Van links komt een ronkend zwart busje met een deathmetalband. Van rechts komt de glimmende tourbus van Pink Floyd. Ergens in het midden treffen ze elkaar in een oerknal. Uit de rokende hoop verwrongen staal komt een nieuwe band. Opeth. Een perfecte mix van de agressie van deathmetal en het zweverige, technisch hoogstaande van Pink Floyd.
Deliverance is het zesde studioalbum van de Zweedse metalband Opeth. En hij klinkt als een klok. Niet verwonderlijk. Steven Wilson van Porcupine Tree zit achter de knoppen. Niet de minste. Voor de kenners zegt die alleen al naam genoeg. Het album Deliverance is opgenomen in de zomer van 2002.
Ik maak zelf – vreemd genoeg – kennis met Opeth in een cabrio in Frankrijk. Midden in de zomer reed ik met enkele vrienden door de regio. Kamperen. Beetje bergwandelen. En weer verder rijden. Ik had het geluk in de BMW Z met airco te zitten. De hele weg de zon op de bol. En Opeth uit de speakers. Ik was direct verkocht. Het beste van de beide muzikale werelden progrock en deathmetal. Progmetal? Nee Opeth heeft een hele eigen categorie.
Ik wil hier graag pleiten voor Deliverance. Het gelijknamige nummer van het album opent hard. Met een goede grunt. Mikael Åkerfeldt heeft al jaren de beste grunt uit de business. Hij is sinds 1992 leadzanger en gitarist van Opeth en was de zanger van deathmetal-band Bloodbath. Åkerfeldt staat bekend om zijn vermogen zowel helder en zuiver te zingen als te grunten. Andere bands hebben daar twee zangers voor nodig. Åkerfeldt doet het met het grootste gemak.
Terug naar het nummer. Na de stevige opener gaat het gas terug. De gitaar is clean. De zang clean. De opname perfect. Een mooie kalme gitaarsolo. Hier en daar een echo op de zang. De gitaren komen weer vol terug binnen hetzelfde ritme. Nu een riff. Dan de dubbele bassdrum. We gaan weer even over naar deathmetal. Weer die gruwelijke grunt. Blubberend en diep.
Look me in the eye, I’m clear
|his is your time
Face down beneath the waterline
Gazing into the deep
Technisch hoogstaand. Opnametechnisch perfect. Wat een genot. Audiofiel en je kunt er bij headbangen.
All over now
Forgotten why I needed this
Standing down
Disappear into the obscure
Resting days
Waiting for new disease
Biding time
Locked inside insanity
Grunt en cleane zang wisselen elkaar af. 13 minuten lang. Nooit een moment saai. Een schreeuwende solo. Een stuwende drum. En daar weer terug naar het kalmere. Het zwevende.
Deliverance
Thrown back at me
Deliverance
Laughing at me…
Na de cleane zang het laatste deel. De Eindeloze Riff. Dubbele bassdrum. Strakke gitaren. Het gaat maar door. Een kort intermezzo. En dan weer terug naar het eindeloze hakken. Metal-perfectie. Een drie minuten lang pure onversneden riff. Niet voor niets staat het dit jaar in mijn Snob 2000.