Vraag een willekeurige huisvrouw op straat wie Faith No More is, en ze zal je schaapachtig aankijken. Zet een koptelefoon op haar hoofd en draai Easy, en je hebt waarschijnlijk meer succes.

Er waren meer bands in de jaren negentig die last hadden van dit Sky Radio-syndroom. Bakvissen zwijmelden bij More Than Words van Extreme en ook Under The Bridge van de Red Hot Chili Peppers haalde Knuffelrock. En met zo’n commercieel succes  moet je als band natuurlijk niet gaan pruilen dat al je andere werk wél hard is (en goed).

Dat doen wij wel voor je. Vier bloggers hebben er wel nog vertrouwen in verdedigen hun favoriete liedje van deze band.

Keuze Robert Arnold: As the Worm Turns

Een battle over een ondergewaardeerd liedje van Faith no More? Daar kan volgens mij wel elk nummer van Faith no More aan meedoen. Ok, op Easy na dan. Andere liedjes van Faith no More hoorde je weleens terug op de radio of zag je op MTV, denk bijvoorbeeld aan Epic of Ashes to Ashes, maar de cover van The Commodores was eigenlijk het enige echte hitje voor Faith no More in Nederland. En het paste prima tussen de andere liedjes van Faith no More. Want het enige wat je over hun repertoire kan zeggen is dat er geen pijl op valt te trekken. Zoals de liedjes varieerden, varieerde ook de bandbezetting. Naast het regelmatig wisselen van gitarist, zijn er op hun albums ook twee verschillende zangers te horen. Chuck Mosley werd na Introduce yourself (1987) vervangen door Mike Patton. Voordat Chuck Mosley de zanger was is zelfs Courtney Love kortstondig zangeres geweest van Faith no More.

Op de middelbare school kwam ik in aanraking met Faith no More. In de film Bill & Ted Bogus Journey (Keanu Reeves) speelde gitarist Jim Martin een rolletje (als Sir James Martin; head of the Faith no More Spiritual and Theological Center). De soundtrack van die film (met naast Faith no More onder andere Metallica, Primus, Megadeath) maakte mij nieuwsgierig naar de rest van Faith no More. Ik luisterde vervolgens veel naar Introduce yourself (1987), The Real Thing (1989), Live at the Brixton Academy (1991) en Angel Dust (1992). Mijn vrienden waren zeer grote fans en bezochten concerten. Faith no More was bijvoorbeeld het voorprogramma van Guns ‘N Roses in de Kuip en ze speelden een keer in de Rijnhal in Arnhem, waar voorprogramma Napalm Death zodanig herrie maakte dat van de hoofdact bijna niets meer te verstaan was wegens piepende oren. Na mijn middelbare schooltijd kwamen er nog 2 albums uit van Faith no More: King For a Day … Fool for a Lifetime (1995) heb ik heel veel gedraaid. Album of the Year (1997) maakte zijn titel niet waar en leek meer op een eerste aankondiging van het einde van Faith no More. Dat einde kwam in 1998.

In de jaren daarna ben ik altijd Faith no More blijven draaien. Ik heb ook alles waar Mike Patton aan meedeed geluisterd (oa. Fantomas, Tomahawk, Peeping Tom, Mr. Bungle), maar niets kwam in de buurt van Faith no More. Heel af en toe kwam er wat Faith no More langs op radio en tv. Vaak was dat Easy, maar soms hoorde je ook We Care a Lot (vooral BNN gebruikt dat regelmatig). Drummer Mike Bordin zag ik weleens op tv in The Osbournes, omdat hij optrad als drummer van Ozzy en Black Sabbath. Sinds 2009 treed Faith no More weer op, het is stiekem hopen op nieuw werk.

En nu moet ik dus een nummer kiezen, en dat valt me nog niet mee. Omdat alle albums en liedjes zo uiteenlopend zijn, lijkt het kiezen van één nummer geen recht te doen aan het repertoire van Faith no More. Uiteindelijk ben ik dus fan van het repertoire en niet van een nummer afzonderlijk. Maar goed, het is nu eenmaal de regel van het spelletje. En aangezien ik bij de Unplugged Battle ook al een beetje heb valsgespeeld, kies ik er nu maar braaf één.

….

(Enne … ik weet het dus nog steeds niet)

Het wordt: As the Worm Turns.

As the Worm Turns verscheen op het eerste album van Faith no More: We Care a Lot (1985). Het synthesizer riffje van Roddy Bottum is typisch Faith no More en zowel de original versie van Chuck Mosley als de versie van Mike Patton (outtake Angel Dust) zijn aanstekelijk:

(Mike Patton)

(Chuck Mosley)

Keuze Martijn Vet: R.V.

Ik heb doorgaans een grondige hekel aan barokke bombast. Zo liet ik niet voor niets de Muse-battle met plezier aan me voorbijgaan. Ja, de wereld is een tranendal en ja, we gaan spoedig allen ten onder, maar mijn leed verzacht je niet door als een speenvarken te krijsen en jezelf door gezwollen vioolpartijen en veertienstemmige koren te laten begeleiden.

Dat bombast en humor hand in hand kunnen gaan, bewijst Faith No More als geen ander. Zo over the top als het album Angel Dust hoor je ze bijna nooit. Maar gelukkig mag er ook sardonisch gelachen worden. Dat gebeurt letterlijk in het duizelingwekkende openingsnummer Land Of Sunshine. Via hitsingle Midlife Crisis en ode aan de hooligan Be Aggressive vindt het album zijn apotheose in het ongrijpbare Jizzlobber, met een weerzinwekkend pompeus orgel-met-koorzang-einde. En dan zo’n plaat afsluiten met een uiterst luchtige cover van instrumentaaltje Midnight Cowboy. Wat een meesterzet! Bij de latere versie volgt dan nog het niet minder niemandallerige Easy, een cover van The Commodores, ironisch genoeg de enige Arbeidsvitaminen-hit van de band.

De hele plaat is me dierbaar, maar onovertroffen vind ik Faith No More in R.V., de vierde track van Angel Dust. We horen Mike Patton al grommend Tom Waits naar de kroon steken. Sinds een jaar of tien is spotten met de burgerman natuurlijk uit den boze. Jan Smit is tenslotte ook kunst en wetenschap is ook maar een mening. In 1992 kon het nog gewoon. Een R.V. is een recreational vehicle, ofwel een stacaravan. De bewoner is van het slag mensen dat luidruchtig boerend afgeeft op alles wat een beetje vreemd is, zijn vrouw het liefst ieder jaar zou inruilen voor een voordeliger uitziend exemplaar en zich afvraagt wat zijn kinderen eigenlijk uitspoken. Hij weet ze niets beters mee te geven dan wat hij zelf altijd van zijn vader te horen kreeg: You ain’t never gonna amount to nothin’.

Keuze Bas van Sambeek: I Started a Joke

Het verhaal van I Started a Joke* is ook het verhaal van Easy en War Pigs.

Hoe begint een grap?

Stel je voor. Je bent Mike Patton van de beste band in de wereld: Mr. Bungle (die, ja). Tot jouw ergernis dreigt je side-project Faith No More succesvoller te worden dan jouw eigen band. Om die rockfans te fucken ga je een heavy metalnummer coveren. Voor de grap. Wat blijkt echter? War Pigs – een saai, langdradig k#tnummer van een ouwelullenband die flink over de top is – wordt opeens een van je populairste nummers. Populair in de zin van: fans eisen dat je het persé live speelt. Dat is niet grappig. En Black Sabbath raakt ook weer in trek. Dan is het helemaal niet leuk meer.

Hoe houdt je een grap leuk? (voor jezelf)

“This next song is a 70’s cover…” De fans maken zich op voor War Pigs. Hiephoi! En de band begint vervolgens Easy te spelen. Van de Commodores. Een soulband. “Haha, hebben we die rukkers even flink te pakken. Kom je voor een portie vuige rock, krijg je zoetsappige soul op je bordje.” De fans vinden het nummer verschrikkelijk. Grap gelukt. Of toch niet?

Terwijl Patton en de band ieder optreden hun fans uitlachen, voltrekt zich op de achtergrond een ramp. Easy wordt de best verkochte en meest gedraaide single van de band. In mainstreamland. Er zijn zelfs mensen die deze cover beter vinden dan het origineel van Lionel Richie. Dat doet pijn als stoere rockband. De druppel is wel dat Easy opeens verschijnt op allerlei compilatiealbums. Staan ze opeens tussen liefdesliedjes. Als ‘stoere’ rockband…

Wanneer loopt een grap uit de hand?

Wanneer jouw covers dé nummers zijn waar je om bekend staat** is het wellicht een goed moment om op te houden met de grapjes. Echter niet voor Faith No More. Not without a fight. Een (klein) stapje erger dan de Commodores zijn de Bee Gees. En de tekst van I started a joke vat de grap angstig goed samen. De band geeft met het nummer toe dat de grap niet werkte als gepland en doet dat in stijl. De clip en het zangwerk zijn fantastisch, al weet niet iedereen waarom dit nummer zo gemaakt is. Hopelijk helpt deze blog het nummer de verdiende waardering te krijgen. Want Faith No More is meer dan de invloedrijkste rockband van de jaren ’90. Het is pure rock ‘n roll: onorthodox en een geschiedenis vol knokpartijen, wisselende bandleden, onderbroekenlol en covers.

* De bron van dit verhaal is volgens mij een Oor-artikel uit negentientweeduizendnogwat, aangevuld met snippers internet en zelfverzonnen stukken waar mijn geheugen me in de steek heeft gelaten. Het is echter een te mooi verhaal om verloren te laten gaan.

** Overigens schaamt Faith No More zich niet voor het succes van de covers. Commerciële honden als ze zijn buiten ze elk aspect van hun populariteit uit, getuige hun 7(!) greatest hits-albums.

Keuze Freek Janssen: Digging the Grave

Dus ik lees dat verhaal van Bas, en denk: ‘hmmm’. Ik ga naar Facebook en laat weten dat ik zojuist besloten heb om me terug te trekken uit deze Battle:

Ik kwam sowieso niet verder dan ‘Digging the grave was helemaal niet zo’n grote hit maar hij beukt wel lekker‘, en eerlijk gezegd ken ik het oeuvre ook niet goed genoeg om recht van spreken te hebben.

Zegt Bas:

Prima tekst lijkt mij. Gewoon doen, misschien win je er wel mee.

Ok dan!

Digging the grave was helemaal niet zo’n grote hit maar hij beukt wel lekker.

[polldaddy poll=6634797]

3 comments

  1. @martijn vet: be agressive is alles behalve een ode aan de hooligan. Het is een ode aan het bedrijven van de orale (heren)liefde (I swallow, I swallow). Boddum (toetsenist en praktiserend homoseksueel) leek het leuk om Patton deze tekst te laten zingen.
    @bas van sambeek: leuk verhaal achter I started a joke, ik heb zelf het grapje nooit zo begrepen. Absoluut dieptepunt was de cover van Heino. Het clipje werd geschoten zonder bandleden want Faith no More was al uit elkaar, alleen Mike Patton heeft een cameo als Michael from Barnsley .
    @freek: als je nog meer biografie nodig heb, ik lepel wikipedia wel op.

  2. @Robert ik vind het heerlijk dat FNM zich niet zo serieus neemt. Gelukkig maken ze wel goede muziek, wat ik bijvoorbeeld van Mr. Bungle niet vindt. I started a joke is voor mij naast een goede grap vooral ook een ode aan Patton’s geweldig veelzijdige stem. Dat valt vooral op in live-concerten. Hij doet het wel allemaal. Dat stukje (en tien andere zijsporen) heb ik er uit gelaten, want anders sprong het verhaal alle kanten op 🙂

  3. Ik kom dit stuk nu, in 2020, tegen. Ik word vaak aangezien voor huisvrouw. Toegegeven, ik heb een baan, maar hoe zie jij nou of iemand een huisvrouw is op straat.
    Goed, ik loop dus op die straat, en de vooroordelen vliegen in het rond. Toegegeven, ik laat er ook wel eens wat vliegen.
    Dan gaat mijn telefoon. Er begint een lullig melodietje en man begint vanuit mijn tas te mompelen. Ik word raar aangekeken.
    En elke keer dat mijn telefoon gaat hoop ik dat iemand enthousiast roept ‘RV!’, ‘Faith no More!’.

    Saillant detail: ik was ook op dat concert in de Rijnhal. En ben daar compleet uitgelachen door de band, die in de coulissen stond te kijken hoe het voorprogramma werd ontvangen. Daar hing ik, samen met een vriendin, tegen het hek, armen eroverheen bungelend, met een enorme WTF?!-blik op mijn gezicht. Ik schaamde me rot toen ik ze zag staan, haha! We zijn er overigens bijna direct door de security uitgetilt, inclusief gekneusde ribben en een gedeukt ego…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.