Daryl Hall & John Oates, oftewel Hall & Oates. Wie kent ze niet? Veel mensen niet afgaande op het aantal noteringen in de koning en koningin van de jaarlijkse muzikale lijstjes: de Top 2000 en de Snob 2000. En dat kan natuurlijk niet!

18 studio-albums als duo, opgenomen in de Songwriter’s Hall Of Fame, de Rock and Roll Hall Of Fame en een ster op de Hollywood Walk of Fame. Ze behoren tot de allergrootsten in de muziekgeschiedenis, maar in Europa en Nederland slechts beperkt waardering gekregen. Dus vandaag Hall & Oates!

Keuze Tricky Dicky: She’s Gone (1973)

Kennismaking

Ergens eind 1974 of begin 1975 kocht ik voor een habbekrats een elpee box-set met vier elpees. Een verzamelaar met de meest uiteenlopende liedjes, die in de V.S. een hit(je) waren geweest. Obscure namen (toen) zoals Blues Image, Todd Rundgren, Maria Muldaur, Edgar Winter, Hall & Oates en MC5, maar ook in Europa bekendere artiesten zoals Aretha Franklin en T. Rex. Het leuke was dat alle stijlen kris kras door elkaar stonden. Vaak gedraaid.

Het was tevens mijn eerste kennismaking met een groot aantal artiesten. Hall & Oates, bijvoorbeeld. Zij hadden in 1973 een hitje gehad met She’s Gone van hun tweede album Abandoned Luncheonette. Tavares maakte enkele maanden later een vrijwel identieke cover, dat een (en hun eerste) #1 hit in de R&B lijst werd.

Hall & Oates’ definitieve doorbraak zou pas in 1976 plaatsvinden met hun megahit Sara Smile, waarna de platenmaatschappij She’s Gone nogmaals uitgebracht heeft met als gevolg een tweede Top 10 hit. Het jaar daarop werd hun status definitief bevestigd met Rich Girl, die de hoogste positie bereikte. Pas toen kregen ze in Nederland enige bekendheid.

In tegenstelling tot vrijwel alle latere liedjes is She’s Gone gezamenlijk geschreven als gevolg van Hall’s scheiding van zijn vrouw Bryna Lublin en Oates’ afspraakje dat met Oudejaarsavond niet kwam opdagen. We sat down together, and the first line that came out was, ‘Everybody’s high on consolation’. It is the ultimate Daryl and John song, because that was so collaborative, and so much a part of both of our experiences and lives thrown together.

Een soulklassieker in optima forma.

Keuze Ronald Eikelenboom: Is It A Star (1974)

De verpersoonlijking van ondergewaardeerd

Als je mij vraagt naar de definitie van ondergewaardeerde liedjes dan moet ik aan Daryl Hall en John Oates denken. Slechts twee kleine hitjes wist het duo in Nederland te scoren, begin jaren ’80. De grootste daarvan, Maneater, stond voor het laatst in 2004 in de Top 2000. En dat voor een duo met 18 albums op zijn naam.

En binnen een oeuvre valt ook weer onderscheid te maken in gewaardeerd en ondergewaardeerd. Neem nu het album War Babies, het derde album van het duo uit 1974. Geproduceerd door Todd Rundgren, en met zijn band Utopia als begeleiders brengen de heren dit keer geen blue-eyed soul, maar vette progrock vol gitaarsolo’s en dik aangezette toetsenpartijen. Volstrekt ondergewaardeerd, ondanks die twee geweldige stemmen en die prachtige samenzang.

Het was ook gelijk hun laatste album voor Atlantic Records, al is het niet duidelijk of dat nu echt aan het album lag. Afgelopen februari verscheen er een remasterde uitgave op classic rock label Friday Music, zonder bonustracks of iets dergelijks. Wie weet komt dat over 7 jaar, als het album 50 jaar bestaat. Mij maak je niet wijs dat er niet nog meer moois uit deze opname sessies bestaat.

Keuze Peter van Cappelle: Sara Smile (1975)

Eerbetoon aan meer dan zomaar een vriendin van

Het is één van dè klassiekers van Hall & Oates, en het was hun doorbraak in Amerika: Sara Smile. De bewuste Sara uit het nummer was de vriendin van Daryl Hall: Sara Allen.

Zij was van grote invloed op Hall & Oates. Niet alleen was ze de inspiratiebron voor dit liefdeslied, maar ze was ook co-writer van een aantal latere hits van het duo. Zo was zij mede verantwoordelijk voor de hits Private Eyes, I Can’t Go For That (No Can Do) en Maneater. Als dat nog niet genoeg is betrok Sara ook nog eens haar zus Janna erbij. Die was op haar beurt weer als co-writer mede verantwoordelijk voor het eerder genoemde Private Eyes en Kiss On My List. De relatie tussen Hall en Sara hield echter niet voor altijd stand. Na ruim 30 jaar gingen ze in 2001 uit elkaar.

De relatie mocht dan niet voor eeuwig zijn, maar het leverde met Sara Smile wel een eeuwige klassieker op. Al is het nummer vreemd genoeg hier in Nederland erg ondergewaardeerd. Je zou denken dat het een Top 2000 klassieker is, maar daar heeft het nooit in gestaan (het duo staat al sinds 2004 niet meer in de lijst).

Misschien komt het omdat de doorbraak in Nederland pas een jaar later kwam met Rich Girl. Met terugwerkende kracht zou het nummer hernieuwde waardering verdienen. Al is het maar om te bewijzen dat Hall & Oates meer hebben gemaakt dan Maneater of Adult Education.

Extra keuze Ronald Eikelenboom: Daryl Hall – NYCNY (1977)

Met dank aan de platenmaatschappij

In 1977 besluit Daryl Hall een solo album op te nemen, aangezien hij op dat moment zijn artistieke ei niet binnen het duo Hall & Oates kwijt kan. Hij doet dat met niemand minder dan Robert Fripp, die na King Crimson en een sabbatical er wel weer aan toe was wat muziek te maken. In drie weken tijd werd het album Sacred Songs opgenomen, al zou het tot 1980 duren voor deze opnames ook daadwerkelijk verschenen. Platenmaatschappij RCA was van mening dat het album niet commercieel genoeg was.

Sacred Songs moest wat Fripp betreft deel van een trilogie worden, samen met het door Fripp geproduceerde tweede solo album van Peter Gabriel en zijn eigen solo album Exposure als derde deel. Een onderzoek naar de popsong als expressie mogelijkheid was de achterliggende gedachte. Maar ook hier gooide de platenmaatschappij van Hall roet in het eten, want wederom werd het als niet commercieel genoeg geacht. De door Hall ingezongen tracks werden op twee na niet gebruikt.

NYCNY is een van de nummers die bij zowel Daryl Hall als bij Robert Fripp op de plaat zijn verschenen, al heet het nummer bij Fripp I May Not Have Had Enough of Me but I’ve Had Enough of You en heeft het een andere tekst, geschreven door Joanna Walton. Daryl Hall zou het nummer pas in 2015 voor het eerst weer spelen, met Minus The Bear, als onderdeel van zijn programma Live From Daryl’s Hall.

Als Sacred Songs gewoon in 1977 was verschenen, op het hoogtepunt van de punkrock zeitgeist, dan was Daryl Hall niet alleen bekend als een goede R&B en pop zanger, maar bovenal als een creatieve vernieuwer vergelijkbaar met David Bowie. Aldus Robert Fripp in een interview later. Het mocht niet zo zijn.

Keuze Danny den Boef: You Make My Dreams (Come True) (1980)

Oproep

Al eerder heb ik via dit platform aangegeven dat ik het ronduit schandalig blijf vinden, dat er in Nederland blijkbaar geen interesse is in het duo Hall & Oates. En dat is toch raar, want als je mensen vraagt ‘noem eens 5 hits op van Hall & Oates, dan komt er met veel geluk één, misschien twee titels. Als je dan aansluitend een rijtje nummers laat horen, dan is er wellicht wel 10x een ‘oh ja!’ waar te nemen. Want lieve mensen, hits, dat heeft dit duo zeker gehad. Bakken vol. Toch is dit veelal blijven hangen aan de andere kant van de oceaan in hun thuisland U.S.A. Ruim 40 miljoen verkochte platen en 34 Billboard Top 100 hits, waaronder 6 nummer 1’s. Dat maakt hen het derde meest succesvolle muzikale duo ooit. Om de hoed voor af te nemen.

De stem van het duo is uiteraard Daryl Hall. John Oates schreef erg veel, deed backings, speelde gitaar, had een hele grote snor en zong op enkele nummers de lead. Toch is hij altijd wat ondergesneeuwd geweest. Onterecht. Ok, hij was in ieder geval van groter belang dan Andrew Ridgeley (Wham!) of als die blonde met die nooit ingeplugde gitaar op de achtergrond van Modern Talking. Die deed zo weinig dat ik niet eens de moeite neem om zijn naam te Googlen.

Dit nummer is geweldig. Het heet oorspronkelijk You Make My Dreams, maar de meeste horen daar direct achteraan Come True. Wat het meeste opvalt, is het geweldige ritme. Als een stoomtrein dendert het maar door. Heerlijk.

Ik zei het eerder en ik zeg het nogmaals; Ga meer Hall & Oates luisteren, en zorg ervoor dat de heren eind dit jaar de jaarlijkse Snob en Top 2000 lijsten betreden. Moet lukken toch?

Keuze Roland Kroes: I Can’t Go For That (No Can Do) (1981)

Klassieker

Huh? Zo’n beetje het meest bekende nummer van Hall & Oates nominerend voor ‘meest ondergewaardeerde’? Jazeker.

Voor de heren is I Can’t Go For That uit 1981 qua single het commerciële hoogtepunt. Niet alleen dat, de mannen weten ook als een van de weinige ‘blanke’ acts in Amerika zowel in de Pophitlijst als in de R&B-hitlijst bovenaan te eindigen. Maar naast de prestaties als single, is er nog meer cross-over aan het nummer.

Eind jaren ’80, tijdens het hoogtepunt van de sample cultuur in hip-hop, komt een fragment van I Can’t Go For That terug in de hitlijsten. De La Soul maakt dankbaar gebruik van het nummer voor hun Say No Go (vanwege auteursrechten niet terug te vinden via streaming diensten). En scoort daarmee in Nederland een grotere hit dan de oorspronkelijke makers (#7 versus # 13).

Daarmee is het nog niet afgelopen, want halverwege de 00’s duikt het nummer op als onderdeel van Sunrise, de grootste hit van het Simply Red album Home. Het betekent de comeback van de min of meer one-man-band van Mick Hucknall en de hoogste notering voor het fragment: #6.

Echter, het is  – in mijn ogen – niet het artistieke hoogtepunt voor een sample uit I Can’t Go For That. Dat is namelijk het gebruik ervan door The XX in On Hold. Eén van de mooiste nummers van het afgelopen jaar, maar officieel geen hitnotering in Nederland.

Het doet er ook niet toe. Want waar het vooral om gaat, is dat Hall & Oates een nummer hebben weten te schrijven dat als jaren ’80 klassieker meer dan 25 jaar na dato nog steeds recht overeind staat. Maar dat vooral keer op keer opnieuw kan worden gebruikt. In hip hop. In pop. In elektro. Dat gaat verder dan het Hé, dat ken ik-effect van veel samples. Want het laat zien dat het nummer zelf zijn mannetje staat.

Keuze Remco Smith: Out Of Touch (1984)

Groot haar, grote snor

Vroeger, in mijn CD-kopende tijd, had ik in de platenzaak nog wel eens een CD van Hall & Oates in de handen. Kopen? Of terugleggen? Tè jaren tachtig, toch? Te groot (wel fraai) haar. Te grote snor. Terugleggen maar. Zo is mijn CD-collectie nooit verrijkt met een Hall & Oates CD. Ten onrechte natuurlijk.

Want muziek zoals van Hall & Oates wordt tegenwoordig helaas niet meer gemaakt. Smaakvol geproduceerd. Lekkere catchy refreintjes. En eigenlijk hele tijdloze liedjes. Goed gezongen ook, met een echte mannenstem en fraaie koortjes. Volkomen terecht dat Ondergewaardeerde Liedjes een lans breekt voor dit duo.

Voor deze ene keer doet het er eigenlijk niet toe wie de battle wint, want de winnaars staan vast. Zij die door deze battle weer eens Hall & Oates opzetten. En Hall & Oates zelf natuurlijk. Out of Touch is een pareltje.

Keuze Tricky Dicky: I Miss You (2010)

Eerbetoon

Ik ben een fan van de online-serie Live At Daryl’s House. Sinds 2009 volg ik maandelijks de nieuwste aflevering, en heb de oude tot het begin in oktober 2007 allemaal teruggekeken. Behalve dat het een backstage-blik geeft en er gewoon fantastisch gemusiceerd wordt, spat ook het plezier van het scherm. Wat ook opvalt is dat de stem van Daryl Hall niets aan kracht ingeboet heeft en misschien is zijn stem zelfs nog soulvoller geworden met het vergaan van de jaren.

Er is een keur aan artiesten langs geweest, zoals Robbie Krieger & Ray Manzarek, Smokey Robinson, Eli ‘Paperbopy’ Reed, Toots & The Maytalls, Rob Thomas, Train, Sharon Jones, Dave Stewart, John Rzeznik, Blind Boys Of Alabama, Keb’ Mo’, Cee Lo Green, Jason Mraz, Joe Walsh, Amos Lee, Sammy Hagar, Ben Folds, Aaron Neville, Cheap Trick en The O’Jays. Ook Daryl Hall’s beste vriend, Todd Rundgren, heeft al een paar keer acte de présence gegeven. Er zijn inmiddels 82 afleveringen gemaakt. Er worden gezamenlijk liedjes van de gast en van Hall (& Oates) gespeeld en soms een cover.

In februari 2010 overlijdt Hall & Oates’ vaste gitarist (sinds 1981) en maatje Tom ‘T-Bone’ Wolk aan een hartaanval op 58-jarige leeftijd. Wolk was bovendien de leider van de Saturday Night Live huisband van 1986 tot 1992 geweest, samengewerkt op albums van Carly Simon, Jellyfish, Squeeze, Elvis Costello, Shawn Colvin en Billy Joel en vanaf het begin betrokken bij Live At Daryl’s House. In mei van dat jaar is de uitzending opgedragen aan zijn overleden vriend en hij zingt daar I Miss You van Harold Melvin & The Blue Notes uit 1972 met John Oates (zonder snor) als achtergrondzanger. Je voelt de emotie en deze uitvoering kan wedijveren met het origineel. Zo verschrikkelijk goed en recht uit het hart.

Daryl Hall: To say that I am shocked is the ultimate understatement. T-Bone was my musical brother and losing him is like losing my right hand. It’s not if I will go on, but how. T-Bone was one of the most sensitive and good human beings that I have ever known. And, I can truly say that I loved him.

[polldaddy poll=9735967]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.