Funk. Een beetje een ondergeschoven hoekje in de muziek. Ook op dit onvolprezen forum. Dat mag best anders, dat moet anders! Funk, dat eigenlijk lichaamsgeur betekent, de geur van zweet na lichamelijke arbeid of seks, is feest. Funk is dans, vaak net een tel uit de maat. Funk is ritme, funk is geil, liefde, seks, funk is één van de lekkerste muziekstromingen. De volgende bloggers gaan een tikkie houterig de dansvloer op en betonen hun liefde voor de funk.
Keuze Hans Dautzenberg: The Meters – Cissy Strut (1969)
New Orleans funk
Als je het over funk hebt, kun je niet om The Meters heen. Deze geweldige band wordt samen met James Brown beschouwd als de uitvinders van de funk. Met hun creatieve benadering en baanbrekende composities waren The Meters pioniers in het definiëren van de New Orleans-funkstijl. Cissy Strut diende als een blauwdruk voor veel latere funknummers en heeft flink bijgedragen aan de evolutie van het genre.
Cissy Strut, uitgebracht in 1969, laat de unieke sound en virtuositeit van de band horen, waarbij het onweerstaanbare ritme, de strakke baslijnen en de funky gitaarloopjes generaties van muzikanten (en luisteraars) hebben geïnspireerd. De band speelde ook op albums van Robert Palmer, Dr. John en natuurlijk ook stadsgenoot Allen Toussaint.
De erfenis van The Meters is ook voelbaar in hedendaagse bands, waaronder de Red Hot Chili Peppers. De Chili Peppers hebben openlijk hun bewondering geuit voor The Meters en hun invloed op hun eigen muziek. De Peppers hebben op hun album Freakey Styley (zie ook verderop in deze battle) voor het Meters nummer Africa gecoverd als Hollywood.
Cissy Strut blijft daarom niet alleen een tijdloze funk-klassieker, maar vertegenwoordigt ook erfgoed dat voortleeft in de muziek van hedendaagse artiesten. En daarmee blijft het de invloed van The Meters op het genre benadrukken.
Keuze Quint Kik: Jimmy Castor Bunch – It’s Just Begun (1972)
Onbedwingbare groove
Ter gelegenheid van de 50e verjaardag van hiphop bombardeerden we onszelf afgelopen augustus een maandlang tot pleisterplaats van het genre. Met naast de muziek zelf ook aandacht voor de invloeden en samples. Als een van de bouwblokken van hiphop had de ultrafunky breakdanceklassieker It’s Just Begun van de Jimmy Castor Bunch daartussen niet misstaan.
De übermuzikale bandleider werd door zijn productiemaatje en schrijfpartner John Pruitt niet zomaar ‘Everything Man’ genoemd: naast een voorland in doowop en jazz beheerste saxofonist Castor onder andere ook de Latijnsamerikaanse percussie die aan It’s Just Begun zijn onweerstaanbare groove verleent. In Nederland kennen we Castor vooral van zijn novelty hits Troglodyte en King Kong.
Op ieder volgend album breidde hij hun entourage verder uit: de holbewoner kreeg gezelschap van de missing link Luther (the Antropoid) en love interest Bertha Butt kreeg haar eigen moddervette boogie in een nummer dat nu echt niet meer door de beugel zou kunnen. Net als overigens het dansje van Penny de Jagers showballet voor de Top Pop-gelegenheidsvideo bij King Kong.
Al die gekkigheid zat de eenheid van Castors albums danig in de weg. Laten we het voor deze battle dan maar houden bij It’s Just Begun. Zelfs op mijn flinterdunne Dynaflex-persing van het gelijknamige album – destijds gepresenteerd als het summum van moderne techniek, in feite van erfenis van de oliecrisis en bijkomstige vinylschaarste – is de groove onbedwingbaar. En als je er net als ik geen genoeg van kunt krijgen, check ook nog even de moves in deze scene uit dansfilm Flashdance.
Keuze Mersad Rebronja: Rufus & Chaka Khan – Pack’d My Bags (1974)
Aangrijpend
Rufus & Chaka Khan is in Amerika een zeer bekende funkband, maar in Nederland is alleen Ain’t Nobody echt bekend. In een funkbattle kan de band zeker niet ontbreken. In 1974 brachten ze het album Rufusized uit. Rond die tijd hadden wat ledenwisselingen plaatsgevonden en dat leverde de band succes op.
Chaka Khan en Tom Maiden schreven het aangrijpende Pack’d My Bags. Het nummer gaat over een man die zijn geliefden moet achterlaten om z’n dromen na te streven. Het is een aangrijpende herinnering dat het loslaten van geliefden, ook al is het maar tijdelijk, een diepgaande en emotionele ervaring kan zijn. De piano, de zang. Het is een schitterende combinatie van funk en soul met country-invloeden. Chaka, die begin 20 was, brengt het gevoel met haar zang op een prachtige manier over.
Keuze Remco Smith: Parliament – Give Up The Funk (Tear The Roof Off The Sucker) (1975)
Heul veul bas
Als je Rotterdam Centraal uitloopt en na een meter of 500 rechtsaf slaat, loop je de West-Kruiskade in. Aan de linkerzijde de ingang van Wijkpark-West. Net binnen de poorten een gigantisch beeld. Een levensgroot beeld, schaal één op één, van de grootste Rotterdammert ooit: Rigardus Rijnhout. Hij staat met zijn rug naar een gebouw waarin de Aziatische supermarkt Amazing Oriental is gevestigd.
Dat was niet altijd een supermarkt. Ooit was hierin Nighttown gevestigd, het legendarische poppodium van Rotterdam waar (na de sluiting van eerst Nighttown en daarna doorstart Watt) nooit een echt goede vervanging voor is gekomen. Op 3 juli 2006 was ik daar en George Clinton was daar ook. George Clinton, grootmeester van de P-Funk. P-Funk: heul veul bas, veel koper, heul veul mensen op het podium. Extravagante kleding, uitzinnig haar. Het leven moest in alle facetten gevierd worden en het was aan George Clinton om daar richting aan te geven.
Het bizarre aan deze vorm van funk: op het eerste gehoor lijkt het totale chaos. Bizar lange uitvoeringen, ogenschijnlijk jams die misschien wel tot een liedje zouden kunnen leiden, waar je als publiek toevallig bij mag zijn. Clinton was soms wel op het podium aanwezig, soms ook niet. Het versterkte het beeld van chaos. Maar misschien was er wel een Mothership dat al die muzikanten op het podium aanstuurde, van de gitarist tot de bassist tot de helemaal vooraan op het podium staande achtergrondzangeressen voorzien van okselhaar. Wie weet. WE…. GOT THE FUNK. Een uitgesponnen versie van Give Up The Funk van Parliament, uit 1975.
Keuze Tricky Dicky: Parliament – Flash Light (1978)
Funk me
De eerste Funk-battle was in 2015 en toen heb ik gekozen voor Commodores met Slippery When Wet. Had ook zo maar Brick House kunnen worden, maar die is niet echt ondergewaardeerd. En dat probleem bleek ook voor de 2.0-versie te gelden: Theme From Shaft (Isaac Hayes), Play That Funky Music (Wild Cherry), Got To Give It Up (Marvin Gaye), Thank You Falettinme Be Mice Elf Agin (Sly & The Family Stone), Shining Star (Earth, Wind & Fire), Superstition (Stevie Wonder) en Pick Up The Pieces (Average White Band) hebben allen de hoogste positie in de Billboard Hot 100 bereikt. En vele bekende deuntjes hadden een Top 10 notering. Dus heb ik gekozen voor Parliament in de wetenschap dat een collega-blogger al voor een dakrenovatie gekozen had.
Ik heb het al eens eerder geblogd, maar in mijn jeugd liet ik iedereen die de plas overstak een lading singletjes en elpees voor me meenemen. Niet alleen waren ze veel goedkoper, maar er zat ook een verrassingselement in. Muziek die in Nederland niet of nauwelijks airplay kreeg, of in het beste geval pas maanden later op de radio te horen was. Ik kocht de toen nog papieren krant-versie van Billboard en zocht uit op titel, of naam van de uitvoerende (en soms zelfs blind prikken). Bij elpees waren de recensies of de hoes vaak een graadmeter. Het grappige is dat ik nooit teleurgesteld ben. Natuurlijk draai ik sommige platen vaker dan andere, maar bij de keuze was er geen angst om (het equivalent van) Corry & The Rascals, Father Abraham of The Harboursingers aan te treffen.
Parliament dus en dan wel de magistrale single Flash Light uit 1978; het was de tweede grote hit van het gezelschap en haalde zelfs de #1 positie in de R&B lijst. Dat basloopje gecombineerd met de moog-synthesizers is gewoon onweerstaanbaar. Voetjes van de vloer. Bedacht door George Clinton, Bernie Worrell en Bootsy Collins is het de afsluiter van het album Funkentelechy Vs. The Placebo Syndrome waarop de band het opneemt tegen de duivelse Sir Nose d’Voidoffunk en hem probeert te laten dansen. Misschien kan Clinton een nieuwe versie maken om Donald Trump (Sir Mouth d’Voidofwidth) zijn mond te laten houden?
Most of all he need the funk
Help him find the funk
Live kon de band het funky Flash Light tot 28 minuten uitspinnen, maar getuige de kracht van het lied is er geen moment verveling. Funk me!
Keuze Willem Kamps: Spliff – Herzlichen Glückwunsch (1983)
Funky Deutsche Gründlichkeit
Huh, het gaat over funk en dan een liedje van het Duitse Spliff? Dat is zoiets als Goudse kaas uit Japan. Nep. Namaak. Fake. Jazeker, maar nep of namaak is niet altijd kut. Om bij Japan te blijven: volgens kenners is hun whisky onovertroffen. Wie had dat gedacht, Japan en whisky…
Spliff begon als begeleidingsband van de rockende operazangeres Nina Hagen, en kende als zodanig behoorlijk succes. Omdat het niet geheel boterde tussen de vier muzikanten en Nina, gingen zij begin jaren tachtig ieder huns weegs. Nina ging rommelen met Herman Brood en later zijn gitarist, Ferdi Karmelk. Haar voormalige band beleefde een doorstart als Spliff, wat staat voor joint, jonko of hoe je zo’n pretsigaret ook wilt noemen.
Alsof zij zich flink aan hun eigen naam hadden bezondigd, kwam de band met een maf maar geweldig eerste product: The Spliff Radio Show, inclusief talrijke jingles, live uitgevoerd en later op plaat gezet, waarbij zij klinken als The Tubes in hun beste jaren. Daarna klonken zij vooral eighties, want die waren ondertussen begonnen. Digitaal, elektronische drums, veel synths en loeistrak, als een metronoom. Und mit Deutsche Sprache. Redelijk kil dus.
Kil en funk. Dat is tegenstrijdig. Funk is urban voor zweet, de geur van je lijf na seks, en staat daarom voor losse, sexy, dansbare muziek. Veel geiler dan de hoempapa van de opgeprikte Weense wals. Toch hoor je bij Spliff de funk terug, in de ritmiek, de gitaar en vooral de bas, zoals bij Herzlichten Glückwunsch. Is het echte funk? Nein, maar zonder funk niet dit geluid van Spliff. Funky Deutsche Gründlichkeit. Of je er geil van wordt is aan jou.
Keuze Marco Groen: Red Hot Chili Peppers – Jungle Man (1985)
Pea
George Clinton was van 1805 tot 1812 vice-president van de pas opgerichte Verenigde Staten. Dat is vreemd, want George Clinton is eveneens een bejaarde artiest die wordt gezien als een van de grondleggers van de funkmuziek. Hij hield er de bijnaam Dr. Funkenstein aan over. Het zal niet dezelfde persoon zijn, vermoed ik.
Het was de muzikant George Clinton die ik ooit mocht aanschouwen op het (toen nog) Haagse North Sea Jazz-festival. Geheel onvoorbereid mocht ik een grote zwarte man met een gitaar in een witte trouwjurk aanschouwen. Het hele zooitje (want dat was het) werd begeleid door zo ongeveer de beste bassist die ik ooit gehoord had. Ene Bootsy Collins of zo. Achteraf het meest memorabele optreden van de dag.
Het is diezelfde George die de Red Hot Chili Peppers ooit bij de hand nam. Voor het opnemen van Freaky Styley nam Clinton de productie op zich. En dat is duidelijk te horen! Freaky Styley is met afstand het meest ‘funk-achtige’ album van de Peppers. Goed nieuws voor bassist Flea natuurlijk. Op elk album van de Peppers is hij al behoorlijk prominent aanwezig, op Freaky Styley staat hij helemaal op de voorgrond. Een van de nummers gaat zelfs over hem: Jungle Man. In theorie schreef de hele band het nummer, hoewel ik vermoed dat de songtekst van frontman Anthony Kiedis afkomstig is. This half man, half beast born in the belly of the volcano in Australia and using his thumb as a conductor of thunder on the bass, zo sprak Kiedis liefdevol over Flea.
Jungle Man is niets minder dan een ode aan een van de meest vreemde bassisten die er is. Iets wat best een prestatie is, aangezien Bootsy ook nog steeds op deze aardbol rondwandelt.
Keuze Leendert Douma: Trouble Funk – Show Me How You Do It/Hey T-Bone (1987)
Een onwaarschijnlijk feestje
Ja ja ja, natuurlijk. Everything is on the one! Qua funk kende ik zo mijn pappenheimers, dacht ik toen. Van Sly & The Family Stone tot Prince, van James Brown tot Lakeside, Dazz Band en Gap Band. Zelf was ik vooral erg into George Clinton/Funkadelic/Parliament/Bootsy Collins. Ik mocht mijzelf halverwege de jaren 80 gerust een funkateer noemen. Maar van die obscure stroming uit Washington had ik toen nog nooit gehoord. Gogo heette het en het was nog meer dan traditionele funk gebaseerd op percussie en ritmepatronen. De jams waren nóg langer en de concerten duurden uren. Gogo was lomp en subtiel tegelijk. Ruig en rauw. Maar het swingde altijd als een tiet! Er waren niet zozeer liedjes, maar er kwam een amalgaam aan bekende kreten en refreintjes voorbij. In die zin leek het een beetje op hiphop.
De belangrijkste gogo-bands waren Chuck Brown & The Soul Searchers en Trouble Funk. En laat die laatste nou in de zomer van 1987 naar Nederland komen, naar het gratis Parkpop-festival. Dus wij naar Den Haag. Drop The Bomb en Pump Me Up (veelvuldig gesampled, van Public Enemy tot MARRS) waren hun hits en die kwamen natuurlijk voorbij. Maar een van de jams waarin het gogo-gevoel het beste werd neergelegd was Show Me How You Do It, overgaand in Hey T-Bone waarin percussionist Timothy ‘T-Bone’ David mocht excelleren. Er kwam vanalles voorbij: een refreintje uit het destijds populaire antikernbomliedje Safety Dance van Men Without Hats, een stukje human beatbox, een plukbas, blazers, dansjes, de uit gogo zo stereotype lompe synths en vooral heel heel veel percussie. Het werd een onwaarschijnlijk feestje!
Op YouTube vond ik een filmpje hiervan. Het is geweldig om te zien hoe het Haagse publiek eerst nog wat onwennig naar dit gezelschap stond te kijken. Alleen een paar heeele coole funkateers op de eerste rij gingen uit hun bol. Later kwam het goed en stond het hele veld te swingen. De energie van Trouble Funk had iedereen overtuigd.
Keuze Erwin Tijms: Gotcha! – Mathilda (Da Wicked Witch) (1991)
All from Haarlem
Er zijn van die momenten in je leven waarbij je op het moment zelf niet doorhebt hoe bijzonder je het later zal vinden. Muzikaal speelden die zich voor mij bijna allemaal in Velsen en Haarlem af. Het nog behoorlijk onbekende Radiohead op Beeckestijn Pop. En het Haarlemse Gotcha! op zo ongeveer ieder groter festival en ieder kwaliteitspodium. Sowieso waren daar in de jaren ’90 heel veel goede lokale bands te vinden. Onze running gag was dat als je ergens in Haarlem of Velsen op een open plek een verhoging bouwde, stroom aanlegde en maar lang genoeg wachtte, er vanzelf een goede artiest of band zou optreden.
Gotcha! ontsteeg de andere bands uit de regio. Hun debuutalbum Words And Music From Da Lowlands uit 1991 werd goed ontvangen, ze leverden het titelnummer ervan aan de legendarische verzamelaar Ein Abend In Wien en hadden de aandacht getrokken van de nog legendarischere P-Funk held George Clinton, bekend van Parliament en Funkadelic. Niet de minste persoon om als fan te hebben en hij leverde ook nog eens een bijdrage aan de eerste albums.
Live-optredens van Gotcha! waren altijd één groot, feestje vol energie. Met hun groovende, zeer dansbare funk vormden ze een mooi tegenwicht voor alle alternatieve gitaarbands en punkrockacts. Dat ze altijd wel wat over Ajax verwerkten in hun optredens, konden we ook waarderen. Al knaagde daar dan wel steeds de vraag hoe ze dat toch in andere delen van Nederland deden. Een volkomen eigen geluid in de Nederlandse muziekgeschiedenis in ieder geval. En zoals ik al schreef: ik ben blij dat ik ze geregeld live heb gezien.
Het paste wel bij het licht chaotische karakter van Gotcha! dat de band veel personele wisselingen heeft gehad. Gitarist en zanger Robadope Ro stapte eruit na het tweede album en zanger/rapper Rockattack Ten bleef nog één album langer. De bandleden, die ook nog een tijd samen in een huis woonden, blikten niet altijd met veel liefde terug op hun tijd in Gotcha! die jaren. Vooral Robadope moest het ontgelden na zijn vertrek. Het weekend nadat andere leden in Oor waren leeggelopen, speelde Ro toevallig met De Raggende Manne in IJmuiden. Bob Fosko introduceerde hem als de dictator van Gotcha!, wat een grote glimlach op zijn gezicht deed verschijnen. De andere bandleden hebben deze eeuw nog meermaals als Gotcha! getourd, in verschillende bezettingen, maar volgens de overlevering altijd zonder Ro.
Dit jaar touren Ro & Ten weer samen, als Them Two The Gotcha! Crew. Eerder deze maand brachten ze ook een nieuwe EP uit, Clap Ya Hands Motherfucker. Hun optreden op Bevrijdingspop was weer een ouderwets feestje vol dansbare funky knallers. Het trok ook veel mensen van middelbare leeftijd, allemaal in de hoop dat ze nogmaals zoiets bijzonders meemaakten als het geluid van Haarlem funkstad in de jaren ‘90. Het geluid van klassiekers zoals Mathilda.
Keuze Alex van der Heiden: Maceo Parker – House Party (1994)
Jerry Preston
Maceo Parker (van onder andere Parliament, zie de blogs van Remco Smith en Tricky Dicky hierboven), Fred Wesley en Pee Wee Ellis vormden samen de J.B. Horns/J.B.’s die James Brown begeleidden. We zien dit drietal ook over en weer gebruik maken van elkaars nummers en deelnemen aan elkaars projecten, concerten en (solo-)opnames. Het funky nummer House Party komt van de hand van trombonist Fred Wesley, maar in deze uitvoering van saxofonist Maceo Parker komt het eigenlijk beter uit de verf.
Deze uitvoering staat op Maceo (soundtrack) uit 1994 en dat is een geweldig jazz/funk-album waar zowel Fred Wesley als Pee Wee Ellis op meeblazen. De blazers staan vooral in het middelpunt, maar ik vind persoonlijk dat de basbasis dit album extra de moeite waard maakt. Deze basis wordt gelegd door Jerry Preston. Die is ook in tal van andere jazzsamenwerkingen te horen op zijn bas, maar krijgt in mijn optiek veel te weinig een hoofdrol. Preston maakt ook in deze versie bij mij het echte funkgevoel los. En dat is veel minder te vinden bij de eerste opname van Wesley in 1980.
Keuze Jeroen Mirck: Keller Williams – Freeker By The Speaker (2002)
Funky gitaarspel ontspoort heerlijk
Eigenlijk onbegrijpelijk dat we hier zo weinig over funk schrijven. Tot vandaag nul keer over George Clinton of zijn band Parliament, al wordt dat nu gelukkig goedgemaakt. Diens andere project Funkadelic kreeg wel de aandacht die dit collectief verdient, net zoals andere funk-iconen als Curtis Mayfield en James Brown. Ook meer recente acts als Jamiroquai en Red Hot Chili Peppers werden niet vergeten.
De vraag is alleen: zijn al deze acts echt zo ondergewaardeerd? Volgens mij niet. Daarom kies ik een funky tune van iemand die vermoedelijk echt heel onbekend is – en dat niet verdient. Keller Williams is een veelzijdige gitarist uit Virginia, die uiteenlopende genres als bluegrass, folk, alternatieve rock, reggae, dance, jazz en funk moeiteloos combineert. Geen pure funkartiest dus, maar zijn meest populaire nummer (11 miljoen streams op Spotify) is funky als een dolle.
Het bas- en gitaarwerk in Freeker By The Speaker ontspoort heerlijk. Bijzonder is de wijze waarop Williams dit nummer vaak vertolkt: als een one-man-band speelt hij alle instrumenten (inclusief percussie) één voor één in en maakt er soepeltjes een compleet bandgeluid van via phrase-loopings. Bijgaande video, opgenomen in zijn eigen studio Keller’s Cellar is daar een goed voorbeeld van. Hoe dat klinkt? Precies zoals Williams het zelf bezingt: How do you not dizzy out and fall down? Is that what happens when you feel the sound?
Jammer dat Mother’s Finest niet de waardering krijgt, die het hoort te verdienen. Een band die navolging kreeg door bands in RHCP (tegenwoordig meer een stadiumrockband) en Living Colour (meer de funkmetal kant)