Ondergewaardeerde Liedjes gaat deze zomer op wereldreis. 31 dagen, 31 verschillende landen, 31 geweldige liedjes. Dompel je de hele maand juli onder in prachtmuziek uit de hele wereld.
Is muzieksmaak erfelijk? Ja, hoor ik u al volmondig roepen, want uiteraard probeert u al uw halve leven lang uw gedistingeerde goede smaak over te brengen op uw eigen kinderen. U laat ze proeven van al het fraais dat onze Snob2000 te bieden heeft, in de hoop dat ze niet ten prooi vallen aan de oppervlakkige confectie-meuk van QMusic of 538. En wellicht gaat u nog een stap verder, en neemt u uw kroost mee naar concerten of festivals waarvan u vindt dat deze een cruciale bijdrage zijn aan hun opvoeding. En u glimt stiekem van enorme trots als uw puber op een mooie dag thuiskomt met een Ramones T-shirt van de H&M.
Maar werkt die erfelijkheid dan ook de andere kant op? In hoeverre hebben uw ouders niet hetzelfde gedaan bij u? Hebben uw ouders u niet jarenlang gehersenspoeld met hoogst bedenkelijke muziek die zich als een virus op uw harde schijf heeft genesteld? Muziek die u vreselijk vindt, maar die toch een onderdeel is gaan uitmaken van wie u bent? Dit zou een leuk onderwerp zijn voor een toekomstige battle, maar dat even terzijde.
In de jaren dat ondergetekende het meest ontvankelijk was voor ouderlijke beïnvloeding van zijn onvolgroeide muzikale kinderbrein, was zo’n beetje de laatste jaren dat Piratenzender Veronica uitzond. Op de een of andere manier is dit radiostation in het collectieve geheugen blijven plakken als een geweldige kwaliteitszender, zeker vergeleken met de tamme Hilversumse zenders uit die tijd, maar dit lijkt me verre van correct. Zover ik me herinner was het vooral veel Nederlandse middelmatigheid dat voorbijkwam, en ook veel Wereldsterren die mijlenver afstonden van de kwaliteits pop/rock waar de vroege jaren 70 om bekend stonden. Mijn moeder luisterde niettemin steevast naar deze zender, en ik vertrouwde haar toen nog blind in haar vaststelling dat BZN en The Cats het beste waren dat er muzikaal gezien bestond. Nu weiger ik BZN ook maar een millimeter goed te vinden, maar toch start ik wel eens stiekem een YouTube video van ze op, omdat hun muziek me terugbrengt naar een onbekommerde periode, toen de toekomst in de ogen van dit kind nog compleet zorgeloos was.
Ook was mijn moeder erg gecharmeerd van die jonge Spaanse God met die donkerbruine stem, genaamd Julio Iglesias, en zijn Griekse evenknie Demis Roussos. En op die laatste wil ik in het kader van onze Mondiale Muziek Maand wat dieper ingaan. De carrière van Demis piekte in de jaren 1973/1974 met een groot aantal Top 10 hits, waaronder Goodbye My Love, Goodbye en My Friend The Wind. Oppervlakkig beschouwd schuurt dit allemaal wel erg dicht tegen het Schlager-genre aan, en horen we bombastische smartlappen waar een soort van Operettesausje overheen is gegaan. Maar, en dit zal de verpeste harde schijf van mijn kinderjaren wel zijn die spreekt, het is wel sfeervol en ook smaakvol gedaan. Zeker sinds ik een paar keer in Griekenland op vakantie ben geweest lijkt de muziek van Demis eigenlijk naadloos aan te sluiten bij het Griekse landschap: blauwe zeeën, zinderende hitte en heerlijk niks doen want vakantie. Maar vooral dat overrompelende Mediterrane licht, bijna voelbaar in de verzuchtende zang van Demis. Met als bonus nog wat jeugdherinneringen. Twee voor de prijs van één!
Voordat Demis solo doorbrak had hij nog een kleine carrière met de band Aphrodite’s Child, opererend in het Progressieve Rock genre, samen met de later ook wereldberoemd geworden Vangelis. Veel Griekser dan Aphrodite’s Child kan een bandnaam natuurlijk niet worden, en ook hier horen we het hierboven beschreven Griekse kleurenpallet al enigszins doorklinken. Het klinkt allemaal alsof het een paar versnellingen lager gaat dan zou moeten, wat niet raar is als je Griekse zomertemperaturen hebt meegemaakt. En Demis zingt en zucht ook hier tegelijk, alsof hij de Griekse God van de Wind zelf is, die het schuim van de Egeïsche zee richting de rotsen blaast.
Uit het bescheiden repertoire van Aphrodite’s Child is de keuze gevallen op It’s 5 O’clock, dat wel erg geïnspireerd lijkt door A Whiter Shade Of pale, maar we horen ook invloeden van Bach. Wellicht ook een verwijzing naar Il Est Cinq Heures, Paris Se Reveille, want de band woonde in die tijd in Parijs, gevlucht voor het Griekse Kolonelsregime. Dat klinkt allemaal opgeteld niet bijster origineel, maar wat dit nummer zo uniek maakt is dat met name Vangelis hier dingen doet met elektrische orgels die nog nooit eerder gedaan waren. Bovendien was dat zover ik kon zien de enige beschikbare video van de band in kleur. En daarnaast is het altijd wel lekker om Neerland’s trots Johan erbij te halen, die het nummer coverde op hun debuutalbum.