Topografie is de studie van de beschrijving van kenmerken van plaatsen en gebieden. Het woord topografie komt uit het Oudgrieks (τόπος topos, plaats, plek; γράφειν graphein = schrijven, beschrijving) en is de studie van de ligging en de namen van plaatsen, wateren, bergen, streken, landen, en andere geografische vormen.
Er zijn in de historie van de muziek talloze nummers geschreven over topografische plaatsen: van steden als Amsterdam, Vienna, Barcelona, New York, Chicago, San Francisco, (ei)landen, of het hele Caribisch gebied in Kokomo. Vandaag op jullie favoriete muziekblog is topografie het onderwerp.
Keuze Der Webmeister: Glen Campbell – By The Time I Get To Phoenix (1967)
Een topografisch correct lied?
De tekst van dit nummer, meest bekend van onderstaande hartverscheurende versie van Glen Campbell, beschrijft een roadtrip in drie delen, van een man die zijn geliefde achterlaat, aan het rijden slaat en maar eindeloos door blijft rijden. Het lied beschrijft hoe de ik-figuur op bepaalde tijden door een aantal steden komt. Volgens de schrijver van het nummer, Jimmy Webb, beschrijft het lied iets dan hij had wìllen doen, en niet iets wat topografisch correct is. Nou, dat zullen we nog wel eens zien! Ondergewaardeerliedjes fact-checkte dit voor u!
By the time I get to Phoenix she’ll be rising
Het lied, en daarmee het eerste couplet, start met deze regel. De tekst suggereert daarnaast dat de verlaten geliefde al sliep op het moment dat de ik-figuur haar vergoed verliet, r edelijkerwijs zou hij rond middernacht bij haar vertrokken zijn. Als we aannemen dat het startpunt Los Angeles is, dan is Phoenix een goeie 600 km. Dan is de afstand prima te doen lijkt me, als ze rond 6 uur ‘s ochtends zou opstaan.
By the time I make Albuquerque she’ll be working
She’ll probably stop at lunch and give me a call
Van Phoenix naar Albuquerque is het nog 550 km, en gerekend vanaf 6 uur ‘s ochtends is lunchtijd inderdaad een realistisch reisschema om door te rijden naar Albuquerque.
By the time I make Oklahoma she’ll be sleepin’
Dat laatste stuk, van Albuquerque naar Oklahoma, is nog eens 830 km. Flink eind doorrijden, de ik-figuur zal intussen behoorlijk vermoeid zijn, maar met een vertrek rond lunchtijd heeft hij meer dan genoeg tijd om dit te volbrengen voordat zijn ex-liefje gaat slapen. Alles bij elkaar opgeteld zou de ik-figuur dus bijna 2000 km moeten overbruggen in bijna 24 uur. Ik zou het niemand aanraden, en het is zeker niet verantwoord, maar ik denk dat de conclusie is dat het in principe wel mogelijk moet zijn.
Ik heb me niet verdiept in het wegennet van de Zuid-West hoek van de Verenigde Staten, maar het ook nog zomaar kunnen dat het inderdaad in 1967 niet topografisch correct was, maar anno 2020 dus wel.
Keuze Marcel Klein: Chicago – In The Country (1970)
Een betere gitarist dan wie dan ook?
Een battle over topografie geeft natuurlijk veel verschillende mogelijkheden, maar mij schoot gelijk de naam Chicago te binnen. Toevallig luisterde ik een enkele week geleden nog eens hun eerste albums en viel mij het nummer In The Country weer op. Muzikaal genieten van blaasinstrumenten, lekkere rock en heerlijke gitaarsoli.
Wacht even, hoor ik je wellicht nu zeggen. Chicago is toch van die zoetsappige nummers met die zanger Peter Cetera? If You Leave Me Now en Hard To Say I’m Ssorry? Ja, inderdaad, dezelfde band en ook in 1970 speelde Cetera al in Chicago, maar op de eerste albums is nog weinig te merken van die ballads. Met het eerste album uit 1969 Chicago Transit Authority maken ze gelijk flink indruk met een stevige dosis rock, jazz en blaasinstrumenten. De muzikaliteit van de mannen is fantastisch in de eerste jaren en de nummers krijgen live vaak lange uitvoeringen, waar ook nog veel improvisatie tussen zit. Luister maar eens naar het live album Live At Carnegy Hall.
De onbetwiste leider van de band is Terry Kath. Een begenadigd gitarist die zelf van Jimi Hendrix zelf het compliment krijgt dat deze man beter is dan hijzelf. Kath is tot zijn overlijden in 1978 de drijvende kracht achter de band en zeker de eerste albums. Langzamerhand verdwijnt zijn rock ’n roll achtige stijl en na zijn dood wordt Chicago echt een andere band.
In The Country is door hem geschreven en laat muzikaal perfect horen waar de band (en Kath) toe in staat is. Beginnend met blaasinstrumenten, duurt het niet lang of de gitaren barsten los en de samenzang van Kath en Cetera is fenomenaal. Met name in de live versie hieronder voel je het rocken.
Well I’m talking bout life (And living)
And the beautiful earth (And giving)
Talking about the natural things
We’ve had since birth (That’s loving)
Well I’m talking about a walk in the country
About an angel’s sweet charm
The smell of her perfume
And they’re both coming on
Het lijkt hier over de aarde en de natuur te gaan. Een oproep om hiervan te genieten. En dan kan je dan (volgens Kath) het beste doen door een wandeling op het platteland.
Keuze Tricky Dicky: George Harrison – Bangla Desh (1971)
Allereerste benefietconcert
Het lied is speciaal geschreven voor de twee epische concerten om geld op te halen voor vluchtelingenhulp in Bangla Desh. In 1971 probeerde Oost-Pakistan zelfstandig te worden, maar (zoals zo vaak) betaalde de burger de rekening voor de politieke en militaire onrust en geweld. 7 miljoen mensen vluchtten naar India. Vlak voor de onrusten was Oost-Pakistan al getroffen door een cycloon en hadden de zware regenval en overstromingen het land geteisterd en waren velen dakloos en zonder voedsel en water achter gebleven.
Ravi Shankar sprak hierover met George Harrison en in juni werden de voor-bereidingen voor een benefietconcert in New York getroffen. Het was tevens het allereerste benefietconcert ooit. Ze hoopten $ 25.000 op te halen voor hulp, maar het concert was vrijwel direct uitverkocht zodat een tweede gepland werd. George Harrison had enkele vrienden gevraagd belangeloos op te treden: Eric Clapton, Ringo Starr, Billy Preston, Bob Dylan en Leon Russell. Uiteindelijk werd er $ 250.000 aan kaartverkoop verdient dat aan Unicef werd overgemaakt. De voorverkoop van de registratie (album) leverde Apple Records nog eens bijna 4 miljoen op. Natuurlijk kwam er een kink in de kabel; manager Allen Klein was vergeten het concert als een benefiet bij de belastingdienst op te geven, waardoor de inkomsten uiteindelijk 10 jaar vastgezet stonden. Wel maakte Apple vlak voor de controle nog snel 2 miljoen over naar Unicef. In 1985 was er in totaal $12 miljoen overgemaakt. In hedendaagse termen is dat een druppel op een gloeiende plaat, maar toen een enorm bedrag. Bovendien zorgde de concertreeks en de positieve reclame dat er via ander wegen nog meer donaties binnen kwamen.
My friend came to me, with sadness in his eyes
Told me that he wanted help
Before his country diesAlthough I couldn’t feel the pain, I knew I had to try
Now I’m asking all of you
To help us save some lives
George Harrison schreef de single Bangla Desh speciaal voor het concert en het werd 21 juli vlak voor het concert released. In Europa werd het vrijwel overal een grote hit, maar in de V.S. kwam het niet verder dan de 23ste plek. De live-versie is langer en iets sneller gespeeld dan de studioversie. Overigens heeft Harrison het lied na het concert nooit meer live gespeeld.
Keuze Hans Dautzenberg: America – The Border (1981)
Matchbox dreams
Op het braakliggend terrein naast het schoolplein waren kleine bulten van klei waar onze Matchbox autootjes vanaf denderden. Wij, de jongetjes, keken elk speelkwartier welke auto het verste kwam. Vaak deed ik goede zaken met mijn Iso Grifo en mijn Porsche 910. Als jouw auto vanaf de klei de grens met het schoolplein wist over te steken en verder rolde over de tegels, was je het mannetje. Mijn Matchbox-verzameling leverde inspiratie voor een hele fantasiewereld vol eigen verhalen. Verhalen die ik vervolgens zo realistisch mogelijk naspeelde. Zo bedacht ik ook de World Rally: een autorally rond de wereld waarvoor ik dagenlang bezig was met mijn liniaal in de Reader’s Digest Grote Wereldatlas afstanden tussen plaatsen op te meten, om te rekenen naar kilometers en in een etappeoverzicht te zetten. De reis door de atlas werd in mijn hoofd een spannend parcours van uitdagende autoroutes door diepe kloven, over bergpassen, langs rivieren, door woestijnen en door steden met exotische namen als Archangelsk of Ouarzazate. Alleen al door mijn vinger over de bladzijde van de atlas te verschuiven, was ik op reis. Het was spannend. Wie zou de rally winnen?
Stel, je bent jong in de Verenigde Staten in pakweg 1982. Je woont ergens in het Midden-Westen. Vietnam ligt vers in het geheugen, Reagan is net gekozen met de slogan Make America Great Again. Hoe reis je dan in je hoofd? Welk liedje verlegt jouw grenzen, als je met je pick-up aan het cruisen bent? Niet Grandmaster Flash, niet Talking Heads, zelfs geen Blondie. Nee, waarschijnlijk luister je naar REO Speedwagon, Journey, Boston of Foreigner. Bands waarvan alleen al de naam ‘reizen’ suggereert. Bands die jou het gevoel geven dat alles kan. Die muziek maken om je mee te nemen naar de grens. Maar alleen in je droom. The American Dream.
Drie Amerikaanse expat-zonen troffen elkaar in Londen in 1970 en richtten een band op. Ver van huis als ze waren, noemden ze zich in een vlaag van heimwee America. De band had snel succes dankzij het folk rock reisliedje A Horse With No Name. De kenmerkende samenzang houdt de groep erin, maar het geluid verschuift in de loop van de tijd in de richting van bovengenoemde bands. Met The Border van het album Your Move scoort de band in 1983 zijn laatste hit(je). De heren hebben wel heel erg goed geluisterd naar Ride Like The Wind, maar het is niettemin best een lekker liedje als je in 1982 in je pick-up truck met je vinger op de kaart droomt van ver weg zijn.
En o ja, de World Rally werd gewonnen door mijn Matchbox De Tomaso Pantera.
Keuze Annemarie Broek: The Amazing Stroopwafels – Biesbosch (1982)
Badmuts verplicht
Grote Houtstraat Haarlem, zomer 1989. Vanuit de verte hoor ik ze al. Straatmuzikanten! Twee jongens met een gitaar en een grote staande bas. Ze zingen allerlei Nederlandse liedjes waarbij de bas duchtig mishandeld wordt. Het duo heeft een grote schare luisteraars om zich heen en het geldbakje ligt al aardig vol. Ook ik offer enige muntstukjes op en dat mag uniek heten!
De week daarop, dezelfde tijd. Van ver komt het heldere geluid van twee mannenstemmen op me af. Ja! Ze zijn er weer! Ik weet niet hoe snel ik naar het geluid toe moet rennen om maar niets van de muziek en de act te missen.
Daarna. Iedere week terug geweest, maar helaas … de twee muzikanten nooit meer gezien!
Op de radio klinkt een lied over Frankrijk, maar de stemmen herken ik onmiddellijk. Dit zijn de jongens anno 1989 uit de Grote Houtstraat. Eindelijk hebben ze een naam voor mij gekregen. The Amazing Stroopwafels!
Anno 2020 vind je zulke muzikanten natuurlijk moeiteloos terug op het internet. Nu pas zie ik, hoeveel muziek de Wafels al gemaakt hebben: talloze elpee’s, CD’s, singles etc.
In 1982 kwam het album In Vuur En Vlam uit en in 1994 een album met 14 liedjes over het Rijnmondgebied: Badmuts Verplicht met op beiden het nummer Biesbosch.
Keuze Alex van der Heiden: Luka Bloom – City Of Chicago (1984)
Liedjes over vluchtelingen zijn relevant
Stel je eens voor; je hebt de keuze om van honger te sterven, of (met je gezin) de Atlantische Oceaan over te steken en een nieuw, maar onzeker bestaan op te bouwen. Miljoenen Ieren stonden voor deze keuze tussen 1845 en 1850 en kozen ervoor om de oversteek te maken. Wat zouden zij in onze tijd zijn? Economische vluchteling? Vluchtelingen zijn van alle tijden en ik ben dankbaar om in zo’n goed land als Nederland te wonen. Ik zou niet graag in de schoenen staan van iemand die bedreigd wordt door oorlog of honger. Juist daarom zijn liedjes over vluchtelingen nog iedere dag relevant.
Ik werd op het lied City Of Chicago geattendeerd door Dolf Jansen tijdens zijn laatste theatershow BIJNA. Luka Bloom kwam wel voor op een singer-songwriter speellijstje, maar stond verder niet heel erg op mijn trommelvlies. Vervolgens heeft Luka Bloom me aardig bij de strot gegrepen, in de zin dat daar regelmatig een brok te bekennen is. Ik verheug me al op zijn concert in april, mits we niet in onze eigen huizen moeten vluchten vanwege een wereldwijd virus.
Het lied City Of Chicago gaat meer over Ierland dan over Chicago. Het gaat over de Ieren die mijmeren over de heuvels van Donegal. We krijgen tevens een geschiedenisles in dit lied die pijnlijk duidelijk maakt waar het om ging:
Eighteen forty seven
Was the year it all began
Deadly pains of hunger
Drove a million from the land
They journeyed not for glory
Their motive wasn’t greed
A voyage of survival
Across the stormy sea
To the city of Chicago
Het lied zou je ook kunnen kennen van de broer van Luka Bloom; Christy Moore. Ik vind de versie van Luka mooier en ik heb gekozen voor een mooie sobere versie met wat Ierse heuvels bij Ballyvaughan (dus niet Donegal) op de achtergrond.
Keuze Vincent van der Vlies: Biohazard – Wrong Side Of The Tracks (1990)
Tweedeling
Ik ben een aantal keer in de V.S. geweest en altijd heb ik hetzelfde idee gehad dat het enerzijds een land is dat je ogenschijnlijk goed kent, maar aan de andere kant, als je er op let, toch de kleine verschillen ziet die het toch echt een totaal ander land maken. Natuurlijk is het veel groter in oppervlakte, inwoners en zijn de gebouwen er vaak beduidend hoger en groter, evenals de maaltijden. Eén van die andere dingen is het feit dat de verschillen tussen arm en rijk er enorm groot zijn en dat je dat op sommige plekken direct kunt zien.
Voor de meeste Europeanen, maar in ieder geval voor Nederlanders is er doorgaans niet zoiets als een verkeerde kant van een geografische scheidslijn die arm en rijk van elkaar scheidt op slechts een steenworp afstand. Natuurlijk, ook in Nederland hebben we arme en rijke buurten en misstanden, maar we leven ook in een relatief egalitaire en genivelleerde gemeenschap. Daarentegen heb ik in Los Angeles gezien dat daklozen met hun hele inventaris in winkelwagentjes tussen de luxe auto’s laveerden en dat in San Francisco lange, heel heel lange rijen voor de Leger des Heils stonden. Maar dat was nog niet zo contrastrijk als in Palo Alto. Ik was op vakantie in 2008 samen met mijn vriendin en ging onder andere bij een vriend langs die in San José woonde. Samen met hem deden we een door hem geïmproviseerde tech-tour in de mintgroene Volkswagen New Beetle cabrio van zijn vrouw. Het was de tijd van de start-ups en techboom, met Stanford University als geboortegrond van Google, toen Apple hip werd en nog maar net de iPhone uitbracht en met Facebook nog in een klein kantoor in Palo Alto. Hippe bars en terrassen, dure huizen, de hele mikmak.
Maar hij liet ook zien wat er nog meer was. En zo gebeurde het dat drie witte preppy mensen in een mint groene cabrio Palo Alto uitreden, onder een snelweg door gingen en zo in een John Singleton film terecht kon komen. Denk Boyz in the Hood met veranda’s, auto’s zonder wielen en een scheiding van kleuren, vergelijkbaar met yin en yang. Wrong Side Of The Tracks is daarmee mijn metaforische soundtrack ten aanzien van de keiharde tweedeling die kan bestaan wanneer je in de V.S. woont.
Ook al is Wrong Side Of The Tracks niet het beste nummer van de band (Punishment! Hier live op Dynamo 1995), de metal, groove (beste hardcore drummer wellicht) en beetje A-team-esque riff halverwege maken dat het een nummer is dat blijft hangen. Helemaal door de break met de fijnbesnaarde quote:
And when you’re in fuckin’ Brooklyn
You best watch your back!
Toen in 1992 Wrong Side Of The Tracks uit kwam op het album Urban Discipline was Brooklyn nog niet zo gegentrificeerd als nu en hopelijk is de tweedeling verminderd. Zo niet, dan is het nummer een geheugensteuntje dat de topografie of postcode van je wieg er soms heel erg toe kan doen wat je kansen zijn te slagen in een maatschappij.
Keuze Freek Janssen: Fastball – The Way (1998)
Als je topo niet kent, heb je soms wel iets om over te praten
Topografie is heel erg 1998. Tegenwoordig hebben we Google om op te zoeken wat de hoofdstad van Bulgarije is of welke rivier er door Parijs stroomt.
Tenzij je niet wil verdwalen. Een beetje de weg kennen, zeker in de plaats waar je woont, dat is wel aan te bevelen. Want voor dat je het weet rijd je ‘s morgens weg voordat de zon opkomt, en kom je nooit meer terug. Dit liedje gaat over zo’n voorval. Twee oudjes pakten hun spullen, gingen gewoon op pad, raakten de weg kwijt en zouden nooit meer terugkomen.
The Way was in Nederland een klein radiohitje, in de V.S. een kneiter (want nummer één). En het is gebaseerd op een echt voorval. De zanger van Fastball had inspiratie nodig voor een liedje, en in die tijd stond er in de krant regelmatig iets over een ouder echtpaar dat spoorloos was. Misschien wilden ze wel niet gevonden worden, misschien zijn ze wel bewust verdwaald, dacht ‘ie. Waarom zou je dat doen? Dat verwoordde hij prachtig in dat ene, veelbetekenende zinnetje
They now had more important things to say
Het verhaal achter het liedje vindt je hier.
Keuze Erwin Herkelman: Three Drives On A Vinyl – Greece 2000 (1998)
Trance-klassieker
Erik de Koning, alias Enrico, debuteerde in de vroege jaren ’90 met de single Michael Jackson Is In Heaven Now. Toen al met maatje Mark van Dale, een collega waarmee hij uiteindelijk in 1998 ook zijn grootste commerciële succes zou beleven. Water Verve, een cover van het inmiddels tot klassieker uitgegroeide Bitter Sweet Symphony van The Verve, behaalde een 20ste plaats in de Nederlandse Top 40.
Halverwege de jaren ’90 ging Enrico de samenwerking aan met een andere DJ: Ton The Butcher. Een naam die de betreffende DJ echter al snel aanpaste naar Ton T.B. omdat het in het begin van zijn carrière voor nogal wat verwarring bleek te zorgen. Boekers dachten namelijk steeds dat ze te maken hadden met een hardcore-DJ en verwachtten dus niet bepaald een trance-artiest. DJ Enrico en Ton T.B. brachten een verscheidenheid aan platen uit onder diverse namen. Hun bekendste werk is ongetwijfeld Greece 2000. Een bewerking van het uit 1984 stammende Chinatown van de Italiaanse band Cruisin’ Gang. Ze brachten de single uit onder de naam Three Drives On A Vinyl. De naam ontleenden ze aan het feit dat zij als DJ-duo altijd met drie draaitafels werkten.
Greece 2000 haalde de Nederlandse Top 40 niet, in tegenstelling tot in Engeland, waar het de 12de plaats wist te bereiken. Maar de erfenis van Three Drives On A Vinyl was groter dan dat: de heerlijke opbouw, de relaxte beat en de lome melodie beklijfden en veroverden zo de harten van het destijds immense trance-publiek. Het is dan ook niet zo gek dat het uiteindelijk is uitgegroeid tot een klassieker in het genre.
Keuze Joop Broekman: Doves – N.Y. (2002)
De hectiek van een metropool
Hier en daar wordt wel eens geroepen dat deze band uit Manchester komt. Niet helemaal waar. Doves komt uit het gebied tussen Liverpool en Manchester in, zeg maar. Leuke omgeving, trouwens. Er is veel te zien en te doen.
De tweelingbroers Jez en Andy Williams komen op de middelbare school Jimi Goodwin tegen. En daarna kruisen hun muzikale paden nog een paar keer. Het klikt, en ze besluiten eind jaren ’80 dansmuziek te gaan maken. Want beats zijn hot op dat moment, house is booming, en wat de Roxy en IT zijn voor Nederland, is The Hacienda voor Engeland. Hier wordt het idee voor Sub Sub geboren. Ze scoren in 1993 een dikke hit met Ain No Love (Ain No Use), maar vijf jaar later eindigt het avontuur ongevraagd en abrupt. Nota bene op de verjaardag van Jez en Andy brandt de studio van de band tot de grond toe af. Het trio ziet dit als een mooi moment voor een radicale koerswijziging.
In april 2000 komt debuut Lost Souls uit. Donkere indierock, die op het eerste gehoor makkelijk verteerbaar lijkt. De plaat krijgt goede recensies, en de band staat meteen op de muzikale landkaart. Twee jaar later doet The Last Broadcast het nog véél beter (met een eerste plek in de UK albums chart). De ideeën van het debuut zijn hier hoorbaar en haarfijn uitgekristalliseerd. Uitgesponnen gitaarlijnen worden net zo makkelijk afgewisseld met akoestische rustmomenten. Neem het epische N.Y. waarin het lijkt alsof een jachtig dagje metropool muzikaal beschreven wordt. De tempowisselingen zorgen ervoor dat je er helemaal in meegaat. Een van de beste songs op het album, Doves trekt hier alle registers open. Laat het over je heen komen.
On the road and out of town
We’re moving on again
Everything they say is true
This city is insane
Every possibility
Nothing’s left to chance
They’re throwing rocks and paving stones
Who says it has to last
Voor het derde album zoekt de band het letterlijk hogerop, namelijk in het noorden van Engeland, en in Schotland. Hier wordt de ‘rust’ gevonden voor Some Cities, dat in februari 2005 uitkomt, en meteen naar de eerste plek in de albumlijst doorschiet. Vergeleken bij de voorganger is Some Cities een dijk van een plaat. Ik zie de band tijdens Motel Mozaique in een vol en nieuwsgierig Nighttown. Er wordt een strak uur volgens de programmering gespeeld, maar het publiek geniet. “Ze kwamen, zagen en overwonnen”, zegt iemand achter me. Nou, dat klopte aardig. Het trio werkt daarna aan de internationale bekendheid. Ze openen later dat jaar voor U2, Oasis en Coldplay.
In 2009 is Kingdom Of Rust een zware bevalling. Het schrijven en opnemen van de plaat lijkt zijn weerslag te hebben op de sfeer. Meteen is het ook het minst toegankelijke album van de vier. En dat begint al bij opener Jetstream. Toch vormen alle songs aan het eind weer een heerlijk geheel. De band gaat de halve wereld af voor een tour, en is daar een jaar later wel klaar mee. Doves snakt naar rust en kondigt een stop van een paar jaar aan. Die stop duurt langer. De heren nemen de tijd om bij te komen, en doen wat solowerk. Eind 2018 verschijnt het bericht dat er weer samen gespeeld én opgetreden gaat worden. Dat gebeurt het jaar er na ook, en dan duikt de band weer de studio in. Plaat nummer vijf gaat er echt aan komen in 2020. Eind januari was het laatste nummer af, en in maart volgt de mastering. Releasedatum volgt nog, maar de band heeft er zin in, zeggen ze op social media.
Keuze Marco Groen: Dropkick Murphys – I’m Shipping Up to Boston (2005)
Met een beetje hulp
De erfenis van The Pogues is nauwelijks te onderschatten. Folk en punk bleken prima te mixen. In het kielzog van de band van Shane MacGowan (de man met een nauwelijks te onderschatten tandartsrekening) kwamen bands voort als Flogging Molly, The Mahones, Finnegan’s Lads en Nederlandse bands als Rowwen Hèze en Pater Moeskroen. Een andere vrucht van de loot komt uit een plaats net onder Boston, Quincy. Een stad die de naam heeft de meest ‘Ierse’ stad van de Verenigde Staten te zijn. Die Ierse identiteit is dan ook precies waar de Dropkick Murphys (waar we het natuurlijk over hebben) mee koketteren. De druktemakers zijn opgegroeid in een typische Ierse Katholieke buurt en maken er nogal een sport van om hun gedeelde afkomst te cultiveren. Dit resulteert in een vrije harde stijl van de zogenaamde Celtic-punk, waarvan I’m Shipping Up to Boston een zeer fraai exemplaar is.
Een concert van de Dropkick Murphys laat zich vrij eenvoudig omschrijven: stilstaan is onmogelijk en meeblèren is de standaard. Het enthousiasme is aanstekelijk. Iets dat ook helemaal bij het genre lijkt te horen; optredens van Flogging Molly en The Pogues hebben/hadden hetzelfde effect. I’m Shipping Up to Boston is een van de hoogtepuntjes van een show, een succes dat Dropkick Murphys deels te danken hebben aan een grootheid uit de wereld van de Folk: Woody Guthrie. Naar verluidt heeft een kleindochter van Guthrie op zolder nog dozen staan, vol met werk dat de protestzanger nooit heeft uitgebracht. Hier een kijkje in mogen nemen schijnt een hele eer te zijn, temeer daar de dame in kwestie eerder al Bruce Springsteen en Elvis Costello een nul op het rekest gaf. Maar voor de sympathieke Leprechauns uit Massachusetts werd een uitzondering gemaakt. De tekst is afkomstig van Guthrie, de muziek componeerden de Murphys zelf. Men koos trouwens dit nummer vanwege het woordje ‘Boston’. Het zat er natuurlijk in. De tekst zelf zijn van een redelijk uitgekauwd thema; het nummer verhaalt van een zeeman die tijdens zijn werkzaamheden een been is verloren, en nu op punt staat naar Boston te vertrekken om zijn houten been te zoeken.
De keuze bleek een gouden greep te zijn. Zo is het nummer te horen in de film The Departed. Ook draaien de honkballers van de Boston Red Sox het voor een wedstrijd om het publiek op te zwepen, iets dat ook de basketballers van de Boston Celtics en de American Footballers van de New England Patriots eveneens gingen doen. Bovengenoemde sportteams zijn in het verleden ook wel verrast met een live-optreden van de band, waarbij ze uiteraard dit nummer ten gehore brachten. Verder is het nummer te horen in TV-series, games en verscheen een cover van het nummer op het album Holiday At Lake Bodom van Children of Bodom. Echt ondergewaardeerd is het dus niet echt, maar reguliere radiostations zullen ‘m niet zo snel draaien. Een van de mooiste uitvoeringen is echter het privé-optreden voor de 3-jarige Quinn Waters ergens in augustus, 2019. Quinn heeft hersenkanker en mocht vanwege zijn ziekte niet buiten komen. Om hem een hart onder de riem te steken kwamen zijn plaatsgenoten langs om voor hem wat liedjes te spelen.
I’m Shipping Up to Boston haalde nooit de Amerikaanse Billboard Hot 100, maar ging meer dan een miljoen keer over de toonbank. In Ierland kwam het nummer op plaatsje 54 terecht.
Keuze Alex van der Meer: Corridor – Topographe (2019)
Vertrouwd maar fris
Corridor komt uit Montreal, Canada. Voordat ze vorig jaar hun eerste album voor het Sub Pop label hadden gemaakt waren er al twee eerdere eigen beheer albums uit het ei gekropen. De teller staat dus op drie album, en dat is goed nieuws voor degenen die straks na het beluisteren van het nummer Topographe enthousiast zijn geworden.
Het geluid van de band is erg fris, ondanks dat er rijkelijk geciteerd wordt uit de belangwekkende 60-jarige historie van het bandjes-geluid. Corridor is bijvoorbeeld erg schatplichtig aan The Feelies, maar nergens is de sound uitgekauwd. De jangle pop klinkt wat harder dan genoemde act: vaak meer richting post-punk, maar wellicht is het ook extra plezierig en verfrissend dat er in het Frans wordt gezongen. Het klinkt allemaal très bien. Pas dus op voor instant fandom.
Topographe was de eerste single van het recente album Junior. De gang zit er goed in bij dit nummer; het is een track waar menig gitaar-act jaloers op kan zijn. Met name de galmende zang in combinatie met het gebalde post-punk ritme blijft je nog lang bij. Zogezegd ga je zeker naar meer verlangen. Topographe is top!
[polldaddy poll=10521219]