Onlangs in een film over een globale calamiteit werden de regeringsleider(s) verhuisd naar een zeer goed uitgeruste schuilkelder om na de ramp en de ‘ fall-out’ het land te kunnen leiden. Echter, indien deze ramp daadwerkelijk plaats zou vinden, kunnen we rustig constateren dat de politici (notabelen) en de legerleiding in het algemeen behoorlijk gefaald hebben. Vele gewone burgers zullen de dood vinden, omdat de regeringen (de hoe genaamde visionairs) en diplomatie van generlei waarde zijn gebleken.
In Nederland zijn in diverse gemeenten atoomschuilkelders, maar voor de gewone man zijn deze onbekend en in ieder geval moeilijk te vinden. Laat staan dat je toegang gaat krijgen in geval van. Elke eerste maandag van de maand gaat (voorlopig nog) het luchtalarm als test af die de burgers tegen gevaar zal waarschuwen. De bevolking is van tevoren geïnstrueerd om in het geval dat de sirene gaat naar binnen te gaan, ramen en deuren te sluiten en radio of televisie aan te zetten. Of een app, natuurlijk. Het lijkt een beetje op de reclame die in de jaren ’50 in de V.S. te zien was: wanneer u onder de tafel gaat zitten, zult u geen last hebben van de ‘fall-out’…..
In het nationaal handboek crisisbesluitvorming staat dat de rijksministerraad, als de ernst van de situatie daartoe dwingt, kan verhuizen naar de regerings-noodzaal onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook de gemeente Amsterdam beschikt over een dergelijke ruimte. Deze ‘bunker’ onder het stadhuis biedt bij calamiteiten plaats aan onder andere de burgemeester en andere prominente Nederlanders. Waarom menen deze notabelen dat juist zij het land na de ramp moeten leiden? Het lijkt aannemelijker dat de overlevenden meer behoefte hebben aan boeren, bouwvakkers, medici, biologen en virologen om maar een paar beroepsgroepen te noemen.
Maar het kan natuurlijk nog slechter voor de mensheid uitpakken met slechts enkele overlevenden. Eenzaam op een bootje na wereldwijde tsunami’s en een waterpeil dat vele meters is gestegen door bijvoorbeeld een inslag van een meteoriet. Paul Kantner, David Crosby en Stephen Stills schreven over dit scenario een lied tijdens een verblijf op Crosby’s boot in Florida; met in gedachten slechts een paar overlevenden op weg om een nieuwe beschaving te starten. Crosby was net uit The Byrds gezet met de mededeling dat ze beter af waren zonder hem; een kleine inschattingsfout zoals later zou blijken.
Everybody could come visit, come sailing. Paul and Stephen showed up at the same time. I had that set of changes. We started goofing around with them, and we all wrote the song. Het is tegelijkertijd een cryptisch en apocalyptisch anti-oorlogslied. De wereld is een hel geworden; de zilveren mensen op de kust zijn overlevenden in beschermende witte stralingspakken als gevolg van een atoombom.
Horror grips us as we watch you die
All we can do is echo your anguished cries
Stare as all human feelings die
We are leaving you don’t need us
It is also described in an preludeBlack sails knifing through the pitchblende night
Away from the radioactive landmass madness
From the silver-suited people searching out
Uncontaminated food and shelter on the shores
No glowing metal on our ship of wood
Only free happy crazy people naked in the universe
Bij Jefferson Airplane nam Kantner de leadzang op zich en kwam de achtergrondzang van zijn bandgenoten. Het stond op hun album Volunteers uit november 1969.
In de versie van Crosby, Stills & Nash (mei 1969) namen de eerste twee afwisselend de leadzang op zich en zongen ze alle drie de achtergrondstemmen in. Wooden Ships is ook gezongen op het Woodstock festival.