17 mei is de internationale dag tegen homofobie, lesbofobie, transfobie en bifobie. Helaas, want liefde is liefde en kent geen labels! Deze dag zou overbodig moeten zijn.
Wij leven in een vrij land waar de rechten van allen beschermd worden, maar ook hier wordt helaas aan de acceptatie geknaagd en zijn er openlijke geweldplegingen door geesteszieke en intolerante idioten. Zelfs anno 2017 zijn er nog steeds heel veel landen waar niet-hetero’s (en vrouwen) geen rechten hebben en zelfs tot de dood veroordeeld kunnen worden. We moeten allen vechten voor een wereld waarin iedereen zichzelf kan zijn. Zonder beperkingen.
De bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes geven op muzikale wijze hun mening en steunen het initiatief.
Keuze Willem Kamps: Jobriath – I’maman (1974)
Ten onrechte miskend
Ik ben de jongste uit een katholiek nest. Ik kwam vijf en drie jaar na mijn broers uit het ei. Ik had het meisje moeten zijn. Helaas. Welke methodiek eraan te pas kwam om voor nageslacht te zorgen, was geen onderwerp van gesprek in huize Kamps. Mijn ouders moesten het zelf uitzoeken en ook mijn broers en ik zouden vroeg of laat de vork wel in de steel vinden. Zo vernam ik op de basisschool dat de meisjes een gangetje naar binnen en de jongetjes een gangetje naar buiten hadden. En die pasten mooi in elkaar, volgens de hevig transpirerende docent. Dat de jongetjes ook over een gangetje naar binnen beschikten en dat het gangetje naar buiten daar, met enige moeite, ook in paste, werd niet over gerept.
Inmiddels wijzer werd op een dag bij het opscheppen van aardappelen, andijvie en gehaktbal, verteld dat een goede neef na enkele vriendinnen nu met een vriend was thuisgekomen. Niet zomaar een vriend, nee, zijn nieuwe geliefde. Gek genoeg werden hier geen vraagtekens bij geplaatst – we spreken over eerste helft jaren ’70 – en nooit is er een onvertogen woord over gesproken. Het hele gezin accepteerde zo de nieuwe situatie. Sterker, er veranderde niets. Hij bleef even welkom. Met vriend. Een mooier voorbeeld konden mijn ouders ons niet geven. Wees wie je bent.
Toch was het in die tijd extra zwaar om voor je homoseksualiteit uit te komen. Genoeg mensen kotsten je ineens uit. Een Amerikaanse tiener, Bruce Wayne Campbell, wist al vroeg hoe het bij hem zat, al werd dit ontkend door zijn moeder. Pa was al verdwenen. Bruce was getalenteerd en gek op muziek. Na desertie uit het leger kreeg hij onder een schuilnaam (Jobriath) een rol in de musical Hair, waarin hij een homoseksuele tiener moest spelen. Alom gewaardeerd, hoewel hij zich op een gegeven moment onmogelijk maakte en eruit werd gegooid, alsnog werd opgepakt voor zijn desertie en, na een gesimuleerde zenuwinzinking, opgenomen in een militair ziekenhuis.
Weer op vrije voeten werd Jobriath ontdekt door de manager van Carly Simon, die hem zo uit de prostitutie redde. Jobriath werd groots gebracht, zou volgens de manager het korte rijtje Elvis, Beatles aanvullen, en zou naar eigen zeggen “de eerlijkste nicht in de rockmuziek” zijn. Hij bracht in korte tijd twee albums uit (op album nr. 2 speelden Peter Frampton en John Paul Jones mee) die weinig succes kenden. Tijdens de opname van zijn derde album werd hij door Platenmaatschappij Elektra op straat gezet. Niet lang daarna stopte hij met de muziek en nam afstand van zijn imago. Hij ging acteren, deed aan cabaret en liet zich – de huur moest ook betaald – zo nu en dan betalen voor seks. Begin jaren ’80 bleek hij hiv-besmet, kreeg aids en overleed op 37-jarige leeftijd. Het eind van een, lichtjes uitgedrukt, bewogen leven.
Omdat beoogde optredens werden afgelast vanwege te hoge kosten (zo zou het Empire State Building in een ejaculerende lul moeten veranderen) zijn er alleen beelden van de tv. Helaas ontvingen de televisieshows negatieve kritieken; te extravagant, te expliciet, “the fag end of glamrock”. Beelden van Midnight Special, waarin hij I’maman speelt, onderstrepen de veel gemaakte vergelijking met de toenmalige androgyne David Bowie, zowel theatraal als muzikaal. Neemt niet weg dat I’maman gewoon een prima nummer is, waarin de ten onrechte miskende Jobriath zijn niet gewaardeerde voorkeur voor de mannenliefde op bijna verontschuldigende wijze bezingt:
You know I could love you
But if I should love you
Then I would love you
The way a man loves a woman
And live my life like been livin’ it
My body claims my mind and soul so let me be
What I am
Keuze Martijn Vet: Tom Robinson Band – (Sing If You’re) Glad To Be Gay (1978)
Over de ziekte met classificatie 302.0
Dinsdagavond 7 mei 2002. Plotseling klinkt het uitbundige Britse gay anthem op radio 3FM. Het voelt als een ontlading, na 24 uur van ongeloof, woede, mooie en lelijke woorden en ‘passende’ muziek. Glad To Be Gay, ook dat was Pim Fortuyn. Ik moest hardop lachen en ik denk dat dat goed was.
Punkrocker Tom Robinson schreef het in 1976 voor een gay pride-parade in Londen. Twee jaar later verscheen het, niet te opzichtig, als tweede track op een live-EP. Zo kon BBC Radio 1 gewoon het openingsnummer als single draaien zonder de confrontatie aan te hoeven gaan. DJ John Peel was minder conservatief.
Homoseksualiteit wordt niet meer geclassificeerd als ziekte met nummer 302.0 en de andere nummers van de EP zijn we vergeten. Glad To Be Gay bleef overeind.
Keuze Tricky Dicky: Joan Jett & The Blackhearts – Crimson And Clover (1982)
To be or not to be
Crimson And Clover is in december 1968 opgenomen door Tommy James & The Shondells. Deze groep had tot dat moment slechts hits met bubblegumliedjes zoals Hanky Panky, I Think We’re Alone Now en Mony Mony. Crimson And Clover werd in vijf uur opgenomen op één van de eerste 16-tracktapes. Behalve het tremolo-effect van de gitaar wilde ze ook eenzelfde voor de stemmen hebben; dat lukte door de microfoon in de gitaarversterker te steken, waardoor het heel psychedelisch klonk. De producent was dermate tevreden dat hij de ruwe mix aan een radiostation gaf, dat het elk half uur speelde en een gigantische hit werd.
In 1982 had Joan Jett een nummer 1 hit met I Love Rock ‘n’ Roll en de opvolger (van hetzelfde album) werd Crimson And Clover. In de originele versie bezingt een jongen een mooi meisje, waar hij spannende dingen mee wil doen. De versie van Jett krijgt een andere lading, mede doordat men vermoedde dat ze lebisch dan wel minimaal bisexueel zou zijn.
Ah, now I don’t hardly know her
But I think I could love her
Crimson and cloverAh when she comes walking over
Now I’ve been waitin’ to show her
Crimson and clover over and over
Hetzelfde geldt ook weer voor de opvolger Do You Wanna Touch; een cover van Gary Glitter’s hit die met de kennis van vandaag uit zijn mond wel heel erg griezelig is.
Jett heeft nooit een uitspraak hierover willen doen, wat juist weer de aandacht vestigde op het vermoeden. Raar eigenlijk, want waarom is de seksuele voorkeur van een mens zo belangrijk? Is – in geval van een muzikant – het lied anders of is men dan op zoek naar een diepere betekenis? Ik bedoel, wanneer ik een drankje bestel of een timmerman inhuur hoef ik toch ook niet de geaardheid te weten?
I’m not saying no, I’m not saying yes, I’m saying believe what you want. Assume away—go ahead. However, I never made any kind of statement about my personal life on any level. I never made any proclamations. So I don’t know where people are getting that from.
Het is natuurlijk Jett’s volste recht niets over haar sexuele voorkeur te zeggen, maar ergens begrijp ik de onwelwillendheid niet goed. Tegelijkertijd heb ik gemakkelijk praten, want ik ken de problematiek niet. En helaas blijkt er steeds weer meer discriminatie te zijn, want anders was de extra aandacht en een internationale dag niet nodig.
Keuze Freek Janssen: Macklemore & Ryan Lewis ft. Mary Lambert – Same Love (2013)
She keeps me warm, een beter argument tegen homohaat is er niet
If I was gay, I would think hip-hop hates me. Macklemore stond er altijd al om bekend dat hij niet bepaald de macho rapper hoefde uit te hangen (Thrift Shop gaat over dat je in een kringloopwinkel ook hele leuke T-shirts kunt kopen).
Same Love is een pleidooi voor het homohuwelijk. Macklemore haalt alles uit de kast (pun intended); zijn eigen twijfels over zijn geaardheid toen hij jong was, de haat tegen homo’s die beangstigend is, de argumenten tegen homoseksualiteit die nergens op slaan… Maar als zangeres Mary Lambert in het refrein begint te zingen, is eigenlijk alles gezegd:
I can’t change even if I try
Even if I wanted to
I love my love, she keeps me warm
Betere argumenten tegen homohaat zijn er niet: a) het is geen keuze, b) als dat wel zo zou zijn dan is het nog altijd de keuze van de persoon zelf en c) we hebben het hier niet over vulgaire seks, maar om liefde, verdorie. Hou eens op met de onnatuurlijkheid van homoseksuele geslachtsgemeenschap als argument te gebruiken.
She keeps me warm, dat is gewoon echte liefde.
Keuze Danny den Boef: Hurts – Beautiful Ones (2017)
Individualiteit
Dat een videoclip een grote invloed op de intensiteit van een nummer kan hebben, is bekend. Er zijn talloze voorbeelden te noemen. Eén nummer dat zeker binnen deze categorie valt, is de laatste single van de Britse band Hurts. Het nummer schijnt niet de voorbode van een nieuw album te zijn, maar gewoon een opzichzelfstaand tussendoortje. En wat voor een.
De clip verteld het verhaal achterstevoren. We zien een zwaar afgetuigde, vrijwel naakte zanger Theo Hutchcraft in een auto net een groep mannen aanrijden. En dan spoelt het achterstevoren terug. Begeleidt door de typische Hurts 80’s synthesizer-vibe, krijgen we een steeds beter beeld van wat er nu gebeurde. Hutchcraft, in vrouwenkleren, word afgetuigd. In elkaar getrapt. Geschopt. Geslagen. Door een groepje mannen. Want een man in vrouwenkleren, dat is natuurlijk vreselijk. Daar moeten we niks van hebben. Aftuigen dus.
Misselijkmakende beelden die helaas met een schrijnende nauwkeurigheid over de werkelijkheid van nu te leggen is. LGBTI-ers worden met regelmaat in elkaar getrapt omdat ze afwijken van wat een ander klaarblijkelijk normaal acht. Twee mannen of vrouwen hand-in-hand op straat. Hoe durven ze. Een man in vrouwenkleren. Kan echt niet. Iemand die genderfluid is. Niet normaal. Aftuigen dus. In elkaar trappen met een groepje stoere mannen. Want iemand in elkaar trappen en fysiek en mentaal kleineren tot een hoopje mensonterende ellende, dat is wat normaal is.
Het maakt me persoonlijk ongelooflijk kwaad, en niet alleen als trots, zelfbewuste homoseksuele man, maar als mens. Als mens met een eigenwaarde. Als mens met respect voor een ander. Als mens die het een ander gunt om zichzelf te zijn. Niet als een geaardheid. Als mens.
Uiteraard weet ik dat we het in Nederland eigenlijk heel erg goed hebben. Maar zo lang er ongelijkheid, discriminatie en geweld tegen LGBTI-ers bestaat, zal ik me daar altijd hard voor maken. Iedereen heeft het recht om te zijn wie je wil zijn. Altijd.
We are the,
we are the,
we are the beautiful ones!
[polldaddy poll=9748151]