Rudimentaire rock ’n roll, slepende soul, dwingende doowop, vette funk of dreunende disco… The Isley Brothers konden álles. Zij excelleerden in elk genre. Dat kwam onder meer door schrijver en zanger Rudolph Bernard Isley. Roepnaam Rudy. Maar de op-een-na-oudste van de Isley-broertjes is niet meer. Hij overleed op 11 oktober op 84-jarige leeftijd.
Hij was niet de best-gebekte Isley. Meestal had Ronald Isley de lead vocals en zongen Rudy, Vernon en O’Kelly in harmonie maar niet leidend. Dat begon al in 1959 op hun uptempo-hit Shout, dat was zo op de Motown-hit Behind A Painted Smile uit 1967, op de politieke superfunk van Fight The Power uit 1975 en dat was zelfs zo op de eighties synthpop van Spend The Night (Ce Soir) uit 1989. En daarna verliet Rudy de band. Hij was de dood van zijn broertje O’Kelly in 1986 niet meer te boven gekomen en koos voor een leven in de luwte. Rudolph werd voorganger in een kerk en voegde zo nóg een genre toe aan zijn toch al brede repertoire: gloedvolle gospel. Hij bracht in 1996 een album uit onder de titel Shouting For Jesus: A Loud Joyful Noise.
Ook bij de Isley Brothers pakte Rudy heus wel eens de hoofdmicrofoon, hoor. En dan was het altijd zwaar genieten. Luister maar naar You Still Feel The Need uit 1976 of de hit It’s A Disco Night (Rock Don’t Stop) uit 1979. Of luister naar het ruige Testify uit 1971, met op gitaar niemand minder dan Jimi Hendrix. Maar op zijn aller- allerbest was hij in een duet met zangeres Judy White: I’ve Got To Get My Self Together uit 1969. Het staat op een Isley Brothers-elpee, maar is officieel toegeschreven aan het duo Rudy & Judy. Dit is het genre slepende soul waar ik direct voor val. Je hoort hier twee prachtige stemmen die allebei het onderste uit de kan halen. Ze buitelen over elkaar heen. De ene uithaal is nog fraaier dan de ander. Ze bouwen op en remmen af, bouwen op en remmen af. De begeleidende blazers maken het soulnummer helemaal af. Oeioeioei, dit is 3.55 minuten koude rillingen. Bijna een religieuze ervaring.
Music and faith, they just run through our blood, zei Rudy ooit. I may have stopped singing pop music, but I will always be an Isley Brother. Na O’Kelly en Marvin is Rudy de derde broer die het tijdelijke voor het eeuwige heeft verwisseld. Ergens daarboven houden ze nu een reünie. Hoe hemels zal die niet klinken?