Ik weet niet meer precies wanneer ik Kurt Elling ontdekte, de jazz-zanger met een stem als een altsaxofoon: diep, warm en goudkleurig. Maar ik weet wel nog dat dit nummer voelde als een mokerslag.

Elling is een grootheid in de jazz. Hij heeft zijn sporen ruimschoots verdiend en doet eigenlijk alleen maar wat hij zelf leuk vindt. Hij kent zijn klassieken, laat zich graag inspireren door poëzie (Rainer Maria Rilke, Franz Wright, Wallace Stevens) en zingt ook net zo makkelijk covers van The Beatles of U2.

Het album waardoor ik echt voor Elling viel, is The Questions uit 2018. Dat album begint met een nummer waarvan de tekst me meteen aansprak.

Oh, where have you been, my blue-eyed son?
And where have you been, my darling young one?
I’ve stumbled on the side of twelve misty mountains
I’ve walked and I’ve crawled on six crooked higways
I’ve stepped in the middle of seven sad forests
I’ve been out in front of a dozen dead oceans
I’ve been ten thousend miles in the mouth of a graveyard

De raadselachtige beeldspraken worden steeds heftiger:

I saw a newborn baby with wolves all around it
I saw a highway of diamonds with nobody on it
I saw a black branch with blood that kept dripping
I saw a room full of men with their hammers a-bleedin’

Je voelt de storm aanzwellen: het gaat niet goed met de wereld. De toekomst is zwart en troosteloos. Het kwaad lijkt langzaam de overhand te krijgen. Ook de muziek zwelt aan en wordt steeds steviger. En bij de climax hou ik het zelden droog:

And what will you do now, my blue-eyed son?
And what’ll you do now, my darling young one?
I’m a-going back out ‘fore the rain starts a-falling
I’ll walk to the depths of the deepest black forest
Where the people are many and their hands are all empty
Where the pellets of poison are flooding their waters
Where the home in the valley meets the damp dirty prison
And the executioner’s face is always well hidden
Where hunger is ugly, where the souls are forgotten
Where black is the color, and none is the number

And I’ll tell it and speak it and think it and breathe it
And reflect from the mountain so all souls can see it
And I’ll stand on the ocean until I start sinking
But I’ll know my song well before I start singing

De tegenstelling tussen de inktzwarte, woendende storm en de dapper zingende eenling raakt me elke keer.

Hoe groot was mijn verbazing toen ik erachter kwam dat deze magistrale tekst al in 1962 (!) werd geschreven door Bob Dylan. De legende wiens werk mij nooit had kunnen boeien of bekoren. Ineens snapte ik waarom Dylan de Nobelprijs voor de literatuur heeft gekregen. En waarom goede Dylan-covers zo belangrijk zijn.

Echte Dylan-fans gruwen waarschijnlijk van de muur van (jazz)muziek die Elling om de tekst heen heeft gebouwd. Maar voor mij zette Ellings uitvoering juist de deur open naar Dylans oeuvre. Alleen daarom al verdient Kurt Elling voor deze cover een diepe buiging.

One comment

  1. Dank voor de tip, dit kende ik niet, en ja, wat een stem prachtige zijden stem, eentje die haast lijkt te vloeken met Dylans tekst. Maar je waarschuwt al, de muzikale begeleiding is me iets te cocktailjazzerig, zonder dat ik nou echt een enorme Dylan-fan ben. Ik heb het hele album geluisterd, en die zoete jazz werkt voor mij beter in Ellings versie van American tune. Overigens is de ultieme versie van A hard rain wat mij betreft toch die van Patti Smith, en dan zoals ze ‘m zong toen ze Dylan mocht vervangen tijdens de uitreiking van zijn Nobelprijs. Die tranen komen al na iets minder dan twee minuten, als we Patti op haar kwetsbaarst zien (ze vergeet de tekst – “I’m sorry, I’m so nervous…”), maar zich herpakt en naar een weergaloze finale toewerkt.

    https://youtu.be/941PHEJHCwU?si=Xf38t4kbhdj5UKxm

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.