Vanwege regelmatige bezoekjes aan het land van Marianne meenden mijn vrouw en ik dat er aan onze beheersing van de Franse taal geschaafd diende te worden. Een taalcursus, maar we hadden geen zin op wekelijks in een klaslokaaltje overhoord te worden. Na enig speurwerk op het internet kwamen we een aaneengesloten cursus van een week op een Frans chateau tegen. Kamer met alle luxe, ontbijt, diner, wijn. De leraar was een Fransman mét een ‘casquette’, die al decennia in Nederland woont en vier talen vloeiend zonder accent spreekt (waaronder Esperanto). Een talent voor talen.
Gedurende die week was de voertaal uitsluitend Frans en zouden we aan de hand van heel veel gesprekken in een groepje van maximaal 10 deelnemers, wandelingen, bezoek aan de lokale markt, films en muziek ons onder laten dompelen in de taal. Afijn, we hebben de stoute schoenen aangetrokken (of beter gezegd nous avons pris notre courage à deux mains) en op naar omgeving Bergerac.
Het was een bijzonder leerzame en leuke week, alhoewel de hele dag in het Frans communiceren vermoeiend was. Echter, zelden zo’n vrolijke man meegemaakt en ‘monsieur le professeur’ hield ook van een grapje. Mijn dappere poging een mop in het Frans te vertellen kostte meer moeite dan verwacht, maar de (suggestieve) dijenkletser is nu wel onderdeel van het lespakket geworden. Tot op de dag van vandaag merken we hoeveel we die week geleerd hebben over de taal, spreekwoorden en de gewoonten. Heel stiekem is één en ander op onze harde schijf gebrand.
Het enige minpuntje was uit volle borst meezingen met Franse muziek. Met name omdat we het tegenovergestelde van loepzuiver zijn, maar we vielen gelukkig nauwelijks op. Meebrullen, dus. Le professeur had een deel van zijn CD-verzameling meegenomen: Gilbert Bécaud, Maxime Le Forestier, Michel Fugain, Edith Piaf, Claude Nougaro en nog veel meer. Ik kon het natuurlijk niet laten het onbekende aan een nadere inspectie te onderwerpen en ’s avonds te beluisteren.
Ik was met name gecharmeerd van een album van Julien Clerc. Normaliter vind ik zijn zangstijl meestal op een blatend schaap lijken. Zelfs zijn grote hits zijn daar bijna geen uitzondering op, maar op Double Enfance klonk hij rustiger en melodischer. Ouder, gepokt en gemazeld door het leven; met recht een tweede jeugd. Het schitterende openingsnummer heb ik meerdere malen gedraaid en het behoord sindsdien tot mijn Franse favorieten. Het lied straalt rust uit en is tegelijkertijd vol emotie; ‘une chanson’ waarin je kunt verdrinken.
Je voudrais une vie qui tremble, une vie pleine de nuits blanches
Une de ces vies qu’on oublie pas, une vie en habits du dimanche
Je voudrais une vie qui danse, une vie qui se relève de tout
Une vie qui se retrousse les manches, une vie qui sait se mettre à genouxMais je veux bien d’une vie de rien, de longs matins ensommeillés
Une vie passée entre tes seins à étudier ta peau de près
Oui je veux bien d’une vie de rien, les nuits, les jours entremêlés
Une vie sans l’ombre d’un destin, une vie posée entre tes mains
De hoofdpersoon zou graag een spannend leven leiden en verre reizen willen maken, maar diep in zijn hart prefereert hij een nietszeggend leven zo lang hij maar bij zijn geliefde kan zijn.
Liever een leven zonder zin, zonder besef van dag en nacht. Une Vie De Rien. Bloedstollend mooi.
Prachtig ! Kende dit lied niet.
Ik houd van Franse chansons.
Groetjes,
Yolanda