Er zijn van die artiesten die simpelweg niet bon ton zijn in de snobgemeente. Niet dat het ergens op papier staat, maar als je jezelf beschouwt als liefhebber van indie / alternatieve muziek, dan is de kans groot dat je jeuk krijgt van Kensington, Kane, Nickelback, Bløf, Imagine Dragons, Creed, Maroon 5, Train, of (sorry, deze moest even) Dotan.
Waarom roepen sommige artiesten zo’n diepe haat op? vroeg de Volkskrant zich onlangs dan ook af, naar aanleiding van het succes van Zoutelande, de laatste single van Bløf. Terechte vraag. Maar ondergewaardeerde liedjes zou ondergewaardeerde liedjes niet zijn als we niet tóch op zoek gaan naar mooie liedjes van die artiesten ‘you love to hate’.
Geen guilty pleasures, dus, want dat hebben we al een paar keer gedaan. Nee, we zoeken vooral naar artiesten die je bij wijze van spreken nog wel op een festival zou kunnen tegenkomen, maar waar de snobs op dat moment dan wel even voor op de vlucht gaan. Met een donderwolkje boven hun hoofd.
Keuze Eric van den Bosch: Ted Nugent – Stranglehold (1975)
Hele Enge Griezel
Er zijn artiesten waar je niet al te veel bewondering kunt opbrengen, zoals in mijn geval Zijne Schijnheiligheid Bono, filantroop op kosten van de Ierse belastingbetaler, en er zijn er waarbij het eerder afschuw is. In mijn geval zijn dat bijvoorbeeld Scientoloog Billy Sheehan (bassist van onder andere Mr. Big) en de man die steeds minder bekend wordt om zijn muziek, en steeds meer om zijn waanzinnige uitspraken: Ted Nugent.
Dat is overigens niet van de laatste tijd. Ooit memoreerde de columnist Swie Tio in Oor dat Nugent over zijn groupies riep dat je van dertienjarige meisjes neuken geen AIDS kreeg. Waarop Tio fijntjes opmerkte dat je er blijkbaar wel seniel van werd. In 1978 mocht Nugent niet met een zeventienjarige trouwen. Dat vond ‘ie geen probleem, hij liet zich tot wettelijk voogd benoemen… Wat je noemt een frisse persoonlijkheid.
De laatste jaren komt hij voornamelijk in de publiciteit met een onafgebroken stroom van extreem-rechtse uitspraken. Zo noemde hij Obama een subhuman mongrel en wist hij vorige week nog te melden dat Democraten als hondsdolle coyotes ter plekke neergeschoten moeten worden. Want hé, waarom zou je beschááfd zijn?
Ook in zijn muziek komen zijn opvattingen steeds meer door. Tot op zekere hoogte kun je dat nog wel accepteren. Je kunt iemands muziek waarderen zonder het met elke opvatting eens te zijn, ook als die in de teksten doorklinkt, maar laat het maar aan Nugent over om het nog een stukje verder te trekken. Niet alleen staat hij zijn opvattingen uitgebreid te verkondigen vanaf het podium, bij zijn laatste livealbum Ultralive Ballisticrock zijn de rants zelfs op het album opgenomen. Kortom, een Hele Enge Griezel, die elk platform gebruikt om zijn akelige boodschap te verspreiden. Jan Roos, Bert Brussen en Jan Dijkgraaf sámen zijn nog niet eens zo eng…
Zijn livealbum Double Live Gonzo blijft desondanks een van mijn favoriete livealbums. De man kan namelijk wèl gitaarspelen. Zolang hij dat domme gehits achterwege laat en de muziek laat spreken. Maar zelfs dat zit er tegenwoordig niet meer in.
Mijn eerste concert was trouwens van Ted Nugent. Niet dat ik er veel van meekreeg. Het geluid stond zo onbenullig hard dat ik bij mijn eerste concert al forse gehoorbeschadiging op had kunnen lopen. Songs herkennen werd door het absurde volume echter bijna onmogelijk…
Keuze Ronald Eikelenboom: Material ft. Whitney Houston – Memories (1982)
Eeuwig zonde
Ze heeft een stem als een sirene op de eerste maandag van de maand, en nee, dat is geen compliment. Haar cover van Dolly Parton’s I Will Always Love You is misschien wel het slechtste, meest overbodige nummer ooit. Uit mezelf zal ik dan ook nooit naar Whitney Houston luisteren. Dat ik haar zo af en toe in een winkel hoor is al erg genoeg.
Tijdens de sample battle een paar maanden geleden schreef ik over Herbie Hancock. Eigenlijk had ik toen over het nummer Rockit wil schrijven maar daar bleek geen sample in te zitten. Wel werd het nummer gesampled door Janet Jackson in het nummer So Excited. Maar lezend over het ontstaan van Rockit kwam ik uit bij de no-wave band Material, die het album Future Shock van Hancock geproduceerd hebben.
De band, opgericht in 1978, viel in 1982 zo’n beetje uit elkaar en alleen bassist Bill Laswell en toetsenist Michael Beinhorn bleven over. Met een handvol gastmuzikanten werd het album One Down opgenomen. Eén van die gastmuzikanten is Whitney Houston, die op deze plaat haar debuut als lead-zangeres maakt.
Memories heet het nummer. Een cover. Het origineel werd geschreven door Hugh Hopper en gezongen door Robert Wyatt en opgenomen onder de naam The Wilde Flowers. De versie van Material heeft – behalve Whitney Houston – ook saxofonist Archie Shepp in de gelederen. Het geheel klinkt als een heerlijke jazz ballad, en als ik er naar luister bekruipt het gevoel dat het eeuwig zonde is dat miss Houston vervolgens zulke slechte liedjes is gaan maken.
Keuze Eric van den Kieboom: Duran Duran – Ordinary World (1993)
Anti fanclub
De jaren ’83-’93 zijn de jaren dat ik het meest intensief met muziek bezig was. Elke week de Top 40 halen en in je schriftje de punten bijhouden om aan het eind van het jaar te zien dat je toch nog wel wat optelfoutjes had gemaakt. Gouden tijden waren dat, maar ook de opkomst van de videoclip. Artiesten hadden enorm succes (mede) vanwege een mooie clip. Duran Duran was daarop geen uitzondering. Ik kende hen van Save A Prayer, Girls On Film en Hungry Like The Wolf, wat ik op zich aardige liedjes vond.
En toen maakte Veronica op 2 April 1983 Is There Something I Should Know de Alarmschijf en vanaf direct vond ik het een verschrikkelijk nummer en aangemoedigd door de clip groeide langzaam mijn haat, en – ondanks dat ik Union Of The Snake en New Moon On Monday toch weer aardig vond – konden de heren geen goed meer bij mij doen. De vier daaropvolgende singles waren rampen in mijn ogen met Wild Boys als absoluut dieptepunt. Gedachten om een anti-Duran Duran fanclub op te richten spookten echt door mijn hoofd.
Maar toch langzaam kreeg ik weer wat sympathie via Skin Trade en toch zeker via Ordinary World. In mijn jacht op DVD’s uit de Classic Albums serie stuitte ik ook op Rio en twijfelde geen moment om die aan te schaffen. Zo ontstond volgens mij de enige band die ik kon waarderen in de begintijd en een afkeer tegen kreeg en toch weer ging waarderen. Iets wat ik van bijvoorbeeld U2, Coldplay en Marillion met Hogarth niet kan zeggen.
Keuze Alexander Honderd: Bon Jovi – Captain Crash & The Beauty Queen From Mars (Live) (2000)
Het is eigenlijk gewoon Stay Young van Oasis in een Bon Jovi-jasje
Pophaat, ik ben er zelf wel overheen gegroeid. Tenzij je standaard een doedelzak in je arrangement opneemt (ik kijk naar jullie, In Extremo), blijf je van mijn haat wel bespaard. Dus mijn benadering voor deze battle is niet te kiezen voor een artiest waarvoor ik de radio uitzet, want dat doe ik eigenlijk nooit. Mijn keuze is voor een band die ik zelf gewoon leuk vind, maar die misschien wel het allergrootste voorbeeld is, van een band die bij heel veel anderen die het zijn neprockers die commerciële shit maken haat-reactie oproept: Bon Jovi.
Met 13 studio-albums valt er best wel wat te kiezen buiten de grote hits, maar er is maar één liedje wat mij bij Bon Jovi altijd als eerste te binnen schiet: Captain Crash & The Beauty Queen From Mars. Waar het vandaan kwam weet ik niet, maar begin deze eeuw was er in mijn kring ineens een periode waarin tijdens een borrelavondje vaak een concert-DVD opstond in plaats van de radio of een cd. Meer dan eens, was het die van Bon Jovi’s Crush-Tour. Tussen alle grote hits die je tijdens zo’n stadion-concert mag verwachten, was daar ineens dat nieuwe liedje wat mijn aandacht wist te trekken en vast te houden. Nog onbekend, want het kwam van het toen nieuwe, bij de tour horende album Crush.
Het eenvoudige maar ontzettend opgewekte lead, wat door zowel David Bryan op orgel als Richie Sambora op gitaar eindeloos herhaald blijft worden, nestelt zich in je brein en gaat niet meer weg. Tekstueel is het liedje natuurlijk niet heel bijzonder, een typisch Bon Jovi sprookje over een lekker gek, verliefd stelletje. Maar de muziek is vrolijk en klinkt meteen vertrouwd. Bekend zelfs. Misschien een beetje te bekend? Het is eigenlijk gewoon Stay Young van Oasis in een Bon Jovi-jasje als ik heel eerlijk ben. Maar dat doet verder niks aan de kwaliteit van het liedje af en het is ook niet alsof de broers Gallagher nou altijd even bijster origineel zijn geweest. De album-versie doet mij verder niet zo veel, waar het liedje echt tot z’n recht komt is tijdens de grote liveshows zoals dus op die DVD. Een vrolijk meedeinend publiek hoort er bij. Meer dan de hits, lijkt de band dit nummer echt met plezier te spelen. Wat ook wel blijkt uit het feit dat het lied nog steeds in de set-lists van recente concerten terugkeert, ondanks dat het nooit als single is verschenen en relatief weinig bekendheid geniet.
Keuze Stefan Koopmanschap: Kane – Can You Handle Me Baby (2000)
Over de jaren groeide Kane uit tot onderwerp van vele grappen
Het zal 1999 geweest zijn dat een vriend van mij vroeg of ik zin had om naar de Melkweg te gaan voor een concert van Guano Apes. Hij had kaartjes over of kon niet, ik weet het niet meer. Guano Apes hadden op dat moment een hitje met Open Your Eyes, dus ik dacht: Leuk! Dus wij reisden af naar onze hoofdstad om altijd Guano Apes te zien, inclusief voorprogramma.
Het voorprogramma was een op dat moment nog onbekende band. Ze hadden nog niet eens een album uit, maar dat hield ze niet tegen om een spetterend optreden te geven. Ondanks dat ze bijna geen ruimte op het kleine podium hadden (want ze stonden voor de setup van Guano Apes te spelen) stond de zanger over het podium te springen. Een enorme bom energie. Ik was superenthousiast over deze band. Dit was tof!
Of het aan het optreden van Kane lag weer ik niet, maar het optreden van Guano Apes erna was heel erg slecht, of ervoer ik zo. Misschien waren de verwachtingen ineens heel hoog door het voorprogramma, of misschien was Guano Apes echt zo slecht.
Toen het eerste album van dat voorprogramma uitkwam heb ik het meteen gekocht. Het ging om As Long As You Want This. Dat eerste album staat vol met fantastische, rauwe, energieke tracks. Bijvoorbeeld Can You Handle Me Baby. Wat een heerlijke track. De gitaren, de zang.
Over de jaren groeide Kane uit tot onderwerp van vele grappen in snobbistische muziekliefhebber-kringen. Ik heb ook hard meegedaan met die grappen. Want eerlijk is eerlijk, de magie rondom Kane was eigenlijk bij album #2 al voorbij voor mij. Platgeproduceerd en veel braver was het. Alleen dat eerste album blijft voor mij een prachtig album. Dus hoewel ik vaak grapjes maak over Kane en de muziek van Kane, tracks als Can You Handle Me Baby blijven in mijn hart gesloten.
Keuze Ilona de Bok: Nickelback – Never Again (2002)
Met de toepasselijke titel Never Again presenteer ik u Nickelback. En nu ga ik me bezatten…
Ik word niet vaak beschuldigd van goede smaak. En ach, je moet ook het mooie zien in de lelijke dingen. En soms, soms moet je daarvoor heul diep graven. En dat heb ik ook moeten doen, diep graven. Want ik heb mezelf de moeilijke, nee, vrijwel onmogelijke taak gegeven om het minst slechte nummer van Nickelback te zoeken. En voor mensen die onder een steen hebben geleefd; Nickelback is zeg maar de Kane van de wereld. Je zou het bijna de meest gehate band ter wereld kunnen noemen. En toch hè, toch trekken ze volle zalen. Wereldwijd zelfs. Dus er moet wel iets goed zijn. En ik denk dat ik hem heb gevonden. Never Again heet hij. En misschien geldt die titel ook wel voor het beluisteren van dit nummer, maar hear me out.
Doe je ogen dicht als je het gaat luisteren . Heel het nummer lang. Meteen vanaf het begin vette drums, scheurende, ietwat oversturende gitaren. En als vriend Chad begint te zingen zou je bijna denken dat je het stemgeluid hoort van Gavin Rossdale van Bush. Het lied heeft wat weg van Machinehead, maar kan er natuurlijk niet aan tippen. De boodschap van het lied is ook wat zwaarder dan je zou denken. Buurvrouw is slachtoffer van huiselijk geweld. Onze Chad maakt zich zorgen. Maar gelukkig, ze heeft Chad niet eens nodig want ze schiet haar klootzak van een man al voor zijn donder. En Chad hoopt natuurlijk dat hij dat nooit meer hoeft te zien. En ik hoop stiekem dat ik me nooit meer door het oeuvre van Nickelback hoef te werken.
Keuze Danny den Boef: Coldplay – White Shadows (2005)
Geen koude douche
Coldplay is de afgelopen jaren verworden tot de muzikale antichrist van zelfbenoemde muzieksnobs. Want, Coldplay is not done. Het is vreselijk. Heel veel erger kan de muziekliefhebber niet verdragen. Het is een muzikale migraine die men tot op de tere knieën doet landen van ellende. De tragiek.
Allemaal onzin natuurlijk. Coldplay is gewoon een band die een ietwat wisselvallig bestaan kent. Hun debuut Parachutes kon op veel lof rekenen. Een droomdebuut. De opvolger, A Rush Of Blood To The Head, werd zo mogelijk nog hoger op een voetstuk geplaatst. Daarna was het vrij abrupt klaar, want vanaf album nummer drie, X&Y, begon het Coldplay-bashen. Het was ineens niet goed genoeg meer. Het was pop-pulp, meuk voor de massa. Het is nooit meer echt goed gekomen tussen beide kampen.
Ik heb het nooit begrepen. Ik zie mezelf als muziekliefhebber. Ik heb er verstand van, durf ik te zeggen. Coldplay heb ik nooit als iets verschrikkelijks gezien. Natuurlijk zaten er mindere albums en nummers tussen. Maar welke band of artiest heeft er geen last van zou ik willen zeggen? Zo ook Coldplay. Big deal. Who cares? Je zou het zeggen. Niets is minder waar.
Toen het album X&Y in 2005 uitkwam, was ik gelijk verkocht. Als ik heel eerlijk ben, was het album het allereerste dat ik hoorde voor de officiële release. Het lekte uit via internet. Een heel ding, zo’n 13 jaar geleden. Hoe dan ook, ik vond het geweldig. Van voor tot achter bleef ik het luisteren en ik kreeg er geen genoeg van. Het is mijn favoriete album van de Britse formatie. En dat is vloeken in de kerk. Het zij zo, ik kan er niet wakker van liggen. Het album klopt gewoon op de één of andere manier. Mooi en klein, afgewisseld met wat steviger. Het prachtige Fix You staat er onder andere op. En Talk, met de mooie knik richting Kraftwerk’s Computerliebe door het gebruik van een sample. De opener zet gelijk de toon. Square One. From the top of the first page, To the end of the last day. Prachtig.
Het gekozen nummer White Shadows was pas de 6de en laatste single van het album, ruim twee jaar na het uitkomen van het album. Een schande, maar goed, het is ze vergeven. Het blijft een verdomd goed nummer. De teksten zijn een beetje vaag, maar het mag de pret niet drukken. Wat een dijk van een plaat.
Ik zou willen zeggen; geef Coldplay wat meer credits. Ze verdienen het. Op z’n minst zo af en toe.
Keuze Freek Janssen: Maria Mena – Fuck You (2013)
Zeikwijf steekt haar middelvinger op
Jij gaat zeker voor Maria Mena, Freek? was de reactie toen deze battle werd aangekondigd. En inderdaad, ik heb hier al eens eerder gepleit voor de muzikale kwaliteiten van deze Noorse zangeres. Dat doe ik met liefde nog een keertje.
In volksmond wordt ze ook wel eens ‘zeikwijf’ genoemd. Waarschijnlijk heeft het emotionele Just Hold Me daaraan bijgedragen. Ik vond Mena al goed tijdens haar doorbraak You’re The Only One in 2004 en wat ze tegenwoordig maakt kan me ook nog steeds bekoren.
Ik, een zeikwijf? Fuck You, zegt Maria Mena.
Keuze Tricky Dicky: Olly Murs – Wrapped Up (2014)
Slappe hap
Er is iets ernstig mis met de muziekwereld. Hardwerkende en kwaliteitsmuzikanten komen niet aan de bak of worden nauwelijks op de nationale zenders gedraaid, maar deelnemers van de X-factor, Idols of The Voice worden de hemel ingeprezen voor het nazingen van iemand ander’s veren. De platenmaatschappijen laat ze snel even een plaatje opnemen om de populariteit financieel uit te buiten. Je hoort mij niet zeggen dat sommige niet kunnen zingen, maar het is allemaal Top 40 héél Middle Of The Road-werk. Geef mijn portie maar aan Fikkie. Stiekem hoop ik op de terugkeer van Rodeo (1967); wanneer de jury het niets vindt draait de carroussel de artiest onder begeleiding van paardegehinnik lekker weg. Opzouten met je gekweel. Het liefst met Anouk, (zuurpruim) Jan Akkerman en Gerard Joling als juryleden, zodat wegdraaien met snedige reacties en humor gepaard gaat?
Misschien ben ik de enige Nederlander die nog nooit naar de eerder vermelde shows gekeken heb, maar met de radio aan krijg je soms wat mee van de perikelen en commentaren. En soms….heel soms blijkt een leuk liedje uit de strot van zo’n deelnemer te komen. Zo ook met Olly Murs. Ongetwijfeld een aardige jongen, maar een beetje verliefd op én vol van zichzelf met een uitstraling van een pak watten. De teenagers zijn er gek op, maar die gillen tegenwoordig al voor een hond met een hoed op. En dan die artiestennaam…. Murs heeft in de Nederlandse taal zo wie zo een naar luchtje, maar in het Engels schuurt het dicht tegen ‘muck’ aan (= vuil); in het Duits tegen ‘Muschi’ (= vagina) en in het Frans is het een ovenwand. En dan die voornaam: Olly. Een slappe naam; ik zie in gedachten de dikke van Laurel & Hardy. Waarschijnlijk ook zo’n type die een slap en zwetend handje geeft. Neem toch een voorbeeld aan artiesten die snappen dat hun eigennaam niet de juiste klank heeft: Bob Dylan (Zimmerman), David Bowie (Jones) of Lady GaGa (Germanotta); artiestennamen die wat uitstralen. Ik kan absoluut niet zingen, maar stel dat ik een plaat zou kunnen opnemen: Tricky Dicky kan nog als rapper, maar dan houdt het wel op. Ik zou met een betere en meer gelikte artiestennaam op de proppen moeten komen.
Olly Murs, dus. Overigens geen winnaar van X-Factor, maar de nummer twee (loser). In dit specifieke geval hebben we na een zeer kortstondig succes van de winnaar dat jaar nooit meer iets vernomen. Zo wie zo blijken veel van de winnaars geen blijvertjes, maar dit terzijde. Onze Olly draait inmiddels sinds 2010 mee, maar de laatste jaren in het succes tanende; sinds 2014 geen top 10 singles meer. De albums behalen nog wel de hoogste positie, maar de verkoopcijfers zijn nog maar een kwart (ca. 300.000) in vergelijk met zijn commerciële hoogtijdagen. Het geeft ook de devaluatie van een hitlijst weer.
Ik hoorde hem voor het eerst in 2014 door zijn aanstekelijke en dansbare Wrapped Up. Lekker retro en zeer dansbaar discoliedje, dat ik regelmatig op zet en mij vrolijk maakt. En zoals gebruikelijk beluister ik dan eerdere liedjes van de artiest, Zo, dat viel verschrikkelijk tegen. 20 singles slappe hap en met een voortgang van dezelfde deun en dreun. Niets extra’s. Geen enkele X-factor. Gauw weer uitzetten.
Keuze Erwin Herkelman: James Blunt – Ok (2017)
Een verrassende comeback
Ik geef het toe. Ik ben mede verantwoordelijk! Mede dankzij mij beleefde James Blunt in 2005 zijn grote doorbraak. Want ook ik kocht namelijk zijn debuutsingle You’re Beautiful en droeg er dus aan bij dat hij in dat jaar maar liefst vier weken de hoogste positie in de Nederlandse Top 40 bekleedde.
Tja, als je een battle hebt over artiesten die je ‘love to hate’ dan mag deze Engelsman natuurlijk niet ontbreken. Want hoewel hij een hoop fans heeft, zorgt zijn opvallende stemgeluid er tevens voor dat bij veel andere mensen de haren recht overeind gaan staan. Gelukkig weet hij dat zelf ook en is hij niet vies van een beetje zelfspot. En de manier waarop hij zijn criticasters op Twitter van repliek dient is steeds weer briljant.
Maar ook op muzikaal vlak is hij al een paar keer goed teruggekomen. Want al duurt het soms even voordat hij opnieuw in de charts te beluisteren is, meestal heeft hij wel direct weer een flinke hit te pakken. Dat was in 2007 zo, maar ook in 2010. En afgelopen jaar was hij er plotseling óók weer, nadat hij zes jaar niet meer in de Top 40 te beluisteren was geweest. Met zijn nieuwe plaat verraste hij zowel vriend als vijand. Geen ballad, maar een opmerkelijke samenwerking met dance-producer Robin Schulz.
Het resultaat kreeg de titel Ok. Het werd een bescheiden zomerhitje dat weliswaar niet verder kwam dan de 23ste plaats maar wel van begin juni tot en met eind augustus in de hitparades was terug te vinden. Waarschijnlijk was dat ook te danken aan de airplay die de single kreeg. Hij kwam regelmatig voorbij maar werd zeker niet grijsgedraaid. Ongetwijfeld zal dát iets te maken hebben gehad met de diepgewortelde haat die veel luisteraars voor Blunt koesteren. Het zorgde er in ieder geval dat het plaatje mij nooit is gaan vervelen. En nog steeds vind ik het een heerlijk nummertje.
Keuze Roland Kroes: The Killers – Tyson vs. Douglas (2017)
Verkeerde vaatje
Je hebt natuurlijk van die bands, zangers of zangeressen waarop je al heel vroeg na je eerste kennismaking het stickertje plakt dat je het niks vindt. Ja, smaken verschillen. Maar toch. Ik had het met Kane (altijd zo gebleven), Snow Patrol (enigszins bijgedraaid) en de Dire Straits (ik ben inmiddels wat ouder en dat stemt wat milder). Maar het kan ook andersom.
Toen The Killers aan het firmament kwamen, plaatste ik het in het straatje van Franz Ferdinand. Je kent het wel, de sound staat je aan en vervolgens vind je alles wat in dat straatje past net even wat leuker. Ik had dat toen ik kennismaakte met Somebody Told Me, ná Take Me Out. The Killers kwamen op mijn lijstje. Ik baalde dat ik alsnog niet naar een concert van ze in Tivoli ging en had verhitte gesprekken met mensen of Human nu wel of niet een goed nummer was (het antwoord op die vraag is: wel). Maar er begon ook wat te knagen: want het Franz Ferdinand geluid was weg. En Human, dat is toch eigenlijk gewoon vooral ook U2. Dat pianoriedeltje! Die Edge-achtige gitaarpartijen!
Niet door dat geknaag, maar gewoon wegens niet zo interessante nummers zakte de band wat weg bij me. Sinds vorig jaar hebben ze weer wat nieuwe nummers uitgebracht, waarschijnlijk als opmaat voor een nieuw album. Mijn mening over The Killers werd daarbij definitief gevormd door Tyson vs. Douglas, dat wel heel erg uit het The War on Drugs-vaatje tapt. Tot zover ieder greintje originaliteit bij The Killers en gefeliciteerd met het stickertje. En toch, het nummer voegt iets van frivoliteit toe aan het soms topzware werk van The War on Drugs. Love to hate it.
[polldaddy poll=9982175]