op zijn naam staan. Eén van mijn favoriete kunstwerkjes is The Art Teacher. Want wat een prachtig en kleurig klein verhaal. En wat een zalige pianobegeleiding. Ik raak er elke keer weer door in vervoering.
En die tekst! Met een paar penseelstreken schetst Wainwright het verhaal van een vrouw van middelbare leeftijd, die terugdenkt aan haar grote liefde, haar art teacher:
He was not that much older than I was
He had taken our class to the Metropolitan Museum
He asked us what our favorite work of art was
But never could I tell it was him
Bam.
Keuze Willem Kamps: Susan Christie – Paint a Lady (2006)
Ahahaah
Die mijnheer Maslov begreep het niet helemaal met z’n pyramide. Eten en drinken als basis voor je bestaan, oké, maar waar blijft de muziek dan? Stel je eens voor een leven zonder muziek, dat is zoiets als een woestijn zonder oase. Je houdt het een tijdje vol, maar daarna is het toch echt over. Muziek is wat mij betreft dan ook een eerste levensbehoefte. En niet alleen luisteren naar muziek, of zelf muziek maken, maar ook muziek ontdekken, zowel oud als nieuw.
Ontdekken doe ik graag via de radio. Voor mij geen Spotify. Vroeger Radio Veronica, toen Hilversum 3 – er was niet veel anders – en daarna werden het Studio Brussel en Kink FM en nu veelal Pinguin Radio. Naast Pinguin heb ik nog wat andere internetstations, zoals The Oldies Project en Psychedelicized, waar van de laatste het genre niet moeilijk te raden is. Voor de volledigheid: ze draaien vooral sixties en vroeg seventies spul.
Zonder echt op zoek te zijn, veer ik zo nu en dan op wanneer mijn oren bekoren wat ze horen en mijn grijze hersencellen het signaal afgeven: wie is dit? Een dergelijk seintje kreeg ik via de pre-frontale cortex en de hippocampus toen Paint a Lady van Susan Christie bij Psychedelicized voorbij kwam. Mijn geheugen kende haar nog niet dus ik greep de iPad, klikte het almachtige Google aan en las een toch wel opmerkelijk verhaal.
Samen met John Hill, sinds highschool haar geliefde en producer annex componist, had Susan enkele singels uitgebracht, waarvan er eentje – het folknummer I Love Onions – succes had in de Billboard 100 (#63). Het is de tweede helft jaren ’60. Nummers in dezelfde stijl mislukten en Susan was er klaar mee. Vervolgens werden zij en Hill vastgelegd door ABC-Paramount en mochten een album naar hun eigen idee maken. Het resultaat beviel de platenmaatschappij echter niet. De psychedelische mix van country en folk zou niet verkopen. Dag contract. Om er toch iets aan over te houden werden drie platen geperst en de mastertapes bleven bewaard. Christie vond het verder gezegend en hield het opnieuw voor gezien. Zij koos voor een gezin, al kon zij het zingen niet laten, dan maar jingles en commercials.
Het label Finders Keepers, op zoek naar obscuur materiaal, kwam 35 jaar later bij haar terecht en bracht de plaat in 2006 uiteindelijk wel op de markt. Het album beluisterend is het onbegrijpelijk dat ABC-Paramount er niets in zag. Christie heeft een prachtig zuiver stemgeluid, het songmateriaal is sterk en alles is mooi gearrangeerd. Ook de productie is prima al zal die in 2006 met moderne technieken zijn opgepoetst. Het is, zoals zij het zelf noemt, funky folk. Susan Christie geeft heerlijk scherpe en onverwachte kantjes aan de liedjes. Eigenlijk haar tijd vooruit. Misschien was dat het voorbehoud van ABC-Paramount.
Paint a lady gaat over de beeldvorming van je gedroomde vrouw. Tick tock, zingt Christie – als van let u even op, klaar voor de start? – en verdomd, ik veerde automatisch op door het ahahaah-koortje dat dan volgt. Ik ben gek op ahahaah-koortjes. Of pahpahpaah. Daar mag je me ’s nachts voor wakker maken. Het jammere is dat het hier te snel wordt weggedraaid. Zonde. Het had zeker nog een paar maten mogen doorgaan – gewoon, ter inspiratie van die droomvrouw. Al zit die hier al jaren naast me op de bank.
[polldaddy poll=10003833]