De hoogtijdagen van The Smiths waren rond 1985 en 1987, ten tijde van Meat is Murder, The Queen is Dead en The World Won’t Listen. Ik was een jaar of 13, 14 destijds. Voor mij een intrigerende naam. Een band genoemd naar mij, soort van. Al kon ik met de muziek aanvankelijk niets, dat kinderkoortje in Panic dat Hang the DJ zong. En die vreemde stem in Bigmouth Strikes Again. Vreemd. Sowieso die stem van Morrissey, dat is wel iets om aan te wennen. De waardering voor The Smiths kwam pas toen ik rond met 20ste voor mijn verjaardag een Best of-plaat van The Smiths kreeg van mijn jeugdvrienden Eibert, Alwin en Gerco. Die vonden het wel een gebbetje: The Smiths voor Smith.
Morrissey en Johnny Marr haalden in die zes jaar dat The Smiths bestond, het beste in elkaar naar boven. Uiteraard maatschappijkritisch (Meat is Murder, The Queen is Dead) maar door het vederlichte gitaarspel van Marr nooit zwaar. Het zwaaien met gladiolen bij Top of The Pops, het ontbreken van een microfoon, The Smiths maakten met This Charming Man een overdonderende intro in de Britse muziek. Op dat moment was Morrissey het sekssymbool van de Britse pop. Morrissey is altijd een enigma gebleven. Wie is hij eigenlijk? Valt hij op mannen of vrouwen? Over een partner was tijdenlang niets bekend. In de liedjes van The Smiths is de liefde nou niet het eerste onderwerp, het versterkte de indruk van een man voor wie relaties in het algemeen en seksualiteit in het bijzonder nou niet een ding was.
Op de laatste plaat Strangeways here we come staat het toch wel beklemmende Last Night I Dreamt Somebody Loved Me. Beklemmend maar ook overduidelijk ironisch. Over de man die droomde dat iemand van hem hield. Bij wakker worden blijkt het niet waar, gelukkig maar. “No hope, no harm / Just another false alarm”. Alsof het een nachtmerrie zou zijn dat iemand je wel ziet zitten. Morrissey speelt daarmee nadrukkelijk met het ambigue dat hij om zich heeft hangen.
Hoe pak je dat nou aan? Dit liedjes coveren? Nog ironischer maken kan niet. Dan wordt het flauw, een karikatuur. Een bloedserieuze versie? De meeste covers van dit liedje zijn behoorlijk serieus van toon. Dat wordt dan toch een beetje vreemd eigenlijk. Zoiets als mensen die The One I Love van R.E.M. veel te serieus nemen (want geen liefdesliedje maar “A simple prop to occupy my time”, dat zou je op een bruiloft eigenlijk niet kunnen spelen). Het klinkt dan toch een beetje ongemakkelijk wat mij betreft. Zoals de versie van Grant Lee Philips, heel even de indie darling in Grant Lee Buffalo met Fuzzy. In 2006 heeft hij een coverplaat gemaakt (o.a. ook met Under the Milkyway Tonight en Boys Don’t Cry). Zijn Last Night I Dreamt is sober uitgevoerd en fraai en gedragen gezongen. Maar daarmee wel topzwaar.
Ook van Eurythmics komt een behoorlijk serieuze versie. Nou heeft Eurythmics wel één grote troef in handen en dat is Annie Lennox. Of Eurythmics echt de waardering krijgt die zou moeten, weet ik niet. Ik denk het niet eigenlijk. Als onder ons Snobs om suggesties wordt gevraagd voor een nieuwe Ondergewaardeerde Playlist, komt Eurythmics niet voorbij. Het dedain voor de jaren ’80 zal niet helpen, vrees ik. Maar wat een stem heeft zij en wat stelt Dave A. Stewart zich muzikaal dienstbaar aan het liedje op. Een stem als Annie Lennox is uniek, Eurythmics is ondergewaardeerd. Ook deze versie is topzwaar maar door de stem van Lennox echt een parel.
Hoe het ook kan, bewijst Low. Low haalt de nachtmerrie in het liedje naar boven. Ja, het is een gruwel als iemand zomaar van je blijkt te houden, is de boodschap die Alan Sparhawk en Mimi Parker uit het origineel halen. Badend in het zweet wakker: het zal toch niet gebeuren dat iemand van je houdt? Dan is de schade al aangericht. Het ironische zit hem in dit geval vooral in de makers van deze cover. Als iets door de jaren is gebleken, is dat wel de onvoorwaardelijke liefde tussen Parker en Sparhawk. Parker is in 2022 overleden en Sparhawk kan daar eigenlijk nog niet mee overweg, zo blijkt wel uit de recensies van zijn optreden op Le Guess Who, oktober 2023.
Deze versie van Low staat op A Lifetime of Temporary Relief: 10 Years of B-Sides and Rarities, een verzameling B-kantjes uit 2004. Tot dat moment was Low vooral bekend om de pastorale, gedragen muziek, muziek als een processie. Op hun laatste twee platen is Low volkomen destructief te werk gegaan, zoals al eerder beschreven. Dat Low daar al langer mee flirtte, blijkt wel uit deze cover. Hier is niet iemand aan het zingen die in de loop van de middag terugblikt op een onrustige nacht. Sparhawk is pas net wakker, gilt en schreeuwt het uit. Moet de nachtmerrie echt nog verwerken. Het geeft een diepere lading aan de klassieker van The Smiths.