Als je dan toch een cd meeneemt uit Australië, laat het dan Do The Pop zijn. Die tip kreeg ik in 2007 mee van vriend Marc, vlak voor ik op het vliegtuig stapte. Dat was aan de vooravond van een trip van drie maanden naar het land van de tegenvoeters. Bij terugkomst zou er tussen de souvenirs geen boemerang of opgezette koala prijken. Wel de nodige muzikale parafernalia; tussen het bezoeken van Uluru en de Great Barrier Reef had ik me voorgenomen om ook de nodige platenzaken te frequenteren. En thuis te komen met een dwarsdoorsnede uit de Australische muziekgeschiedenis. Met INXS en Nick Cave was ik wel bekend, maar wat gebeurde er allemaal in de jaren 60 en 70?

Daar bood de verzamelaar Do The Pop uitkomst. Ik pikte hem op in Sydney, grote ogen en een dikke grijns van de lokale platendealer straalden me tegemoet. Hier zul je geen spijt van krijgen, mate. Er staan flink wat nummers op van Australië’s eerste en voornaamste punkband. Nee, niet de Saints uit Brisbane. Ik bedoel Sydney’s Radio Birdman. Met Deniz Tek op gitaar. Een immigrant uit Ann Arbor, MI, leerde ik later. Als jongetje was hij eind jaren 60 in zijn geboortestad blootgesteld aan punk’s oerknal: de tandem van MC5 en The Stooges. Daar snapten die jongens uit zijn bandje helemaal niets van. Toen ze op zekere dag Tek en zijn versterker aan de straatstenen zette, leek het hem wel een goed idee om die studie medicijnen dan maar in New South Wales te gaan volgen. Als vijftienjarige had hij ooit zijn vakantie doorgebracht in Australië, dat had een diepe indruk op hem achtergelaten.

Aldaar ontmoette Tek collegastudent Pip Hoyle, de toetsenist die aan het bandgeluid een jazzy Doors-vibe zou verlenen. De kennismaking met zanger Rob Younger resulteerde in de oprichting van Radio Birdman. Het conservatieve muziekklimaat in Australië was de aspirant herriemakers niet persé welgezind. Geen enkele club waagde het zijn handen aan hen te branden. Tot die keer dat de band Lou Reed opwachtte op het vliegveld. Reed wilde wel een concertje meepikken van deze locals; met die smoes lukte het Tek en co het podium van Oxford House te zekeren. Reed kwam nooit opdagen, maar er werd die avond zoveel bier verkocht, dat Radio Birdman een vaste stek verwierf.

De band nam uiteindelijk de club over en doopten hem om tot Oxford Funhouse, een eerbetoon aan The Stooges. In dit hoofdkwartier vestigde ze een soort van cultus, onder het motto Wie niet met ons is, is tegen ons. Het debuut Radios Appear zag het licht, een verwijzing naar het nummer Dominance And Submission van een andere inspiratiebron: Blue Öyster Cult. Dankzij platenbaas Seymour Stein van Sire verscheen het album in 1978 ook overzees. Helaas middenin de backlash van punk’s year zero, zodat de marketing niet echt over hield. Punk vonden ze zichzelf toch al niet, daarvoor waren hun arrangementen te complex. Frontman Younger zag er zelfs uit als een hippie! Ruzie maken met de politie deden ze dan weer wel geregeld, maar alle standvastigheid tegen de boze buitenwereld ten spijt, implodeerden de protopunkers van Radio Birdman als gevolg van intern geruzie. Eeuwig zonde!

Gelukkig zou de band nog geregeld bijeenkomen, het laatst in 2018. Rond die tijd zag ik ze spelen in het Haagsche Paard, waar ik mezelf er op betrapte met mijn vuist te staan zwaaien op het nummer Hand Of Law. Na afloop sprak ik in de kleedkamer met de sympathieke Younger; wat hem betreft smaakte deze reünie naar meer. Een paar maanden later rolde corona over de wereld…

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.