Afgezien van blogs over ondergewaardeerde artiesten en dito muziek grossieren we op dit platform in appgroepen. Een algemene, een voor belangrijke zaken, eentje voor de ondergewaardeerde playlist, eentje voor planningsaangelegenheden en ga zo maar door. In de appgroep voor ondergewaardeerde sterfgevallen lijkt het ieder jaar drukker te worden; niet verrassend, aangezien veel grote namen uit de jaren 60 intussen de 80 aantikken. Tussen de battles en individuele bijdragen door staan we bij gelegenheid stil bij de gevallenen. Dat zijn lang niet altijd de grote namen, maar af en toe duikt er tussen de necrologieën een naam op, die zelfs de doorgewinterde snob op het eerste gezicht niets zegt. Zo suggereerde collegablogger Henkjan de eind augustus overleden Pete Wade.

Het deed bij mij ook niet direct een belletje rinkelen, tot ik de lijst met country-hits zag waar deze sessiemuzikant voor tekende: I Never Promised You A Rose Garden, Don’t It Make My Brown Eyes Blue, He Stopped Loving Her Today en mijn persoonlijke favoriet Harper Valley P.T.A., van Jeannie C. Riley. Vorig jaar rond deze tijd verwees ik er al eens naar in een blog over Linda Martell. Het nummer leverde Shel Singleton’s label Plantation Records zijn eerste en tevens grootste hit op. Meer dan dat: het was een groot crossover-succes, de eerste keer dat een vrouwelijke artiest er in slaagde tegelijkertijd zowel de country als de algemene hitlijst aan te voeren. Later kwam daar nog een Grammy bij, om een decennium later de inspiratie te leveren voor een film én een televisieserie.

Harper Valley P.T.A. is een vermakelijk nummer uit de pen van Tom T. Hall aka The Storyteller, die prachtige, verhalende hits schreef voor tal van countrygrootheden. Het gaat over de kleinstedelijke bekrompenheid, waarmee een jonge weduwe en haar dochter te maken krijgen. Op een dag komt dochterlief thuis met een briefje van de Parent Teacher Association van Harper Valley Junior High – een soort van doorgeschoten ouderraad – waarin haar moeder vanwege haar minirok als slechte opvoeder wordt weggezet. Moeders valt daarop de vergadering van de PTA binnen om in een paar gevatte oneliners die hypocrieten te ontmaskeren als dronkenlappen en schuinsmarcheerders. Ik maak geen grappen, dit is precies zoals het is gegaan, aldus een trotse dochter in de laatste zin.

Die dochter wordt met verve neergezet door Jeannie C. Riley. Zonder haar pittige voordracht zou het door Hall naar Bobbie Gentry’s Ode To Billy Joe gemodelleerde nummer nooit zo’n succes geworden zijn. Van de ene op de andere dag was de diep religieuze Riley een countryvedette, wier management haar opdroeg zelf ook een minirok te dragen tijdens optredens. Uiteraard volgden na Harper Valley P.T.A. meer van die scherpe hits, met als hoogtepunt The Rib (bezongen vanuit het standpunt van het bot van Adam, horen is geloven mensen). Uiteindelijk vond Riley haar image toch niet zo’n gelukkige match met haar innerlijk en keerde ze terug in de Here. En Pete Wade? Ik durf te stellen dat zijn venijnige licks net zo belangrijk waren om de boodschap aan de PTA over te brengen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.