Ondergewaardeerde Liedjes gaat deze zomer op wereldreis. 31 dagen, 31 verschillende landen, 31 geweldige liedjes. Dompel je de hele maand juli onder in prachtmuziek uit de hele wereld.
IJzig, geheimzinnig en vol bizarre rituelen. Lange tijd gold het album Eskimo (1979) van de mysterieuze artrock-groep The Residents als de ultieme verklanking van het leven rond de Noordpool. Maar Eskimo is een witte kolonialistische kloteplaat vol foute clichés, en zodoende wel vergelijkbaar met het racistische eerste Kuifje-stripboek: Kuifje in Afrika uit 1931… Nee, als je écht wilt ervaren hoe de noordelijke streken – daar waar Canada en Groenland elkaar bijna raken – klinken, dan moet je bij Tanya Tagaq zijn.
Tanya Tagaq (5 mei 1975) is Inuit en gespecialiseerd in de eeuwenoude traditie van ‘katajjaq’, een buitenaards soort keelzingen, dat soms prachtig melodisch is en soms doet denken aan het grunten op een gemiddelde plaat van Napalm Death. Katajjaq is van origine een ‘battle’ tussen twee vrouwen, maar Tanya Tagaq zingt de wedstrijden tegen zichzelf en dat klinkt dus dubbel zo onaards. Dat bijzondere gezang combineert de zangeres met spannende elektronische muziek. Luister maar naar Icebreaker op de EP Toothsayer uit 2019, dat een haast Massive Attack-achtige spanning heeft.
Tanya Tagaq is avant-garde componiste, muzikante, schrijfster, schilderes, moeder en activiste. Ze komt uit Ikaluktutiak – dat sinds de kolonisatie Cambridge Bay heet – in Nunavut, het meest noordelijke deel van Canada, tegen de Noordpool aan. Zo onbekend als ze hier is, zo groot is zij in dat land. Ze heeft bestsellers op haar naam staan, is behangen met prijzen en zelfs ‘geridderd’ in de Order of Canada. Je zou haar ook kunnen kennen van het album Medúlla van Björk of van haar werk met het Kronos Quartet of Mike Patton.
Haar soloplaten gaan vaak over de onderdrukte positie van de volkeren rond de Noordpool, maar ook over de milieuproblemen daar. Ze zingt in het Inuktitut en het Engels. Soms doet ze dat op een hele poëtische manier, zoals op Toothsayer, maar ze kan ook heel hard en direct zijn. Dan wordt het bijna electropunk, zoals op haar meest recente album Tongues uit 2022. (Luister maar naar nummers als Colonizer, Tongues of Teeth Agape.) Er zit heel wat woede in die plaat en dat is goed te begrijpen. Tanya Tagaq was een van de vele Inuit-kinderen die verplicht naar de wit-christelijke internaten van de Canadese overheid moesten, waar ze hun taal niet meer mochten spreken en waar ze vaak werden mishandeld en misbruikt. Tanya Tagaq werd zoveel ellende aangedaan dat ze een zelfmoordpoging deed toen ze 15 jaar oud was. Ze maakte daarna haar highschool schriftelijk af en ging vervolgens naar de kunstacademie in Halifax. Daar maakte ze voor het eerst kennis met katajjaq. De traditionele muziek werd zo haar redding.
Woedend of dromerig, de elektronische muziek van de Inuit-zangeres is immer interessant. De ene keer blijft ze dicht bij haar bron en klinkt ze primitief en aards. De andere keer duikt ze de studio in met de meest hippe namen. (Ze nam Tongues op met de New Yorkse slam-poet Saul Williams en dj Gonjasufi.) Maar er is één gulden regel in haar oeuvre: Tanya Tagaq = Tanya Te Gek.