Gek is dat, dat idee dat muzikanten altijd op een bepaalde leeftijd blijven hangen, alsof zij niet net als alle andere levende wezens elk jaar een jaartje ouder worden. Mogelijk doordat zij hun leven lang hetzelfde blijven doen, terwijl wij, sloebers van fans, vaak verschillende baantjes hebben, allerlei huiselijke beslommeringen kennen en onze familie – vooral je kinderen – en vrienden veel bewuster zien veranderen. Muzikanten en ook acteurs staan verder van ons af waardoor we het meestal moeten doen met foto’s of herinneringen.
Dat Paul McCartney de tachtig nadert lijkt een andere tachtig te zijn dan die van mijn vader. Ongetwijfeld omdat hij nog doet wat hij deed, maar vooral door te luisteren naar zijn oudere muziek, waarbij je die oude beelden houdt. Zo lopen er tallozen rond. Ook bij PJ Harvey heb ik dat idee, wat nog eens wordt versterkt door haar voornaam, Polly Jean. Met een soort van verkleinnaam houd ik het meisje voor ogen dat zij altijd was, terwijl ze inmiddels 51 is. Die Polly Jean is actief sinds eind jaren tachtig, dus alweer een dikke dertig jaar.
Als kind leerde zij al gitaar en als puber saxofoon spelen en zat zij in haar eerste band. Niet veel later ontmoette PJ John Parish en trad toe tot zijn Automatic Dlamini. Vervolgens trok Polly Jean haar eigen plan, maar met de bijna voortdurende steun en begeleiding van Parish. Haar eerste single Dress is meteen een proeve van het geluid dat wij tot op heden van haar kennen: een mengeling van punk, blues, folk en indierock, en altijd heerlijk ongepolijst. En Polly Jean zou geen PJ zijn geworden als zij niet die eigenzinnige, expressieve up yours-houding had gehad.
Qua doen en laten én qua sound zou je haar de vrouwelijke equivalent van Nick Cave kunnen noemen. Het is dan ook niet gek dat die twee elkaar al snel vonden, wat leidde tot het moord en doodslaglied Henry Lee plus een korte liefdesrelatie. Volgens Cave beëindigde Polly Jean die met een telefoontje: I want to break up with you. Why?, vroeg Nick. It’s just over, en dat was het. Wij zijn allebei egocentrisch en narcistisch, verklaarde Cave, en ja, dat gaat lastig samen. De break up inspireerde hem overigens weer tot zijn sombere maar prachtige album The Boatmans Call.
PJ Harvey’s songs hebben zelden het couplet-refrein-metrum. Vaak een slag, riff of ritme dat doorloopt, waarbij hier en daar wat staccato of zwierige accenten worden aangebracht of waar je een tegenmelodie hoort. Dat alles bepaalt de sfeer waarop Polly Jean haar beeldende zanglijnen invult. Van ingetogen en fluisterend tot rauwe erupties. Wáár zij over zingt mag je zelf uitmaken: I don’t explain lyrics, and choose not to. The beauty of it for me is that everyone can interpret it in their own way.
Een van mijn favorieten is To Bring You My Love, de opener van het gelijknamige album uit ‘95. Hier hoor je PJ Harvey in optima forma. Intens. Broeierig. Soms dierlijk maar altijd met onvoorwaardelijke overgave. Dat spreekt je aan of niet ofwel het is goed of kut. Geen tussenweg. En wie dan in dit lied die ontvanger van Polly Jeans alles verschroeiende liefde is? God, de duivel, een profeet? Je geliefde? Je moeder? Een meerkeuze vraag, maar elk antwoord is goed.