A-ha, voor de één een boyband, voor de ander een muzikaal meesterwerk en voor een derde zelfs cult. Onder snobs vaak ondergewaardeerd door eerstgenoemde status, of toch cult? Onze bloggers laten het weten en nemen u mee op tournee. Een tournee van drie ambitieuze Noorse twintigers die op zoek gingen naar succes in Londen. Om te eindigen als verbitterd drietal dat tot elkaar veroordeeld lijkt. Veertig jaar na de grote doorbraak met Take On Me blikken we terug.

Keuze Jeroen Mirck: Hunting High and Low (1985)

Spannend en orkestraal

Je kunt de band A-ha bijna niet los zien van hun extreem succesvolle debuutalbum Hunting High and Low uit 1985. De eerste twee singles zullen altijd publieksfavorieten blijven en trekken de aandacht wat weg van het wat meer stemmige titelnummer. Ook een single, maar veel minder een knaller. En juist dan hoor je hoe goed Morten Harket kan zingen. De meningen over het nummer verschilden vlak na de release van het gelijknamige album (gevoelig of juist te zoet?), maar voor mij is het een favoriet uit het oeuvre van de band. Wat ook mooi is: in de spannende, orkestrale opbouw hoor je alvast hun talent om de titelsong voor een film te vertolken – zoals ze twee jaar later zouden doen voor de Bond-film The Living Daylights.

Keuze Marco Groen: I’ve Been Losing You (1986)

Lidenskapsforbrytelse

Als zelfbewust muzieksnob vind ik het te vroeg klappen van concertpubliek een hilarisch verschijnsel. Dit gebeurt standaard bij nummers waar nog even een late outro achter lijkt te zijn geplakt. Voorbeeldjes hiervan vind je in The Eagle Has Landed (Avatar), Overkill (Motörhead) en – helaas – November Rain van Guns N’ Roses. Op Bospop in 2018 was dit ook het geval halverwege de set van A-ha. Een deel van het publiek begon vast te klappen, terwijl I’ve Been Losing You daarna nog een minuut lang vrolijk verder ging. Daarna zie je bij dezelfde mensen een vraagteken boven het hoofd verschijnen. Mogen we nu wél klappen?

Als single werd I’ve Been Losing You een beetje ondergewaardeerd. Het stond in de schaduw van Cry Wolf, dat eveneens van het album Scoundrel Days afkomstig is. In tegenstelling tot Cry Wolf speelt de synthesizer een minder grote rol in dit nummer en is het niet gericht op het ‘mee’ krijgen van concertgangers. In I’ve Been Losing You ligt de focus veel meer op een innerlijk, emotioneel conflict en duistere gedachten. Het pistool in de songtekst wordt niet zomaar genoemd.

Het is wellicht een van de redenen dat het nummer niet in aanmerking kwam voor een Spellemannprisen. Dit woord kwam ik tegen bij de List of Awards and Nominations Received by A-Ha en vond ik te mooi om niet in dit stukje te verwerken. Dus bij deze.

Keuze Quint Kik: The Blood That Moves The Body (1988)

John Barry-waardig arrangement

De tweede helft van de jaren 80 was geen al te beste periode voor muzieksnobs. De hitlijsten slibden dicht met papamuziek, novelty acts en de legopop van Stock Aitken Waterman. Trouw zat ik (14) iedere donderdag- en vrijdagmiddag achter mijn cassettedeckje om alle nieuwe binnenkomers van die week op te nemen. Waar ik dat in 1987 nog met veel geestdrift deed, begon in 1988 de ergernis te groeien.

Laten we de Top 40 van week 25 er eens bij pakken. Papamuziek? Check: Toto, Foreigner, Sting en Fleetwood Mac. Maar óók mamamuziek: Julio Iglesias, Eros Ramazzotti en de Gypsy Kings. Verder veel reggae-light. En Tatjana uit Flodder. Een uitzondering was de hoogste nieuwe binnenkomer voor Salt-N-Pepa, maar het briljante Theme From S-Express werd van de eerste plek gehouden door Glenn Medeiros (kwijl).

Eén van de andere schaarse lichtpuntjes was de op twee na laagste binnenkomer. The Blood That Moves The Body, de ijzersterke tweede single van het niet al te best ontvangen derde album van A-ha, begon op een bescheiden 36e plek en zou niet veel verder komen dan nummer 28. ‘Lichtpuntje’ is overigens betrekkelijk: volgens sommige tekstexegeten verwijst het nummer naar zelfmoord in het kwadraat.

Ik ben een groot liefhebber van de singles van A-ha, maar de veel grotere hit Stay On These Roads die het album vooruitsnelde vond ik maar zozo (om van een latere single als Touchy! maar te zwijgen). Vergeleken daarmee is het superspannende Blood van een heel andere orde: het zwierige John Barry-waardige arrangement maakt het tot de evenknie van A-ha’s grootse Bond-thema.

Keuze Remco Smith – Touchy! (1988)

#MeToo?

Iedere muziekliefhebber zou zichzelf het plezier moeten doen. De film a-ha The Movie kijken. Volwassen mannen, nog steeds op zoek naar erkenning. “Ja, maar ik was het creatieve genie”, “Mijn rol is groter dan die van de anderen dus ik wil meer poen“. Als tiener leek mij Pål Waaktaar al best een naar mannetje en die rol maakt hij in de film meer dan waar. Ook fascinerend: op de stem van Morten Harket zit geen enkele sleet, die klinkt nog steeds als die van een jonge god. Geweldige televisie.

Een opvallende rol is weggelegd voor Touchy. De heren kijken met de nodige liefde terug op deze track van hun derde plaat, waarvan ik overigens destijds als vijftienjarige dacht dat die ging over een man die zich op onprettige manier opdrong aan vrouwen om zich heen. “Ik ben aanrakerig en ik raak jou aan.” Als dat daadwerkelijk de betekenis was geweest, dan zouden we tegenwoordig met dit soort opdringerige teksten wel raad weten. Typisch gevalletje van verkeerd begrip, touchy betekent lichtgeraakt, heb ik begrepen. Wat Morten weer vederlicht zingt en wat weer een wonderlijk contrast is.

De onverholen ergernis van de drie heren over de nogal gedateerde video is volkomen terecht.

Keuze Joris van der Aart: Stay On These Roads (1988)

Hou vast aan je doel

Het mooie van veel artiesten-battles die we hier plaatsen, vind ik dat het vooral de waardering voor muziek toont. Want als ik kijk naar A-ha, dan heb ik daar eigenlijk niet zo veel mee. Maar dat maakt niet uit. Ze hebben wel zo’n herkenbaar geluid, dat ook bij mij nog steeds op mijn netvlies staat, waardoor ik vind dat enige waardering wel op zijn plaats is. 

Een mooi voorbeeld daarvan is Stay On These Roads. Een beetje bombastisch, het dramatische stemgeluid (ik bedoel hier niet slecht, maar meer emotioneel), dat komt wel binnen. In een melancholieke bui kun je er prima een traantje bij wegpinken. En laten we eerlijk zijn: als een muzikant op die manier mensen weet te raken, dan heeft diegene zijn of haar doel toch bereikt?

Keuze Alex van der Heiden: Morten Harket – Brother (2014)

Katzwijm

A-ha had ik al eens bejubeld in de Hey Jude-battle, en ook in deze blog ga ik nogmaals refereren aan A-ha The Movie: de documentaire die een trieste inzage geeft ins de ego’s van de individuele bandleden. Alleen de rol van Morten Harket blijft wat in het midden en ik denk eerlijk gezegd dat hij zich ook geen raad weet. Ik veronderstel dat de waarheid van het succes van A-ha ligt in de stem en de looks van deze zanger.

Een kleine dertig jaar na Take On Me maakte Morten Harket het nummer en gelijknamige album Brother. Nog steeds die weergaloze stem en juist daarom begrijp ik niet dat het niet uitdraaide op een succesvolle solo-carriere, zoals bijvoorbeeld George Michael na Wham! Misschien had hij toch fulltime dominee moeten worden met zijn studie theologie. De parochianen zouden zondag aan zondag in katzwijm hebben geluisterd naar zijn warme stem.

Keuze Henkjan Olthuis: Scoundrel Days ft. Ian McCulloch (2017)

Held

In 2018 waren ze er ineens weer, in m’n woonkamer: A-ha. Ik kreeg de tip voor hun (een jaar eerder uitgekomen) album MTV Unplugged: Summer Solstice van een mede-audiofiele muziekliefhebber, want dit album bevat niet alleen mooie liedjes, het is ook zeer fraai opgenomen.

Dit was niet hun eerste comeback. Na hun hoogtijdagen hebben de bandleden een aardige knipperlichtrelatie, zowel in ‘t echt als met mijn muziekkeuze. Sinds deze Unplugged is het wel weer definitief aan tussen de Noren en mijn oren.

Een van de dingen die me in A-ha altijd aantrok was dat er een heerlijke dosis bombast was toegevoegd aan de muziek, die de songs omhoog tilde tot serieus meegalm-niveau. En dan die stem…. In het unplugged-recept, met alleen akoestische instrumenten, is de bombast tot bijna nul teruggebracht, zodat alleen de liedjes overblijven (en die stem…).  Zo valt des te meer op hoe goed die liedjes eigenlijk zijn (en die stem ook…), en benadrukken instrumenten als klavecimbel en cello de fraaie complexiteit.

Een van de hoogtepunten van het album (ook voor de mannen zelf) komt als ze de titelsong en opener van hun tweede album gaan spelen: Scoundrel Days, mijn favo album uit onze eerste verkering. Dan worden ze op het podium vergezeld van een gedeelde muziekheld: Ian McCulloch van Echo and the Bunnymen! Ian z’n stem heeft hoorbaar meer te lijden gehad van de rock ‘n roll lifestyle dan die van Morten (die stem….), maar z’n aanwezigheid en performance zeker niet. Het lijkt trouwens bijna of Morten zich qua vocale acrobatiek uit respect zich wat inhoudt, maar dat kan ik me ook verbeelden. Na Scoundrel Days zingen ze ook nog The Killing Moon van Echo (volgens de immer bescheiden Ian ‘the best song ever written’). Dubbel genieten dus!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.