Morgen start het Amsterdam Dance Event. Onze hoofdstad staat dan bijna een week volledig in het teken van de dance. Een fenomeen dat 30 jaar geleden ons land binnenkwam, steeds groter werd ondanks alle weerstand van de gevestigde orde en uiteindelijk zou worden uitgebouwd tot de miljardenindustrie die het nu is, met een zéér prominente rol voor ons land.
Wat hád ik er graag bij willen zijn toen het genre hier voet aan de grond zette. Er werd toch een stukje muzikale historie geschreven. Maar ja, ik was amper 9 jaar toen de house hier een vlucht nam en bij ons in het oosten van het land zou het sowieso pas later haar doorbraak beleven.
Maar, heel eerlijk, al zou ik de legale leeftijd hebben bereikt en had ik in de Randstad gewoond… Op een stationnetje wachten tot we werden meegenomen naar een onbekende locatie, ergens in een verlaten loods op een afgelegen industrieterrein, voor een feestje waarvan je ‘had horen zeggen’ en waar óók nog eens de politie elk moment zou kunnen binnenvallen… Ik had er waarschijnlijk het lef niet voor gehad.
Gelukkig kan ik me wel met terugwerkende kracht vergapen aan de avonturen uit die tijd. En dat begon ooit toen ik een klein itempje over Mary Go Wild van Grooveyard op mijn blog zette. Iemand attendeerde mij erop dat er ook een boek naar vernoemd was waarin de geschiedenis van de dance, en dan met name in Nederland, uitgebreid werd beschreven. Het was het begin van mijn zoektocht naar de wortels van het genre waar ik begin jaren ’90 mijn hart aan verpandde.
Mijn band met dance is door die verhalen van vroeger nóg sterker geworden. En dat dankzij dit liedje. Een liedje dat eerst ‘gewoon’ een van mijn favoriete housenummers was, maar voor mij inmiddels is verworden tot een anthem van mijn liefde voor deze muziek, inclusief het bijbehorende kippenvel.