De mensen die vaker wat van ondergetekende gelezen hebben de afgelopen zes jaar op deze schitterende site, zullen weten dat ik een groot bewonderaar ben van Nederlandstalige muziek. Het is in de muziek een ondergewaardeerd sub-genre. En dat terwijl er zoveel mooie Nederlandse muziek is verschenen en vooral ook nog verschijnt. Het is daarom ook geweldig om te merken dat steeds meer jonge artiesten het aandurven in het Nederlands te zingen. Het kan blijkbaar weer. En dat doet mij goed.
Ook zal de vaste lezer weten dat ik een enorm zwak heb voor Rob de Nijs. Door mijn moeder is dit in mijn jeugd met de paplepel ingegoten. Het is iets dat me nog steeds kan bekoren. Ik hou van zijn muziek, en dan met name de ballades. De prachtige teksten, de warme stem, de poëtische diepgang, de arrangementen, alles. Het doet me tot op de dag van vandaag nog steeds van alles.
In september 2019 kondigde hij aan dat hij gediagnostiseerd was met de ziekte van Parkinson. Kort daarvoor was hij ongelukkig van een podium gevallen tijdens een optreden. De handen trilden al enige tijd. Hij was wat minder stabiel. Toch was het schrikken. Een tweede muzikale held die aankondigde aan Parkinson te leiden, Neil Diamond was hem voorgegaan, het raakte me. In tegenstelling tot generatiegenoot Diamond, kondigde De Nijs al snel aan nog even door te gaan. Zijn stem was nu juist op zijn mooist, zo vond hij zelf. Live zal het wellicht op den duur niet meer gaan worden, maar één of misschien zelfs meerdere albums moeten er nog wel inzitten, zo zegt hij zelf. De studio in, dat kan zolang mijn stem goed blijft en die zal onder parkinson niet veel te lijden krijgen hoor, dat staat er los van.
Het gaf mij ineens het gevoel hem nog een keer live te moeten zien. De keren die hij nog zou optreden werden na deze aankondiging immers schaars. En zo belande ik in februari 2020 in het prachtige Musis Arnhem bij een van zijn concerten. Ik had er zin in. Mijn ouders waren mee. Ze hadden hem in de jaren ’80 nog meegemaakt, dus het was even schakelen.
Iets na achten betrad hij het podium, iets later dan gepland. Hij oogde fragiel. Bewoog bedachtzaam. Voor ons stond een oude man. Hij zwaaide naar de zaal. Een excuses was het eerste dat men te horen kreeg. De reden van de vertraging niet. Niet dat het iemand iets kon uitmaken, maar dat terzijde. Achter hem stond een opvallende rode kruk klaar waar De Nijs vrijwel direct op plaatsnam. Het eerste nummer werd ingezet. De stem was even vol en diep als altijd, al was de leeftijd duidelijk hoorbaar. Een lichte trilling was aanwezig. Deze verdween echter al snel. Ik moest hem gelijk geven. Zijn stem was prachtig in deze fase van zijn leven. Het ontroerde.
Nadat een groot deel van het oeuvre voorbijgekomen was, kwam er voorzichtig wat recenter materiaal voorbij. Het schitterende Schrijf Me Niet (een vertaling van een nummer van Julien Clerc en vorig jaar nog opgenomen met Willeke Alberti) het tragische Zwanenmeer en de prachtige door Jan Rot vertaalde Aznavour-klassieker Yesterday When I Was Young genaamd Eeuwig Jong. Stuk voor stuk nummers die aantoonde dat hij nog niets aan kracht had ingeleverd als het op prachtige, rustige nummers aankomt.
En toen vertelde hij kort over zijn laatste album, Niet Voor Het Laatst, uit 2017. Het was een ontzettend fijn album aldus De Nijs zelf. Hij en de band, waarvan een groot deel had meegespeeld tijdens de opnames, hadden er van genoten. Vervolgens vertelde hij over de betekenis van het titelnummer. Hij vertelde over ouder worden. Over de gebreken. Over zijn bijna 80-jarige leeftijd. Dat de tijd er bijna opzit. De zaal werd stil. Het nummer werd ingezet. Met collectief ingehouden adem luisterde men toe.
Ik wil niet opstaan in het donker
Ik wil mij zijn maar dan jonger
Eeuwenlang was ik gezonder
Maar opeens gaat het zo vlug
De eerste zinnen raakten diep. De oude man op de rode kruk bezong precies wat iedereen die avond had kunnen zien.
Je weet niet half hoe het me gek maakt
Dat ieder nieuw gebrek maakt
Dat ik zo maar van het pad raak
Waar ik ooit op stond
Op vaste grond, op vaste grond
Met jou…
Het klonk als een afscheid. Een zwanenzang. En daarom klopte het ook. De Nijs, zeker nog geen dood hoopje mens, maar wel zichtbaar ouder keek in alle eerlijkheid naar het hier en nu. En dat klopte in alles.
Geef me gisteren in ruil voor vandaag
Zodat ik jou weer voor het eerst mag zien
En niet voor het laatst, niet voor het laatst…
Het was een geweldige avond die diepe indruk maakte. Niet in de laatste plaats door de innemende kwetsbaarheid die De Nijs durfde te tonen. Oud, fragiel, maar misschien wel krachtiger dan ooit tevoren.
De waarheid heeft mij in jou verplaatst
Ik zie jou nu pas voor het eerst, maar wel pas op het laatst…