Dit najaar toeren ze langs het Nederlandse clubcircuit alsof hun leven ervan afhangt: Claw Boys Claw. De last band standing van de Amsterdamse Gitaarschool, zoals het muziekjournaille de doorontwikkeling van de hoofdstedelijke punkscene begin jaren tachtig doopte. Samen met Fatal Flowers, van wie ze later nog een bassist zouden overnemen, gaven ze Nederrock een noodzakelijke trap tegen de ballen.

De tandem van gitarist John Cameron en zanger Peter te Bos vormt na dik veertig jaar nog altijd de harde kern van de band. Sinds hun wedergeboorte in 2007 worden ze bijgestaan door bassist Marcus Bruystens, Jeroen Kleijn van Daryll-Ann voegde zich in 2012 bij de boys. Na een intermezzo van tien jaar verschenen er vijf puike platen, waarvan het recente Fly er een is voor de eindejaarslijstjes.

De band mag zich sinds Top 40-hit Rosie dan wat meer zijn gaan oriënteren op herkenbare songstructuren, spannend blijven ze onverminderd. En ontroerend, zoals ze onlangs lieten zien op Tivoli’s Ronda-podium. Mocht je nog ergens een kaartje kunnen vinden voor hun afscheidstournee: twijfel niet! Hieronder kun je je alvast voorbereiden op de setlist en stemmen op je favoriet.

Keuze Leendert Douma: Indian Wallpaper (1984)

Pogo in psychedelische blouse

Van kleine kutzaaltjes tot de hoofdweide van Pinkpop. Sinds 1984 heb ik tientallen keren Claw Boys Claw live zien rondbeesten. Het was letterlijk bloed, zweet en tranen, zowel op het podium als in het publiek. (Over die sok vol bloed en het verlies van een teennagel heb ik vorig jaar in de favoriete popzaal-battle al geschreven.) Het was steevast knallen, maar ook lachen met frontman Peter te Bos. Op Pinkpop 1986 belandden pollen gras op het podium. Hij gooide ze weer het publiek in, onder de woorden kun je deze even terug stoppen?.

De no-nonsense houding van Claw Boys Claw kun je zien als pure punk. Maar eigenlijk waren ze een jaren zestig garagebandje. Luister maar naar hun debuutplaat Shocking Shades Of Claw Boys Claw, die in drie uur tijd werd opgenomen. De Claw Boys waren ook niet van de hemelbestormende teksten. Het kon ook gaan over psychedelisch behang op de muur. Dat had dezelfde patronen als de hippe blouses die Te Bos en wij in het publiek toen droegen. De kledingstukken die de pogo vaak niet overleefden. Het was een wilde tijd.

Daarna ben ik Claw Boys Claw eerlijk gezegd een beetje uit het oog en oor verloren. Pas in 2023 zag ik de heren weer optreden, vele jaren ouder en de wilde haren kwijtgeraakt (Peter te Bos stond erbij als een incarnatie van Marcel van Roosmalen). En toch, hè. Toch konden ze nog steeds knallen. Er werden zelfs enkele pogo’s ingezet, bijvoorbeeld als meestergitarist John Cameron de riff van Indian Wallpaper speelde. De psychedelische blouses waren echter verdwenen. Na afloop sopte er geen bloed in mijn sok.

Keuze Remco Smith: That’s Life (1986)

Relatieve Jeugd

Mijn kennismaking met Claw Boys Claw was misschien een interview van Karel van der Graaf (AVRO) met Peter te Bos, dat ging over het genot van moeten piesen als je heel lang hebt moeten ophouden. En anders was de kennismaking via de Villa 65-CD: de CD die VPRO had uitgebracht met muziek van Nederlandse bandjes die hadden opgetreden bij VPRO op de woensdagmiddag. Claw Boys Claw viel in die best lange en leuke lijst op met Superkid en dan vooral met het intro (uit mijn hoofd): “Deze is speciaal voor iedereen hier in de Stu-Deo. Super….Kid…. EMMER”

Toch is mijn keuze gevallen op dit prachtoptreden bij Countdown en dan vooral naar die prachtmannen Adam Curry en Peter te Bos. Dit soort TV-programma’s mis ik ontzettend. Programma’s die alleen gaan over muziek, in dit geval zelfs live-muziek en niet van een bandje. De jeugd van Curry, de relatieve jeugd van Te Bos (op dat moment toch al 37). Wat heerlijk om te zien. Te Bos wordt komende 24 december 75 en dan is het blijkbaar genoeg. Ik ga nog graag voordien in Het Paard in Den Haag nog één keer kijken, luisteren en genieten.

Keuze Willem Kamps: Barbiedolls (1987)

Yeah, Alright!

“Alleen al de gitaarriff van Barbiedolls is de aanschaf dubbel en dwars waard”, schreef ik ooit op Music Meter over het album Crack My Nut, een aantal jaren voordat ik voor Ondergewaardeerde Liedjes ging bloggen. Ik gaf de plaat drie sterren, maar ben nooit zo scheutig geweest. Heb het in aanloop naar de blog weer teruggeluisterd en ik zou er nu zeker een halfje bij doen, misschien wel een hele, want het is gewoon een heel lekkere, rauwe rock ’n rollplaat waarvan na 38 jaar nog geen slag of hook gedateerd klinkt.

Ik kan me nog herinneren dat ik Barbiedolls op cassette opnam, op een compilatiebandje met rechttoe rechtaan ragmuziek voor in de auto; ook al stond ik in de file, voor m’n gevoel reed ik nog minstens tachtig. Quality time voordat het bestond. Bij een auto-inbraak is het samen met de cassettespeler en enkele andere bandjes gejat. Voor de jongere lezer: junkies sloegen ruiten in en roofden auto’s leeg in de jaren tachtig, begin negentig en verkochten de inhoud voor een paar gram smack.

Maar, dat intro van Barbiedolls, zó gaaf. Ook zanger Peter te Bos lijkt overrompeld als ie na twee maten Yeah en Alright zegt. In dat alright hoor je zijn enthousiasme, trots en ongeloof; Jezus, John Cameron, hoe heb je dit voor mekaar gekregen!? Maar Peter laat zich niet uit het veld slaan en zingt vervolgens gewoon zijn regels zoals alleen híj dat kan, waarna dat intro gelukkig nog een keer terugkeert. Van kinds af aan heb ik altijd een pleurishekel gehad aan Ken en Barbie, maar deze CBC-dolls gaan erin als koek. Yeah, alright!

Keuze Freek Janssen: Dracula !! (1988)

Kraakbeensnippers klaargestoofd in keldervocht

Als je me vraagt wat (na Rosie) het aller mooiste liedje is van Claw Boys Claw, dan zeg ik 10,000 Monkeys. Maar die is (na Rosie) ook het vaakst gestreamd, dus laat ik daar maar niet voor gaan.

Claw Boys Claw leerde ik begin jaren negentig, zoals zo veel bands, kennen dankzij mijn broer. Het album Sugar (1992) stond niet op repeat, maar werd wel vaak gedraaid in huize Janssen.

Met terugwerkende kracht leerde ik ook Hitkillers kennen uit 1988, met covers Nederlandse hits – waaronder Mississippi van Pussycat, In The Dutch Mountains van The Nits en Back Home van Golden Earring.

Dracula !! was van een cover van een wat minder bekend liedje: namelijk Dracula !!! (met drie uitroeptekens inderdaad) van ZZ & De Maskers uit 1963. Noem het ‘speelse horror-satire’: in Dracula !! hoor je wat de beroemde vampier zoal op tafel zet – knekelwijn, vleermuisbloed, kraakbeensnippers klaargestoofd in keldervocht.

Ik vond het destijds allemaal prachtig, als fervent Stephen King-lezer, en het liedje heeft de tand des tijds ook nog eens goed doorstaan. Een hit werd het nooit: Dracula !! kwam niet verder dan 85 in de top 100.

 

Keuze Martijn Janssen: Bite The Dice (1990)

En… los!

Als je het over de Claw wilt hebben ontkom je er niet aan om het over hun optredens te hebben. Hoe goed de albums ook zijn – en eigenlijk hebben ze nooit een slecht album gemaakt – live zijn ze een onvergetelijke ervaring. Afgezien van hun optreden in de Rotterdamse Kuip in het voorprogramma van U2 heb ik ze helaas niet gezien tijdens hun eerste periode. Gelukkig heb dat na hun wederopstanding wel kunnen inhalen.

Waarom die optredens van ze zo’n speciale ervaring zijn? Je hebt natuurlijk de geweldige liedjes en de uitstekende muzikanten die ze spelen. Maar de joker is Peter te Bos. Na al die jaren is hij nog steeds dat ontdeugende jongetje dat even lekker lol gaat trappen. Met een grote grijns het publiek wat aansporen, of juist door de zaal gaan tijdens de ruigste liedjes. Hij mag misschien wat minder uitbundig zijn geworden op het podium, optreden blijft een lolletje voor hem.

En ja, dan heb je het publiek. Dat is niet standaard klapvee, dat alleen braaf klapt na afloop van het liedje. Als je wilt dan kan zo’n optreden een behoorlijk fysieke ervaring zijn. Dat zag ik wel vanaf het balkon van Paradiso toen ik ze zag optreden na een hiatus van 10 jaar. Maar weer 5 jaar later, in het oude Tivoli, dacht ik dat het wel zou meevallen. Peter te Bos was immers al in de zestig en het publiek natuurlijk ook 5 jaar ouder. Maar de band startte na zo’n half uurtje Bite The Dice (van hun album Angelbite en het begin van naar mijn oren een trilogie echte klassieke albums), het publiek werd onrustig en bij de eerste gitaaruitbarsting ging het los. Ik besefte toen, Peter zal nooit opgroeien. En Claw Boys Claw zal tot het einde een geweldig avontuur blijven.

Keuze Jeroen Mirck: Rosie (1992)

World of Noise, maar nu even niet

Claw Boys Claw is een iconische Nederlandse rockband, maar had gek genoeg slechts één hit: Rosie. Niet eens zo’n heel grote hit, maar het nummer is wel blijven plakken. Bij mij kwam dat vooral door vermelding op de promo-cd World of Noise, waar ze samen optrokken met toppers als Radiohead, Blur en Foo Fighters.

Gezien het verdere oeuvre van Claw Boys Claw is de single Rosie een extreem toegankelijk nummer, waarmee zanger Peter te Bos zichzelf verbaasde dat hij echt kan zingen. Het klinkt allemaal dusdanig laidback dat je je bijna niet kunt voorstellen dat het nummer is geproduceerd door Urban Dance Squad-drummer Michel Schoots (Magic Stick). Maar zoals gezegd: it really sticks. Rosie is zelfs zo cult dat ze in de Top 2000 staat. Laten we haar dit jaar massaal omhoog stemmen!

Keuze Alex van der Heiden: Spread That Jam (1992)

Koop eerst een kaartje

Het mooiste Claw Boys Claw-liedje is al eens beschreven door Martijn Vet, namelijk Why Don’t You Grow. In zijn blog slaat Martijn de spijker op zijn kop, namelijk koop eerst een kaartje voor één van hun shows. De eerste keer was dat voor mij waarschijnlijk Pinkpop 1993. In datzelfde jaar zag ik ze nogmaals op Waterpop met een line-up tussen niemand minder dan Radiohead en Manic Street Preachers. Daarna heb ik nog vele Claw Boys Claw optredens gezien; altijd vol overgave.

Dat Waterpop met Claw Boys Claw de juiste kwaliteit in huis haalden, dat wisten ze al lang, want ze stonden in 1986 al opgesteld. Ik weet niet precies meer welke nummers ze hebben gespeeld op de editie 1993, maar Rosie sowieso natuurlijk. Ik vermoed Spead That Jam ook, omdat deze op hetzelfde album $uga(r) staat en ook op single is uitgebracht. Het moet ook haast wel, want wat een lekkere basloop zit daarin en aangezien ik altijd erg goed ga op lekkere basloopjes hebben ze daar vast mijn hart veroverd. Ik moet bekennen dat ik geen platen van Claw Boys Claw in huis heb, maar live is (was) het altijd een feest om ze te zien.

Keuze Quint Kik: I Am Sea (2008)

Onder het wateroppervlak

In 1997 leek het over en uit te zijn voor ’s Nederlands opwindendste podiumbeest. Net nu de Boys met Will ‘O The Wisp een nieuwe, veelbelovende weg leken te zijn ingeslagen: de country-met-een-snik van de vooruitgesnelde single Why Don’t You Grow, psychedelische uitstapjes als Kiss Kiss en Loaded en Blues Explosion-achtige albumopener Weatherman waren andere koek, die naar meer smaakte!

Begin jaren negentig had ik Claw Boys Claw leren kennen van een casssettebandje met Hitkillers. Op cd in tandem met de verzamelaar The Beast Of Claw Boys Claw, met fragmentatiebommetjes van de eerste drie albums als So Mean, Teenage Heartattack en hun verpletterende cover van Jethro Tull’s Locomotive Breath. Pas veel later kwam ik erachter dat Hitkilliers louter nederrockcovers bevatte.

Zo geniaal goed was de draai die ze daaraan gaven, dat de originelen van Let Your Hair Hang Down, Mississippi, Ramona en Dracula er bleekjes bij afstaken. Van een vriend en medeconcertganger begreep ik dat de band zijn oercover van Shocking Blue’s Venus per definitie niet speelt. Wees gerust: bij het concert in Tivoli zat Locomotive Breath gewoon verstopt in de toegift. Net als Weatherman.

Na 1997 pakten de weersverwachtingen minder gunstig uit: op Will O’ The Wisp volgde een windstilte die maar liefst een decennium lang aanhield. Pas in 2008 verscheen Pajama Days aan het firmament. Met die hypnotiserende opener I Am Sea leek het beest getransformeerd tot iets dat onder het wateroppervlak zinderde. Een plaat om meer naar bed te nemen, besloot OOR-recensent John Denekamp zijn recensie. Beter van niet als je een waterbed hebt, zou ik willen adviseren.

Keuze Carlo Deuten: Claw Boys Claw – Hammer (2013)

(G)een afscheid!?

Midden jaren 80. In de platenkast van mijn oom Henk zie ik Lp’s van Claw Boys Claw (CBC) staan. Tot een eerste muzikale kennismaking komt het nog niet. Puur een kwestie van keuzes maken. De collectie van mijn oom biedt nog zoveel meer. Als jong muziekfreakje begin ik aan een muzikale ontdekkingsreis. Rond 1988 krijg ik CBC in het vizier. Met dank aan Hitkillers. Dit album kom ik tegen in de collectie van mijn oom. De stapel met lege cassettebandjes biedt uitkomst. Hitkillers komt daarna regelmatig voorbij. Galmend door mijn kamer of op mijn walkman. Een bonte verzameling Nederpopklassiekers maar dan op z’n Claw Boys Claw’s. Van Ramona tot Mississippi en van blues klassieker Appleknockers Flophouse tot het onheilspellende Dracula. En een rockende versie van In The Dutch Mountains. Zal ik een onvervalste hitkiller in de strijd gooien? Of een muzikale mokerslag uitdelen? Ik ga voor de laatste optie: Hammer. Titeltrack van het in 2013 verschenen gelijknamige album. Niet zonder reden.

In 2013 volg ik een cursus popjournalistiek. Alle aspecten en vaardigheden komen aan bod. Van albumrecensie tot concertverslag en van achtergrondartikel tot interview. Ik krijg de kans om Peter te Bos het hemd van het lijf te vragen. Nou ja hemd? De CBC frontman draagt een enorme zwarte brandweerjas. Die kan wel tegen een (plaag)stootje. Ik ben onder de indruk. Niet uit ontzag maar uit respect. Voor zijn rol als muzikant maar ook zeker als ontwerper. Het beroemde Lowlands logo spreekt voor zich. Er volgt een fijn gesprek over 30 jaar CBC en vanzelfsprekend de nieuwe plaat. Je blijven ontwikkelen en zorgen voor een eigen geluid. Dat zijn de belangrijkste drijfveren. En stoppen? Nee! Je kan volgens Peter nog door totdat je een spuitje krijgt.

Nu, 12 jaar later, toert de band voor een laatste keer langs het clubcircuit. Een definitief einde? Zeker niet. 28 november ben ik erbij in Vera Grunn. Verder heb ik alvast een plekje gereserveerd voor de toekomstige albums. De man met de spreekwoordelijke hamer mag wat mij betreft nog wel even op zich laten wachten.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.