Pinkpop. Ik ben er al jaren niet meer geweest: sinds 2006 om precies te zijn. Dieptepuntje dat jaar was Bloodhound Gang: mannen van in de dertig die op het podium over elkaar heen staan te plassen.
Als je de affiches van bezochte festivals gaat terugkijken, staan er altijd een paar namen tussen waarvan je je afvraagt ‘Wat is daar toch mee gebeurd?’. Ik heb dat met Peter Murray. Toen ik hem zag op Pinkpop (ik kan me het optreden niet eens bijster goed herinneren) paste hij in het rijtje singer-songwriters Jack Johnson en James Morrison. Namen die het Engelse equivalent zijn van Henk de Vries, en ook in hun muziek zijn ze zo gewoon gebleven.
Pete Murray werd wel eens de Australische Marco Borsato genoemd, maar daar ben ik het nog steeds niet mee eens. Er is iets met de stem van Pete Murray. Die is namelijk laag en hoog tegelijk. Geloof je me niet? Luister maar eens naar zijn bekendste liedjes So Beautiful en Opportunity.
Twee jaar na zijn (blijkbaar weinig memorabele) Pinkpop-optreden kwam de Australische zanger terug met de single You Pick Me Up. En toen leek het bijna gedaan te zijn tussen Pete en mij. Weg was de dromerige sfeer met die gelaagde stem. You Pick Me Up klonk als een minder geslaagd liedje van The Tragically Hip (daar moeten we nog eens een battle over doen!): uptempo, voortkabbelend en heel erg middelmatig.
Soms valt een liedje pas als je het live hoort. 2008 was ook het jaar dat Nikki (die met die neusbel) talentenjacht X Factor won. Pete en Nikki waren samen te gast bij Giel Beelen en voerden daar samen You Pick Me Up uit.
En dat was het! Daar was de oude Pete. Heerlijk melancholisch.
Daarna hebben we nooit meer iets van hem gehoord. Hij blijkt in 2011 nog een album te hebben uitgebracht, en in 2013 nog een variant daarop. En als het aantal Twitter-volgers een maatstaf is, heeft hij ook in Australië weinig fans meer over: nog geen 20.000, nog wel twee keer zoveel als Nikki. James Morrison en Jack Johnson hebben er respectievelijk zes en veertien keer zo veel.