In juli en augustus blikken we (terug) naar de Summer Of Love. Verhaaltjes over verliefdheid, (verloren) liefdes en relaties, het zomergevoel en de liefde voor muziek.
Ik was 20 toen ik voor het eerst naar Lowlands ging. Het was mijn eerste, en eigenlijk ook wel meteen mijn laatste meerdaags muziekfestival dat ik bezocht. Met een groep mensen die ik kende van school, plus aanhang gingen we richting Biddinghuizen om daar 3 dagen lang weg te zijn van het normale leven en te genieten van muziek, drank en vrijheid. En liefde natuurlijk. Vrijende stelletjes in het gras of in de tent vlak naast die van mij. Voor mij was het vooral de muziek en de vrijheid waar ik van genoot, want mijn vriendinnetje bleef thuis. 3 dagen lang even geen zorgen maken over huiswerk, ouders, opdrachten, toekomstperspectieven en sociale verplichtingen. Dat heel veel mensen het geweldig vinden om even op zo’n manier van de werkelijkheid te ontsnappen, blijkt wel uit het aantal muziekfestivals die er zijn. Het brengt mensen dichter bij elkaar en brengt ook vooral een bult geld bij elkaar.
Op het weiland, behorende bij melkveehouderij van Max Yasgur, in het Amerikaanse Bethel vond van 15 tot en met 18 augustus 1969 het legendarische Woodstock Music & Art fair plaats. Als je dat zou vergelijken met een Nederlands festival, zou het Lowlands festival waarschijnlijk het dichts bijkomen. Veel bekende namen, maar toch ook wel veel bands die op het punt stonden om door te breken of net doorgebroken waren. Een van die bands was bijvoorbeeld Blood, Sweat & Tears.
In the beginning, back in 1968 waren er een aantal New Yorkers die net als ik van muziek hielden waarin een verrassingselement zit. Iets wat net even wat anders is dan de rest. Een goede mix tussen funk, rock, blues, rhythm & blues, soul en jazz. Hun eerste optreden viel op door een platenbaas en er mocht een plaat gemaakt worden. De band werd aangestuurd door zanger Al Kooper. Het album kreeg fantastisch goede reviews, maar een echt kassucces, bleef uit. Al Kooper werd gedegradeerd door de producers tot keyboard speler en dacht: wat die producers kunnen, kan ik beter, en is in die business verder gegaan, waardoor de heren van de platenmaatschappij op zoek moesten naar een vervanger. Die vonden ze in David Clayton Thomas. De blanke Canadees met de stem van Isaac Hayes in “uck on my Chocolate salty balls viel meteen op toen ze hem toevallig zagen optreden en hij werd gevraagd. Thomas zei ja, er was alleen een probleem met een visum of zo.
Nadat er wat andere leden de band hadden verlaten en vervangen waren, kwam in 1968 het tweede album, wat een stuk meer toegankelijker was dan het eerste. Het werd een mega succes. Dit was met name ook de reden dat ze met een set met wel vijf nummers mochten optreden op Woodstock.
Het derde album komt in 1970 uit en bevat een groot aantal covers. De singles verkopen een heel stuk minder goed als die van het tweede album. Er is wat commentaar op de originaliteit van de band. Daarnaast wordt hun tour gesponsord door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken, wat je in die tijd beter niet aan de grote klok kon hangen. Veel later werd bekend dat het uiteraard met het visum van de leadzanger te maken had
Persoonlijk heb ik ook meer met het derde album dan het tweede. Het heeft meer diversiteit. Mijn meest ondergewaardeerd liedje is denk ik toch wel een cover. Want wat Joe Cocker deed met With a Little Help From My Friends, deed BST dat met Sympathy For The Devil. Clayton Thomas zingt over Lucifer als Carl Anderson over Judas zingt in Jesus Christ Superstar. Het verhaal van de Russische schrijver Michael Boelgakov komt naar mijn idee een stuk beter tot zijn recht. Waar de Stones toch meer zorgen voor het shock effect, nemen BST dit compleet weg en nemen ze de tijd om een geweldige psychedelische acid jazz-achtige versie te maken. Ik heb respect voor hun versie, al heeft het hun misschien geen windeieren gelegd.
Blood Sweat & Tears heeft begin jaren ’80 nog een opleving gehad, maar hun hoogtepunt was toch wel hun optreden op Woodstock. Om te quoten met hun grootste hit: What goes up, must come down.
Volg de Summer Of Love op Spotify:
Helaas niet op Spotify:
Love Gang – Can’t Seem To Win
Axis – Someone